Laura’s gedichtenkeuze: William Ernest Henley – Invictus

Door mijn studie literatuurwetenschap kom ik natuurlijk veel in aanraking met literatuur, maar ook met poëzie. Daarom laat ik jullie af en toe kennis maken met een gedicht dat ik mooi, ontroerend of bijzonder vind.

Invictus

Out of the night that covers me,
Black as the Pit from pole to pole,
I thank whatever gods may be
For my unconquerable soul.

In the fell clutch of circumstance
I have not winced nor cried aloud.
Under the bludgeonings of chance
My head is bloody, but unbowed.

Beyond this place of wrath and tears
Looms but the horror of the shade,
And yet the menace of the years
Finds, and shall find me, unafraid.

It matters not how strait the gate,
How charged with punishments the scroll,
I am the master of my fate;
I am the captain of my soul.

– William Ernest Henley –

Of Invictus de film (die ik nog niet heb gezien, shame on me!) iets met dit gedicht te maken heeft, weet ik niet. Voor mij staat het gedicht voor kracht. Wat er ook gebeurt (my head is bloody), ik zal eruit komen, ik zal er boven staan (but unbowed). Ik ben zelf degene die mijn lot bepaalt, ik bepaal hoe ik met vervelende gebeurtenissen omga in mijn leven:
I am the master of my fate;
I am the captain of my soul.

Leuke website: So Chicken

‘Ik ben niets waard.’ ‘Ik kan helemaal niets.’ ‘Ik ben een mislukkeling.’
Dit soort gedachten schieten ons allemaal wel eens door het hoofd. Maar bij sommige mensen vaker dan normaal. En dat is vervelend, want het hoeft helemaal niet! Het kost tijd en moeite, maar het is mogelijk om positief te denken. Nee, niet altijd, want iedereen heeft een baaldag.
Misschien ben je al een optimist. Ook dan kan ik je aanraden om op www.sochicken.nl te kijken. Dit is een website met tips om het leven mooier te maken. Je kunt je aanmelden voor de nieuwsbrief, maar ook lid worden op Facebook of Twitter. Daar krijg je dan inspirerende quote’s opgestuurd.

Ik kan het iedereen aanraden om hier lid van te worden. Als je je niet zo fijn voelt en je krijgt een mailtje of een tweet van deze website, word je meteen vrolijker.

Natuurlijk moet je het zelf doen en zelf willen (positief worden), anders lukt het niet. Maar met deze website doe je in ieder geval een stap in de goede richting!

Kleinemensenfilm: Finding Nemo

httpv://www.youtube.com/watch?v=w2-Jrglx2BM

Hij behoort eigenlijk tot de kinderfilms. Maar stiekem zijn die soms leuker dan ‘grotemensenfilms’.  Finding Nemo.

De clownsvis Marlin raakt zijn zoontje Nemo kwijt, nadat die gevangen is door duikers. Nemo komt terecht in het aquarium van een tandarts. Marlin gaat samen met Dory (een vis die een geheugen van ongeveer vijf seconden heeft) naar zijn zoon op zoek. Klik hier voor de trailer.

Deze film is geweldig. De vormgeving, de humor, het plot. Ik neem aan dat de meeste van jullie hem wel gezien hebt, maar als jij die ene bezoeker bent, die hem niet gezien hebt: hup, opzetten die film!

Wel kijken: Als je een vrolijke film vol humor wilt zien.
Niet kijken: Als je een oude chagrijn bent, die alleen maar naar ‘grotemensenfilms’ kijkt.

Leukste  quote:

Dory: ‘How About we play a game?’
Marlin: ‘All right’.
Dory: ‘Okay, I’m thinking of something orange, and it’s small…’
Marlin: ‘It’s me.’
Dory: ‘Right!’
[Later]
Dory: ‘I’m thinking of something orange and small…’
Marlin: ‘Me again.’
Dory: ‘All right, Mr. Smartypants…’
[Later]
Dory: ‘It’s orange and small, and has stripes…’
Marlin: ‘Me, and the next one – just a guess – me.’
Dory: ‘Okay, that’s just scary.’

Wat is jouw lievelings ‘kleinemensenfilm’?

 

Ik wil een volkstuintje

Ik wil een volkstuintje. Later. Als ik grijs haar en veel rimpels heb. Een volkstuintje mét schattig tuinhuisje. Daar ga ik in zitten met de man met wie ik dan al vijftig jaar samen ben. Ik zet thee. Hij maakt kruiswoordpuzzels. Af en toe vraagt hij om hulp.
‘Europees land, tweede letter is een e?’
‘Ierland.’
Ik kook met onze zelf geplante groenten. Hij, een beetje onhandig, helpt me. Ondertussen fluit hij een deuntje van vroeger. We eten de groenten van mijn grootmoeders servies. We hebben het over mensen van vroeger en het weer.
‘Als het zondag lekker weer is, dan gaan we wandelen in het bos.’
In het tuinhuisje staan foto’s van onze kinderen en kleinkinderen. Aan de muur hangt onze trouwfoto. Wat zagen we er gelukkig uit.
Als het lekker weer is, zitten we in het tuintje. Ik lees een boek en hij luistert naar het gefluit van de vogeltjes. Soms, vaak net als ik helemaal in het boek verdiept ben, voel ik zijn armen om me heen en krijg ik een kus op mijn voorhoofd. Dan is het even net zoals vroeger.
Ik wil een volkstuintje. Later. Als ik oud ben.

Laura luistert: Bobby McFerrin – Don’t worry, be happy

Mijn muzieksmaak varieert van the Beatles tot Frank Sinatra en van Acda en de Munnik tot U2 . Daarom zal ik je af en toe laten kennismaken met een liedje uit mijn muzieklijst en vertellen waarom ik juist dát liedje heb gekozen.

 

Klik hier voor Bobby McFerrin met Don’t Worry, Be Happy.

Soms heb je van die dagen. Eén en al stress. Het ene probleem is nog niet opgelost of er komt wel weer een nieuwe moeilijke situatie. Tja. Wat doe je dan?
Ik heb het antwoord.
Stap 1. Ga naar YouTube.
Stap 2. Tik Bobby McFerrin – Don’t worry, be happy in.
Stap 3. Zet het liedje aan en zing luid mee.
Voor het beste resultaat het nummer gelieve minstens tien keer draaien.

Enjoy!

 

Goed en slecht

Zwart – wit. Donker – licht. Hard – zacht. Ik noem maar een paar tegenstellingen. Goed – slecht is nog zo’n tegenstelling. Aan de ene kant heb je moeder Theresa, aan de andere kant Charles Manson. Waarom is moeder Theresa nooit een crimineel geworden, had ze dan niets slechts in zich?

Ik denk dat de mens zowel het goede als het slechte in zich heeft. Dat is sowieso al terug te zien in de karaktereigenschappen. Een persoon kan tegelijkertijd koppig en behulpzaam zijn. Iemand is goed in tekenen, maar slecht in wiskunde. Maar als iedereen zowel goed als slecht in zich heeft, waarom is Charles Manson dan geen heilige geworden?

De mens heeft zowel het goede als het slechte in zich. Of dat tot uiting komt, heeft te maken met verschillende externe factoren. Je kunt denken aan jeugd, opleiding, vriendengroep.

Moeder Theresa groeide op in een rooms-katholiek gezin en erfde van haar moeder een liefdadige instelling. Charles Manson werd door zijn moeder in een pleeggezin geplaatst en kwam daarna op straat terecht. In beiden bevond zich het goede en slechte. Twee mensen, twee verschillende levens.

Tien tips om een saai college (of les) door te komen

Sommige colleges zijn echt ronduit saai. Je opleiding kan nog zo goed bij je passen, aan saaie colleges ontkom je niet. ‘Help, wat moet ik doen?’ is misschien een vraag die je aan mij wil stellen. Ik, Laura de wijze, heb een antwoord. Tien dingen om te doen tijdens saaie colleges (of lessen, als je nog op de middelbare school zit):

1. Gesprekken in collegeblok.
Ik heb een keer het halve college een gesprek gehad in het collegeblok van een studiegenootje over een medestudent die de hele tijd irritant intelligente vragen stelde, het aankomende tentamen en nog meer gezeur. Dit is tevens een manier om papierverspilling mogelijk te maken.

2. Tekenen op de tafel.
De meeste tafeltjes in de grote collegezalen in Leiden zijn wel bekladderd door studenten die zich verveelden. Wees actief en voeg er iets aan toe! Enkele suggesties: de relieken van de dood (Harry Potter), je telefoonnummer, de naam van je dispuut of bloemetjes. En alsjeblieft, kom niet aan met de standaard tekening van een piemel (afgezaagd).

3. Docenten natekenen.
Op de één of andere manier hebben docenten altijd opmerkelijke gezichtstrekken dan wel lichaamsomtrekken. Ideaal om een karikatuur van te tekenen. Of begin een wedstrijd: wie kan de vervelendste docent het beste natekenen?

4. Smsen.
Smsen is één van die noodzakelijke dingen. Die laatste roddel naar je beste vriendin, een liefdesverklaring naar je vriend of de vraag aan je moeder waar dat ene shirt nou ligt. Je hebt een abonnement en daar moet je ten volste benut van maken, toch? En wanneer kan dat nou beter dan tijdens een saai college?

5. Laptop meenemen.
Een laptop tijdens college is handig. Het maakt niet uit of je pen leeg is, je hoeft je aantekeningen later niet meer over te typen en het helpt tegen de verveling. Je kan spelletjes spelen, facebooken, twitteren of mijn blog bezoeken natuurlijk ;).

6. Je haar vlechten.
Altijd maar los haar of in een staart. Bijna net zo saai als het college. Doe iets anders en ga je haar vlechten! Is je haar te kort? Kijk dan die ene jongen met het lange haar even lief aan. Mag vast.

7. Irritante vragen stellen aan de docent.
‘Ik begrijp het niet. Kunt u het uitleggen? Ik begrijp het nog steeds niet.’ ‘Maar wáárom zit dat dan zo?’ ‘Mag ik even naar de wc?’ ‘Waar heeft u die broek gekocht?’ ‘Bent u getrouwd?’ ‘Mag ik uw telefoonnummer en handtekening?’ Leef je uit.

8. Een briljante uitvinding doen.
De briljantste uitvindingen worden gedaan op onbewaakte momenten. In bed, tijdens de afwas. Misschien heeft Einstein zijn revaliteitstheorie wel bedacht toen hij op de wc zat. Dus grijp deze kans en bedenk iets briljants of los een wereldprobleem op. Het is één stap richting de Nobelprijs!

9. Ouderwets boter, kaas en eieren doen met je buurman/buurvrouw.
Of kamertje verhuren. Maar dat zijn natuurlijk de traditionele spelletjes. Verzin iets anders. Doe Lingo (kun je alvast oefenen voor de uitzending) of neem de Monopoly-doos mee. Scrabbelen kan natuurlijk ook.

10. Slapen.
Het leven van een student is zo makkelijk nog niet. College volgen, artikelen doornemen, boeken lezen (in mijn geval), borrelen, feesten. Dit zorgt voor constante vermoeidheid. Als je de kans krijgt om daar iets aan te doen, dan moet je die grijpen ook. Dit is vooral handig voor degene die aan insomnia lijdt, want sommige colleges zijn zo saai dat je er spontaan van in slaap valt.

Eigenlijk mag ik deze tips helemaal niet geven. Dus doe maar net alsof je ze niet gelezen hebt. Want natuurlijk let ik zelf ook altijd heel goed op tijdens college. Ik doe actief mee en zit nooit op Facebook en smsen doe ik al helemaal niet! Dus alsjeblieft, volg mijn goede voorbeeld. Ik ben een brave student (hoor ik daar iemand kuchen?). Echt waar.

 

Aanrader: Extremely Loud and Incredibly Close van Jonathan Safran Foer

Toen ik zag dat het boek ‘Extremely Loud and Incredibly Close’ (Extreem Luid en Ongelooflijk Dichtbij) van Jonathan Safran Foer op de boekenlijst stond bij één van mijn vakken dit jaar werd ik heel gelukkig. Waarom? Omdat dit een geweldig boek is.

Het gaat over het zeer intelligent negenjarig jongetje Oskar die samen met zijn ouders in New York woont. Zijn vader komt echter om bij de aanslagen van 9/11. Oskar vindt een sleutel in een envelop. Op de envelop staat Black geschreven. Hij besluit daarop om alle Blacks in New York op te zoeken om naar het slot van de sleutel te zoeken. Tegelijkertijd wordt in het boek het verhaal van Oskars grootouders verteld, die de aanval op Dresden in de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt.

Het is een geweldig boek. Geloof me maar. Er zitten foto’s in, die iets toevoegen aan het verhaal. Ook bevat het boek andere visuele elementen, zoals gekleurde letters.
Oskar verzint veel dingen als hij niet kan slapen en dat vind ik één van de leukste dingen uit het boek. Twee voorbeelden:

1. ‘We need much bigger pockets, I thought as I lay in bed, counting off the seven minutes that it takes a normal person to fall asleep. We need enormous pockets, pockets big enough for our families, and our friends, and even the people who aren’t on our lists, people we’ve never met, but still want to protect. We need pockets for boroughs and for cities, a pocket that could hold the universe.’

2.What if you trained Seeing Eye dogs to be bomb-sniffing dogs, so that they’d be Sniffing Eye Seeing Bomb dogs? That way, blind people could get paid for being led around, and could be contributing members of our society, and we’d all be safer too.

Echt, dit boek is een feest voor literatuurwetenschappers (ik heb er zelfs twee presentaties over gehouden). Maar wees gerust, ook voor niet-literatuurwetenschappers is het een geweldig boek. Het is niet moeilijk te lezen, ook niet in het Engels. Het is echt een aanrader. Dus koop het. Nu! (ja, dat is een bevel)

 

Laura’s gedichtenkeuze: Frits Criens – Afvalrace

Door mijn studie literatuurwetenschap kom ik natuurlijk veel in aanraking met literatuur, maar ook met poëzie. Daarom laat ik jullie af en toe kennis maken met een gedicht dat ik mooi, ontroerend of bijzonder vind.

AFVALRACE

Vandaag kwam ik mijn ex op fitness tegen
Het eerste weerzien sinds een jaar of tien
Zij was niet echt tot een gesprek genegen
Haar nieuwtjes waren hopeloos belegen
En zij was erg afwezig bovendien

Haar huid leek een gedroogde appelsien
En had een vale lijkenkleur gekregen
Van ronde vormen viel niets meer te zien
Was zij intussen ernstig ziek misschien
Hoeveel, vroeg ik me af, zou zij nog wegen

Ze leek wel terminaal, de arme stakker
Maar zei, toen ik dat vroeg: Ik sonjabakker

©Frits Criens

Uit: Eeuwig rijzen, uitg. De Contrabas, Nijmegen, Leeuwarden 2011

Ik snap ze niet. Mensen die aan dokter Frank, Sonja Bakker of wat dan ook doen.
‘Ja, het helpt echt!’ zeggen die mensen dan tegen mij.
Dat geloof ik ook, maar zodra je er mee stopt, kom je weer aan. En dan staat de teller van je weegschaal hoger dan voor je dieet. Sommige mensen gaan er ook te ver in, waardoor ze eruit zien zoals beschreven in dit gedicht: dun zonder ronde vormen, een vale teint.
Dus laten we vanaf nu afspreken dat we stoppen met sonjabakkeren. Een gezondere leefstijl mag uiteraard, maar weg met het dieet!

(dit gedicht staat in de net verschenen dichtbundel ‘Eeuwig rijzen’, waarin nog meer van dit soort grappige pleziergedichten staan)

 

Iedereen heeft er één

20121004_113343

Ik heb er één. Jij ook. Nee, ik heb niet over neuzen of namen. Dit gaat over de postcode. Wist je dat die pas in 1977 werd ingevoerd? Zoals je (hopelijk) weet, bestaat de postcode uit vier cijfers en twee letters. De eerste twee cijfers staan voor de regio, de laatste twee voor de wijk. De letters geven de buurt en straat aan.
Tja, dit is allemaal heel logisch en handig. Maar was het niet veel leuker geweest als we – net zoals heel , heel lang geleden toen mensen zelf hun achternamen mochten bedenken – zelf mochten weten wat onze postcode was?

Enkele voorbeelden:
– Je kunt gaan werken met symbolen:
Blablastraat 10
©₡‽♥
– Je gebruikt je telefoonnummer als postcode, twee vliegen in één klap!
– Je lievelingsband, -boek, -kleur als postcode: ‘Ik woon in de Tralalastraat, nummer 5. Ja, mijn postcode is the Beatles.’
– Je blog of website als postcode. Handige manier van promotie!

Wat zou jouw postcode zijn als je het zelf mocht verzinnen?

(ik ben er overigens fel op tegen dat de brievenbussen in Nederland tegenwoordig oranje zijn in plaats van rood)