(piano betekent zacht, vandaar de titel, een uitspraak die mijn broertje wel eens doet)
Vroeger had ik pianoles. Misschien denk je: ze droomde er vast al vanaf haar tweede van om bekend concertpianiste te worden en daarom is ze erop gegaan. Niets is echter minder waar.
De vader en broers van mijn beste vriendin konden allemaal pianospelen en daarom ging zij op pianoles. Maar ja, alleen is zo alleen he. Dus vroeg ze of ik ook wilde en ik wilde wel!
Als je pianoles hebt, heb je ook een piano nodig (Jawel! Nou ja, een keyboard kan ook, maar een piano is cooler natuurlijk). Dus drie keer raden wat voor instrument ik in huis heb (‘Een gitaar.’ ‘Nou, die ook ja.’)
Goed, ik was nog maar een klein meisje toen ik pianoles had. Elke maandagavond ging ik er naar toe met mijn beste vriendin. In hetzelfde gebouw zat de bibliotheek en na afloop kon ik dan weer boeken lenen (dat noemen wij twee vliegen in één klap). Maar er komt natuurlijk iets kijken bij pianoles: oefenen.
Dat was niet bepaald mijn sterkste punt. Ik oefende wel, ja. Op zondag. En op maandagmiddag (in de avond had ik pianoles). Wat een discipline.
Zo zijn er nog meer dingen over pianoles te noemen: dat de pianojuf mij altijd Lau noemde of dat ik examen a en b heb gedaan (jawel). Dat ik examen b echter maar nét heb gehaald (ik wilde van piano af, maar nog wel het examen doen) en geen drol van de theorieles snapte, die ik had samen met allemaal oudere kindertjes die ik niet kende (eng!) en dat ik zeker was dat ik het niet zou halen (ik heb het wel gehaald, maar vraag niet hoe). Of dat we wel eens een voorspeelavond hadden met kerstliedjes (baaaaaaaaaaaaaaah). Of dat ik een poging heb gedaan gitaar te leren spelen, maar dat ik te kleine handjes heb (misschien had ik beter een ukelele kunnen nemen).
Ja, ja, dat zou ik allemaal kunnen vertellen, maar dat doe ik lekker niet.
Bespeel jij een instrument?
Laatste reacties