Het nieuwe (oude) uitschelden

Ach ja, die jeugd van tegenwoordig. Toen ik tien was, vond ik het woord ‘Sukkel!’ nog erg. De kindjes van tegenwoordig lachen je uit als je dat tegen ze zegt. Ik ga de scheldwoorden niet noemen (die kun je vast zelf heel goed bedenken), maar het gaat wel een stapje verder dan dat.

En dat is jammer. Want er zijn zoveel mooie scheldwoorden. (‘Pardon Laura, maar zei je nu mooie scheldwoorden?’ ‘Ja, dat zei ik inderdaad.’ ‘Oei, ik denk dat de bond tegen het vloeken dat niet zo leuk zal vinden.’ ‘Ik denk dat het mij niet kan schelen wat de bond tegen het vloeken denkt.’)
Ja, scheldwoorden die mooi zijn. Niet de scheldwoorden die we nu gebruiken (ik ga ze niet herhalen), maar jawel: de oude.

Vroeger, vroeger als iemand ‘schavuit’ zei, was de reactie: ‘Oh no, he/she didn’t!’ Echt, grover kon je niet zijn. Maar nu lachen ze je uit als je dat zegt.

Maar dat maakt mij niet uit. Ik vind het een geweldig woord en ik zeg het dan ook graag tegen schavuiten. Andere mooie scheldwoorden: flapdrol (mijn favoriet), oelewapper en halve zool.

Dus laten we die alsjeblieft weer gebruiken op een grappige manier. Daar kwets je waarschijnlijk niemand mee! (behalve heeeeeeeeele oude mensen of halve zolen die issues hebben over dat ze half zijn en niet heel).

Weten jullie nog meer van dit soort oude (scheld)woorden?

Mama, je bent de liefste van de hééééle wereld

Dit klinkt als een ode aan mijn moeder, maar dat is het niet (sorry mama, je weet vast wel dat ik je heeeeeeel lief vind en dat je inderdaad de liefste van de héééééle wereld bent!). Het gaat ergens anders over, namelijk:

Ik heb een vader en een moeder (ja, het is echt waar!). Jij waarschijnlijk/hopelijk ook. En dan nu de grote vraag: hoe spreek je ze aan?

Allereerst natuurlijk de kwestie: zeg je ‘je’ of ‘u’? Ikzelf zeg ‘je’. Omdat me dat zo geleerd is natuurlijk, maar ik ben het er ook gewoon mee eens: ik vind dat ‘u’ zeggen tegen je ouders een afstand schept. Ik bedoel, het zijn je ouders, waarschijnlijk de mensen die het dichtst bij je staan, waarom zou je dan een beleefheidsvorm gebruiken? Hier verschillen de meningen natuurlijk over en dat is niet erg: ik ben dan ook benieuwd wat jullie zeggen.

Goed, dan het tweede: hoe spreek je ze aan? Als je je moeder roept, wat zeg je dan? Ik zal een aantal verschillende opties + mijn mening erover geven:

– Moeder: ik weet niet of mensen serieus ‘Moeder, ik kom morgen langs.’ zeggen (of komt het alleen in boeken voor?), maar oei, als iemand dat zegt, dan weet je wel dat dit niet zo’n goede moeder-dochter/zoonrelatie is.
– Ma: Ook ‘ma’ vind ik afstandelijk en gewoon niet leuk.
– Ons mam/mem: dat is meer dialect, iets wat ik zelf ook niet gebruik.
– Moeders: die snap ik niet helemaal, waarom mensen ‘moeders’ zeggen. Weet iemand dat?
– Bij de voornaam: ik doe dat zelf alleen voor de grap of in een winkel als mijn moeder niet op ‘Mam!’ reageert haha.
– Uwe Koninklijke Hoogheid: dit is een grapje, voor de mensen die een grapje niet herkennen.
– Mama: deze gebruik ik zelf vaak en jullie waarschijnlijk ook. Misschien vinden sommigen het kinderachtig, maar ik lekker niet. Puh!
– Mam: variatie op mama. Vooral goed te gebruiken als je je moeder moet roepen: ‘Mááááááám!’

Dit is natuurlijk ook toepasbaar op vader! Ik vind het trouwens ook leuk om mijn moeder Mutti te noemen (dat is Duits ja). Ik weet niet waarom.

Dan natuurlijk de vraag der vragen: zeg jij ‘je’ of ‘u’ tegen je ouders en hoe noem je ze? En wat voor benaming vind je echt belachelijk?

Antwoorden: Laura en bloggen, part two

En we gaan verder met deel twee!

13. Ben je soms onzeker over een blogpost?
Ja, soms vraag ik me wel af hoe erop gereageerd wordt en of ik niet te overdreven/stom/moeilijk/raar heb gedaan, maar dat valt achteraf gelukkig altijd wel mee.

14. Waarom ben je begonnen met bloggen?
Met deze blog ben ik begonnen, omdat ik meer en regelmatiger wilde schrijven. Normaal schreef ik namelijk alleen als ik tijd had, dus bijna nooit :P

15. Waar haal jij je inspiratie voor jouw steeds leuke blogjes? ;-)
Dankjewel :D Ik denk dat inspiratie op te wekken is en dat je er niet op moet wachten. Dus dat doe je vooral door goed om je heen te kijken en al je ideeën op te schrijven. Daarnaast heb ik gewoon een teveel aan fantasie en dan is een blog een goede manier om daar vanaf te komen :P

16. Hoe ben je op de naam Laura Denkt gekomen? ;)
Ik wilde mijn naam erin hebben en een werkwoord. Eerst wilde ik Laura Schrijft doen, maar die was al bezet. Dus toen werd het Laura Denkt. Overigens vat ik ‘denken’ heel ruim op, dus niet alleen ‘diepzinnige’ blogjes hebben met denken te maken, maar bijvoorbeeld ook columns. Dus vandaar :) En eigenlijk ben ik er stiekem wel blij mee dat Laura Schrijft bezet was, want Laura Denkt bekt wel lekker eigenlijk.

17. Hoe kwam je erop om te gaan bloggen?
Bij deze blog staat het al bij een andere vraag, maar bij mijn eerste blog ging het zo: de zus van Manon had een blog bij web-log.nl en wij besloten er allebei ook eentje te nemen, terwijl we geen idee hadden wat het was :P Eerst plaatste ik alleen foto’s van acteurs die ik knap vond (ik was dertien he) en later werd het meer persoonlijk.

18. Hoe reageerden je ouders erop toen je voor het eerst vertelde dat je ging bloggen?
Ze vonden het leuk, zeker met het Nico Dijkshoorngedoe :)

19. Hoelang zou je willen doorgaan met bloggen (zie je jezelf nog bloggen als je bijvoorbeeld tegen de 40 bent)?/Ben je van plan ooit te gaan stoppen met bloggen? (Als je ja zegt ga ik huilen.)
Dat weet ik niet, ligt eraan hoe mijn toekomst zal gaan. Ik ben in ieder geval nog lang niet van plan om te stoppen, dus niet huilen!

20. Je hebt een serie over beroepen gemaakt. Welke van de beroepen waarover je hebt geschreven spreekt je zelf het meest aan?
Dit vind ik echt een goede vraag :) Wel lastig, want ik heb juist beroepen gekozen die ik zelf niet wil doen en waar ik niet zoveel van af weet. Maar als ik moest kiezen, dan copywriter, omdat je dan nog wel met schrijven bezig bent.

21. Wat moet een blog hebben zodat jij hem volgt?
Een leuke schrijfstijl, iets origineels, (een beetje) persoonlijk.

22. Zijn er onderwerpen waarover je nooit zal schrijven?
Zeg nooit nooit! Maar ik zal niet meer zo snel over hele persoonlijke dingen schrijven (problemen, ruzies of zoiets).

23. Wat is jouw favoriete stijl: column, recensie, …?
Ik vind columns het leukst om te lezen en te schrijven!

24. Wat vind je van mijn blog? ;-) (dit zei Madrina)
Haha leuk, anders zou ik hem niet volgen!

Zijn er onderwerpen waarover jullie nooit zullen bloggen?

(Denk je trouwens: nou, ik wil nog zoveel meer over Laura en bloggen weten! Kijk dan even naar het interview dat Harold met mij had)

Twittertips


Ja, ik promoot schaamteloos mijn eigen twitter met dit plaatje.

Twitter. Eerst wilde ik er niet aan en vond ik het echt belachelijk (‘Lekker boeiend wat iedereen gaat eten.’), maar voor mijn blog heb ik het toch genomen en ik geef toe: ik ben een un petite peu verslaafd.

Nu dachten jullie misschien dat ik met ’twittertips’ tips bedoelde van wie je moet volgen. Maar nee, dat is het niet, dat moet je helemaal zelf weten. Ik ga een aantal tips geven over wat je vooral NIET moet doen op Twitter.

1. Zeur niet!
Ik weet dat het moeilijk is en ik houd me ook niet altijd aan deze regel, maar toch: stop met dat gezeik! Een enkele zeurtweet is toegestaan, maar als je elke dag gaat zeuren over hoeveel werk het is om het konijnenhok te verschonen (of nog erger: over het weer, maar dat zal helaas altijd zo blijven bij Nederlanders), dan weet ik de unfollow-button wel te vinden. Oh en ga ook niet van die cryptische tweets als: ‘Sommige mensen zijn echt zó irritant.’ sturen, want ten eerste maakt dat me hartstikke nieuwsgierig (over wie gaat dat dan?) en ten tweede, als je dat erop zet, heb dan ook het lef om te zeggen over wie het gaat!

2. (Re)tweet niet teveel.
Tweeten is leuk en verslavend, ik weet het. Maar je hoeft niet alles wat je doet te tweeten. Mijn timeline wil niet op hol slaan.

3. Geen ik ga nu naar de wc-tweets.
Bah. Too much information. Oh en ik hoef ook niet te weten dat je net seks hebt gehad.

4. Geen muh SgAtjuhh @St03RuHB0ii l0v3 Uu S0o MutSjj-tweets.
Dat doe je maar lekker op msn. Of beter nog: in real life (‘Huh, wat is dat? Ik weet wel wat pingen en whatsappen is, maar real life?’)

Al moet ik eerlijk bekennen dat ik de laatste twee nog nooit ben tegenkomen in mijn timeline (kwestie van de juiste mensen volgen), maar helaas gebeuren dit soort dingen wel!

Goed, dat was het twitterlesje van vandaag. Vergeet niet dit blogje te twitteren/retweeten of mij te followen (dit is een grapje voor de mensen die het niet begrijpen, al mag het natuurlijk wel).

Heb jij twitter(tips)?

Laura’s brieven: LINDA magazine en Tony’s Chocolonely

Wederom komt er een nieuw projectje op Laura denkt, namelijk: Laura’s brieven. De afgelopen weken heb ik enorm veel brieven (zesentwintig om precies te zijn) geschreven naar verschillende bedrijven. Daar stonden vragen in en soms ook suggesties (niet allemaal even serieus). Waarom? Omdat brieven schrijven leuk is. Omdat het kan en omdat ik benieuwd ben wie er (überhaupt) terugschrijven en wat dan precies! (Nogmaals: let niet op mijn handschrift, daar gaat het niet om!)

Tony’s Chocolonely

Chocola is lekker, daar zijn we het allemaal wel over eens (oké, waarschijnlijk niet, er schijnen hele rare mensen te zijn die niet van chocola houden!). Maar wanneer is het nog lekkerder? Als het fair trade is. Bijvoorbeeld Tony’s Chocolonely. Wat ik grappig bij hen vind, is dat ze eerst alleen met een melkvariant kwamen met een rode verpakking. Ze wisten (volgens mij) niet dat het een succes zou worden, dus toen moest er ook puur komen en dat was een blauwe verpakking. Dus let daar op als je die chocola gaat kopen ;)
Ik moet zeggen dat ik mijn achtergrond verhaal voor de naam erg leuk bedacht vind (‘Niet zo arrogant, Laura.’), maar het echte verhaal kun je hier lezen.

Jaaaa, een handgeschreven brief, I like! Dikke pluspunt voor Tony’s Chocolonely. En niet alleen dat: ik kreeg nog chocola van ze ook. Gelukkiger kun je een meisje toch bijna niet maken? +100000000.

LINDA magazine

De LINDA is een leuk, lekker dik blad (hoe dikker, hoe beter) en wie is de hoofdredactrice (je kunt het misschien al raden): Linda de Mol. Ik vind het een leuk blad, hoewel ik niet helemaal tot de doelgroep behoor. Maar dat wil nog niet zeggen dat ik ze geen brief kan sturen!

En jawel, ik heb antwoord gekregen! Al mijn vragen zijn beantwoord en ze zijn ook blij met mijn brief, iets wat ik ook erg leuk vind. Mijn vraag over de columns was natuurlijk als grapje bedoeld (ik denk niet dat ik goed genoeg daarvoor ben en ik ben te jong voor de doelgroep van de LINDA om columns te kunnen schrijven waarin zij zich herkennen, denk ik), maar wel leuk dat ook daar op gereageerd wordt. En een week later kreeg ik nog iets.

Ik kreeg nog een LINDA-shopper. Heel erg lief :)

Ik vind allebei deze bedrijven echte toppers (‘Doe mij een toppertje en een breezer ananas.’) dat ze zoveel tijd en moeite hebben gestoken om me antwoord te geven en daar boven op nog leuke dingen hebben gegeven ook. Echt heel leuk!

Dit waren de laatste brieven van deze serie (ik zit er over na te denken om nog een tweede serie te maken, maar daarover later meer). Maar niet getreurd: er komt nog een blogpost met alle bedrijven die níet gereageerd hebben en dat zijn er heel wat meer dan die wel gereageerd hebben.

Tot de volgende keer maar weer!

Maar één kusje?!

Bf = boyfriend. Ja, de foto is scheef en nee, mijn vriendje staat niet als ‘bf’ in mijn contactenlijst. Ik heb mezelf erin gezet als ‘bf’ en naar mezelf gemaild, allemaal voor deze foto haha.

Meisjes – sorry mensen die van hetzelfde geslacht als ik zijn – zijn soms best wel raar en vervelend. Ja, ik geef het gewoon toe. Vandaag zal ik hier een voorbeeld van geven. Het slaat nergens op, maar toch doen sommigen van ons het.

Er is een meisje van, laten we zeggen, veertien jaar (op die leeftijd mag dit gedrag overigens nog, maar vanaf achttien jaar wordt het zorgwekkend). Ze is helemaal hoteldebotel van een jongen. Hij is zó leuk, zó lief, zó knap etcetera. Ze zijn helemaal ntb (niet te breken) en ze whmnk (wil hem nooit meer kwijt). Ze hebben namelijk al één maand en dat is al hééééél erg lang.

Tot nu toe klinkt dit niet zo heel erg (alhoewel, die afkortingen…), maar pas op: het gaat nu pas beginnen. Verliefd als ze zijn smsen/msnen/pingen/chatten/whatsappen de jongen en het meisje elke dag. Van die ‘Hoe gaat het, goed met jou, met mij ook, mooi zo, ja’-gesprekken, u kent het wel. Als ze gaat slapen, stuurt de jongen altijd een welterusten-smsje. Hoe hij het smsje eindigt: met drie x-jes.

Maar dan komt die onvermijdelijke dag (want hij komt altijd). Het is half elf, het meisje moet naar bed (‘Ja DAHAG, ik ga echt niet nú al naar bed, mam, ik moet nog whatsappen met mijn vriendje!).
‘Ik ga naar bed, schatjuhh. Xxx’ smst ze.
De jongen, de liefde van haar leven (ze willen drie kinderen en nemen een hond die ze Simba noemen), smst haar terug.
‘Oké, welterusten. X’

Dit is, natuurlijk, een ramp. Misschien kennen jullie die Hi-reclame (of was het niet van Hi) nog wel: ‘Maar één kusje?!’
Wat de F is er aan de hand? Waarom stuurt hij maar één kusje? Houdt hij niet meer van haar? Oh nee, het meisje weet het zeker: hij gaat het uitmaken en dan blijft ze de rest van haar leven alleen, als oud vrouwtje met tachtig katten.

Ze stuurt een smsje terug.
‘Wat is er?’
De jongen denkt: wat is er nú weer aan de hand?
‘Niks, hoezo?’
Ze zucht. Hij snapt er ook helemaal niets van.

Hoe dit gaat aflopen, vertel ik niet. Dat mag je zelf verzinnen.

Maar de boodschap is wel duidelijk: (veertienjarige) meisjes zijn pietluttig wat dit betreft.

Gelukkig groei je er overheen.

Touristy

Ja, ik geef het toe. Ik maak ook foto’s die al tachtigduizend mensen (nu overdrijf ik niet, want het zijn er waarschijnlijk meer) ook hebben gemaakt.

Ik ben het geweest. Jij ook. Het is vervelend om toe te geven, maar toch is het waar: we zijn allemaal wel eens een toerist geweest.

Misschien loop je wel eens in Amsterdam (of Brussel voor de Belgen onder jullie) en dan zie je ze: he bah, irritant al die toeristen! Japanners met fototoestellen of grote groepen 60+ers die tourguides met een paraplu als herkenningsding volgen. Ze staan altijd in de weg en willen dat je foto’s voor ze maakt (de standaard foto’s die iedereen maakt, zoals bij de toren van Pisa). Ze kopen souvenirs, zoals sleutelhangers in de vorm van klompen en schrijven kaartjes (met molens erop) naar hun geliefden. De horror.

Tijdens het vak Interculterele Literatuurbenaderingen hebben we het ook over toerisme gehad en voor onderstaande theorie moet ik de heer Culler de credits geven. Wat hij zei: we zien bijvoorbeeld de Eiffeltoren als teken van de authenticiteit van Frankrijk. Maar als we het niet labelen als authentiek is het niet authentiek. Het is dan niet meer authentiek, maar een teken van iets. Bovendien hebben we voor die authenticiteit kopieën nodig (in de vorm van souvenirs) (snappen jullie het nog? :P)

Wat overigens ook onderdeel is van het toerist zijn: andere toeristen verafschuwen (zoals Culler het zegt: to be a tourist is in part to dislike tourists, they can always find someone more touristy than they). Overigens vind ik ’touristy’ een heel leuk woord, maar dat is even off-topic. Maar goed, het is wel waar: je bent bijvoorbeeld naar Rome (en je gaat naar het Colosseum en dat is een teken van de authenticiteit van Italië, maar daardoor is het niet meer authentiek) en oh mijn god, ja hoor, daar zijn ze: van die Nederlanders. Je kunt ze er zo uit halen: een rugzak volgestouwd met eten en drinken, de man draagt een korte broek en sokken in zijn sandalen. De vrouw heeft een pittig kapsel, een bril en is volslank.
‘GERARD!’ tettert ze door het Colosseum (je vraagt je af of het geheel niet gaat instorten door haar geschreeuw).
‘Gerard, hoe oud is dat Colossalum nou?’
Je rolt met je ogen. Toeristen. Bah.

Nu, geef het maar toe: wanneer was jij een toerist?

Post-its, quotes en Leiden

Alleerst moeten jullie dit lezen. Geschreven door Jaap in zijn mysterieuze taal (sowieso een aanrader trouwens, zijn blog en nee, hij heeft geen reageeroptie).

Oké, nu is de vraag natuurlijk: hoeveel begrijpen jullie van dat blogje? Waarschijnlijk niet veel, dus zal ik het verhaal erbij vertellen.

Jaap en ik spraken met elkaar af in Leiden voor een koffiehuisje (ik weet niet of je het wel een koffiehuisje kunt noemen, maar ik vind koffiehuisje een leuk woord, dus). Maar in plaats van voor het koffiehuisje stond Jaap er meters naast, wat natuurlijk absoluut niet kan. Zoals ik al tegen hem zei: wat als er nou allemaal mensen voor het koffiehuisje hadden gestaan, hoe had ik dan geweten dat jij het was? Na deze knallende ruzie (grapje) gingen we dan eindelijk toch naar het koffiehuisje. Wat doet een normaal mens in een koffiehuisje? Ja, koffie drinken. Nou, wij niet dus. Ik iets met vanille en Jaap warme chocolademelk ZONDER slagroom (ja, echt!).

En toen kwam het werkelijke doel van onze afspraak naar voren: de post-its kwamen op tafel. Want wat gingen wij namelijk doen? We schreven quotes op de post-its die met boeken, kleding, muziek of de universiteit te maken hadden (of gewoon leuk waren). Na het schrijven van de post-its gingen we stad in om de post-its op boeken, kleding, cd’s of een universiteitgebouw te plakken.

Waarom? Omdat het kan. En post-its zijn leuk. Quotes ook. Logischerwijs is stiekem post-its met quotes erop plakken ook leuk.

Eerst gingen we naar de H&M. Ik maakte bijna de vreselijke fout om een boekenquote op een kledingstuk te plakken (dat had ik mezelf nooit vergeven). Vervolgens kwam de C&A aan de beurt, de Freerecordshop, de Intertoys (‘Don’t judge a book by its movie’ werd geplakt op dvd’s van boekverfilmingen) en daarna jawel: het Lipsius.

Waarschijnlijk weten jullie niet wie Justus Lipsius is en schaam je (ik weet het ook niet), maar in ieder geval is het universiteitgebouw van geesteswetenschappen (de leukste faculteit vanzelfsprekend) naar hem vernoemd. Ook daar sloegen wij onze slag.

De volgende dag vroeg ik een studiegenootje of ze er nog hingen. Ze waren verdwenen. Ik ga er maar heel positief van uit dat blije studenten ze hebben meegenomen.

(Later ging ik zelf nog checken en ik zag dat er nog één post-it op de kachel hing. Hierboven zie je het bewijs bij de tweede foto. Helaas hing de kachel boven het raam waardoor ik er geen goede foto van kon maken en was ik bang dat er mensen de trap op kwamen, maar dit staat er: Logic will get you from A to Z. Imagination will get you everywhere. – Albert Einstein)

(Als jij ook van een ludieke/gekke/rare/lieve/leuke actie houdt: mail me dan alsjeblieft, want ik vind het leuk om dit soort dingen te doen én om nieuwe mensen te ontmoeten :D)

Jeukende handen

Ga je gang!

Het gebeurt soms als ik blogs lees. Eerst denk ik dat ik het fout heb: nee, het zal toch niet…? Maar bij herlezing blijkt het er toch één te zijn: een (spel)fout.

Er zijn twee mogelijke reacties hierop:
1. Meteen melding maken met de fout, al dan niet met de mededeling dat dit toch echt niet kan.
2. Niks doen.

Ik ga meestal voor het tweede. Iedereen maakt wel eens fouten (ja, ik ook, het is niet te geloven, maar toch is het zo!) en niet iedereen is erop gesteld. Maar oooooh, wat jeuken mijn handen dan.

Zoals je misschien wel weet, geef ik al een aantal jaren bijles. Nu doe ik daarnaast ook vrijwilligerswerk als taalcoach (je wordt gekoppeld aan een inburgeraar en gaat dan leuke, maar ook nuttige dingen doen, zoals Nederlandse tradities uitleggen of naar de film). Daarnaast sturen mensen mij soms hun werkstukken/papers/weetikveelwat op en dan kan ik eindelijk toegeven aan die kriebels: fouten verbeteren zonder dat mensen het vervelend vinden (hiermee probeer ik niet te zeggen dat jullie nu al je werkstukken/papers/weetikveelwat naar mij op moeten sturen, deze service is alleen voor vrienden/broertjes).

Soms denk ik dat mijn roeping nog niet helemaal tot me doorgedrongen is: leraar worden. Als leraar kun je de hele dag door anderen verbeteren (en niemand vindt je een betweter), je krijgt er zelfs voor betaald.

Maar dan denk ik aan irritante pubertjes, het salaris waarvan ik mijn drie huizen in het buitenland niet kan betalen en het nakijken van toetsen in mijn vrije tijd (!) en dan is mijn gedachte: nou nee. Ik ga toch maar door met Literatuurwetenschap.

Ben ik de enige die jeukende handen krijgt van (spel)fouten of durf jij het ook toe te geven?

(Mensen die de fouten die op het plaatje staan eruit halen, kan ik helaas geen broodrooster geven, want zoveel broodroosters heb ik niet.  Eigenlijk heb ik niet eens één broodrooster. Maar ook al krijg je geen prijs: geef toe aan die jeuk en verbeter de fouten!)

 

Gierig nieuws

Nieuwsgierig. Nieuws-gierig. Raar woord eigenlijk. Zoals de Van Dale-definitie hierboven al vertelt, is het nieuwsgierig aagje (te) verlangend om te weten. Eigenlijk raar dat het nieuws-gierig is, want als ik het woord zo zou zien, zonder te weten wat het écht zou beteken, zou ik dit als definitie geven: mensen die gierig zijn met nieuws haha.

Maar goed, nieuwsgierig dus. Ik ben het, heel erg. Vertel mij maar niet waar je dagboek is en zeg ook niet ‘Ik heb een geheim en ik ga het aan niemand vertellen.’, want dan word ik gek. Ik vind persoonlijke blogs leuk om te lezen, ook al ken ik die mensen helemaal niet.

En tegenwoordig is het zo makkelijk voor ons, de nieuwsgierigen. Goh, hoe is het eigenlijk met dat oude klasgenootje… Wacht, ik kijk wel op Facebook! Hoe zat het eigenlijk met die boeken van Laura Ingalls Wilder? Even op Wikipedia zoeken hoor.

Sommige mensen zeggen dat het een slechte eigenschap is. Je moet je niet met anderen bemoeien, heb je aan jezelf niet genoeg? Maar ik ben het er niet mee eens. Als je van schrijven houdt, dan is deze eigenschap toch maar verdomd handig. Ik ga niet discreet een krantje lezen in de trein als ik een interessant gesprek hoor. Nee, dan doe ik mijn oordopjes in met de muziek uit (geef toe dat jij dat ook wel eens doet!). En jawel: daar komen wel eens blogjes uit. En in de journalistiek kom je ook niet ver zonder enige nieuwsgierigheid.

Dus nee, ik zeg: lange leve de nieuwsgierigheid! En jij, vind jij het een goede of een slechte eigenschap?