Wie schrijft die blijft (1): korteverhalenschrijver Ton Rozeman

© Quintalle Nix

Na Laura beroept zich komt er eindelijk een nieuwe interviewserie op mijn blog: wie schrijft die blijft. In deze serie interview ik mensen die voor hun beroep schrijven, op wat voor manier ook. Denk aan een columniste of een korteverhalenschrijver zoals Ton. Ik ben erg benieuwd wat jullie ervan vinden, ik vind het in ieder geval erg leuk om te doen!

***

Ton Rozeman

Al vanaf het moment dat Ton Rozeman leerde schrijven op de basisschool, vond hij het leuk. Tegenwoordig geeft hij les aan de Schrijversvakschool Amsterdam, schrijft korte verhalen en heeft daar ook een boek over geschreven: Korte Verhalen Schrijven (Uitgeverij Augustus). Voor meer informatie, kijk op zijn blog: Korteverhalenschrijven.nl.

De Schrijversvakschool

Op zijn 28e ging Ton naar de Schrijversvakschool in Amsterdam: hij vond schrijven leuk, maar besloot dat het beter kon. Hij koos hiervoor, omdat Hermine Landvreugd, een inspiratiebron voor hem, ook op die school had gezeten. Ton leerde er schrijven op allerlei gebieden (filmscenario, poëzie, essay etc.), maar het interessantste vond hij korte verhalen:
‘Korte verhalen schrijven is heel economisch. Alles wat niet nodig is, raak je kwijt. Je moet denken: wat kan weglaten? Wat doet er niet toe? Het voelt goed om dat te doen, geen toeters en bellen, maar tot de kern komen.’

Voorbeelden

Volgens Ton is de grootmeester van de korte verhalen Raymond Carver: ‘Als ik het niet meer wist, haalde ik zijn boek uit mijn rugzak en ging ik een stukje Raymond Carver lezen, ook al was het voor de zoveelste keer.’
Maar ook Lydia Davis, een recentere ontdekking, is een voorbeeld: ‘Zij heeft me helemaal door elkaar geschud om me te laten zien hoeveel vrijheid het korte verhaal eigenlijk heeft.’

Zijn schrijfboek

In 2011 kwam Tons boek ‘Korte verhalen schrijven’ uit.  Maar wat draagt dit boek bij aan de andere boeken over schrijven die er al zijn?
‘In Nederland was er nog niet echt een boek over korte verhalen schrijven. En er zijn veel boeken die stellig zeggen wat je moet doen, maar daar geloof ik niet in. Ik vind dat je een keuze hebt.’
Het schrijven van het boek vond hij niet moeilijk, omdat het voor hem één grote ontdekkingstocht was. Wat wel lastig was? De deadline halen…

Ik heb aan Ton gevraagd of hij een stukje wilde schrijven met het thema ‘Wie schrijft, die blijft’. Wat hij hierover te zeggen heeft, kun je op zijn blog lezen.

Het was erg interessant om met Ton te praten en om zijn boek te lezen. Korte verhalen schrijven is moeilijk, maar het boek zorgt voor inspiratie en handvatten. Een aanrader dus!

Fictief interview met mijn prullenbak

Na het mislukte interview met mijn boekenlegger besloot ik om nog een poging tot interviewen te wagen. Met mijn prullenbak welteverstaan. Zoals jullie zien op de foto is het nogal een stoere jongen. En daar is hij zich iets te goed van bewust, gezien de arrogante blik in zijn ogen.
‘Alles goed?’ begon ik het interview. Eén van mijn betere vragen, al zeg ik het.
‘Kan beter.’ antwoordde meneer Prullenbak. ‘Ik voel me zo leeg.’
Ik drukte met mijn voet op de zijne (‘Au, niet zo hard!’) en zag inderdaad dat hij tamelijk leeg was.
‘Moet ik iets in je gooien?’
‘Ja, ik heb wel trek in een lekker propje.’
Snel gooide ik wat volgekrabbelde papiertjes in zijn buik. Hij verslond ze gulzig en keek tevreden. Daarna liet hij een enorme boer.
‘Gadverdamme, is dat nou echt nodig? Wat zeg je dan?’
Hij keek me vragend aan.
‘Wat zeg je dan?’ herhaalde ik.
‘Oh eh ja, pardon.’
Echt hoor, die prullenbakken van tegenwoordig. Hij mag dan wel stoer zijn, maar onbeleefd dat hij is.
‘Wat vind je eigenlijk van holle bolle Gijs?’
Dat is iets wat ik me al jaren af vroeg, maar wat ik hem eigenlijk nooit durfde te vragen.
Mijn prullenbak begon te schaterlachen.
‘Holle bolle Gijs? Een oplichter. Ik ben degene geweest die ‘papier hier’ verzonnen heeft en hij heeft het van me gestolen. Pure plagiaat.’
‘Maar heb je daar dan niets van gezegd?’
‘Jawel, maar toen ging hij op me zitten. Ik was bijna dood. Kijk, ik heb er dit litteken aan overgehouden.’
Hij liet zijn deksel aan mij zien en vol afschuw keek ik er naar.
‘Wat erg zeg! Maar wees blij dat je mijn prullenbak bent in plaats van dat er irritante kindjes troep in je gooien.’
Arrogant keek hij op me neer (en dat terwijl ik groter ben).
‘Nee, JIJ moet blij zijn dat ik jouw prullenbak ben.’

Weet je, ik haat arrogante prullenbakken. Ik heb hem meteen in de vuilnisbak (een andere vijand van hem) gegooid en bij de Ikea een nieuwe prullenbak gehaald. Lekker puh.

(Toch jammer dat het een beetje een mislukt interview is geworden. Daarom komt er morgen een nieuw, ECHT interview op mijn blog met een ECHT persoon, niet een ding. Namelijk het eerste interview van de nieuwe serie. Ik ben zo benieuwd wat jullie ervan gaan vinden :D)