Archive for augustus, 2012

augustus 21st, 2012

Een kaartje uit Rotterdam (jaar onbekend): Waarde Ouders zusje en Broeders


U kunt zelfs nog klikken om het groter te maken.

Waarde Ouders zusje en Broeders

Wij hebben u kaart in den beste welstand ontvangen. Ik ga goed vooruit bij deze dokter, dus hoop ik dat ik nu wel op zal knappen. Ik heb het erg druk, ik heb niets gehoord van Tante Rien sinds verleden week, met Stien haar vrijerij is het uit en Jan heb weer een ander meisje, jullie zijn weer vlug aan de reis, u schrijf zeker wel als jullie aankomen, meer nieuws weet ik op t ogenblik niet. Ontvang alle de hartelijke groete van ons *onleesbaar* u

Liefste (?) Zoen u Dochters
Arie (?) en Margretha.
dag zus, dag, jongens.

Geweldig. Een kaartje die begint met ‘Waarde …’. Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar zo begin ik mijn kaarten, brieven en e-mails meestal niet. Misschien toch maar doen.

Wat me opvalt, is dat ‘ouders’ en ‘broeders’ wel met een hoofdletter zijn geschreven, maar ‘zusje’ niet. Geen goede band met het zusje? Of is het, omdat ze jonger is?

Helaas is de kaartenschrijver/schrijfster ziek, want anders zou ze (ik houd het even op zij, ik weet niet, ik heb zo’n gevoel) niet naar de dokter gaan. Blijkbaar is er een goede verstandhouding met tante Rien, want een week niets horen van haar is schijnbaar heel lang. Verder worden er nog een paar roddels wetenswaardigheden uitgewisseld. De vrijerij (zullen we het voortaan zo noemen als we een relatie hebben?) van Stien is uit en Jan is de pimp van de familie/buurt, want die heeft al een ander. Dat wisten jullie nog niet he?

De familie is aan het reizen en dat is ook aan het adres te zien. Misschien op bezoek bij familie, dat de vader Frans is, want de achternaam is wel Frans.

Sommige dingen kan ik niet lezen, maar misschien kunnen jullie me helpen. Ik ergerde me trouwens wel een beetje aan het ontbreken van hoofd- en andere letters :P

Het ‘dag zus, dag, jongens’ vind ik lief :)

Wat denken jullie?

augustus 20th, 2012

De brillendokter

Tja, er komt een tijd en die komt niet voor iedereen. Dat je in de klas zit en denkt: wat staat er toch op dat bord geschreven? Als je je ogen een beetje dicht knijpt, kun je het nog net zien, maar na een tijdje werkt zelfs dat niet meer. En dan is er geen ontkomen aan: je moet naar de brillendokter (ook wel opticien geheten, maar geef zelf toe, brillendokter is een veel leuker woord).

De brillendokter, die doet gekke dingen. Je moet in een lens kijken en dan zie je een bootje op het water (de afbeelding schijnt te verschillen per opticien, waarom heeft die van mij voor een zeilbootje gekozen? Kies dan voor een knappe man of iets dergelijks). Ik weet nog steeds niet wat het nut daarvan is.

Vervolgens krijg je een groot apparaat voor je neus met twee lenzen erin. De brillendokter draait eraan, zodat er steeds een andere lens verschijnt: ‘Is lens 1 beter of 2?’
Dit vind ik een hele moeilijke vraag. Ik denk namelijk altijd dat het een strikvraag is. Want soms zie je het niet.
‘Eh ja, ik weet niet eigenlijk.’ is iets wat ik (wel erg) vaak zeg.
Of als ik het dan wel denk te weten en de brillendokter heel verbaasd zegt: ‘Oh ja? Echt waar?’
Oeps, blijkbaar het verkeerde antwoord gegeven.

Vervolgens moet je naar cijfertjes in de verte kijken. Kun je de onderste rij lezen? Wat staat er op de middelste rij? Dat wordt zo vaak gevraagd dat je de cijfers vanzelf onthoudt en het dus niet helemaal betrouwbaar is.

Daarna het meest geweldige onderdeel. Een groen vlak en een rood vlak, allebei met zwarte cijfers erin. De vraag van de eeuw: ‘Waar zijn de cijfers zwarter, bij het groene of het rode gedeelte?’
Ik zeg altijd maar ‘rood’, maar eerlijk gezegd zie ik het verschil nooit.

Daarna geeft de brillendokter het verlossende antwoord (‘Je ogen zijn niet achteruit gegaan.’) en hoef je voorlopig niet meer te komen.

En als je denkt dat je er weer vanaf bent, blijkt dat je de volgende week naar de tandarts moet. Zucht.

augustus 19th, 2012

Laura’s liefdesletteren: gaatjes in de lucht

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk. En vandaag: omdat er nog meer is dan alleen de romantische liefde.

***

Hoewel hij al tien jaar gepensioneerd was, waren zijn handen nog hard van de eelt. Af en toe knutselde hij iets van hout in elkaar, een zich rollend voortbewegend hondje met een touwtje eraan vast, zodat zijn kleinzoon het achter zich aan kon trekken. Of hij hing een extra plank op voor zijn dochter. Maar dagelijks schuren en timmeren was er niet meer bij. Hij schaamde zich haast voor die met aderen bedekte handen, zo grof en onbehouwen, maar zijn kleinzoon pakte hem zonder schroom met zijn eigen zachte handje beet.
Met grote ogen keek het jongetje naar de hemel.
‘Kijk opa, iemand heeft gaatjes in de lucht geprikt!’
De oude man keek naar de sterrenhemel en welverdraaid, zijn kleinzoon had gelijk: de lucht was niet egaal blauw, maar er blonk her en der een aantal lichtjes. Terwijl hij zich nog verwonderde over de gaatjes, als een oud kind, was zijn kleinzoon al met het volgende verbazingwekkende bezig. Zijn ogen waren nu gericht op de grote man naast hem wiens stevige grip zorgde voor een vredig gevoel van veiligheid.
‘Opa.’
Aan de toon hoorde hij dat het een serieuze bedoening was.
‘Je bent zo lief. Blijf je voor altijd bij me?’
Zijn stem trilde toen hij antwoord gaf.
‘Natuurlijk, jongen.’
En hij kneep nog wat steviger in het zachte handje. Maar terwijl het kind alweer vrolijk voor hem uit rende, kon de man alleen maar denken aan het onvermijdelijke.

augustus 18th, 2012

Uitspraken van Lies


Bron
Eén van de vele e-cards die ik mijn moeder stuurde op haar verjaardag. Haar reactie? ‘Zeggen mensen dat ook tegen jou, tegen mij ook heel vaak maar dat heb ik je nooit verteld, want ik dacht dat je het niet zou geloven, maar ja nu mensen het ook tegen jou zeggen geloof je het natuurlijk wel, HA, HA.’

Ach ja, dat arme moedertje van mij. Soms wordt ze belachelijk gemaakt door mij. En dan zet ik ook nog haar rare uitspraken op het internet. Toch schijn ik nog steeds haar liefste dochter te zijn (dat ze er maar één heeft, doet er niet toe). Daar ga ik nu een einde aan maken door nog meer gekke uitspraken te delen.

‘Hallo kinderen van het hele land!’
Dit zegt ze tegen mijn broertje en mij. Wij zijn helemaal niet de kinderen van het hele land, alleen van haar en mijn vader. Volgens mij snapt ze het niet helemaal.

Over mijn blog: ‘Dat vraag ik me al de hele tijd af: wat betekent dubbele punt p?’
:p

Piano pele (spreek uit als peluh).
Mijn moeder zit op pianoles (ze praat meer dan dat ze piano speelt, maar goed). Ze gaat echter niet piano spelen, maar ‘piano peluh’. Ja, mijn moeder is een volwassen vrouw.

Zullen we of zallen we? Of: Nous allons.
Lies wil vertrekken.

Een mailtje naar aanleiding van dit blogje:
Ja hoor vind ik goed, zo langzamerhand zullen ze toch wel medelijden met je krijgen denk je niet met zo’ n seniele moeder, ha, ha, nee het is prima hoor, leuk stukje! xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

Een mailtje naar aanleiding van dit blogje:

Je moet toch eens een horloge gaan dragen want wij doen nooit rond 19.00 u. koffie drinken, maar rond 20.00 u.

xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

Uttenbol.
Meestal ik. Als ik iets stoms of doms doe. Gaat gepaard met het schudden van het hoofd.

‘Dat is een klein detail.’
Als het geen klein detail is.

En ik zal afsluiten met een uitspraak van mijn vader, die erg veel verstand heeft van de hedendaagse muziek.

Vati: ‘Die rapper heet toch Gert Pardoes?’
Bijna, pap, bijna.

Gelukkig zeg ik zelf wel hele normale dingen.

augustus 17th, 2012

It’s better to be absolutely ridiculous than to be absolutely boring


Mijn poging tot een duckface, zodat ik een leuke, nieuwe profielfoto op Facebook heb. Ik kan ook heel normaal op foto’s kijken hoor. 

Marilyn Monroe zei het: ‘It’s better to be absolutely ridiculous than to be absolutely boring.’ En ik ben het helemaal met haar eens.

Ik word er een beetje kriebelig van als mensen zich profileren als ‘een gewone student uit Rotterdam’ of ‘een huisvrouw zoals er velen van zijn’. Waarom zou je jezelf zo neerzetten? Sinds wanneer is het leuk om standaard te zijn (behalve in sommige onderzoeken)? Ik vind het een beetje suf om nu met het iedereenisuniekverhaal aan te komen, maar ik doe het lekker toch. Je bent bijzonder en je doet jezelf tekort als je jezelf als één van velen ziet.

Bovendien vind ik zinnen als ‘Doe maar normaal, dan ben je al gek genoeg’ verschrikkelijk. Er bestaat sowieso niet iets als ‘gewoon’ of ‘normaal’, dus waarom zou je er naar streven?

Waarom zou je je conformeren aan de rest? Waarom zou je een harembroek (überhaupt) dragen, alleen maar omdat het in de mode is? Wat is er mis met gek zijn? Het doorbreekt gewoontes, het zorgt ervoor dat je uit je comfortzone komt en: het maakt het leven een stuk minder saai.

Dus laat mij maar lekker absolutely ridiculous zijn dan!

(Oh en als je het niet met me eens bent: vertel het me en vooral ook waarom! :))

augustus 16th, 2012

Help, I need somebody!

Ik zou willen dat ik het vooroordeel kon ontkrachten, maar helaas dames: ik heb geen richtingsgevoel.

Ik moet wel eens naar een onbekende plek voor het één of ander (sollicitatiegesprekken, interviews etc.). Dat is oké, dat gebeurt wel eens in het leven. Er tegenin gaan heeft geen zin.

Goed, wat doe je dan? Je zoekt de route uit. Ja, eerst bus nummer zoveel en dan met de metro en dan zus en zo. Het adres zit vlak naast dat ene gebouwtje. Oké. Moet goed komen.

Ik zorg ervoor dat ik er minstens een kwartier van tevoren ben. Volgens de planning dan.

Bus gehaald, metro ook. ‘Wat ben ik toch goed.’ denk ik. Op naar nummer 20. Nummer 20. Waar is nummer 20? Oh wacht, daar is nummer 1. Dan zou toch aan de overkant nummer 2 moeten zijn, maar, huh, daar is nummer 2 helemaal niet. Wacht, ik loop gewoon even door. Is dit eigenlijk wel de goede straat? Ik zie dat gebouwtje helemaal niet. Nog 10 minuten. Shitterdeshit. Jeetje, wat is het warm, ik zweet me kapot. Oké, dit is nummer 19. Waar is nummer 20 dan? Is dat het gebouwtje? Ja ja! Oh nee. Toch niet. Ik ga het vragen. Waar is iedereen als je iets wil vragen? Oooh, er komt iemand aanfietsen.
‘Meneer, meneer!’
Jeetje fietst die snel.
Vijf minuten. Sssssssshit. Waar is die f-ing nummer 20? Ik haat dit! Ik ga nooit meer solliciteren! Ik blijf voor altijd thuis! Alles is stom! Waarom heb ik ook niet op Google streetview gekeken?
‘Oh oh, mevrouw? Mag ik wat vragen? Weet u waar nummer 20 is?’
De mevrouw wijst volkomen logische richting op en kijkt me nog even meewarrig aan.
‘Bedankt!’
Ik ren de longen uit mijn lijf naar nummer 20. Ik heb het gered.

Volgende keer ga ik dus echt niet meer verdwalen.

augustus 15th, 2012

Laura’s brieven: Annemijn en Dionne

Negenenveertig mensen wilden graag een brief van mij ontvangen. Die brieven schrijven is dan ook wat ik de komende tijd ga doen! Het zijn niet alleen bloggers, maar ook onbekenden of familie. Ik stel vragen (nieuwsgierig als ik ben) en zij geven antwoord!

Annemijn



Annemijn
 blogt en dat doet ze leuk! Op haar blog had ze gezet dat je dus je huwelijksaanzoeken kunt sturen naar haar en wie ben ik om dat niet te doen? Nu rest er nog één spannende vraag… Heeft ze ja gezegd?


ZE ZEI JAAAAAA, IK GA TROUWEN, OH MIJN GOD!

Ze weet het nog niet, maar ik heb al vliegtickets gekocht, dus dat wordt op naar Las Vegas! Ik heb ook de ringen al gekocht, namelijk snoepringen. En de trouwlocatie? Op de vuilnisbelt! Is het niet romantisch? ♥♥♥ Echte liefde is dit.

Dionne

Dionne heeft ook een leuke blog, ik vind de naam echt geniaal (perrongeluk). Ze is een beetje gek, want in plaats van gewoon hardlopen rent ze weg van zombies en noemt dat dan sporten. En ze houdt meer van honden dan van katten.

Het is niet zo groot geschreven, daarom zal ik het even uittypen:

20 juli 2012

Hoi Laura,

Het urenlange, smartelijke wachten naast de brievenbus is voorbij.
Hier is ‘ie dan eindelijk: mijn brief aan jou.

Ik vind je briefpapier trouwens heel leuk, maar ik denk dat mensen nu wel vaker zullen denken dat je een kindje bent.  Ik heb geen briefpapier. Dit papier is van mijn vriend. Het komt uit India en is ongetwijfeld van olifantenstront gemaakt ofzo. Hij heeft echt bizar veel troep uit dat land meegesleept, dus daar mag ik wel iets van gebruiken. Hij schrijft toch nooit een brief. 

Goed, je vragen: Ik heb één vriend die ‘Dio’ (Diejoow) zegt, en één die MojoDjoDjo zegt. Dat vind ik wel leuk (Oh crap, ik schrijf megascheef). Ik hoor niet vaak mijn eigen naam als iemand ‘die jongen’ zegt, want dat hoor je best vaak dus ben ik er denk ik immuun voor geworden.

 Ik heb geen föhn omdat ik er ooit één heb gekocht met mijn zusje, maar die is gepikt door mijn andere zusje. Zij heeft hem nog steeds. Bovendien heb ik heel dik en steil haar, dat als je het föhnt alleen maar pluizig en lelijk op mijn hoofd gaat zitten.

Vijf dingen die ik onthouden heb, waar je niets aan hebt:
1. Lodewijk Napoelon (die kerel die ook ‘Iek ben joellie konijn’ zei) liet altijd een koets met een min achter zijn eigen koets aanrijden, omdat hij dacht dat moedermelk een genezende werking op zijn geslachtsziekte zou hebben. Ik weet helaas niet welke. Vast syfilis. Dat was erg in toen. 
2. De Groenlandse haai heeft een soort grijptanden in zijn bovenkaak, en zaagtanden in zijn onderkaak, zodat hij zijn (meestal al dode) prooi goed vast kan houden en tegelijk in stukken kan zagen. Ziet er heel freaky uit als ze dat doen.


3. Dat een vampier lange hoektanden zou moeten hebben, klopt technisch gezien niet met de bekende ‘gaatjes-in-de-hals’-beet. Lange snijtanden zou logischer zijn. Je denkt dat esthetiek hier de doorslaggevende factor is: in *ikweetnietwaarhierstaatDionne* heeft Graaf Orlou lange voortanden, maar dat is echt geen porum. Hoektanden passen beter bij het charmante en elegante imago van de vampier.
4. Het langste – niet samengestelde – woord in het Engels is: floccinaucinihilipilification en het betekent ‘onzin’.
5. Wanneer de Egyptenaren iemand mummificeerden, maakten ze (onder andere) een van de neusgaten wat wijder en visten met een soort haaknaald de hersens eruit.

Op je kattenopmerking ga ik niet in, want dan wordt deze brief veeeel langer. Wel wil ik zeggen dat honden weliswaar niet spinnen, maar twee van mijn honden wel lachen. Steek die maar in je zak.

Met rennen gaat het momenteel niet heel goed. Al sinds ik een baby ben, heb ik last (soort afwijkinkje) van mijn heupen, en de laatste tijd is dat wat erger. Ik loop nu wel als een zombie. Sowieso lijk ik na een uurtje rennen op een zombie. Zombies zijn over het algemeen erg dom, dus ik denk niet dat ze brieven schrijven. Trouwens: in Japan hebben ze een keer een ‘echte’ zombierun georganiseerd. Dat lijkt me zo gaaf!
Mag ik jouw blog bij deze even gebruiken om te peilen of daar animo voor is? Ik wil best wel verkleed als zombie achter een gillende meute aan rennen. Dus, wie is daar voor in?
Nou, dat waren mijn antwoorden. Ik word altijd uitgelachen door mijn moeder om mijn handschrift, dus ik hoop dat je er wijs uit wordt.

Doei!

Dionne 

Hahaha geweldig! Vooral de weetjes. En ja, nu moeten jullie wel even antwoord geven op Dionne’s vraag: is er iemand in voor een ‘echte’ zombierun? Ik wil ook wel voor zombie spelen, ook al houd ik niet van hardlopen!

augustus 14th, 2012

Trein/koffie/leesboek


Mijn koffieboek.

Ik studeer Literatuurwetenschap. Ja, dat heb ik pas honderd keer verteld, maar toch. Logischerwijs moet je voor je studie veel lezen en houd je dus ook van lezen (raar dat mensen dat dan alsnog vragen en het dan niet als retorische vraag bedoelen). Ik zal jullie een inzicht geven in mijn leesgewoonten.

Allereerst is het soort boeken dat ik lees veranderd sinds ik studeer. Ik merkte dat vooral op het boekenfestijn in Rotterdam en de boekenmarkt in Dordrecht (allebei aanraders!). Ik grijp eerder naar ‘echte’ literatuur (ligt eraan of je gelooft in het verschil tussen hoog en laag en dus tussen literatuur en Literatuur) dan ‘gewone’ romans. Ook een beetje omdat ik soms het gevoel heb dat ik bepaalde boeken gelezen moet hebben, maar vooral omdat het meer een uitdaging is. Niet dat ik zo’n boek helemaal ga analyseren, maar ik lees toch wel anders nu ik deze studie doe.

Goed, met één boek lezen red je het natuurlijk niet. Nee, gemiddeld lees ik drie boeken tegelijkertijd.
‘Ben je gek ofzo?’
Ja.

Allereerst een treinboek. Volgend collegejaar is dat natuurlijk een stuk minder, omdat ik in Oegstgeest woon, maar de afgelopen jaren moest ik twee uur heen en twee uur terug reizen voor college. Uit het raam staren word je ook wel zat en bovendien is lezen leuk. Dus lees ik in de trein (en in de metro en in de bus). Mijn treinboek is meestal een boek dat ik moet lezen voor mijn studie (literatuur bedoel ik dan, geen theoretisch boek). Qua concentratie gaat het eigenlijk uitstekend, ik kan me goed afsluiten van geluiden en dergelijke wanneer ik eenmaal in het boek zit.

Zoals jullie misschien weten, hebben wij een koffieritueel. Ik neem dan altijd mijn koffieboek mee (ook al drink ik thee). Een koffieboek is geen zware literatuur, maar iets luchtigs zoals een columnbundel. Kleine stukjes die snel gelezen kunnen worden. Momenteel is mijn koffieboek ‘Wij zijn ons brein’ van Dick Swaab, maar eigenlijk is dat geen goede, want zo luchtig is die niet.

Als laatste heb ik dan een heus leesboek. Meestal iets van literatuur. Eens in de zoveel tijd leen ik boeken bij de bibliotheek (ik ben een arme student, dus ik kan niet anders en bovendien is de bibliotheek een leuke plek) en dat is dus voor deze taak. Het leesboek lees ik achter mijn bureau of op bed.

Dus voortaan niet meer gek opkijken als iemand zegt een koffieboek of iets dergelijks te hebben. Ik heb het immers ook, dus het is heel normaal.

augustus 13th, 2012

I’m singin’ in the rain

Kijk, het is al stom. Want je moet superdupervroeg op (oké, niet zo superdupervroeg als die mensen uit nog meer the middle of nowhere die vijftien kilometer moeten fietsen, maar toch, je bent een puber, dus je moet wat te klagen hebben). Je hebt vandaag een repetitie wiskunde. En bij gym moet je de piepjestest doen. Wat een *vul hier een scheldwoord in*dag. En alsof het niet erger kan worden, weet je niet wat je aan moet trekken (want je moeder heeft net dat ene shirtje nog niet gewassen, hoe durft ze!).

Maar het kan wel erger. Want het regent.

Uiteindelijk stap je op de fiets (oh neeeeee, ik kom te laat, ik kom echt te laat, mijn haar zat net goed, mijn zadel is nat, stomme regen, bah, bah, bah) en rijd je door de stromende regen naar school. De hele dag plakt je spijkerbroek aan je bovenbenen en met je haar is het ook niet meer goed gekomen.

Maar dan de terugweg. Laten we stellen dat bovenstaande niet gebeurd is, het was ’s ochtends juist een prachtige dag, maar nu je ein-de-lijk uit bent (je hebt de piepjestest overleefd, die repetitie ging eigenlijk wel goed) is het toch gaan regenen. Terwijl je fietst, het is maar tien minuten, word je drijf- en drijfnat. Je bent de hoek nog niet om of je ziet er al uit als een verzopen kat.

En dan kom je thuis. Je gooit je fiets in de schuur, doet de achterdeur open, rent naar boven en trekt die natte spijkerbroek uit. Dat gevoel als je daarna een droge spijkerbroek aantrekt over je droge bovenbenen en hoe lekker warm dat voelt… Zeg nou zelf, dat is toch hartstikke fijn?

Daarom wil ik, nu ik naar Oegstgeest ga verhuizen en weer op de fiets naar de universiteit zal gaan, dit afspreken met de regen: op de heenweg moet je je verstoppen. Maar als je zo graag wil vallen, doe dat dan maar op de terugweg. Ik beloof dat ik niet boos zal worden.

augustus 12th, 2012

Meisjes met rode haren


Zo ziet mijn haar er op het moment uit. Het is een tijdje geleden dat het geverfd is, dus heel rood is het niet meer (je ziet het nog wel als de zon erop schijnt). Op de achtergrond ziet u mijn bed, want ik was toen op de matrassenman aan het wachten en je moet toch wat doen he.

Vroeger, die goede oude tijd, toen had ik blond, bijna wit, haar. Dat werd donkerder en donkerder tot het een onbestemde donkerblonde kleur was.

Nu is er niks mis met donkerblond. Maar mijn eigen donkerblond vond ik niet zo leuk. Dus nam ik blonde plukjes. Heel veel blonde plukjes. Ik was een heus blond meisje.

Maar ja, je komt op de middelbare school. Opeens weet je niet meer wie je bent. Uiterlijk wordt heel erg belangrijk. Wat voor kleding moet ik dragen? Oh nee, ik heb een puistje, ik ga echt niet naar school! Zelfs het merk agenda was belangrijk.

No way dat ik nog blonde plukjes ging nemen. Nee, ik wilde donkerbruinrood haar. En zo geschiedde.

De volgende dag kwam ik op school en zei de jongen die naast me zat bij Frans (we moesten op alfabetische volgorde zitten, dat je niet denkt dat ik vrijwillig naast zo’n debiel ga zitten), waar een gothic-vriendin van me bij zat: ‘Word je ook gothic ofzo?’

Het heeft er niet voor gezorgd dat ik mijn haar weer blondeerde, maar met de jaren is het wel lichter geworden. Als mensen tegenwoordig vragen wat voor haarkleur ik heb, weet ik niet zo goed wat ik moet zeggen. Lichtbruinblondrood? (ligt er ook aan of het net geverfd is of niet)

Weet je wat grappig is? Mensen die denken dat ik echt rood haar heb van mezelf. Eén tip: kijk altijd naar de wenkbrauwen, dan kom je er wel achter.

En of het waar is wat ze zingen in het liedje? Dat antwoord lijkt me nogal logisch.