Vacature: personal assistent


Hoofdletters zijn underrated en uitroeptekens ook.

Functie: personal assistent.
Baas: Laura Bosua.
Beschikbaar: 24 uur per dag, 7 dagen per week.
Salaris: af en toe een stukje chocolade voor de moeite, maar in principe is het vrijwilligerswerk. Je krijgt er wel veel waardering en dank voor terug.

Eisen:
– 24 uur per dag, 7 dagen per week beschikbaar.
– Vriendelijk.
– Intelligent, maar niet intelligenter dan Laura.
– Volgzaam.
– Een cursus masseren hebben gevolgd.
– Niet te brutaal zijn (niet vergeten: Laura heeft altijd gelijk).
– Kunnen dansen en/of zingen.
– Goed geheugen.
– Snel kunnen typen.
– Moet kunnen koken.
– Niet langer dan 1.75 m (anders krijgt Laura teveel last van haar nek van het omhoog kijken).
– Gespierd (maar niet gespierder dan Laura, oh wacht, dat is überhaupt niet mogelijk).

Taken:

– Luisteren naar Laura’s monologen, ook als ze  niet interessant zouden zijn (maar dat zijn ze natuurlijk wel altijd).
– Laura’s boodschappen, huishouden en was doen.
– Blogs inplannen voor Laura. Maar oh wee als je er iets aan verandert! (Spel)fouten veranderen mag wel.
– Laura stijladvies geven wat betreft haar haren, kleding en eventueel make-up. Let op: wel normaal advies geven, Laura wil geen hipster/fashionista zijn!
– Laura masseren als ze last heeft van haar schouders en/of rug.
– Laura’s papieren kopiëren, printen of scannen.
– Laura tillen als ze te moe/lui is om zelf te lopen.
– Interviews die Laura gedaan heeft uittypen dan wel Laura’s interessante conversaties opnemen en uittypen.
– Koken voor Laura als ze daar geen zin in heeft.
– Chocolade(kruidnootjes) halen voor Laura, ook als het midden in de nacht is.
– Zingen en/of dansen voor Laura als ze zich verveelt.

Waarom solliciteren:
– Omdat het een hele eer is om Laura’s personal assistent te zijn.
– Het staat goed op je CV.
– Halloooo? PA van Laura Bosua? Wie wil dat nou niet?

Dus waar wacht je nog op? Solliciteren maar!

Terug naar Oegstgeest: this is my crib, roomraiders, wanna come in?

Nou, daar is die dan: de langverwachte roomtour. Ik kan jullie alvast vertellen dat ik niet voor jullie heb opgeruimd. Sorry.

Ik heb jullie wel in de maling genomen met bovenstaande foto he? ‘Huh, is dat vreselijke geval Laura’s kamer?’ Nee, thank god niet. Voordat ik over ga naar de after-foto’s (dit was dus duidelijk een before-foto’s) een aantal weetjes omtrent mij en mijn kamer:

1. Ik houd niet van biggetjesroze.
2. Mijn kamer was eerst biggetjesroze.
3. Het is lastiger dan je denkt om over biggetjesroze te verven met wit.
4. De vorige bewoonster had nog nooit van schoonmaken gehoord.
5. Ja, ik wel. Soort van.
6. Mijn kamer is 21 vierkante meter.
7. Ik heb een balkonnetje dat ik moet delen met de buurvrouw. Ik heb hem niet op de foto gezet, want hij is zo klein dat je hem niet kunt zien. Nee oké, dat is niet waar. Er past een stoel op. Maar daar is alles ook mee gezegd.
8. Ik heb zilvervisjes, een dode spin en een enkele vlieg als huisdieren gehad, maar die zijn nu verdwenen.
9. Genoeg feitjes, op naar de foto’s!

Wat u hierop kan zien: mijn kledingrek (ja, hij is scheef, maar dat is artistiek en heeft niks met mijn twee wel heel erg linkerhanden te maken), een bescheiden schoenencollectie voor een meisje, een twijfelaar, een poster van Flow Magazine en jawel: een BLAUWE muur. Weg met biggetjesroze, blauw is de kleur! Of nou ja, de Gamma noemde de kleur ‘Tibet’, maar ik vind het gewoon blauw hoor.


Wat u hierop kan zien: mijn ladekast, waar mijn modieuze outfits opgeborgen liggen. Mijn spiegel, die nog opgehangen moet worden aan de deur. En voor de rest: troep, heel veel troep (dingen zoals een fietspomp, een schaar, glitterzonnebrandcrème, twee muntstukken van vijftig cent en natuurlijk één of ander draadje voor mijn mobiel). Zoals ik al zei: ik heb niet voor jullie opgeruimd.


Wat u hierop kunt zien: mijn nog wel erg lege boekenkast Billy (geloof ik of een andere Zweedse naam), mijn bureau en mijn ikbendebaasbureaustoel.


Wat u hierop kunt zien: de kapstok, mijn wereldberoemde trenchcoat en mijn tasje Gerrit.


Wat u hierop ziet: Tibet! Mijn uitschuifbare eettafel met mijn niet-officiële eetstoelen (die moeten nog gekocht worden), een poster die verdomme de hele tijd valt en voor de rest trrrrrrroep.


Wat u hierop ziet: een tafeltje, een (slaap)bank, mijn van Gogh (oké oké, hij is niet echt) en vanzelfsprekend: troep.

Goed, dat was mijn kamer. En nu mijn huis uit!

Laura’s brieven: Belle (zonder het beest)

Negenenveertig mensen wilden graag een brief van mij ontvangen. Die brieven schrijven is dan ook wat ik de komende tijd ga doen! Het zijn niet alleen bloggers, maar ook onbekenden of familie. Ik stel vragen (nieuwsgierig als ik ben) en zij geven antwoord!

Belle (zonder het beest)


Ik weet dat ik normaal twee brieven doe, maar dit is zo’n lange brief (die bovendien uitgetypt moet worden, omdat jullie het anders niet kunnen lezen) dat het handiger is om deze apart te doen.

Belle (zonder het beest) heet natuurlijk niet echt Belle, maar laten we haar voor het gemak maar even zo noemen in verband met privacy. Het is een 24jarig meisje uit België. Ze blogt nog niet zo heel lang, maar wel heel leuk! Genoeg materiaal om vragen over te stellen in ieder geval. Oh en het filmpje van Beauty and the Beat kun je hier zien.

Dag Laura!

Wat leuk om nog eens een echte brief op briefpapier te vinden in mijn brievenbus! Toch een zonde dat zulke tradities lijken uit te sterven. De snelheid van het internet mag dan wel handig zijn, het heeft gewoon niet zoveel charme. Briefpapier heb ik zelf niet meer, maar ik hoop dat je even blij bent met een DIY-kaartje. Erg moeilijk was het niet (printen, knippen en vouwen), maar geef toe, de uiltjes incuslief yoo-hooooo zijn uitermate schattig!
Anyway, hier volgt een antwoord op al je diepzinnige vragen:

1. Films en ik, het is geen goede combinatie. Zie blog voor informatie, maar het komt er op neer dat ik doorgaans geen titel onthoud of hoofdspeler/speelster kan onthouden, hoe goed ik de film ook vond. Eeen lievelingsfilm aaanduiden wordt dus moeilijk, maar ik kan je wel vertellen dat Belle en het Beest een goede kanshebber is als we het tot Disneyfilms beperken naast Peter Pan. Daarbuiten maakt Remember Me een grote kans. Heb je die wel eens gezien? If not, moet je zeker eens doen!
2. Toen Het Lief in beeld kwam, is het tussen mij en Het Beest nooit meer hetzelfde geweest (dat rijmt een beetje). Ik denk dat ik z’n ego gekrenkt heb. Mannen ehbben daar wel eens vaker last van. Gevolg: hij verdween. Ik vond het wel jammer, begon net op hem gesteld te raken, maar ja… Positieve noot: hij liet me achter met een kaseel vol dansend en zingend servies – het is hier best een vrolijke boel – én een prins a.k.a. Het Lief. Zo zie je maar, sprookjes lopen altijd goed af (*)
3. 11 weken geen chocolade eten wordt inderdaad je reinste kwelling voor een chocoholic als ik (dat rijmt weer een beetje). Het wordt vast als in weken geen high heels dragen… unthinkable. Misschien ben ik wel een beetje sadistisch, maar hé, het is een 10(01)-lijstje, dus het moet wat uitdagend blijven, toch?

*(Kijk, dat heb ik nu weer: ik begin te tateren, stop niet meer en mijn kaartje staat vol zonder dat ik klaar ben met wat ik wilde zeggen. Zucht, same old story. Enfin, zie notitieblaadjes dan maar!)



4. Het barcode-idee werkte ik uit toen Het Lief en ik 2 jaar samen waren. Als cadeau. Voor in zijn spiksplinternieuw appartement. Het moest een schilderij worden, een barcode, met als cijfers 11102008 (onze datum) en met een groene streep als accent (groen is de detailkleur van het appartement). Dat schilderij mislukte en dus maakte ik een paint-schets van wat het moest worden, met als doel dit door iemand met meer verstand van computers te laten maken, digitaal. Aanstaande 1110 vieren we onze 4 jaartjes en dat is nog steeds niet gebeurd…
Zo, Laura, dat was wat jij wilde weten. My turn!
– Komt je blognaam Lauradenkt verder uit het idee ‘ik denk dus ik ben’ van onze vriend Descartes?
– Hoe kwam je op het idee om verschillende bedrijven en instanties een brief te schrijven en wat vond je het allerleukste antwoord tot nu toe? Voor mijn 10(01)-lijstje ga ik ook iets of iemand bekend een brief schrijven (met dank aan jou voor dat idee). Momenteel denk ik aan Koen Wauters (duh!), een wielrenner/veldrijder/sportjournalist of studio 100.
– Heb je echt roodbruin haar of is het geverfd en zo ja, waarom dan deze kleur? Pas of, ik ben er voorstander van hoor. Het staat je beeldig!
– Wat wil je absoluut gedaan of verwezenlijkt hebben voor je dit aardse leven achter je laat?
– Ben je ooit al in België geweest? Waar? En wat vond je ervan?
Dat volstaat wel weer wat vragen betreft, er moet nog iets of wat over blijven van onze privacy. Het was aangenaam schrijven met jou, Laura, daarom een klein cadeautje, een bladwijzer omdat ik zag dat je graag leest. En omdat hij bij het thema van het kaartje past. En omdat het fijn is cadeautjes te krijgen. Die schoenen mag je dus nog nasturen hoor ;-)!

Alle liefs,

bellezonderhetbeest.wordpress.com

P.S. Als je nog eens iemand interviewt, be my guest. Het staat ook op mijn 10(0)1-lijstje en ik weet zeker dat je geweldige vragen verzint.
(*)Als het belleenhetbeest.wordpress.com was geweest had iedereen gevraagd wie Het Beest was en omdat mijn blog van mij alleen is, heb ik Het Beest maar weggelaten. Trouwens, ik heb altijd al eens gewoon Belle willen zijn.

Allereerst: wat een mooi handschrift heeft Belle! Het is alleen heeeel klein geschreven, dus daarom moest ik het overtypen. Een hele leuke brief met daarin ook vragen voor mij, waar ik maar meteen antwoord op zal geven:

1. Heb je de film Remember Me gezien? Ja en ik vond het een goede film!
2. Komt je blognaam Lauradenkt verder uit het idee ‘ik denk dus ik ben’ van onze vriend Descartes? Ik zou willen dat ik ‘ja’ kon zeggen, maar niet dus.
3. Hoe kwam je op het idee om verschillende bedrijven en instanties een brief te schrijven en wat vond je het allerleukste antwoord tot nu toe? Die vraag kwam ook bij vraagbaak Laura en de antwoorden op die vragen komen binnenkort online, dus daar geef ik later op! Het allerleukste antwoord weet ik niet, dat zijn er meerderen. Maar onder andere Loesje en het Museum voor de Communicatie.
4. Heb je echt roodbruin haar? Dat kun je hier lezen.
5. Wat wil je absoluut gedaan of verwezenlijkt hebben voor je dit aardse leven achter je laat? Een boek schrijven.
6. Ben je ooit al in België geweest? Waar? En wat vond je ervan? Uiteraard. Ik ben in Antwerpen geweest en dat vond ik een leuke stad! Ik ben ook wel eens met school naar ikweetnietwaar geweest. En ik ben vast nog wel vaker in België geweest, maar dat kan ik me even niet meer herinneren.

En bedankt voor de bladwijzer! (dat is het roze uiltje op de eerste foto)

Vijf dingen die ze je niet vertellen wanneer je naar de universiteit gaat


De leukste faculteit van Leiden: geesteswetenschappen in het Lipsiusgebouw.

Ja ja, het studiejaar is weer begonnen. Ook dit jaar zijn er vele nieuwe studenten gestart. En weten jullie, lieve sjaars, feuten stomme woorden zijn dat eerstejaars: veel dingen worden je niet verteld, maar daar kom je vanzelf achter. Of nee, weet je wat, ik verklap alvast wat.

1. Het huiswerk op de middelbare school is niets vergeleken met wat je nu moet doen.
De middelbare school. Repetitie hier, repetitie daar. Een beetje oefeningen maken. Een paar sommetjes doen. Maar dan kom je op de universiteit. Het ligt natuurlijk aan je studie, maar plotseling moet je veel artikelen lezen en papers schrijven. Nee, dat zijn geen Jip en Janneke-artikelen, maar heuse wetenschappelijke artikelen met termen als focalisatie en polyfonie. Het is zelfs, ja echt, de bedoeling dat je die artikelen snapt. Dat is wel even wat anders dan de tekstjes die je voor Nederlands moest lezen.

2. Niet iedereen zit bij het corps.
Er zijn veel studentenverenigingen. Je hebt het corps, waar de balletjes zitten (zeg maar Jort Kelder, maar dan nog balleriger). Die houden lijstjes bij met wie ze allemaal hebben gehad (if you know what I mean), beulen sjaars/feuten (ja, want zo noemen zij dat wel) af en houden ontgroeningen. Maar er zijn ook studentenverenigingen zonder ontgroeningen. ‘Wat, kun je daar gewoon lid van worden en dat was het dan? Niet in een hoekje staan en de hele tijd ‘komkommer’ zeggen? Geen luiers dragen? Geen fles mayonaise leeg eten?’ Nee, niets van dat alles. Heus, geloof me maar!

3. Het is een zooitje.
Zoals bij elke grote organisatie is het ook bij de universiteit een zooitje. Het inschrijven voor de vakken, boeken die niet in de universiteitsbibliotheek staan, roosters die elkaar overlappen. Wat dat betreft geen verbetering met de middelbare school.

4. Het wordt steeds duurder.
Denk je aan het begin van je studie dat je je geen zorgen hoeft te maken over het geld, moet je nu opeens een langstudeerboete betalen als je te lang gestudeerd hebt (‘Uuuh politici, hoe lang hebben jullie ook alweer gestudeerd?’). En er komt misschien/waarschijnlijk een leenstelsel in plaats van studiefinanciëring. Dat is je dank dat je zo slim bent.

5. Het gaat veel sneller voorbij dan je denkt.
Ik zit verdomme alweer in mijn derde jaar. Ik moet een scriptie gaan schrijven, een SCRIPTIE! Echt, voor je het weet, is het voorbij en dat is niet leuk. Daarom heb ik bedacht dat we het om moeten gooien. Vier jaar basisschool, zes jaar middelbare school en acht jaar studeren. Kun je nog een tweede studie doen ook. Goed geregeld toch?

Maar vooral: geniet ervan. Want het is zo weer voorbij!

Vage verpakkingen: cherrytomaatjes van de Albert Heijn en Samsung

Verpakkingen, handleidingen, teksten achterop shampooflessen: je leest ze, omdat je iets te doen moet hebben in de bus of omdat je niet snapt hoe het strijkijzer werkt, maar eigenlijk is het supersaai. Of toch niet? Het leek me leuk om een nieuwe rubriek te beginnen waarin ik verpakkingen (de serie heet ‘Vage verpakkingen’ vanwege de alliteratie, maar het geldt ook voor handleidingen en dergelijke, mocht je trouwens een betere naam weten, let me know!) laat zien waar iets raars mee aan de hand is, iets grappigs op staat of opmerkelijk is. Mocht jij iets gespot hebben, mail het dan naar laura@lauradenkt.nl!

Cherrytomaatjes 

Nu vraag ik me sowieso af waarom ze cherrytomaatjes heten (misschien omdat het de vorm heeft en net zo groot is als een kers?) en waarom, als mijn hypothese klopt, we het dan als ‘sjerrie’ uitspreken en niet als ’tjerrie’ (op zijn Engels dus), maar goed, dat doet er eigenlijk niet toe.

Goed. Cherrytomaatjes van de Albert Heijn dus. Niet zomaar tomaatjes, oh nee, ze zijn mooi wel excellent. Goed om te weten. Waarom ze excellent zijn? Omdat ze geselecteerd zijn op basis van hun unieke vol zoete en aromatische smaak. En wat staat dan daarna? Het leven is genieten.

Beste Albert Heijn. Ik vind cherrytomaatjes lekker en inderdaad, daar kan ik best van genieten. Maar om dat nou meteen op het hele leven te betrekken, dat gaat me toch net iets te ver. Bewaar deze uitspraak maar voor één of ander zweverig tijdschrift over de feel good-mentaliteit.

Samsung

Stel je voor. Je hebt er werkelijk maanden over gedaan om de prachtige lange nagels die je nu hebt te krijgen. Ze zijn zo mooi dat je niet eens een manicure nodig hebt. Het is werkelijk fantastisch.

En dan krijg je een nieuwe telefoon.

In een nieuwe telefoon hoort natuurlijk een SIM-kaart, anders heb je er niet zoveel aan. Maar ja, dan moet je wel eerst het achterklepje verwijderen. Stel je nu eens voor dat je dat klepje verwijdert en dat dan je onwijs mooie lange nagels kapot gaan. Zeg nou zelf, dat is toch een wereldramp?

Dat weet Samsung ook wel, dat dat een wereldramp is. En daarom zijn ze bij Samsung zo vriendelijk geweest om te vermelden dat je wel voorzichtig moet zijn met het achterklepje, anders zou je zomaar je nagels kunnen beschadigen.

Nu heb ik korte nagels, dus maakt het mij niet uit, maar toch: ik geloof dat ik het goede merk heb gekozen.

Wie schrijft die blijft (8): dichteres Anne Büdgen


Na Laura beroept zich komt er eindelijk een nieuwe interviewserie op mijn blog: 
wie schrijft die blijft. In deze serie interview ik mensen die voor hun beroep schrijven, op wat voor manier ook. Denk aan een brievenghostwriter of een dichteres zoals Anne. Ik ben erg benieuwd wat jullie ervan vinden, ik vind het in ieder geval erg leuk om te doen!

En toen was er ineens een gedicht

Op een dag zat de destijds achtjarige Anne Büdgen in haar kamer toen ze plotseling voelde dat er iets op papier moest komen. Ze zocht naar pen en papier en schreef op wat er van binnen gebeurde. En toen was er ineens een gedicht.
‘Daarna probeerde ik elke dag minstens een uur te oefenen. Ik ben ook dagboeken bij gaan houden om gedachten te noteren. En zo ben ik mezelf eigenlijk tot mijn achttiende blijven ontwikkelen door heel veel te schrijven en verschillende vormen uit te proberen. Ik ging veel naar de bibliotheek om werk van verschillende dichters te lezen en te bekijken hoe ze dat deden. Ook heb ik Teleac-cursussen gedaan voor gedichten schrijven. Ik wist op de één of andere manier heel zeker dat dat het was voor mij. Dat het de basis was van alles. En dat is eigenlijk nog steeds zo.’

Van uitprobeersels tot een eigen dichtbundel

Toen Anne een jaar of tweeëntwintig was, begonnen er gedichten te komen die ze goed genoeg vond. Daarvoor waren het voornamelijk uitprobeersels. Voor haar opleiding als theatermaker kreeg ze op een gegeven moment de opdracht om te praten met iemand uit het vak. Je mocht zelf weten wat voor beroep dat was, bijvoorbeeld iemand uit een theatergroep of een schrijver. Anne besloot de uitgeverij die haar erg aansprak, de Arbeiderspers, te bellen.
‘Ik sprak af met de redacteur poëzie. Ik had me heel goed voorbereid. Ik had alles goed doorgelezen, wie ze uitgaven en waarom en wat voor poëzie dat was. Af en toe begon de redacteur een gedicht en dan maakte ik hem af. We hadden een ontzettend leuk gesprek over poëzie en aan het einde ervan vroeg ik aan hem of ik wat werk van mezelf mocht laten lezen. Hij was erg enthousiast en gedurende twee jaar heb ik gedichten opgestuurd, waar hij commentaar op gaf. Dat werd uiteindelijk een bundel, die uitkwam toen ik zeventwintig was.’

Drukke stad of in the middle of nowhere

Dichten is voor Anne een traag proces. Omdat het voor haar beter werkt als ze dat op haar eigen manier doet zonder door anderen gestuurd te worden, neemt ze op dat gebied geen opdrachten aan.
‘Poëzie vraagt van mij dat ik me af en toe heel erg terugtrek en dat doe ik door op reis te gaan. Ik neem dan veel boeken mee en doordrenkt van al die woorden begin ik met dichten.’
Wat wel opvallend is, is dat Anne daarvoor óf naar een hele grote stad moet óf juist naar een plek ergens in the middle of nowhere. Dat kan allebei veel indruk op haar maken. Terwijl als ze naar een middelgroot plaatsje gaat, er niets gebeurt van binnen.
‘Als je bijvoorbeeld in een heel stil dorpje in Frankrijk bent, dan kan die stilte echt geluid geven. Dat is overdonderend en kan alles in je overnemen. Dat vind ik heel bijzonder. Net zo bijzonder wanneer ik me in een stad bevind waarin je voortdurend geluiden hoort en beelden ziet opdoemen. Als je helemaal in stilte bent, lijkt het alsof je een beetje gek wordt. En op de rand van ‘Ik kan hier helemaal niets meer, ik moet nu indrukken hebben of mensen zien’ vind ik een heel spannend moment om te schrijven. Dan spreek je stukken in jezelf aan waarmee je normaal gesproken niet zo snel in contact komt.’

Kauwgomkauwende pubers

Naast zelf poëzie schrijven geeft Anne ook workshops gedichten schrijven. Daarbij krijgt ze vaak te maken met vooroordelen dat poëzie saai, stoffig en ouderwets is en dat het moet rijmen.
‘Die vooroordelen uit de weg ruimen, dat is stap één. En dan kun je pas beginnen met nieuwe ogen naar poëzie te kijken.’
Dat doet ze niet door meteen een speech te houden over dat poëzie niet hoeft te rijmen en dat het niet stoffig is. In plaats daarvan neemt ze een aantal verrassende gedichten mee of laat ze de mensen een paar oefeningen doen, waarbij ze per ongeluk zelf een gedicht schrijven.
‘En dan denken ze: hé, dat is eigenlijk best gaaf wat ik nu heb gemaakt. Doenderwijs en proevenderwijs ontdekken veel mensen dat. Ook kauwgomkauwende pubers met van die petten tot over hun neus getrokken die half in slaap vallen als je binnen komt. Die mogen dan eindelijk zeggen wat er allemaal aan de hand is van binnen of wat ze vanochtend op straat hebben gezien. En dan vinden mensen het eigenlijk heel leuk om een keer te proberen. ‘

Poëzie als muziek

Als tip geeft Anne om heel veel te lezen.
‘Zie poëzie als muziek. Je hebt ook veel opnamen van dichters, luister daarnaar. En lees het hardop aan jezelf voor of aan anderen. Voel niet alleen wat de taal met je doet, maar ook wat de klanken, het ritme en de opbouw met je doen. Probeer de taal tot je te nemen met al je zintuigen, niet alleen met je hoofd. En oefenen, elke dag schrijven, schrijven, schrijven. Zonder zelfcensuur, je moet alles op papier kunnen zetten. Pas als je daar weer iets van wil construeren, moet je natuurlijk kritisch zijn. Maar durf hele lappen lelijke tekst te schrijven om vervolgens daarna tot iets echts te komen.’

Dit is waarschijnlijk het laatste interview in de serie. Ik heb het erg druk met mijn studie en andere activiteiten en deze interviews nemen veel tijd in beslag. Mocht ik er onverhoopt toch tijd voor hebben, dan ga ik er wel mee door, maar ik weet niet of en wanneer dat zal zijn. Ik hoop natuurlijk wel dat ik er ooit verder mee kan gaan. Ik vond het in ieder geval heeeeeeeeel leuk om te doen :D

What is life but a dream?

Stel je eens voor, het is 4 juli 1865. Jij, een toevallige passant, ziet een bootje voorbijvaren. In dat bootje zitten twee mannen en drie kleine meisjes. Eén van die mannen, Lewis Carroll vertelt een verhaal over een meisje dat zich verveelt en op zoek gaat naar avontuur. Alice, de middelste van de drie zusjes, vindt het verhaal zo leuk  dat ze Lewis opdraagt het op te schrijven. Drie jaar later gebeurt dat en dan komt Alice in Wonderland uit (goh, naar wie zou dat toch vernoemd zijn?). In 1871 verschijnt het tweede deel: Through the Looking-Glass.

Dat is het verhaal van het boek Alice’s Adventures in Wonderland, een Engelse klassieker. Velen van jullie hebben waarschijnlijk de tekenfilm gezien, die de twee verhalen door elkaar schudt of anders wel de Tim Burtonfilm die daar een vervolg op maakt. Maar waarschijnlijk heb je het boek niet gelezen. En dat is stom. Want het is echt een geweldig boek (of: het zijn geweldige boeken, want eigenlijk zijn er dus twee delen). Het zit vol met versjes, grappen, zinnen die je aan het denken zetten en rare figuren. Niet overtuigd? Hier volgen een aantal geweldige citaten:

***

‘Take some more tea,’ the March Hare said to Alice, very earnestly.
‘I’ve had nothing yet,’ Alice replied in an offended tone, ‘so I can’t take more.’
‘You mean you can’t take less,’ said the Hatter: ‘it’s very easy to take more than nothing.’

***

‘I know what you’re thinking about,’ said Tweedledum: ‘but it isn’t so, nohow.’
‘Contrariwise,’ continued Tweedlebee, ‘if it was so, it might be; and if it were so, it would be; but as it isn’t, it ain’t. That’s logic.’

***

‘I can’t believe that!’ said Alice.
‘Can’t you?’ the Queen said in a pitying tone. ‘Try again: draw a long breath, and shut your eyes.’
Alice laughed. ‘There’s no use trying,’ she said: ‘one can’t believe impossible things.’
‘I dare say you haven’t had much practice’ said the Queen. ‘When I was your age, I always did it for half an hour a day. Why, sometimes I’ve believed as many as six impossible things before breakfast.’

***

‘I see nobody on the road,’ said Alice.
‘I only wish I had such eyes,’ the King remarked in a fretful tone. ‘To be able to see Nobody! And at that distance too! Why, it’s as much as I can do to see real people, by this light!’
(…)
‘Who did you pass on the road?’ the King went on, holding out his hand to the Messenger for some more hay.
‘Nobody,’ said the Messenger.
‘Quite right,’ said the King: ’this young lady saw him too. So of course Nobody walks slower than you.
‘I do my best,’ the Messenger said in a sullen tone. ‘I’m sure nobody walks much faster than I do!’
‘He can’t do that,’ said the King, ‘or else he’d have been here first.’

***

En de laatste strofe van het gedicht dat op de laatste pagina stond (wat je misschien ook wel een mise en abyme is):

Ever drifting down the stream –
Lingering in the golden gleam –
Life, what is it but a dream?

Dus waar wachten jullie nog op? Lezen dat boek!

Help Laura aan een bijbaan en ontvang eeuwige dank!


Ik heb het brood en water maar alvast klaargezet. 

Ik woon op mezelf. Dat was jullie al duidelijk. Nu beseffen jullie wel, zo’n kamer betaalt zichzelf niet (flauw hoor). Oftewel: ik heb een bijbaantje nodig. Ik geef momenteel bijles, maar zo toereikend is dat niet en bovendien is het voor dit bijleskindje maar tijdelijk, omdat het alleen voor een schoolexamen is. Ik vrees dat ik daarna zal moeten leven van brood en water, tenzij jullie me natuurlijk helpen aan een bijbaan. Ja, ik schuif de verantwoordelijkheid gewoon op jullie over, daar doe ik niet moeilijk over.

‘Nou, oké, vooruit dan, Laura, maar dan willen we wel weten wat voor werkervaring je hebt.’
Ik zal het jullie vertellen.

1. Een vakantiebaantje in een bejaardentehuis.
Hier heb ik al eerder over geschreven, maar even samengevat: collega’s waren chagrijnige trienen, de baas (Truus, geen grapje) een nog chagrijniger trien en zinnen als ‘Hullie hebben dat gedaan.’ werden als heel normaal beschouwd.
Wat ik hiervan heb geleerd: ik moet zorgen dat ik mijn studie afmaak.

2. Een bijbaantje in een niet nader te noemen winkel, wat niet uitmaakt ook, want jullie kennen het vast niet.
Ik moest schoonmaken, producten in de schappen zetten en een trui in maat L (ook geen grapje helaas) dragen. En nog hadden mensen het lef om te vragen of ik hier werkte. ‘NEE, IK DOE VOOR MIJN LOL ZO’N DEBIELE TRUI AAN.’
Wat ik hiervan heb geleerd: ik moet zorgen dat ik mijn studie afmaak.

3. Telefonisch enquêteur.
Dit heb ik twee weken volgehouden. Dat zegt misschien al genoeg.
Wat ik hiervan heb geleerd: ik moet zorgen dat ik mijn studie afmaak.

4. Eén dag dozen vouwen.
Ik ben hiermee veel hersencellen verloren. Dat kun je hier lezen.
Wat ik hiervan heb geleerd: ik moet zorgen dat ik mijn studie afmaak.

5. Bijles geven.
Hiermee heb ik al vier jaar ervaring (dat klinkt alsof ik heel oud ben, wat ik ook ben natuurlijk). Twee jaar op de middelbare school, twee jaar bij StudentsPlus. Dit is van alle bijbaantjes de beste.
Wat ik hiervan heb geleerd: hoewel er veel ergere bijbaantjes zijn, moet ik toch zorgen dat ik mijn studie afmaak.

Daarnaast doe ik ook aan vrijwilligerswerk en dat is een stuk leuker:

6. Werken met verstandelijk gehandicapten.
Ik liep met een vrouw van het Syndroom van Down naar de streetdanceles (dat mag ze niet alleen) en in de tussentijd dat zij danste, speelde ik spelletjes met de andere inwoners van het appartementencomplex waar verstandelijke gehandicapten onder begeleiding woonden.
Wat ik hiervan heb geleerd: het beeld dat voornamelijk verstandelijk gehandicapten naar Frans Bauer luisteren, klopt.

7. Taalcoach bij het Rode Kruis.
Taalcoach klinkt ingewikkelder dan het is, maar het komt er eigenlijk op neer dat je leuke dingen gaat doen met de inburgeraar aan wie je gekoppeld ben (ik ben gekoppeld aan een Birmese vrouw) en dat die persoon zo spelenderwijs de taal beter leert spreken.
Wat ik hiervan heb geleerd: Birmees eten valt ook onder vrijwilligerswerk en is erg lekker. Ik heb er bovendien nog een aantal Birmese aanbidders aan over gehouden en dat kunnen toch niet veel mensen zeggen.

Daarnaast heb ik nog de nodige schrijfervaring op websites, maar de kans dat ik daarin een bijbaantje ga vinden, lijkt me klein. Goed, nu jullie mijn CV weten (mijn kwaliteiten weten jullie immers al: slim, ambitieus, aardig, lief, fantastisch, geweldig etc.), vraag ik jullie hulp!

Wie weet een (flexibel) bijbaantje van 8/12 uur in de week in de omgeving Leiden/Oegstgeest? Ideeën voor wat een flexibel bijbaantje is, zijn ook welkom.

En degene met de gouden tip? Die krijgt helaas wederom geen magnetron, want die van mij is nog steeds niet zo oud. Maar wel eeuwige dank en dat is ook wat waard (misschien).

Reageren op reacties

Stel, je begint een blog. Eerst zul je misschien wel helemaal geen reacties krijgen, maar na een tijdje stromen ze steeds vaker binnen. Reacties van je vrienden, je oma (als je een hippe oma hebt) en later ook van andere bloggers. En dan is de vraag: wat doe je daar dan mee?

Er zijn bloggers die op elke reactie reageren. Er zijn bloggers die op geen enkele reactie reageren. Ik zal eerst vertellen wat ik daarvan vind (en voel je niet persoonlijk aangevallen, je moet vooral doen wat je zelf wil).

Bloggers die op elke reactie reageren: ik vind het heel aardig dat mensen dat doen, maar op een gegeven moment houdt dat wel op. Ten eerste, omdat het teveel wordt. Niet arrogant bedoeld, maar als ik op elke reactie van jullie moet reageren, dan ben ik wel even bezig. En ten tweede hóef je ook niet op alles te reageren. Als iemand zegt ‘Daar ben ik het mee eens.’, dan heeft het toch geen zin voor mij om iets als ‘Oh mooi!’ te zeggen? Het voegt niets toe en die persoon heeft er ook niet zoveel aan.

Bloggers die op geen enkele reactie reageren: eigenlijk vind ik dit niet zo goed. Ik heb wel eens dat ik op een blog een vraag stel of een opmerking plaats waar ik graag antwoord op zou willen hebben en dat gewoon niet krijg (in het geval dat ik onthouden heb dat ik iets vroeg op een andere blog, want dat gebeurt ook niet altijd, maar ja, ik ben dan ook al 21). Het is eigenlijk, als je het heel zakelijk wil zien, een stukje klantvriendelijkheid. Het laat ook zien dat jij luistert naar je lezer en die waardeert. Goed, retorische vragen en soms niet-serieuze vragen hoef je niet te beantwoorden, maar voor de rest is het toch wel zo fijn.

En wat doe ik zelf? Ik reageer niet op alles, want dat is niet te doen. Maar vragen beantwoord ik wel (en mocht ik dat ooit niet gedaan hebben, dan mag je me slaan) en op andere reacties die ik boeiend of iets dergelijks vind, reageer ik ook.

Waarom ik dit blogje schrijf? Eerlijk gezegd uit ergernis. Er zijn blogs waar gewoon niet gereageerd wordt op reacties en dat vind ik vervelend! Dus lieve bloggers: reageer!

(Oh en voor mensen die zeggen: ja, maar ik doe het niet voor de bezoekers. Dan kun je net zo goed de mogelijkheid tot reageren sluiten!)

Meer voorlichting aub

Het idee voor deze blog kreeg ik door Shirley.

Al een tijdje krijgen kindjes op school seksuele voorlichting. U weet hoe dat gaat, iets met een banaan en een condoom. Dat is normaal. Zestienjarige kindjes die zélf kindjes krijgen zoals in Amerika vaak gebeurt, willen we graag voorkomen in Nederland. Ik zou graag nog meer willen voorkomen.

Meisjes van twaalf die foto’s van zichzelf in bikini op Facebook zetten. Ouders die baby Splinter (want zo heten baby’s tegenwoordig) in bad doen, daar een foto van maken en op hun mamablog plaatsen. Pubers die twitteren dat ze twee weken alleen thuis zijn.

Wat kindjes en ook ‘grote mensen’ niet altijd doorhebben, is dat ze niet de enige zijn die op internet zitten. Op het internet zitten ook pedofielen, inbrekers, stalkers, kortom: enge mensen. En dat betekent dat je op moet passen met wat je op het internet zit. Die leuke jongen ziet jouw bikinifoto en liket het, maar de vader van je beste vriendin die je op Facebook hebt ook. Die foto van Spijker (want zo heten baby’s tegenwoordig) is wel enorm schattig, maar ook een pedofiel ziet die blote billetjes.

Zoals jullie heel misschien nog weten, ben ik een maand geleden ofzo op vakantie geweest. Daar hebben jullie niks van gemerkt. Ik ben niet anoniem en ik was met mijn ouders op vakantie en als je dat dan vermeldt, neem je een bepaald risico.
‘Hoe groot is nou de kans dat iemand leest dat jij op vakantie bent, Laura?’
Misschien niet zo groot, maar ik zou het risico toch niet willen nemen (en ik denk mijn ouders ook niet).

Maar veel mensen denken niet na over wat ze op internet zetten en vooral kinderen niet. Dus geef naast seksuele voorlichting ook internetvoorlichting op de basis- en middelbare school.

En vanaf nu dus nooit meer twitteren dat je alleen thuis bent!