Interviewen is me inmiddels niet meer geheel onbekend, maar geïnterviewd worden: dat is hele andere koek.
‘Mag ik je interviewen?’ vroeg Naomi aan mij.
Mijn eerste reactie was: ‘Leuk!’ en ik stemde dan ook in.
Maar toen dacht ik: ‘Shit!’
Want kijk, interviewen is leuk. Als een gek vragen afschieten op de ander, onbeschaamd nieuwsgierig zijn. De ander laten praten en zelf luisteren. Maar geïnterviewd worden, oei. Opeens moest ik mooie zinnen formuleren, prachtige antwoorden bedenken en dat on the spot (voel de druk!).
En dat kan ik niet.
Ik stamelde, de woorden raakten verstrikt in mijn mond, ik wist opeens niet meer wat mijn studie in hield, laat staan mijn eigen naam en ik dacht: arme Naomi. Die moet van al die onzin een interview maken.
Waarschijnlijk dacht Naomi dat ook, want het duurde even voordat het interview klaar was. En toen kwam het volgende probleem: een foto. Ik had alleen foto’s van mezelf met een gekke bril, met duckface of als emo. Dat kan natuurlijk niet, ik ben immers een superdupervolwassen en bovendien serieuze vrouw. Dus sprak ik met Naomi af op Schouwburgplein (in Rotterrrrrdam). Van tevoren heb ik even een potje gehuild: ‘Ja, maar ik houd niet van foto’s en wedden dat geen enkele foto leuk wordt en huilerdehuil.’ Maar ik hield al snel op toen Naomi een zakje chocoladekruidnoten tevoorschijn toverde.
Vanochtend kwam het interview online. Tot mijn gespeelde verbazing (ik had het natuurlijk al eerder gelezen) was het een leuk interview geworden. Geen idee hoe Naomi van dat gebrabbel van mij dit heeft kunnen maken. Ik kom gewoon over als nou ja, een normaal iemand (oké, niet geheel, maar dat is dan ook erg moeilijk). En de foto die erbij zat, nou ja zeg, die was ook leuk!
Ik heb nog steeds geen idee hoe dit allemaal kan. Maar misschien bestaan ze toch. Tovenaressen. En dan is Naomi er zeker één van.
(Klik hierrrrrrrrr om het interview te lezen).
Laatste reacties