Archive for december 16th, 2012

december 16th, 2012

Brieven aan Doornroosje

brievenaandoornroosje

Voor mijn verjaardag kreeg ik van mijn lieve studievriendinnetjes het boek ‘Brieven aan Doornroosje’ van Toon Tellegen. Toon Tellegen vind ik geweldig en sprookjes zijn ook leuk, dus dat was een goede match!

Het boek bestaat, je raadt het misschien al, uit brieven aan Doornroosje, geschreven door de prins die haar wil kussen. Doornroosje is namelijk al honderd jaar in slaap (ze had zich geprikt aan een vergiftigd spinnenwiel, het domme kind) en alleen een kus kan haar doen ontwaken. Elke dag schrijft de prins haar. Hij schetst hoe het kussen en de reis zal verlopen, hij is dan weer vrolijk dan weer verdrietig en denkt vooral erg hard na. Soms is het grappig, soms juist hartverscheurend.

Dan nu de vraag: is het een aanrader? Ik heb dit boek aardig snel gelezen (binnen een week) en dat kan ik je niet aanraden. De context van de prins is beperkt, want het gaat natuurlijk steeds over dat kussen en of dat wel zal lukken en hoe Doornroosje zal reageren (maar dan wel op verschillende manieren beschreven natuurlijk). Op een gegeven moment heb je dat wel gehad als je het zo snel leest.
Maaaar het is wel een aanrader om lekker rustig aan te lezen. Af en toe een brief. Mensen die de stijl van Toon Tellegen kennen, zullen niet teleurgesteld zijn.

En dan als laatste een paar citaten ter illustratie:

“Kijk toch uit,’ mompelt mijn moeder. ‘Kijk vooral toch altijd overal verschrikkelijk goed uit. En als je heel goed hebt uitgekeken, kijk dán vooral uit!”

***

‘En nu lijkt wel eindeloos te duren. Klein ondeelbaar nu.
Het is nu. Het is altijd maar nu.

***

‘Ik begon te hollen. De weg was soms zo steil dat ik bijna niet stil kon blijven staan. Mijn geluk gloeide in mijn hele lichaam en lag bovendien ook nog eens als een baal meel op mijn schouders. Al hollend werd die baal geluk steeds zwaarder, mijn gelukkige knieën knikten, de weg ging plotseling weer omhoog. Ik, gelukzalige, kon niet meer.
‘Aan geluk bezweken’, een kruis langs de weg.’

***