Archive for februari, 2013

februari 27th, 2013

Tante Laura beantwoordt al uw vragen

Lange tijd geleden kreeg tante Laura een paar vragen over de liefde. Ze was echter druk bezig met trouwen en haar huwelijksreis naar de Bahama’s. Gelukkig heeft ze nu de liefde wat is bekoeld (ze is al twee hele maanden getrouwd) wel tijd om antwoord te geven!

Rianne: ‘Hoe vaak bent u getrouwd geweest?’
Wat een brutale vraag! Je vraagt een vrouw toch ook nooit naar haar leeftijd? Maar goed, ik ben de slechtste niet. Momenteel ben ik getrouwd met Gerrit-Jan-Pieter. Hij is mijn toyboy, want we schelen twintig jaar (nee, ik ga niet vertellen hoe oud ik ben). Hoeveelste man hij is? Ehm laten we het erop houden dat hij niet de tiende, maar ook niet de twintigste is. Ik heb al mijn trouwjurken bewaard, dus als jullie nog wat zoeken, dan hoor ik het wel!

Wanhopig meisje met smetvrees: ‘Lieve tante Laura mijn vriendje heeft het uitgemaakt omdat ik nooit hand-in-hand wil lopen, maar dat komt omdat hij zijn handen nooit wast en ik smetvrees heb. Daarbij zit er allemaal aarde onder zijn nagels, en smeert hij ze nooit in met bodylotion. Ik wil hem niet kwijt! Wat moet ik nu doen?’
In situaties zoals deze kun je maar twee dingen doen: zijn handen afhakken of een andere manier van liefde uiten tonen. Heeft hij wel schone oren? Anders pak je hem gewoon bij de oor. Of desnoods bij zijn haar. Je kan hem natuurlijk ook handschoenen geven, maar niets zo fijn als huid-op-huidcontact!

Vivian: ‘Lieve tante Laura, hoe vind ik de liefde van mijn leven als ik nooit uitga?’
De liefde van je leven is een prins op het witte paard. En waar zijn paarden? Op de manege natuurlijk! Of ga eens naar een paardwedstrijd. Je kan ook gewoon thuis op de bank zitten, dan komt hij vast vanzelf wel eens een keer langs. Mocht dat niet lukken, ga dan eens naar een biljartcafé of kaartenclub. Wanhopige mannen zat!

José: ‘Lieve tante Laura, Partner en ik zijn alweer 10 jaar samen en we houden nog steeds heel veel van elkaar. Dat zou na 10 jaar toch onderhand wel over moeten zijn? Wat is er mis?’
Oei, dat klinkt zeer ernstig. Zelf houd ik het nooit meer dan twee maanden (soms drie) uit met mijn mannen. Maken jullie wel genoeg ruzie? Heeft hij niet een vervelende eigenschap, zoals zijn teennagels knippen tijdens het eten of in je gezicht hoesten? Misschien kun je zelf ook proberen om vervelender te zijn. Zeur dat hij niet genoeg thuis is en vraag of hij je te dik vindt en geloof hem niet als hij ‘Nee.’ zegt. Komt goed!

Heb jij nog vragen of problemen met betrekking tot de liefde? Stel ze hieronder en wie weet helpt tante Laura jou de volgende keer met haar oneindige wijsheid!

februari 25th, 2013

Zotte en zalige zoektermen (10)

zijn vuilniszakjassen nog in

Hoe kom je op het bizarre idee dat vuilniszakken ooit in zijn geweest?

ik hou mijn spreekbeurt over hamsters

Arm publiek.

waar kan ik mijn spreekbeurt over houden

Over mij.

wat betekent als je chocolade van iemand krijgt voor valentijn

Dat het een feeder is.

wat is een tag blogger

Vooropgestelde blogonderwerpen voor bloggers zonder inspiratie.

maak een kringetje

Loop me niet zo te commanderen, ik bepaal zelf wel wat ik doe!

zullen we nog een keer afspreken

Zullen we het niet doen?

simone wat is vriendschap

Ik heet Laura.

als iemand huil huil ik zo mee wat is dat

Empathie. Of te volle traanbuizen.

ik zoek een jongen zonder smartphone

En ik zoek een manier om veel chocolade te eten zonder dik te worden. Hopeloos.

ben je een loser als je geen whatsapp hebt

Echt wel. Hoe houd je anders contact met je vrienden, via rooksignalen ofzo?

billenkoek voor je verjaardag

Ik heb liever een mooi boek.

waarom is een duckface trekken slecht

Als je het te vaak doet, verander je in een eend.

februari 23rd, 2013

;)

Smiley’s zijn ontzettend fijn. Bij geschreven tekst weet je soms niet op wat voor toon iemand iets bedoelt. Gelukkig kunnen smiley’s daarbij helpen. Maar er is één smiley waar ik een ongelooflijke hekel heb: de knipoog ;).

Je moet deze knipoog niet vergelijken met de real life-knipoog, want ze verschillen als dag en nacht. De real life-knipoog wordt gebruikt bij een grapje of tijdens het flirten (dat laatste is niet aan te raden, want dan kom je als een engerd over). Knipogen gebeurt vooral tegen kinderen en bij mij.

Waar de real life-knipoog een redelijk vrolijk fenomeen is, geldt dat echter niet voor de smiley. De smiley is voor de arrogante, kijkmijeensbeterzijn betweter. Heb je een spelling- of taalfout gemaakt? AKMEBZB verbetert je wel even: ‘Ik heb altijd geleerd dat het ‘ik word’ is in plaats van ‘ik wordt’ ;).’ Je stelt een domme vraag (‘Heb jij Twilight gelezen?’) en je krijgt als antwoord: ‘Nee, natuurlijk niet ;)’.

Waarschijnlijk gebruiken heel veel mensen de knipoog-smiley ook zonder het op die manier te bedoelen, maar toch komt het zo over. Ik pleit ervoor om een :) te gebruiken in plaats van ;). Dat komt veel vriendelijker over! Wie doet er met me mee?

(Heb ik het zelf dan nooit gedaan? Jawel, als iemand anders het gebruikt op een arrogante manier en ik diegene kan overrulen/dissen. Wat je geeft, kun je terug verwachten!)

februari 21st, 2013

Waarom ik gek ben

Je had al zo’n vermoeden, maar na het lezen van dit blogje weet je het zeker: die Laura is echt gek!

– Ik stuur heel veel mailtjes naar mezelf. Soms ook met als onderwerp ‘Je weet wel’. En het dan niet weten.
– Ik kan er niet tegen als de dop niet op de afwasmiddelfles zit. Mijn huisgenootje laat die van haar steeds open staan en dan doe ik hem stiekem dicht.
– Lang leve de commercialiteit! Want daardoor liggen chocoladekruidnoten vanaf maart al in de winkel en bestaat er Valentijnsdag (ik grijp elk excuus voor romantiek aan).
– Ik houd er niet van als mijn nagels lang zijn (en ik vind ze al snel lang). Het typt ook niet fijn. Ik zou graag mijn nagels weer rood willen lakken (dat deed ik eerst altijd, AL-TIJD), maar ik ben te lui en mijn rode nagellak is al half vergaan en als je het eraf haalt, zien je nagels er niet meer uit. Zucht. Zwaar leven.
– Ik studeer Literatuurwetenschap en weet wél wat voor werk ik later wil gaan doen (ongekende combinatie).
– Als ik mensen zie hardlopen, heb ik zin om ze aan te moedigen. Ik heb het overigens nooit gedaan, want ik weet niet of ze dat kunnen waarderen.
– Als het ’s avonds laat is en ik fiets naar huis, kijk ik achterom of ik niemand zie en als dat het geval is, zing ik mee met mijn mp3speler (ik durf het niet te doen als er mensen zijn of nou ja, dat wil ik ze niet aandoen).
– Maar ik praat sowieso wel op de fiets, ‘Verdomme!’ als mensen me niet voorlaten wanneer ik al dan niet voorrang heb en ‘Neeeee, niet dat nummer!’ tegen de shufflefunctie van mijn mp3speler.
– Ik lees de grote beautyblogs, maar draag alleen mascara.
– Ik zwaai random mensen uit op het station of geef ze warme chocolademelkstoepkrijt Rotterdam vol en geef mensen zomaar bloemen (als jij ook van dat soort acties houdt en zoiets een keer met mij wil gaan doen, MAIL ME!)
– Ladekasten moeten helemaal dicht, gordijnen ’s avonds ook (niet dat je nog zo’n strookje licht ziet), de dop op de tandpasta en tegen lekkende kranen, tikkende klokken en rode lichtjes in het donker kan ik ook niet.
– Ik blog en bloggers zijn per definitie gek. Dat weet iedereen.

Tags:
februari 18th, 2013

Fictief interview met mijn kledingrek

kamerrrrrr

Met mijn kledingrek heb ik een haat-liefdeverhouding. Ik heb hem nodig voor mijn kleding (ik heb ook een ladekast, maar daar past lang niet alles in), maar hij valt elke week minstens één keer uit elkaar.

Tijd voor een goed gesprek.

‘Yo Laura, alles goed?’ riep mijn kledingrek, toen ik mijn kamer binnen stapte.
Ik keek hem chagrijnig aan.
‘Ik denk dat je daar het antwoord wel op weet.’
Mijn kledingrek lachte breeduit.
‘Goed dus?’
Ik zuchtte. Wat zijn kledingrekken toch dom.
‘Alles behalve.’
Met mijn rug naar hem toe ging ik aan de tafel zitten. Dat schijnheilige gezicht hoefde ik voorlopig niet meer te zien. Maar ik had mijn laptop nog niet opgestart of hij kwam al naast me zitten en legde een arm om me heen.
‘Wat is er dan, lieverd?’
Ik sloeg zijn arm van me af. Viezerik.
‘Dat weet je heus wel.’
Hij keek me aan, maar ik vermeed zijn blik en deed alsof ik heel druk bezig was met Twitter.
‘Zeg het nouuuuuuuuuu.’
Waarom had ik niet gewoon een grote kledingkast gekocht in plaats van zo’n nutteloos, dom, irritant ding? Kledingkasten schijnen heel lief te zijn.
‘Je bent gisteren weer in elkaar gestort. ’s Nachts. Bovenop mij. Ik schrok me dood!’
Nu hield hij wel zijn mond. Lekker rustig. Maar na een paar minuten kwam er toch wat gebrabbel uit.
‘Oh… Eh, ja. Het spijt me… Ik zit gewoon niet lekker in mijn vel de laatste tijd.’
Verbaasd keek ik mijn kledingrek aan.
‘Maar je bent altijd zo vrolijk!’
‘Nou ja, niet dus. En dat reageer ik dan op jou af. Sorry.’
‘Eet je wel genoeg chocolade?’ vroeg ik.
Hij schudde zijn hoofd.
‘Ik ben op dieet. De kleding past me niet meer.’
Ik zuchtte. Dom, dom kledingrek.
‘Diëten is niet goed. Ga maar gewoon weer chocolade eten. Ik houd niet van droevige kledingrekken en zeker niet als ze mijn nachtrust verstoren. Hier, een bonbon.’
Mijn kledingrek keek er even naar, maar at hem toen in één keer op. Er verscheen een gelukzalige glimlach op zijn gezicht.

Sindsdien is hij niet meer in elkaar gestort.

februari 16th, 2013

Hoe ik ooit met die rare studie van mij aan een fatsoenlijke baan ga komen

Onderwerp bedacht door: Kurck (die een fatsoenlijke baan heeft, iets met computers).

Na ‘Jij bent echt klein!’ is ‘Wat voor werk kun je doen met de studie Literatuurwetenschap?’ de vraag die het meest aan mij gesteld wordt. Hij gaat meestal gepaard met een gezicht dat zegt: ‘Ik geloof dat het antwoord op mijn vraag ‘Helemaal niets.’ is.’
Ik zucht dan meestal (goh, dit is pas de tachtigduizendste keer dat ik deze vraag krijg) en antwoord: ‘Nou, veel mensen gaan de uitgeverij in, maar ik wil journalist worden.’
Eigenlijk weet ik dat eerste niet helemaal zeker, maar ach.

Dat is het enige moment waarop ik wenste dat ik iets als Fysiotherapie of de Pabo deed.

Ik zal het nog één keer uitleggen: bij mbo en hbo zit het woord BEROEP in de naam. Bij universiteit niet. Want op de universiteit leer je niet voor een bepaald beroep, je leert bepaalde vaardigheden die niet per se aan één specifiek beroep zijn gekoppeld. Dat betekent aan de ene kant dat er dus veel mogelijkheden zijn, maar aan de andere houdt dat ook in dat het aan jou ligt wat je gaat doen (sowieso, maar hier worden de teugels dus losser gelaten). Ik wil de journalistiek in, dus doe ik er een minor Journalistiek en Nieuwe Media bij en schrijf ik in mijn vrije tijd voor Studenten.net en werk ik bij de radio. Maar als jij de uitgeverij in wil, kun je daar een minor bij volgen en stage bij een uitgeverij volgen (of dat is althans verstandig). Maar dat moet je wel zelf doen. De docenten houden je handje niet vast als je naar de open dag voor de masters gaat.

Ik denk dat het er, niet alleen bij universitaire studies, ook gaat (en bij journalistiek: vóóral) om wat je naast je studie doet. Want daarmee bepaal je je richting. En dus of je een fatsoenlijke baan krijgt (als is daar in tijden als deze bijna niet te komen als je de culturele sector in gaat, joepie).

(over wat een fatsoenlijke baan is, ga ik voor het gemak maar niet over twisten)

februari 14th, 2013

Fietsen is leuk

Heb ik eerder gejankt dat fietsen zo ontzettend stohoooom is, zal ik nu even vertellen waarom ik ondanks dat het toch volhoud om dit voertuig te beklimmen en daadwerkelijk te gebruiken. Ja, geloof het of niet, maar sommige dingen zijn ook leuk aan fietsen.

Is de heenweg echt verschrikkelijk: het is vroeg, het waait te hard, ik ben te laat weggegaan, maar kom niet vooruit, er zijn teveel fietsers en die fietsen te langzaam, de verkeerslichten werken tegen, ik heb het ontiegelijk warm, er komen geen leuke liedjes op de shuffledinges van mijn mp3speler – is de terugweg echter (vaak) heerlijk.

Op de terugweg zweef ik, zeker als het donker is. Ik heb energie (’s ochtends ben ik pas vanaf een uur of tien aanspreekbaar), ik heb geen haast en mijn benen trappen als een malle, zonder enige moeite. Mijn wangen zijn koud, op een prettige manier, maar voor de rest is mijn lichaam warm – niet te warm. De shuffledinges van mijn mp3speler speelt alleen leuke, uptempo liedjes. Overal branden lichtjes en stiekem kijk ik bij huizen naar binnen. Het heeft iets gezelligs. Bovendien is het lekker rustig op de weg, dat scheelt ook heel veel. Fietsen is nog gezond ook. En sneller dan de bus. En milieuvriendelijker.

En dat is waarom fietsen leuk is.

(ik beloof dat ik in ieder geval de komende week niet meer over fietsen zal bloggen, want anders vrees ik dat ik mijn blognaam moet veranderen in Laura fietst).

Tags:
februari 12th, 2013

Pre-nostalgia

Ik heb last van een vervelend kwaaltje. Ik ben namelijk op voorhand al nostalgisch. Ik dacht dat ik geweldig origineel was met mijn term ‘pre-nostalgia’, maar ik ging het googlen en: niet dus. Maar oké, vooruit dan maar.

Het is werkelijk waar verschrikkelijk deze kwaal. Want het slaat helemaal nergens op. Ik kan helemaal melancholisch worden als ik bedenk dat ik over anderhalf jaar (waarschijnlijk) niet meer in Oegstgeest woon. Dat mijn stage over een maand afgelopen is. Dat ik met mijn laatste bachelorsemester ben begonnen (boehoeeee) en daarmee ook mijn laatste vak van Literatuurwetenschap (boehoeeeeeee). Dat ik over een paar jaar niet meer elke week naar het Lipsius (het gebouw van de faculteit Geesteswetenschappen) ga.

Maar waarom zou ik daarover nadenken? Ik studeer nog, ik ben jong (oké, niet in vergelijking met twaalfjarige kindjes) en het duurt  wel even, voordat ik echt echt echt for real op mezelf ga wonen (niet in een studentenkamer) en ga werken en superdupervolwassen ga zijn. Ik ben geen negentigjarige vrouw die met een (droevige) glimlach kan terugkijken op een heel leven.

Je kunt het natuurlijk ook anders zien. Goed, studeren doe ik niet heel lang meer, maar daarna ga ik werken en kan ik aan mijn carriere werken. Dat is misschien nog wel leuker! En misschien ga ik over anderhalf jaar wel ergens wonen waar ze nog mooiere, oude huizen hebben dan in Oegstgeest (ik betwijfel het, maar ik blijf hopen). Wie weet woon ik daar dan zelf eens.

Dus stop de pre-nostalgia, nostalgisch zijn doen we wel als we in het bejaardentehuis zitten!

februari 10th, 2013

We hebben allemaal last van hallucinaties

Het was drie over drie ’s nachts. Ik schrok wakker. Shittttttttttttt, ik was in slaap gevallen op mijn stage. Zou ik er nog wel uit komen of waren de deuren op slot? Ik stond op. Ongelooflijk dom van me om in slaap te vallen. Ik liep heen en weer.

Door mijn kamer.

Ik was namelijk bij mijn ouders, niet in de kantoren van het Letterkundig Museum. Het besef kwam en ik ging maar weer liggen.

Zo ergens bij half-slaap krijg je ze: hallucinaties. Je grijpt naar je mobieltje, omdat je zeker weet dat je vriendje je een bepaald whatsappje had gestuurd (is mij overkomen), maar je kan hem helemaal niet vinden. De verwarring neemt toe en dan volgt het besef: het was een droom.

Halfslaap, noem ik het maar even. Net zoals dat gevoel dat je valt, terwijl dat helemaal niet kan, want je ligt gewoon in je bedje. Je zou het kunnen beschrijven met wat Todorov (schrijver/wetenschapper) het fantastische noemde: de twijfel tussen het één of het andere. Was het nou een droom of is het werkelijkheid?

Rare momenten zijn dat altijd. Je gaat bijna twijfelen aan je eigen mentale vermogens (mijn moeder noemde me gek toen ik het inslaapvallenopstageverhaal vertelde, moet zij zeggen!). Maar vrees niet: we hebben er allemaal last van en zijn net zo gek als jij. Oké bijna net zo gek.

(of ben ik stiekem toch de enige die hier last van heeft?)

februari 8th, 2013

Een ode

Een ode aan mijn moeder. Dat moest ik schrijven van Anne. Lekker spontaan dit dus. Een volledige ode zal dit niet worden, want dat wordt veel te persoonlijk voor een blog die iedereen (familie, vrienden, bloggers, vage bekenden en vage onbekenden) leest. Maar ik kan wel een tipje van de sluier oplichten.

Uiteraard is mijn moeder de liefste moeder van de hele wereld. Nee, ik heb niet alle moeders ontmoet, maar dat hoeft ook niet, want dit weet ik zeker. Waag het niet om te zeggen dat jouw moeder dat al is, want dan ken je mijn moeder duidelijk niet goed genoeg.

Mijn moeder doet heel veel (zo niet alles) voor me. Ze is mijn taxichauffeuse (ze zit erover te denken om een bordje met ‘Taxi Bosua’ te bevestigen op haar auto), secretaresse, financieel adviseuse, personal assistent en nog veel meer. Als ik wil zeuren, advies nodig heb of iets leuks wil vertellen (dat overkomt me ook wel eens), dan kan ik haar altijd bellen. Behalve als ze haar mobiel weer eens is vergeten. Maar dat is een detail (en dat is een uitspraak die mijn moeder vaak zegt en ik overgenomen heb).

Mijn moeder is iemand die haar sleutels in de koelkast laat liggen.
Mijn moeder is iemand die midden in de nacht naar Oegstgeest zou rijden als ik verdrietig ben.
Mijn moeder is iemand die altijd boven de maximum snelheid zit als ze auto rijdt.
Mijn moeder is iemand die haar mailtjes naar haar dochter eindigt met xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.
Mijn moeder is iemand die zo hard praat aan de telefoon dat de persoon aan de andere kant van de lijn er doof van raakt.
Mijn moeder is iemand van wie ik hoop dat ze nog heeeeeeeeeeeeeeeeeeel lang bij me blijft.

Mama, ik houd van je.