Mijn huisvlinder

Het was een warme dag. Ik had alles open: het raam, het balkondeur, de bovenste knoop van mijn broek grapje ik droeg een jurkje. Het voelde alsof ik in de sauna was beland. Zwoegend op het één of ander kijken op buzzfeed of iets dergelijks zat ik achter mijn computer. En toen zag ik hem: mijn metgezel.

Ik kijk niet vaak naar mijn plafond (hij is niet zo mooi gewit), maar toen ik dat op een zeldzaam moment wel deed, zag ik daar een vlinder zitten. Een echte, heuse vlinder. Vroeger, ja, vroeger jongens en meisjes, werd de wereld overspoeld door vlinders. Je kon de deur niet uit of er vloog er al eentje tegen je aan. Nu niet meer. Er zijn er steeds minder beweren vlinderexperts. Ik had het zelf ook opgemerkt, slim dat ik ben. Of misschien speel ik gewoon nu minder buiten (maar ik schommel nog steeds!).

Goed, die vlinder dus. Het was zo’n bruin/rode vlinder. Ik geef zelf de voorkeur aan een witte, maar je moet het doen met wat je hebt. Ik ging even onder de koude douche staan (ja, het was zo warm dat ik VRIJWILLIG onder een koude douche ging staan) en hoppa, weg was hij. Hij zat in het hoekje boven mijn bed.
’s Avonds, het koelde af tot een graad of dertig, zat hij er nog. Dikke prima natuurlijk, morgen zou hij wel weer uitvliegen door de geopende ramen.

Niet dus.

Hij heeft minimaal anderhalve week daar gezeten. Ik werd er een beetje bang van: wat als hij dood zou gaan (zo voedzaam is mijn behang niet) en dan op mijn gezicht zou vallen, terwijl ik sliep? Ik word niet graag wakker door een vlinderlijkje. Mijn vriendje kon het niet aanzien en heeft hem weggejaagd (‘NIET DOODMAKEN, NIET DOODMAKEN!’ riep ik, want ik was toch wel aan hem gehecht geraakt).

Ik miste hem wel, moet ik zeggen. Maar toen ik net weer even naar het hoekje van het plafond boven mijn bed keek, zag ik er weer één. Hij was bruinrood en levend als altijd. Er is geen ontkomen aan: ik zal mijn nieuwe huisdier toch moeten omarmen.

Stiekem vloog deze de hele tijd tegen de deur aan, omdat hij eruit wilde en heb ik hem dus laten ontsnappen, maar dat is niet leuk voor het verhaal. Ik heb wel nog een dode libelle bij de balkondeur liggen, maar dat telt niet.

8 Comments to “Mijn huisvlinder”

  1. Een dode libelle? Nou en of dat dat telt, schommelkind.

  2. Ik ben me nu aan het afvragen wat vlinders eten, zodat je hem te eten had kunnen geven.. Wel leuk, zo’n huisvlinder, jammer dat hij weg is nu :(

  3. Ik beschouw onze muizen maar als huisdieren. Dat maakt het wat minder erg dat ze ’s nachts rondjes rennen en gerust voor de tv langslopen als we film aan het kijken zijn.

  4. Aaaaaw, ik vind dat altijd iets moois hebben, zo’n vlinder. Ik beweer van elke vlinder die ook maar een beetje bij me in de buurt komt dat het m’n moeder is en dat voelt dan heel fijn. Stom.

  5. Ook nog iets van het Butterfly Effect gemerkt? ;)

  6. Een vrijwillige vlinder lijkt me beter gezelschap dan een verstopte spin die webben weeft achter de boekenkast en het vertikt om muggen te vangen. Toch blijft het gezellig en kan ik het niet over mijn hart verkrijgen om mijn maatje de deur uit te sturen. Het is heel dapper van je dat je de vlinders vrij hebt kunnen laten, een groter offer kan je ze niet geven =P

  7. Wat een bijzonder verhaal! Ik vind vlinders altijd hele mooie dieren, en ik geloof ook dat ze de zielen zijn van overleden dierbaren :)

Leave a Reply to Daan