Hoe de wereld nóg oppervlakkiger werd

Eerst was er het niet-daten (‘Truusje, je gaat met Flappo trouwen.’). Al snel volgde het echt-daten (‘Zullen we ergens wat gaan drinken?’). Daarna kwam het speeddaten (oh god, ik heb nog drie minuten en ik weet niks meer te vragen) en uiteraard het internetdaten (ik gooi die foto van tien jaar en vijfentwintig kilo geleden er wel op). Nu is er iets nieuws: de vleeskeuring, ook wel Tinder geheten.

Want nog meer oppervlakkigheid in de wereld kunnen we echt wel gebruiken.

Tinder is een app voor je smartphone. Er verschijnt een foto van een man/vrouw (ligt eraan waar je voorkeur naar uit gaat) en als je die persoon niks vindt, dan sleep je de foto naar links en wel leuk vindt naar rechts. Als het wederzijds is, heb je een match en kun je praten.

Uiteraard is het in de club ook een vleeskeuring, maar dat is in ieder geval minder opzichtig en oh ja: gewoon in het echt. Geen foto’s uit een goede hoek of diepzinnige tekstjes als ‘Live your life’. Je kunt elkaar zien, horen en ook heel leuk: aanraken.

Het ergste is misschien nog wel dat er ook mensen met een relatie hierop zitten. Sterker nog, ze zetten foto’s van hen met hun vriend(in) erop of met een kind. We willen allemaal misschien wel eens checken of we nog in de markt liggen, maar lach dan eens een keer vriendelijk naar een man/vrouw in de metro en laat het daarbij.

Dus sorry, ik ben er geen fan van. Een foto zegt misschien meer dan duizend woorden, maar nog steeds niet genoeg.