Liesje (zo heet mijn moeder niet echt, maar laten we het daar maar op houden) ging met haar allerliefste (en enige) dochter naar het boekenfestijn in Ahoy, Rotterdam. Ze had er zin in. Wellicht vond ze dit jaar wél iets van haar lijstje met boeken (nee). Uitgelaten pakte ze een mandje, zwaaide haar dochter gedag die de andere kant op ging en dook in de boekenwereld.
Ze liep langs rijen vol boeken, het ene tafeltje na de andere, totdat ze iets geks merkte. Een vrouw met een rode blouse aan, had ze die net niet al gezien? Nou ja, niet boeiend, het nieuwe boek van Baldacci is interessanter. Liesje pakte boek na boek op, stopte er af en toe één in het mandje (maar geen Baldacci) en keek af en toe om zich heen.
Alsjemenou.
Wéér die vrouw met dat rode blousje. Dat was wel toevallig. Oké, ze deed een test. Liesje liep naar de computerboeken toe (ze wist niet eens hoe Facebook werkte, dus het was een onwaarschijnlijke keuze) en ja hoor, de vrouw ging haar achteraan! Zo zigzagde Liesje langs de boeken, van de sprookjesboeken naar de thrillers, met telkens weer de vrouw met het rode blousje achter zich aan. Ze bekeek de vrouw nog eens goed, maar nee, ze herkende haar nergens van. Was die vrouw lesbisch? Of van de FBI? Wat ze ook was, dit stalken moest maar eens ophouden.
Liesje draaide zich om en deed haar mond al open, toen de vrouw zei: ‘Mevrouw, mag ik u wat vragen? Waar heeft u dat luchtje vandaan, u ruikt zo lekker!’
Perplex bleef Liesje staan en zuchtte toen opgelucht. Geen stalker. Alleen weer de zoveelste liefhebber van haar parfum.*
*Echt gebeurd. Oké, de details heb ik zelf verzonnen, misschien had die vrouw geen rode, maar een blauwe blouse aan. Maar toch.