Studeren op je 19e vs studeren op je 23e

Op mijn 19e begon ik na de middelbare school aan de studie Literatuurwetenschap in Leiden. Voornamelijk vanwege de alliteratie (‘Hoi, ik ben Laura en ik studeer Literatuurwetenschap in Leiden, want ik houd van lezen.’), nou oké vooruit, ook omdat het me een leuke studie leek.
En het was ook een leuke studie. Maar toch is het zoveel anders nu ik 23 (!!!) ben en bezig ben met een pre-master Wijsbegeerte, wat ook uit allemaal bachelorvakken bestaat. Laten we de verschillen eens op een rijtje zetten (‘Kom, laten we het niet doen.’ ‘Houd je mond joh, flapdrol’).

Studeren op je 19e:
– Alles is spannend! De studie (ik begrijp echt niets van dit vak en oh mijn god, ik moet zoveel voor het tentamen weten en oh mijn god, ik moet zoveel papers schrijven en oh oh oh mijn god), de studiegenoten (oh nee, sociaal contact!), de stad (shit, ik ben alweer verdwaald), maar vooral de toekomst (hoe gaat het in godsnaam ooit goed komen?)
– Minstens elke week een paniekaanval, omdat ik er niets van snap.
– Ik voel me zo’n ontzettende loser. Ik word omringd door superduperslimme nerds die alles weten, terwijl ik constant met een vraagteken op mijn voorhoofd rondloop.
– Mensen zeggen: ‘Wat kun je er eigenlijk mee, Literatuurwetenschap?’ ‘De daklozenkrant verkopen.’ ‘Oh nou ja, je hebt nog even.’ (‘Om te switchen’ zeggen ze erna in hun hoofd).
– Al mijn oude klasgenoten doen één of andere vage studie, of het nou Flappendrollenkunde is of Elektrische Flapdrolwetenschap.
– Studeren op je 19e is leuk.

Studeren op je 23e:
– Beginnen aan een studie? Been there, done that. Studiegenoten? Soortgenoten bedoel je. De toekomst? Ehm ja, ik heb in ieder geval iets meer hoop dat het goed gaat komen, maar houd voor de zekerheid maar een baantje bij de McDonald’s voor me vrij.
– Ik denk dat ik het snap. Totdat ik bij het college aankom.
– Ik behoor tot de superduperslimme nerds die alles weten (oké grapje, I wish, maar het vraagteken op mijn voorhoofd is weg).
– Mensen zeggen: ‘Wat kun je er eigenlijk mee, filosofie?’ ‘Ik ga hier niet eens antwoord op geven.’ ‘Nou… Succes dan maar…’
– Al mijn oude klasgenoten zijn afgestudeerd en werken, op de paar losers na zoals ik die uitloop heeft.
– Maar studeren op je 23e is leuker.