Archive for mei, 2016

mei 28th, 2016

Dit is voor iedereen die over mijn s-woord begint (de hele wereld dus)

‘Eh s-woord?’
‘Ja.’
‘Bedoel je je seksleven?’
‘NEE. Scriptie. En nu gaan we dat woord niet meer noemen.’
‘Oké dan…’

Goed, het s-woord dus. Ik heb er wel eerder blogs over geschreven dat mensen er gewoon niet over moeten beginnen, tenzij ze me willen zien huilen of een pak slaag willen. Maar mensen luisteren niet naar mij, ook al heb ik altijd gelijk.

De laatste paar dagen is het alleen nog wat pijnlijker geworden, die vraag. Het plan was namelijk om over een paar weken mijn s-woord af te hebben en dan tegen iedereen te vertellen dat ze me nu ook officieel Master kunnen noemen. Maar dat liep wat anders.

Van tevoren had ik al zo’n vermoeden, maar zo eigenwijs als ik ben, negeerde ik dat gewoon. Normaal gesproken schrijf je je masterscriptie in twee blokken met een vak ernaast of in één blok zonder vak ernaast. Ik zou het doen in één blok met een vak ernaast (waarnaast ik ook werk en nou ja, ik zie mijn vrienden wel eens weet je) vanwege mijn fulltime stage (+ één dag werken) in het vorige blok. Vorige week leverde ik mijn eerste hoofdstuk in en deze week las ik het commentaar en toen dacht ik oh mijn god, hoe ben ik ooit toegelaten op de universiteit: oké, hoe ga ik dit herschrijven en nog twee hoofdstukken schrijven in minder dan drie weken?

Je kunt het antwoord misschien al raden: dat ga ik niet doen. Hoewel mijn scriptiebegeleider wel schijnt te snappen waarom ik toegelaten ben op de universiteit denkt ook hij dat het verstandiger is om wat meer tijd te nemen voor mijn scriptie, omdat ik anders het risico loop dat de tweede lezer zegt dat ik nooit toegelaten zou moeten worden op de universiteit het niet goed genoeg vindt en alsnog uitloop heb en een burn-out en geen familie en vrienden meer, omdat ik die allemaal geslagen en uitgescholden heb.

In de zomer mogen ze bij mijn universiteit geen begeleiding geven, omdat de docenten dan aan hun eigen onderzoek moeten zitten, dus ga ik er wel zoveel mogelijk aan zitten in de zomer en hopelijk daarna in een paar maanden afstuderen. Het is niet leuk, want dit is niet waar ik vanuit ging, maar er zijn ergere dingen. Ik moet toch tot ik dood neerval mijn honderdtachtigste werken, dus wat maken die paar maanden nou uit?

En nu niet meer over beginnen hè, flapdrollen.

mei 17th, 2016

Ik ben geen echt kattenvrouwtje, scusi

IMG_20160419_192411

Dat had je vast wel verwacht toen ik Dikkie in huis nam en al helemaal toen ik verklaarde weer vrijgezel te zijn. Maar helaas:

– De blogjes en foto’s van Dikkie zijn op een hand te tellen. Oké, twee.
– Ik app mijn vriendinnen (van wie bijna niemand zelf een kat heeft en de helft allergisch is, dus ik heb ook niet de juiste vrienden) niet elke dag met: WAT DIKKIE NOU WEER GEDAAN HEEFT. KIJK HOE SCHATTIG ZE IS OP DEZE FOTO.
– Maar toen ik samenwoonde, deed ik dat wel met ex-lover.
– Ik noem mezelf niet ‘het vrouwtje van’.
– Of Dikkie ‘mijn kindje’.
– Ik zeg mijn kat geen gedag als ik wegga. 
– Ik heb maar één kat, niet tien.
– Ik heb Dikkie nog nooit iets van kleding aangetrokken, hoogstens een dekentje over haar heen gelegd.
– Er hangt geen canvasfoto van mijn kat aan de muur.
– Ik praat niet met een hoog stemmetje tegen mijn kat. 
– Over foto’s gesproken: ik plaats niet dagelijks een foto van haar op Instagram. Niet eens wekelijks.
– Ik geef niet mijn halve maandsalaris uit aan kattenspeeltjes.

Valt reuze mee dus.

mei 5th, 2016

Tinder Trouble

Sinds ik vrijgezel ben, heb ik een andere functie gekregen bij mijn (vooral bezette) vrienden. De functie van verhalenverteller. Ze smullen van mijn date-avonturen, gruwelen bij vieze openingszinnen en troosten als ik weer eens een sukkel heb ontmoet.
‘Je moet erover bloggen!’ zei een van hen.

Iets hield me tegen, maar ik weet niet precies wat. Misschien schaamde ik me ervoor. Of wilde ik al die jongens niet te kijk zetten. Maar nu ik op het punt sta om voor de duizendste keer Tinder te verwijderen (en te herinstalleren), zal ik toch een paar observaties doen:

– Mannen vinden het belangrijk om hun lengte te vernoemen. Let wel: alleen als ze bóven de 1.80m zijn.
– ‘Ik zal niet vertellen dat we elkaar op Tinder ontmoet hebben.’ is een bio die vaak voorkomt. Als jij te laf bent om dat te zeggen, dan wil ik je überhaupt niet ontmoeten, gast.
– Foto’s van halfnaakte mannen, mannen op exotische plaatsen en afgeknipte (ex)vriendinnen zijn overvloedig. Maakt geen indruk op me.
– Originaliteit voert geen hoogtij op Tinder. Het lijkt soms net MSN: ‘Hey.’ ‘Hoi.’ ‘Hoe gaat het?’ ‘Goed met jou?’ ‘Met mij ook goed. Nog wat gedaan in het weekend?’ etc.
– Vertrouw het niet als ze maar één foto hebben.
– Het is awkward om bekenden tegen te komen.
– Het is nog awkwarder als je een match met ze hebt.
– Niet iedereen gaat voor een one night stand. Sommige mannen doen zelfs de deur voor je open tijdens een date. Ja ja.
– Superlikes zijn voor sukkels en het zijn ook alleen de sulletjes die ze aan je geven. Helaas.
– Zelf geef ik wel vaak superlikes weg, maar dat is altijd per ongeluk en vaak als ik ze juist naar links wil swipen. Oeps.
– Ik heb ‘bloggen’ in mijn bio staan (nee, niet alleen dat). Soms vragen ze naar mijn blog en geef ik de url. Dat is nog eens een goede manier van marketing kan ik je vertellen en je bereikt zo ook een moeilijke doelgroep #tipvandedag #blogbaas.
– Ze zijn daarna wel bang dat ik over ze ga bloggen.
– Maar ik zou zeggen: doe gewoon leuk en je hoeft je geen zorgen te maken.
– Tenzij we gaan trouwen, dat mag de hele wereld weten.

Oftewel: verwacht voorlopig maar niet een uitnodiging voor mijn bruiloft.