Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.
***
Al twintig jaar was meneer de Haas beheerder van ontroerende zaken. Als iemand het moeilijk had in het dorp, kwamen ze naar zijn winkel op de dijk toe.
‘Ach heden,’ zei meneer de Haas dan. ‘Jij hebt het zwaar te pakken. Hier is een ijsje met spikkels, ook al ben je geen kind meer.’
Soms kwam er iemand die hulp vroeg met onroerend goed.
‘Oei,’ zei meneer de Haas daarop. ‘Dan zit u hier verkeerd.’
Het was een fout die veel werd gemaakt.
Vaak vulden zijn ogen zich met tranen als hij na sluitingstijd de winkel goed doorkeek. Een toevallige voorbijganger zag het wel eens en dacht ontroerd dat meneer de Haas wel elke dag ontroerd moest zijn door dat omringen van ontroerende zaken. Maar dit waren geen tranen van klein geluk, dit was van groot verdriet. Een ontluikende narcis aan de rand van de vijver, de schaterlach van een kind of de eerste keer dat je een mooi liedje hoort, het deed hem niets meer. Elke dag zag hij het aan, maar zelfs de blije klanten deden hem niets meer. Hij voelde zich leeg van binnen. Het donker kwam pas na sluitingstijd, wanneer niemand meer om zijn hulp vroeg en hij stilletjes in zijn huis bij de haard zat. Alleen.
Laatste reacties