Archive for januari, 2018

januari 22nd, 2018

Hallo, wie heb ik (niet) aan de lijn?

Opeens kon je iets op Whatsapp doen wat natuurlijk helemaal niet de bedoeling was: daadwerkelijk praten. We hielden juist zo standvastig vast aan de getypte woorden, waarin je de nuance niet kon lezen en je geheid ruzie kreeg, maar onze stembanden gebruiken, ho maar. Dat was zo ouderwets. Dat deden onze ouders nog, kun je nagaan.

Maar toen kwam de voice message.
‘Jeetje,’ dachten we. ‘Dat typen is toch best onhandig. We maken best vaak fouten (ik zeg bijvoorbeeld altijd ‘njet’ in plaats van ‘niet’ en dat is niet, omdat ik er zo Russisch uit zie met veel make-up op), het duurt oneindig lang en ain’t nobody got time for that.’
Dus begonnen we onze berichten in te spreken. Wat we van de laatste aflevering van Boer zoekt Vrouw vonden, dat er een leuke jongen in de trein zat, wat we gingen eten die avond.

Eerst alleen in de veiligheid van ons eigen huis. Hoogstens de kat hoorde je praten en dacht: huh, heeft die vrienden of is ze weer tegen zichzelf aan het lullen? Maar daarna ook al lopend naar het station, ’s avonds, als er weinig mensen op straat waren. En oké, op een gegeven moment zelfs in de trein waar die leuke jongen zat. Schaamte bestond niet meer voor ons.

En zo bewogen we ons voortaan over de wereld. Pratend in onze telefoons tegen onze vrienden. Net als vroeger.

januari 16th, 2018

Typerdetyp

Laatst was ik in een sneakerwinkel. Dat is heel bijzonder, want ik kom nooit in zo’n winkel. Mijn stijl is namelijk niet sportief of stoer en ik draag nooit sneakers, laat staan dure. Maar ik had last van mijn knie en van mijn fysio moest ik schoenen met demping voor tijdens Taiwan. Ik had toevallig eens een keer geld. Het was overigens nog heel lastig om sneakers te vinden zonder metersdikke zolen (ik vind dat zo lelijk #sorrynotsorry), maar het is me gelukt.

Ze waren alleen te groot. Ja mensen, maat 36 en ze waren te groot. Maat 35 is een kindermaat, dus die hadden ze niet. Het is allemaal gefixt met een zooltje, alleen hadden ze geen nieuwe schoenen in maat 36, dus die moesten besteld worden.

‘Wil je hier je adres intypen?’ vroeg de sneakerjongen.
Ik typte het adres in. Het bleef lange tijd stil.
‘Wooooooow,’ zei de sneakerjongen. ‘Wat kan jij snel typen!’
Ik glimlachte en knikte van ja, ja, dat klopt op zich wel.
‘Nee, maar echt!’
Ik deed stoer en vertelde dat ik normaal nog sneller typte, omdat ik dit toetsenbord niet gewend was.
‘Nou, ik kan hier uren naar kijken,’ zei de sneakerjongen. ‘Ik raak gewoon in trance, ik word helemaal zen.’
Ik knikte nog maar van ja, ja, maar vond het toch wel ongemakkelijk worden. Snel rekende ik af.

Eenmaal buiten besefte ik pas dat dit misschien zijn heel rare manier van flirten was.

januari 6th, 2018

Laura’s liefdesletteren: opa’s

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.

***

Opa’s zijn van een andere wereld. Ze weten niet wat mobieltjes zijn, maar wel hoe de bomen in het bos heten. Ze hebben grote handen die ze soms op je hoofd leggen. Ze weten wat ze moeten zeggen als je valt. Soms brommen ze naar oma’s, maar ze geven ook stiekem knipogen als ze niet kijkt. Ze zijn stil bij dat ene liedje op de radio en dan zie je het verleden in hun ogen.

Opa’s verjagen de monsters onder het bed. Ze kijken naar sport op tv, maar zeggen er niets van als je er doorheen praat. Opa’s geven je snoepjes ‘en niet tegen mama zeggen hè’. Ze stoppen je een euro toe voor je rapport, ook al sta je onvoldoende voor rekenen. Ze tillen je op en draaien net zo lang totdat je duizelig wordt en ze even bij moeten komen in hun stoel. Opa’s zeggen dat ze voor altijd bij je blijven en dat ze wel honderd jaar oud worden, als het niet duizend is. Ze willen met je trouwen en laten nooit je hand los. Opa’s liegen niet.

Je merkt pas op hoeveel het over opa’s gaat in de wereld als ze er niet meer zijn.

januari 2nd, 2018

Zuur over kool

Kijk, zo van een afstand gezien lijken mijn ouders leuke mensen. Ze lachen, ze zeggen je vriendelijk gedag en ze slaan hun kinderen niet. Maar binnenshuis was het op een gegeven moment niet meer uit te houden. Eerst moet ik coltruien aan, daarna kreeg ik een gênant vlaggetje op mijn fiets en vervolgens besmeurde mijn moeder me met haar lippenstift. Wat een mens toch moet doorstaan.

Maar ik hield mezelf moedig staande. Als nog kleinere Laura dacht ik: ooit kan ik dit gebruiken voor mijn blog. Ik kan hier alleen maar sterker uit komen. Dus ik ging door met mijn leven, basisschool, middelbare school, eerste twee jaar van mijn studie, je weet toch. Ondertussen bleven mijn ouders me Laura’tje noemen, terwijl ik toch al Heel Volwassen was. Ik deed alsof ik het niet hoorde. Maar toen kwam het moment dat ze te ver gingen.

Wekelijks had ik al gekookte aardappelen moeten eten.
‘Is goed voor je,’ zeiden mijn ouders tegen me.
Nou, ik heb het gemerkt met mijn 1 meter 55.
Soms moest ik zelfs krootjes (dat is Rotterdams voor rode bieten) eten. Probeer dat maar eens niet uit te spugen. Maar het allerergste was de winter.

‘Wat gaan we eten vandaag?’ vroeg ik die ene beslissende dag.
‘Zuurkool,’ was het antwoord.
Mijn wereld stortte in. Al jarenlang moest ik elke winter zuurkool eten. Van die viezige draadjes. Vermengd met gestampte aardappelen. Kon het nog erger? Ik besloot het niet af te wachten.
‘IK GA UIT HUIS!’ riep ik.
Mijn ouders lieten een zucht van opluchting los.

Sindsdien heb ik nooit meer gekookte aardappelen gegeten, laat staan zuurkool. En is het leven weer mooi.