Nadat ik naar het Waanzin festival was geweest (en mocht livebloggen!!!), had ik de smaak van de culturele festivals wel te pakken. Dus hop, ik schreef me in als vrijwilliger voor de Nacht van de Poëzie in Tivoli, Utrecht en was er helemaal klaar voor.
Alleen… ik kon daar eenmaal aangekomen de envelop met mijn naam niet vinden.
‘Oh, hier is ‘ie!’ zei een meisje aan wie ik me helemaal niet had voorgesteld.
Verbijsterd keek ik haar aan. Ze legde uit dat ze mijn blog kende en een enorm fan was (dat laatste weet ik niet meer zeker, maar zal ongetwijfeld zo zijn, want nou ja, duh). Jenneke heette ze. Ik herkende haar naam van reacties, want je hebt alles aan je fans te danken, dus zorg dat je weet wie ze zijn. Het enige vervelende is: je komt ze o-ver-al tegen. Ik wilde gewoon een rustig avondje zonder al die heisa. Maar nee hoor, ze weten me altijd te vinden. Gelukkig stond Jenneke op een andere shift ingedeeld en kon ik rustig programmaboekjes uit gaan delen bij de ingang.
Je raadt het al. Ik kwam Karlijn wéér tegen. Helaas ben ik heel erg professioneel en moest ik dus wel aardig tegen haar doen, maar het begint nu echt wel vervelend te worden. Ook zag ik Mariska en haar vriend, maar die wisten me om te kopen door te beloven dat ik altijd hun katten mocht aaien.
Het hield niet op. Ik kwam mijn lerares Nederlands tegen (op de een of andere manier zijn er overal waar je bent mensen uit de Hoeksche Waard en zoveel mensen wonen daar nou ook weer niet), een oud-collega van mijn stage bij de uitgeverij en iemand van theatersport. Geen moment rust heb ik gehad.
Gelukkig kon ik tussendoor nog Judith Herzberg, Ted van Lieshout, Willeke Alberti (jawel) en the Tallest Man on Earth bekijken. Eenmaal in de Grote Zaal met het donkere licht kon ik me gelukkig verschuilen in de anonimiteit.
(oftewel: ik heb een superleuke avond gehad, veel fijne mensen gesproken en mooie poëzie opgesnoven. Utrecht blijkt toch ook gewoon een dorp te zijn)
Laatste reacties