Bloggen is dood, lang leve de blog!

Bloggen is dood, bloggen is dood, bloggen is dood, dat zie je af en toe zo voorbij komen. En ik WEIGER het te accepteren.

Want voor mij is bloggen helemaal nog springlevend. Ik blog een keer in de week (of nou ja, dat probeer ik) en elke dag bekijk ik Bloglovin’ (nog zo’n concept wat niemand nog lijkt te gebruiken) om leuke blogs te lezen. Soms vind ik in de reacties van die blogs weer een gloednieuwe blog (voor mij dan) met een leuke schrijfstijl en interessante onderwerpen die ik van begin tot eind kan lezen. Ik voel me dan wel een beetje creepy als ik ALLE blogs lees, van 2014 tot nu, maar hé, beter dan op straat hangen toch?

Want het blijft leuk. Lezen wat andere mensen meemaken, voelen, denken. Natuurlijk is de blogwereld niet hetzelfde als vroeger, toen er blogs te over waren en we continu met elkaar afspraken en op elkaar reageerden, maar dat hoeft toch ook niet? Hoewel ik ook echt wel eens een vlog kijk, kan dat blogs nooit vervangen. Want ik hou nu eenmaal van lezen. En eerlijk is eerlijk: blogs zijn vaak interessanter dan vlogs…

Dus nee, bloggers, zo snel komen jullie niet van me af. Ik blijf jullie gewoon consequent lezen. En jullie mij hopelijk ook.

Work it!


Interpretaties tijdens de workshop poëzie bij het gedicht ‘Moeder’ van Ester Naomi Perquin

Soms lopen dingen anders. Je schrijft je in 2019 in bij de KvK als tekstschrijver, doet er niets mee en besluit een jaar later om aan je collega’s een workshop online improvisatie te geven. En nog één. En nog één. Je vindt het spannend, want nooit gedaan, maar ook verrassend leuk en: het gaat goed! Het blijkt superleuk om oefeningen en scènes te bedenken en die uitgevoerd te zien worden. Dat smaakt naar meer.

En dan word je getagd in een Facebookgroep, een opdracht om een online workshop poëzie te geven. Waarom ook niet? Je schrijft een opzet, verliest je in allerlei gedichten en opties en mag de workshop geven. Het blijkt superleuk, er komen vragen en perspectieven die je niet had verwacht (maar fijn zijn om te horen) en de mensen stellen zich open. Dat smaakt naar meer.

Dus wat doe je dan? Je maakt een website waarin je zowel je diensten als tekstschrijver als je diensten als (online) workshopgever (weet iemand een beter woord?) op kwijt kan.

En nu? Nu ben ik op zoek naar opdrachten (naast mijn werk bij Tover)! Naast schrijven in allerlei vormen zou ik graag meer workshops willen geven, dus mocht jouw werk/(vrienden)groep/je ne sais pas ervoor open staan, let me know. Ik zit er ook over te denken om online workshops improvisatie te geven waarbij iedereen kan aanhaken, dus mocht je dat leuk lijken, dan hoor ik dat ook graag. En natuurlijk zijn tips/feedback altijd fijn! Je mag me altijd mailen op laurabosua[a]gmail.com of neem een kijkje op mijn website.

[einde promotiepraatje Laura]

Laura’s liefdesletteren: gaten in het plafond

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.

***

Er zitten gaten in het plafond van de tandarts. Ik weet niet waarom. Terwijl de tandarts mijn mond controleert en er af en toe een metalen voorwerp in steekt, stelt hij de gebruikelijke vragen.
“Hoe gaat het met je studie?”
Ik denk niet dat hij weet wat ik studeer.
“Woon je al op kamers?”
Nee.
“Hoe gaat het met je vriend?”
Die vraag is nieuw. Ik doe mijn mond dicht. Hij kijkt me verbaasd aan. Dan zie ik het besef in zijn ogen. Ik doe mijn mond weer open.

“Heb je een bijbaantje?”
Wanneer ik met mijn hoofd schud, raakt hij met een tangetje mijn tandvlees aan. Het bloedt.
“Niet met je hoofd bewegen”, zegt hij.
“Geen vragen stellen als je met gevaarlijke voorwerpen in mijn mond zit”, wil ik zeggen, maar de tandartsassistente blaast mijn slijm weg, dus dat gaat niet.
“Geen gaatjes.”
Hij schudt mijn hand en ik schud mijn hoofd. Tandartsen zijn ongevoelig.

That’s life

Hoe staat het ermee? Nou, zo ongeveer:

– Ik besefte dat ik normaal altijd een blog maak over mijn vakanties/weekendjes weg, maar dat heb ik bij de laatste eigenlijk helemaal niet gedaan. In maart ging ik een paar dagen met Mathijs naar een hotel in de Achterhoek. Even ergens anders, even uitrusten dacht ik. Maar ik had er even niet bij stilgestaan dat zo’n weekendje weg heel anders in coronatijd. Je kan niet spontaan een winkel in (toen nog niet, nu weer wel) of ergens lunchen: spontaniteit bestaat niet. En dan die prikkels: dat ben ik helemaal niet gewend. Mijn leven bevindt zich vooral in Utrecht en dan vooral in mijn eigen wijk. Ik ben het niet meer gewend om drie dagen alleen maar dingen te zien die ik niet ken. Dus uitgerust? Niet bepaald. Maar voor de rest natuurlijk wel #blessed dat het even kon!
– Over het samenwonen konden jullie natuurlijk al lezen.
– Ik wist wel dat ik diep van binnen een oma was, maar dat komt nu helemaal tot uiting. Iedere dag sta ik even in de tuin te kijken naar mijn plantjes en ik ga dus ook liever tuinieren dan in de zon liggen. Ik ben zelfs aan het puzzelen geslagen (en ook weer mee gestopt, want te ongeduldig). Alleen jammer dat ik ondanks mijn oma-zijn toch nog geen vaccinatie heb gekregen.
– Geen 10 redenen waarom de lente leuk is-blog van mij, maar ik word wel meteen blijer van de zon die vaker tevoorschijn komt.
– Ik heb een nieuwe vaardigheid ontwikkeld: het geven van online workshops. Vooral in improvisatie (als in toneelspelen), maar binnenkort geef ik ook een workshop waarin ik een gedicht analyseer met een groep. Later meer hierover!
– Naast de online workshops ben ik ook bezig met een toneelproject met Daniëlle. En ja, sorry, ook hierover later meer.

Zo, nu zijn jullie weer helemaal op de hoogte. Dan ga ik weer verder in de tuin.