Let’s go to the movies

https://www.instagram.com/p/BNHdXjsASqb/
Het is me eerder overkomen, toen in Cinerama.

Het was een zondag, kwart voor vijf en het weer was mooi, nog niet zo lang geleden. Ein-de-lijk waren de bioscopen weer open en daar wilde ik met mijn Cinevillepas gretig gebruik van maken.
‘Fijn dat je er bent!’ zeiden de medewerkers die klaar stonden voor de bioscoopzaal.
Ik was nog nooit zo hartelijk onthaald en keek hen een beetje vragend aan.
‘Je bent de enige vandaag.’
Mijn droom kwam uit (hoewel het wel zielig is voor de bioscoop): ik ging een film kijken in de grote zaal van het Hartlooper: helemaal alleen. Geen pratende mensen, geen etende mensen, geen mensen voor, naast, boven of onder me, just me, myself and I.

Nu zijn er misschien mensen die zeggen: wat, ga je helemaal alleen naar de bios? Sommige mensen vinden dat raar. Ik vind die mensen raar. Ik kan het iedereen aanraden. Je hoeft met niemand te praten, je kan zo snel weggaan als je wil en naar de bioscoop gaan is toch niet echt een sociale activiteit (niet iedereen denkt hier hetzelfde over, gezien het gepraat van sommige mensen tijdens de film). Na de film blijf je nog even in het gevoel hangen in plaats van dat je moet bespreken hoe het was.

‘Ja, maar iedereen kijkt dan naar me en vind me zielig.’
Nee, lezer, nee. Het kan niemand een fuck schelen dat jij daar bent in je eentje, want ze zijn meer met zichzelf bezig. Bovendien is het helemaal niet raar, want zeker in filmhuizen zijn er wel vaker mensen alleen. En als je een Cinevillepas hebt, kun je niet altijd mensen vinden om mee te gaan, omdat je zo vaak gaat. Waarom zou je je laten tegenhouden door het gebrek aan gezelschap? Ga gewoon alleen!

En dan heb je misschien ooit ook het geluk wat ik heb. Een volledig lege bioscoopzaal.

Een verslag van de eerste week samenwonen

https://www.instagram.com/p/CPgjI_alRgZ/

Precies een week geleden gingen Mathijs en ik samenwonen. Dat begon natuurlijk met zijn verhuizing en hoewel ik al eerder heb gezegd ‘doe het niet’, ging het niet anders. Nog een extra tip: ga NOOIT verhuizen als je op de vierde verdieping zonder lift woont. Doe het jezelf en je omgeving niet aan. Of nou ja, eigenlijk gaat daar nog een tip aan vooraf: ga NOOIT op de vierde verdieping zonder lift wonen, want daar ondervind je elke dag weer de nadelen van.

Want die trappen naar zijn vorige huis, jongens, die hebben veel slachtoffers gemaakt. Het verhuiscomité bestond uit Mathijs, zijn moeder, zijn huisgenoot en ik. Zijn moeder was al uitgeschakeld en werd dus verantwoordelijk gemaakt voor het inruimen van de bus. Als eerste werd ik slachtoffer: dat mijn knie wel eens bij de trap omhoog vervelend doet, wist ik al, maar toen dat ook naar beneden pijn begon te doen, moest ik afhaken. Het derde slachtoffer was de huisgenoot die last van zijn schouder kreeg. Alleen Mathijs hield nog moedig stand.

Nog een tip, ja, het zijn er veel vandaag: ga ook niet verhuizen als het warm is.

Nou tel daar nog een uur wachten in de rij voor de stort bij op en je denkt: we blijven voor altijd in dit huis wonen. Maar aangezien ik gemiddeld elke twee jaar verhuis, zullen we volgend jaar vast weer dezelfde hel moeten doormaken.

Maar goed, de eerste week. Ik zet het even op een rijtje:

– Je zou denken dat als je al een keer eerder samengewoond hebt je enorm ervaren bent. Maar schijnbaar is het heel anders om samen te wonen als jij al in het huis woont in plaats van dat je samen naar een ander huis gaat. Voordeel van nu: het is maar een halve verhuizing en het voelt al als thuis, dus minder stress. Nadeel van nu: je moet twee keer verhuizen.
– Daarover gesproken: ik had natuurlijk wel eerder samengewoond, maar daarna ook weer zes jaar in mijn eentje. Het adagium ‘samen spelen, samen delen’ van vroeger is opeens weer relevant. En ja, heb je haar weer met haar introvert-zijn, maar ja, ik ben dat dus en Mathijs niet. En als je al zes jaar alleen woont en er opeens iemand bij je woont die soms best veel en hard praat, dan is dat even wennen…
– ‘Oh nee hoor, ik heb niet zoveel spullen,’ zei Mathijs. MATHIJS IS EEN LEUGENAAR.
– Ik ben erachter gekomen dat ik niet goed kan werken of leven of ademen als mijn ons hele huis vol dozen staat.
– En als iemand anders de kasten opnieuw gaat indelen, kun je niets vinden.
– Ik dacht dat je pas veel moest wassen als je kinderen krijgt, maar ik heb nu al tachtigduizend wassen gedraaid.
– Laat ik ook maar eindigen met positieve dingen. Ik hoef niet meer de keuken schoon te maken, vuilniszakken weg te brengen en zware dingen te tillen. Om over het hebben van een persoonlijke chef in huis nog niet eens te spreken!
– Het is fijn om samen iets op te bouwen, om het ons huis te kunnen noemen en om allebei onze namen bij de bel te hebben.
– We hoeven niet meer in de agenda’s te kijken wanneer we kunnen afspreken.
– Waarschuwing: klef. Ik word elke dag wakker naast de leukste jongen evah.
– En dan nog eentje extra: hopelijk komt er binnen een paar maanden een kat bij!

Dus al met al bevalt het me. Gelukkig maar, want om nou weer te moeten verhuizen…