Molly de sloper

https://www.instagram.com/p/CWxvE8hocku/?utm_medium=copy_link

“Ze is heel rustig,’ zeiden de vorige eigenaren.” We besloten dan ook voor deze kat te gaan: schuwer dan haar zusje, maar daarom had ze ook juist meer liefde en geduld nodig. We noemden haar Molly.

En Molly was inderdaad schuw. In de avond dat we haar thuis brachten, kwam ze haar reismandje niet uit. Maar ’s nachts ging ze op onderzoek uit. Door middel van een camera (echt, huisdiereigenaren, koop dat, het is zo leuk om te zien) kon ik zien dat ze wat at, wat rondliep en jawel, zelfs speelde. We waren heel trots op onze dappere kat.

In de dagen erna verstopte ze zich vaak. Onder de boekenkast, in de tv-kast of achter de vaatwasser. Al die enge geluiden, buren die verbouwen en dan die twee grote rare wezens die de hele tijd rondlopen en op hoge toon tegen je praten. Doodeng. Maar soms kwam ze tevoorschijn. En speelde ze met de hengel. Of keek wat je aan het doen was op de laptop. Elke dag een stapje erbij.

En nu, anderhalve week later? Ze verstopt zich nog steeds als de waterkoker aangaat, maar komt ook veel sneller weer tevoorschijn. Overdag verdeelt ze haar aandacht tussen de vier stoelen aan tafel, dan weer duttend op de een, dan weer duttend op de ander. Ze laat het toe dat we haar aaien over haar kopje, geniet er zelfs van.

En ’s nachts? Dan gaat ze los. Geen papiertje is veilig, overal wordt mee gespeeld. Rommel laten slingeren is er niet meer bij, wat nogal lastig is voor twee chaoten. We noemen haar wel eens Molly de sloper of Molly de sloopkogel. En Molly is achteraf gezien goed bedacht: ze molt alles.

Maar dat geeft niet. Want ze is heel lief en zacht en schattig. En in een huis vol liefde zonder dominante katten die haar het leven zuur maken. Hier is ze thuis.

Nieuwe dromen

https://www.instagram.com/p/BtRUAe_lwJI/

Af en toe droom ik nog steeds van haar. Ze ontsnapt dan altijd: van een feestje, van een huis dat ik niet ken of uit mijn armen. Maar als ik wakker word, ben ik niet bang. Ik kijk uit naar deze dromen, want dan is ze weer even bij me. Ook al gaat dat in het echt nooit meer gebeuren. Ook al noem ik haar nu mijn vorige kat.

Het afscheid van Dikkie was een opluchting, omdat ik wist dat het beter was voor haar. Maar ik heb nog lang bij elk geluid gedacht dat ze er nog was. Ik ging op katten passen om in ieder geval in de buurt te komen. Maar op een kat passen is niet hetzelfde als wakker worden met een poes op het kussen naast je of die op je staat te wachten bij de deur wanneer je thuiskomt. Updates naar baasjes sturen is niet hetzelfde als duizend foto’s maken van je eigen kat. Het komt niet in de buurt, op hoeveel katten ik ook pas.

Ik bleef nog een tijd in het kleine huis wonen. Er kwam een liefde, eentje die ook van katten hield en voor de verandering niet allergisch was. Er kwam een ander huis, een grotere. Eentje waar je met zijn tweeën kunt wonen en met een kat.

Eerst hij. Even wennen, even settelen, even wachten. Eerst een vakantie en dan gaan zoeken. En wie zoekt, vindt.

En nu zij. Alle katten zijn anders, maar het helpt wel als de ene niet dezelfde kleur vacht heeft als de ander. Als de ogen anders zijn. Het karakter waarschijnlijk ook. Zal ik deze net zo lief vinden als Dikkie? Vast wel. Maar ik zal Dikkie nooit vergeten.