Een verslag van de eerste week samenwonen

https://www.instagram.com/p/CPgjI_alRgZ/

Precies een week geleden gingen Mathijs en ik samenwonen. Dat begon natuurlijk met zijn verhuizing en hoewel ik al eerder heb gezegd ‘doe het niet’, ging het niet anders. Nog een extra tip: ga NOOIT verhuizen als je op de vierde verdieping zonder lift woont. Doe het jezelf en je omgeving niet aan. Of nou ja, eigenlijk gaat daar nog een tip aan vooraf: ga NOOIT op de vierde verdieping zonder lift wonen, want daar ondervind je elke dag weer de nadelen van.

Want die trappen naar zijn vorige huis, jongens, die hebben veel slachtoffers gemaakt. Het verhuiscomité bestond uit Mathijs, zijn moeder, zijn huisgenoot en ik. Zijn moeder was al uitgeschakeld en werd dus verantwoordelijk gemaakt voor het inruimen van de bus. Als eerste werd ik slachtoffer: dat mijn knie wel eens bij de trap omhoog vervelend doet, wist ik al, maar toen dat ook naar beneden pijn begon te doen, moest ik afhaken. Het derde slachtoffer was de huisgenoot die last van zijn schouder kreeg. Alleen Mathijs hield nog moedig stand.

Nog een tip, ja, het zijn er veel vandaag: ga ook niet verhuizen als het warm is.

Nou tel daar nog een uur wachten in de rij voor de stort bij op en je denkt: we blijven voor altijd in dit huis wonen. Maar aangezien ik gemiddeld elke twee jaar verhuis, zullen we volgend jaar vast weer dezelfde hel moeten doormaken.

Maar goed, de eerste week. Ik zet het even op een rijtje:

– Je zou denken dat als je al een keer eerder samengewoond hebt je enorm ervaren bent. Maar schijnbaar is het heel anders om samen te wonen als jij al in het huis woont in plaats van dat je samen naar een ander huis gaat. Voordeel van nu: het is maar een halve verhuizing en het voelt al als thuis, dus minder stress. Nadeel van nu: je moet twee keer verhuizen.
– Daarover gesproken: ik had natuurlijk wel eerder samengewoond, maar daarna ook weer zes jaar in mijn eentje. Het adagium ‘samen spelen, samen delen’ van vroeger is opeens weer relevant. En ja, heb je haar weer met haar introvert-zijn, maar ja, ik ben dat dus en Mathijs niet. En als je al zes jaar alleen woont en er opeens iemand bij je woont die soms best veel en hard praat, dan is dat even wennen…
– ‘Oh nee hoor, ik heb niet zoveel spullen,’ zei Mathijs. MATHIJS IS EEN LEUGENAAR.
– Ik ben erachter gekomen dat ik niet goed kan werken of leven of ademen als mijn ons hele huis vol dozen staat.
– En als iemand anders de kasten opnieuw gaat indelen, kun je niets vinden.
– Ik dacht dat je pas veel moest wassen als je kinderen krijgt, maar ik heb nu al tachtigduizend wassen gedraaid.
– Laat ik ook maar eindigen met positieve dingen. Ik hoef niet meer de keuken schoon te maken, vuilniszakken weg te brengen en zware dingen te tillen. Om over het hebben van een persoonlijke chef in huis nog niet eens te spreken!
– Het is fijn om samen iets op te bouwen, om het ons huis te kunnen noemen en om allebei onze namen bij de bel te hebben.
– We hoeven niet meer in de agenda’s te kijken wanneer we kunnen afspreken.
– Waarschuwing: klef. Ik word elke dag wakker naast de leukste jongen evah.
– En dan nog eentje extra: hopelijk komt er binnen een paar maanden een kat bij!

Dus al met al bevalt het me. Gelukkig maar, want om nou weer te moeten verhuizen…

That’s life

Hoe staat het ermee? Nou, zo ongeveer:

– Ik besefte dat ik normaal altijd een blog maak over mijn vakanties/weekendjes weg, maar dat heb ik bij de laatste eigenlijk helemaal niet gedaan. In maart ging ik een paar dagen met Mathijs naar een hotel in de Achterhoek. Even ergens anders, even uitrusten dacht ik. Maar ik had er even niet bij stilgestaan dat zo’n weekendje weg heel anders in coronatijd. Je kan niet spontaan een winkel in (toen nog niet, nu weer wel) of ergens lunchen: spontaniteit bestaat niet. En dan die prikkels: dat ben ik helemaal niet gewend. Mijn leven bevindt zich vooral in Utrecht en dan vooral in mijn eigen wijk. Ik ben het niet meer gewend om drie dagen alleen maar dingen te zien die ik niet ken. Dus uitgerust? Niet bepaald. Maar voor de rest natuurlijk wel #blessed dat het even kon!
– Over het samenwonen konden jullie natuurlijk al lezen.
– Ik wist wel dat ik diep van binnen een oma was, maar dat komt nu helemaal tot uiting. Iedere dag sta ik even in de tuin te kijken naar mijn plantjes en ik ga dus ook liever tuinieren dan in de zon liggen. Ik ben zelfs aan het puzzelen geslagen (en ook weer mee gestopt, want te ongeduldig). Alleen jammer dat ik ondanks mijn oma-zijn toch nog geen vaccinatie heb gekregen.
– Geen 10 redenen waarom de lente leuk is-blog van mij, maar ik word wel meteen blijer van de zon die vaker tevoorschijn komt.
– Ik heb een nieuwe vaardigheid ontwikkeld: het geven van online workshops. Vooral in improvisatie (als in toneelspelen), maar binnenkort geef ik ook een workshop waarin ik een gedicht analyseer met een groep. Later meer hierover!
– Naast de online workshops ben ik ook bezig met een toneelproject met Daniëlle. En ja, sorry, ook hierover later meer.

Zo, nu zijn jullie weer helemaal op de hoogte. Dan ga ik weer verder in de tuin.

Our house, in the middle of the street

Je hebt een relatie en je wil wat: samenwonen. Maar dat is nog zo makkelijk niet. Want je hebt een relatie met iemand die heel veel doet, waaronder muziek maken en laat dat nou net niet gaan in je woning. Iets met geen ruimte en vooral veel gehorigheid. Dus moet je lover een muziekstudio zoeken. In Utrecht of omgeving. Voor een redelijke prijs.

Dat is dus ongeveer net zo moeilijk, zo niet moeilijker, als een huis vinden voor een redelijke prijs in Utrecht.

Ik moet toegeven, ik ben ongeduldig aangelegd en was op een gegeven moment de hoop verloren. Zelfs Mathijs, de rasoptimist, begon het op een gegeven moment somber in te zien. Als het zo doorging, zouden we pas in 2030 samenwonen, zo ongeveer tegelijkertijd met het eindigen van de coronacrisis dus. Maar toen gebeurde er een wonder.

Want het is hem gelukt. Een muziekstudio. Voor een redelijke prijs. In Utrecht. En ik zal het nog gekker maken: in de wijk naast de onze, dus hij kan er zelfs lopend naar toe.

1 juni gaat het gebeuren. Dan is er opeens iemand die altijd het keukenkastje open laat staan en vergeet zijn schoenen uit te doen in huis, maar ook iemand die me wakker maakt met een kus en voor me kookt. Dan zijn we samen. In ons huis, in het midden van de straat.

I need a little alone time

Het is je vast niet ontgaan, maar ik ben dus een introvert. Dat betekent niet dat ik niet sociaal ben (waarom schijnen mensen altijd te denken dat introverten geen vrienden hebben?) of nooit buiten kom, maar wel dat ik oplaad door alleen te zijn.

Nu wil het toeval dat ik een extraverte vriend heb. Dat was even wennen, want ik kom uit een familie vol introverten (mijn vriend vindt het soms lastig dat het zo vaak stil is tijdens het eten in het ouderlijk huis, maar voor ons is dat heel normaal) en er zit geen enkele echte extravert tussen mijn vrienden. Ik moest wennen aan zijn soms luide en vele gepraat en hij moest wennen aan… mijn tijd alleen.

Want soms heb ik rust nodig. Als ik dagen achter elkaar ’s avonds iets sociaals heb, dan wordt het te veel. Ik wil even geen mensen, gewoon alleen ikzelf en Meredith (ja, ik ben nog steeds bezig met Grey’s Anatomy). En hoewel Mathijs echt niet zo vermoeiend is, kan niets op tegen die tijd alleen.

Eerst vond hij dat nog lastig, want wist ik wel zeker dat het niet aan hem lag? Vond ik hem nog wel leuk? Ja, of course!

Nu hebben we een goede oplossing gevonden en wel in een liedje van Rufus Wainwright. Elke keer als ik alleen wil zijn, dan zing ik gewoon: ‘I need a little alone time.’ En Mathijs, die begrijpt me.

Twee

Rond deze tijd komen altijd alle terugblikblogs en dat zette me aan het denken: want ondanks deze coronatijd zijn er toch twee Grote Dingen gebeurd in mijn leven dit jaar.

1. Ik kreeg een nieuwe baan
Anderhalf jaar lang drie uur reistijd per werkdag begint je op een gegeven moment op te breken. Bovendien was ik op zoek naar meer zingeving in mijn werk en dat kreeg ik. Mijn reistijd is nu een kwartier fietsen (of nou ja, niet nu, want ik ga niet naar kantoor, maar theoretisch gezien dan) en het kantoor zit bovendien in de binnenstad van Utrecht. Het werk is nooit saai, ik leer steeds bij en ik heb de leukste collega’s ooit (de leukste collega vind ik toch wel Mathijs, die ik heb binnengesleept als freelancer). Deze valt in de categorie Heel Goede Beslissing.

2. Ik kreeg een nieuw huis
Nou oké, deze valt ook in de categorie Heel Goede Beslissing en is ook een Groot Ding. Een intelligente lockdown in een studio van 28 vierkante meter is niet per se aan te raden. Ik had ruimte nodig en vooral een afgesloten slaapkamer. En dat kreeg ik. In een mooie wijk, dichterbij het station en het centrum en met een Tuin (ja, die mag ook met een hoofdletter). Er komt nog een blog over, maar ik heb er ook een nieuwe hobby bij: tuinieren.

Dat was 2020. Maar gaan er in 2021 ook Grote Dingen gebeuren? Jawel, ook weer twee (van wat ik nu kan voorzien natuurlijk).

1. Ik ga samenwonen met Mathijs
Ja, je bent verliefd en je wil wat. Wanneer we precies gaan samenwonen, is nog niet duidelijk. Daar zijn namelijk twee dingen (‘Ik zie echt een patroon, alles is met tweetallen, dit kan geen toeval zijn’) voor nodig. Ten eerste moet Mathijs een muziekstudio huren, want (weer twee redenen) dat past hier niet en het is een jarendertighuis, dus ik denk niet dat de buren er blij mee zullen zijn (mocht je heel toevallig een muziekstudio/ruimte weten in Utrecht of omgeving, let me know). En het handige van dat ik al verhuisd ben, is dat je kunt wennen. Niet hoppa, meteen in een keer samenwonen, maar in stapjes. Dus daar zijn we nu mee bezig. In coronatijd is dat weer anders dan in het gewone leven, zeker met een introvert en een extravert, maar dat komt vast goed.

2. We gaan een kat nemen
Ja sorry, ik word nog geen mommyblogger, eerst maar een kat. Als Mathijs hier eenmaal woont, gaan we op zoek naar een kat. Geen schattige kitten, want twee (‘TWEE’) redenen: dan zou ik er het liefst twee willen (‘TWEE’), maar daar is niet genoeg ruimte voor. En kittens zijn heel leuk, maar ook heel stout, dus je moet ze opvoeden en daar heb ik nu geen zin in. Nee, het wordt gewoon een lieve, oude kat. Die worden ook minder vaak geadopteerd, dus dan scoor ik weer wat karmapunten.

Spanning en sensatie dus. Uiteraard houd ik jullie op de hoogte!

Dani Banani

Acht jaar geleden en in een ander leven leerde ik Daniëlle kennen. Ik studeerde Literatuurwetenschap in Leiden en was net in Oegstgeest gaan wonen, op mezelf. Ik wist nog niet wat me te wachten stond bij mijn minor journalistiek en al helemaal niet bij de studententoneelvereniging waar ik nu naar toe was gegaan voor een open avond. Daar leerde ik namelijk mijn ex kennen en… Daniëlle (en Anand, maar sorry Anand, deze blog gaat wederom niet over jou).

Ze bleek ook in Oegstgeest te wonen, in hetzelfde gebouw. Ze ging ook naar de sociale activiteiten buiten de toneelvereniging om, sterker nog, ze zat in het bestuur. Ik vond haar aardig. Soms ging ik mee naar de pubquizzen die het café waar ze werkte organiseerde. Ik ging met Daniëlle om, zoals je met veel mensen omgaat in zo’n vereniging: je spreekt elkaar wel, je ziet elkaar veel, maar dat is het dan ook.

Ik weet dan ook eigenlijk niet meer hoe de omslag kwam. Ik weet dat het uit was met mijn ex en ik naar Rotterdam verhuisd was, maar ik soms nog in Leiden moest komen voor andere dingen en ik toen met haar afsprak. Tot nu toe was onze vriendschap (kennisschap?) op de oppervlakte gebleven, maar ik vertelde iets persoonlijks over mezelf dat ze bleek te herkennen. Vanaf toen werden we Echte Goede Vrienden.

Natuurlijk, we praten over A Very Potter Musical en over toneel. Maar we praten vooral over onze gevoelens. Intussen is Dani Banani, zoals ik haar ben gaan noemen, ook een groot fan van mijn blog geworden. Elke keer als er een nieuwe is, krijgt ze automatisch een e-mail en laat ze weten wat ervan vond (ze vindt het natuurlijk altijd geweldig).

Een behoorlijke tijd geledenvroeg ze: “Kun je deze bepaalde datum vrijhouden in je agenda?” Ik dacht: okeeeee. En toen zei ze: “Want DAN GA IK TROUWEN.” Ik voelde me vereerd dat ik erbij mocht zijn en extra cool: het zou plaatsvinden in het museum waar zij en haar verloofde werkten (en elkaar dus ook hadden leren kennen). Ik keek ernaar uit.

In februari gingen Mathijs en ik naar Leiden en terug naar Oegstgeest. Speciaal voor Daniëlle (oké en ook wel een beetje voor haar vriend). We speelden bordspelletjes, ook al houd ik niet van bordspelletjes, maar je moet wat over hebben voor je vrienden. Ik zou hen snel weer zien op de bruiloft.

Maar toen kwam corona. De bruiloft ging niet door. Afspreken ging niet door. Dus besloten we maar een andere vorm van contact te houden. Nu luister ik tijdens mijn lunchpauzes naar haar stem, lopend door Utrecht. Of ik praat tegen haar. Inmiddels zitten we op uren aan voice messages, gebaseerd op de aantekeningen die we maken die ook steeds langer worden. We praten over jeugdherinneringen, werkperikelen, onze lovers en vooral heel veel random dingen. Ik ben in die maanden meer over haar te weten te komen dan al die jaren daarvoor. En in een van de voice messages vertelde ik dat ik bezig was met een blog over haar.

Ik kan niet wachten totdat ik haar weer in het echt zie.

Vrij zijn

Ik heb een week vrij. En nou ja, dat heb ik ook wel nodig. Sinds april ben ik gestart bij mijn werk en heb ik eigenlijk geen vrij gehad. Ja, een dagje hier, een dagje daar en oh ja, een week vrij toen ik moest verhuizen: dat is dus alles behalve vrij, kan ik je vertellen. Ook was ik de laatste weken erg druk op werk vanwege onze nieuwe website (check hem hier!!! #trots), dus kan ik wel een beetje rust gebruiken.

Er zijn wel wat mensen die het proberen: ‘Ga je nog ergens heen?’ Maar waar moet je eigenlijk naar toe gaan? Natuurlijk zijn er mensen die alsnog het vliegtuig pakken, maar ik acht mezelf wel verstandiger dan dat. Wel was het de bedoeling dat ik een paar dagen naar Breda zou gaan met Mathijs (doordeweeks, want rustiger), maar daar is zonder horeca ook niet zoveel aan.

Dus wat nu? Gelukkig heb ik me tijdens de coronacrisis nog geen seconde verveeld en ben ik daar nu ook niet bang voor. Er zijn vriendinnen met baby’s die bewonderdmoeten worden, huizen waar samengewoond wordt die bekeken moeten worden en mijn tuin vraagt ook weer aandacht (heerlijk, met een tuin is het echt: het houdt niet op, niet vanzelf, maar dan positief).

Waar ik in het begin van deze tijd bang was, ben ik nu gewend aan het ritme. Ik heb het prima naar mijn zin met mezelf, met Mathijs en de vrienden en familie die ik af en toe op afstand zie. Elke keer als ik naar kantoor ga, is een feestje (niet letterlijk!!!). Ik rommel wat aan in huis, in de tuin, ik scharrel een beetje rond in de buurt. Als ik me dan in een andere omgeving bevind, dan doet dat wat met me. Mijn ogen zijn de polders in de ouderlijke omgeving niet meer zo gewend, de grachten in de stad of mensen die ik niet ken prikkelen meer dan anders.

Ja, ik ben rustiger. Maar eigenlijk… ben ik alsnog niet vrij.

De Zonnebloempjes

Ja, het gezegde ‘Beter een goede buur dan een verre vriend’ is er natuurlijk niet voor niets. Het begon met mijn buurmeisje, ook Laura geheten, die ik Laura 20 noemde (want nou ja, op dat nummer woonde ze toentertijd). We praatten wat, we praatten nog wat meer en ik nodigde haar uit om mee te doen aan een pubquiz. De rest is geschiedenis.

Bij het fietsenhok kwam ik later Freddy tegen.
‘Misschien moeten we een keer een borrel doen,’ zei hij.
Hij nodigde zijn buurvrouw, Petra, uit en ik Laura 20, het begin van een traditie.

Want we bleven elkaar zien. Om de maand spraken we om de beurt bij elkaar af. Er kwamen drankjes bij, hapjes, thema’s. Mijn buren waren de eersten die Mathijs ontmoetten en hij hoorde er meteen bij. We maakten podcasts. We maakten grapjes (ik vooral over de leeftijd van Freddy (65) en Petra (45), we maakten plannen en toen… kwam Corona.

Maar wij laten ons niet stoppen door een of ander virus. We lieten onze borrel (thema: streetfood) gewoon doorgaan. Ieder maakte een gang en zette dat bij de anderen voor de deur. Via Zoom aten we zo toch samen.

Nu zijn Laura 20 en ik verhuisd. Nee, niet naar hetzelfde huis, maar wel dichtbij elkaar en niet meer in Zuilen. Maar we brengen nog steeds onze baksels naar elkaar toe. We eten nog steeds op afstand samen. We noemen onszelf nog steeds de Zonnebloempjes, omdat Freddy en Petra bejaarden zijn en wij de begeleiders.

En ik hoop dat we nog lang op afstand vrienden zijn.

10 dingen die ik fijn vind aan mijn huis

https://www.instagram.com/p/CFM75WIlYRq/

Elke content marketeer/manager/coördinator weet dat lijstjes het goed doen. Persoonlijke lijstjes al helemaal. Dus daar ga ik nu schaamteloos gebruik van maken, laat die bezoekers maar komen!!!

Nou, mijn huis dus. Ik woon hier nu twee maanden en een beetje. In het begin vond ik het wel lastig, want alles was nieuw (niet letterlijk, het is een oud huis) en ik voelde me nog niet thuis, maar dat begint nu te komen. Oké, nog niet alles staat er. Mijn bureau komt binnenkort (tip: koop nu niet een bureau bij de Ikea, want die zijn steeds uitverkocht), ik heb nog eetstoelen nodig en er moet nog wat aankleding komen. Maar ik hoef in ieder geval niet meer te verven bij dertig graden. Goed, dan nu de dingen die ik fijn vind aan mijn huis.

1. De tuin
Hier zal ik ooit nog een aparte blog aan wijden, maar ik hartje de tuin en tuinieren. De laatste tijd zie ik veel vogels en dat is fijn om naar te kijken tijdens meetings.

2. Een aparte slaapkamer
Een groter huis is sowieso fijn, maar al helemaal, omdat ik nu een aparte slaapkamer heb. Geen kledingkasten in de woonkamer en wel een deur die ik dicht kan doen als ik ga slapen. Oh ja en een bed met lades die nu aan béide kanten open kunnen in plaats van een kant.

3. Dichterbij vrienden
Oké, mijn beste vriendin woont nog steeds een halfuur fietsen van me vandaan (maar dat is volledig haar eigen schuld, vind ik), maar voor de rest ben ik eigenlijk alleen maar dichterbij mijn vrienden in Utrecht komen wonen. Een paar bevindt zich zelfs op maximaal vijf minuten fietsen afstand, altijd fijn.

4. Dichterbij het station
En nu ik niet meer in het randje van Zuilen woon, hoef ik ook niet meer de heeeeeele Amsterdamsestraatweg af, maar ben ik gewoon binnen tien minuten bij het station.

5. Nieuwe meubels
In plaats van een bankje voor kabouters heb ik nu een bank waar meer dan twee mensen op kunnen (!!!) en je zelfs op kan liggen (!!!!!!!).

6. Samenwonen is mogelijk
Ja, er zijn mensen die samenwonen in een studio van 28 vierkante meter, maar ik snap niet hoe je relatie dat kan overleven. In dit huis is het gelukkig wel een optie voor Mathijs en mij. En mocht ik hem ooit zat zijn, dan sluit ik hem gewoon op in de schuur.

7. Een kat is mogelijk
Dikkie was helaas niet gelukkig in mijn vorige huis. In dit huis is er meer ruimte voor een kat en ik ben dan ook zeker van plan om er eentje te nemen. Ik wil alleen niet dat hij/zij overreden wordt, dus ik moet eerst de tuin goed afschermen. Mocht je nog tips hebben, doe een duimpje omhoog en laat een reactie achter in de comments.

8. Nieuwe wijk om te ontdekken
Na twee jaar kende ik elke hoek van Zuilen (‘Ik geloof je niet’ ‘Nou en’), maar deze wijk ken ik nog niet. Ik heb al verschillende minibibliotheken gezien en een aantal katten, maar er is nog veel meer te ontdekken.

9. De geschiedenis
Mijn huis komt uit de jaren dertig en dat betekent dat hier veel is gebeurd, net als in de wijk. Zo kwam ik er via een blog achter dat er nazi’s in dit huis hebben gewoond… En daarna Canadezen. En nou ja, de raampjes van glas in lood mogen er natuurlijk ook zijn.

10. De vaatwasser
Eindelijk kon ik een van mijn grootste dromen waarmaken: een eigen vaatwasser. Ik mocht tijdelijk van deze luxe proeven toen ik in Rotterdam met een huisgenoot woonde, maar voor de rest had ik er nooit kennis mee gemaakt. Ik haat afwassen en regelmatig stond het me dan ook aan te kijken vanaf het aanrecht. Maar no more. Mijn keuken is eindelijk (bijna) altijd weer opgeruimd. Genieten.

Kijk, er zijn ook nadelen. Zo’n jarendertighuis is heel mooi, maar ook HEEL koud. Zo’n tuin is heel fijn, maar niet de kat die erin poept (iemand tips????? Please????). En nou ja, de huur is natuurlijk ook hoger. Maar voor de rest ben ik hier heel tevreden.

Eng!

Vandaag had ik een webinar van mijn werk. Het ging over nieuwsgierig zijn en dingen doen die je eng vindt: precies de levenswijze die ik aanhang, want eens in de zoveel tijd word ik onrustig en MOET ik gewoon iets doen wat ik eng vind.

Dat begon met, jawel, deze blog. Niet het bloggen zelf, maar ik wilde mijn blog inzetten om iets te doen wat ik eng vond: nieuwe mensen ontmoeten. Ik bedacht een rubriek waarin ik mensen ging interviewen over hun werk (in 2011!!! Gelukkig zijn mijn interviews inmiddels beter). Zo kon ik ongegeneerd vragen stellen en zou het elke keer een beetje minder eng worden om mensen te ontmoeten die ik nog nooit had gezien. Het begon met een lezer van mijn blog, Wijnand. Naast de rubriek ‘Laura beroept zich’ heb ik ook een rubriek over schrijven gedaan, waarin ik mensen interviewde die op verschillende manieren schrijven voor hun werk (‘Wie schrijft die blijft’). En, nog voordat ik zelf filosofie ging studeren, interviewde ik allerlei filosoferen (nogal pretentieus ‘Van denker tot denker‘ genoemd).

Ik heb veel dingen gedaan voor mijn blog, maar ik denk dat ik dat wel het leukste vond: in gesprek gaan met bijzondere mensen. Na elk gesprek kwam ik vol energie thuis, omdat ik het ontzettend leuk vond om te doen. En: met elk gesprek werd het minder eng.

Inmiddels heb ik al zoveel mensen ontmoet via mijn blog dat ik het nooit meer eng vind om iemand nieuw te ontmoeten. Ik heb samen met bloggers ook allerlei gekke dingen gedaan, zoals warme chocolademelk uitdelen op het station, naar random mensen zwaaien op het station en bloemen uitdelen (ja, veel dingen op het station???) die soms ook een beetje eng waren. Oh en natuurlijk mijn brieven naar allerlei bedrijven en lezers (waaronder iemand die nu mijn beste vriendin is, maar toen kenden we elkaar nog niet #toevalbestaatniet)!

Toneel is ook zoiets voor mij: ik moet altijd over een drempel, voordat ik erheen ga, want je weet nooit wat er gaat gebeuren en je moet de controle loslaten. Maar eenmaal daar geniet ik enorm.

Dus, na die webinar dacht ik: ik heb al een tijdje niets engs gedaan. Ik moet weer iets doen. Maar wat dan in deze coronatijden? Mensen interviewen kan natuurlijk telefonisch of via de webcam, maar dat geeft absoluut niet dezelfde energie als in real life en is bovendien niet eng meer. Toneelspelen durf ik ook niet aan in verband met corona.

Ik weet het dus nog niet, maar als jullie ideeën hebben, let me know!