De kunst van het aaien

https://www.instagram.com/p/BSbhJI3BS6O/

Laatst was ik op de verjaardag van Lianne. Zoals het een echte kattenliefhebber betaamt, verdween ik na een tijdje naar de slaapkamer samen met Liannes vriend… Om de kat te aaien. Ja, jullie dachten nu een scoop te lezen en hoewel Liannes vriend straalverliefd op me werd toen hij deze foto van me zag, heeft hij uiteindelijk toch voor Lianne gekozen, omdat haar blog een groter bereik heeft. Begrijpelijk.

In ieder geval, we hadden het over katten aaien. Want dat is nog een kunst op zich die niet veel mensen verstaan. Ik heb het gezien in het kattencafé in Amsterdam, waar een kat lekker lag te tukken op zijn rug en iemand vol met haar hand op de buik ging om te aaien. Je kunt wel raden dat die hand er niet goed vanaf kwam.

Waarschijnlijk denken mensen dat katten hetzelfde als honden zijn, wat duidelijk niet zo is, want katten zijn leuker. Een ‘kwispelende’ staart bij een kat is geen goed teken, het tegenovergestelde juist. En als een kat op zijn rug ligt en zijn lieve, harige buikje aan je toont, is dat geen hint om dat buikje ook aan te raken. Die is namelijk erg gevoelig en alleen als ze zich heeeel erg vertrouwd voelen (mij is het na een jaar gelukt bij Dikkie) kun je voorzichtig eroverheen aaien.

Dus hier een paar tips, opdat je niet verminkt wordt door kattenklauwtjes:
– Maak een vuist van je hand of steek je vinger uit en laat de kat daaraan ruiken.
– Als de kat niet wegrent, omdat je stinkt, dan kun je voorzichtig beginnen met aaien. Begin altijd bovenaan de kop of eventueel achter de oortje.
– Aai de kat niet herhaaldelijk languit over het lijf (dus van de kop naar de staart). Een keertje kan misschien wel, dat doe ik ook wel eens, maar als je dat herhaaldelijk doet, gaat ze waarschijnlijk uithalen.
– Staar de kat niet aan, dat voelt bedreigend voor hem.
– Aai niet op het stukje vlak voor de staart.
– Sommige katten vinden het ook lekker als je ze onder de kin aait, maar sowieso is bovenop de kop en achter de oren favoriet.

Gefeliciteerd, u heeft succesvol een kat geaaid. De volgende stap is om vrienden met een kat te vinden die jarig zijn de komende tijd. Werken aan je social skills is niet nodig, je kunt gewoon de kat aaien tijdens de feestjes en ondertussen de chips opeten. Veel plezier!

Op naar het kattencafé

Soms is de wereld grauw. Bijvoorbeeld als er een nare man president van Amerika wordt of als je je teen stoot tegen de bank. Maar sinds vorig jaar is mijn leven een stuk verbeterd (en die van jou vanaf nu ook) en wel hierom: kattencafés.

Het begon met die in Amsterdam. Die is redelijk klein en in 020, maar vooruit. Ze hebben heerlijke brownies en natuurlijk geweldige katten. Dit is een van weinige goede redenen voor mij om wél naar de hoofdstad af te reizen.

Maar daarna kwam er geweldig nieuws. Twee nieuwe kattencafés, eentje in Den Haag (waar ik sinds mijn stage bij het toen nog Letterkundig Museum, nu Literatuurmuseum een beetje verliefd op ben geworden) en een in mijn eigen stad: Rotterdam, ja toch niet dan.

Oh jongens en deze kattencafé is toch echt de beste. Dat zeg ik totaal onbevooroordeeld. Het is lekker groot (ongeveer drie keer zo groot als die in 020), ze hebben in de winter red velvet chocolademelk met slagroom en er zijn kittens! Er is zelfs een kat die Roffa heet.

Het zal je dan ook niet verbazen dat ik minimaal een keer per maand in een kattencafé te vinden ben. Laatst zelfs twee keer in een week, al is dat zelfs voor mijn doen wat extreem.

Ik zit alleen met een probleem: hoe leg ik mijn eigen kat dat ik naar cafés ga om andere katten te aaien…

Ciao ciao, grumpy group

IMG-20140731-WA0006
‘Stoor me niet, ik heb belangrijk werk te doen.’

Vijf maanden lang heb ik een stage PR/Marketing gedaan bij Dutch Media Books (een bedrijf met meerdere uitgeverijen). Of nou ja, ik heb vooral kattenplaatjes gestuurd aan mijn collega’s en gezucht over de hoeveelheid post die ik moest verwerken, maar dat hoeven ze niet te weten.

De laatste dag was… raar. De hele tijd kwamen er mensen langs: ‘Wanneer ga je je bureau nou opruimen?’ Geen idee waarom, want hij zag er toch netjes uit, zoals je op de foto kan zien. Stelletje zeikerds.

Om te vieren dat ik wegging (een zucht van oplichting galmde door het kantoor toen dat bekend werd), maakte ik muffins. Met paarden erop (het was dat of auto’s). Natuurlijk stuurde ik een mail naar mijn lieve en minder lieve collega’s met een plaatje van de grumpy cat en een P.S.: ik houd niet van paarden.

10475681_10204478314746030_2726815113244377194_n
Er zijn geen paarden omgekomen tijdens het maken van deze muffins. 

Zomaar weggaan kon ik niet. Omdat mijn bureau na acht uur werken inmiddels opgeruimd was (ja echt!), zocht ik de beste kattenplaatjes op en plakte ze op een aantal computers. Ik ben er zelfs famous mee geworden.

supahfamous

20140731_172316

 

20140731_172448
Achter de computer zie je de schoonmaker die zei: ‘Ik zag wel dat je een foto van me maakte!’

Het schijnt dat ik mensen aan de grumpy cat doe denken, omdat ik gemeen ben. Ik heb echter geen idee waar ze het over hebben (ik kijk toch ook lief op de eerste foto?). Maar dat geeft niet. Ooit stoppen ze met dat soort commentaar, want dan ben ik hun baas.

Ciao ciao, grumpy group (zo heet de whatsappgroep waarin we kattenplaatjes naar elkaar sturen), tot snel!

Het kattenvrouwtje van Oegstgeest

IMG-20130923-WA0001 (1)
Als u dit kattenvrouwtje ziet, wilt u dan onmiddellijk de politie van Oegstgeest bellen. Alvast hartelijk bedankt.

Er loopt een meisje rond in Oegstgeest. Klein, schattig en zenuwachtig om zich heen kijkend. Ze zoekt recht, ze zoekt links, onder, boven en gaat zelfs op haar hoofd staan.

Dit meisje is op zoek naar een kat.

Nee, niet omdat ze haar huisdier verloren is. Die heeft ze niet. En dat breekt haar hart. Eigenlijk is het een verslaving; als ze haar dagelijkse dosis katten niet heeft gehad, dan gaat ze trillen en soms valt ze zelfs flauw. Dus maakt ze Oegstgeest onveilig. Ze klakt met haar tong tegen haar gehemelte, roept ‘Poesje!’, denkt er zelfs over om kattensnoepjes te kopen.

Oh en als ze er dan één heeft gevonden, nou, dat wil je niet meemaken. Als een gek rent ze op het arme beest af, steekt haar hand uit, aait en begint als een malle te brabbelen: ‘Wie is er een lief poesje? Ja, jij bent een lief poesje. Ik ga je meenemen en dan blijf je voor altijd bij mij.’ Ze blijft maar aaien, uren achter elkaar, totdat de kat het zat is (vind je het gek?) en ervan door gaat. Nou, dat is nog wel het ergste moment. Het meisje gilt dan heel Oegstgeest bij elkaar, wat de katten alleen maar wegjaagt, en huilt onbedaarlijk. Kinderen liggen er wakker van, bejaarden horen de tv niet en scholieren komen niet meer aan leren toe.

Dus kwam er een plan. Heel Oegstgeest, behalve het kattenvrouwtje, verzamelde zich.
‘Misschien moeten we haar gewoon een kat geven,’ opperde de één.
‘Nee joh,’ zei de ander. ‘Dan wil ze er alleen maar meer. Het houdt niet op. Dat mens moet in rehab.’
Maar er is geen kattenvrouwtjesrehab in Oegstgeest. Gelukkig kwam een andere inwoner op een heel goed plan.
‘We schoppen haar gewoon eruit. Ze is feitelijk een crimineel, dus dat mag wel. Weg met het kattenvrouwtje!’
Heel het dorp schreeuwde mee, ‘Weg met het kattenvrouwtje!’, zodat het zelfs in Leiden te horen was.

Maar het kattenvrouwtje hoorde het niet. Die was bezig om een kat te aaien en daarbij wat te kirren. Ze had geen idee wat haar allemaal nog te wachten stond…

Wat ik wél leuk vind aan honden

Dionne wilde een blogonderwerp. Lief als ik ben, gaf ik die: wat ze wél leuk vindt van katten. Dionne is namelijk een hondenmens (ja echt waar, ik kan het ook niet geloven), maar ze heeft ook een kat in huis en dat vindt ze niet altijd even makkelijk. Goed, ze ging de uitdaging aan, maar dan moest ik ook een blog schrijven, als kattenmens, over wat er wél leuk is aan honden. Oei.

– Kleine hondjes kunnen best schattig zijn. Dan heb ik het niet over chihuahua’s, maar iets groter. Puppy’s zijn ook heel schattig. Grote honden die tegen je aan springen daarentegen.
– Honden zorgen ervoor dat je aan je beweging komt.
– Als je de hond uitlaat, komt je naast aan je beweging ook weer aan je sociale contacten wat waarschijnlijk alleen maar bestaat uit hondenpraat, maar goed.
– Ze zijn heel enthousiast als hun baasje thuiskomt.
– Ze zijn sowieso te heel enthousiast, willen altijd wel spelen, geven veel aandacht.
– Honden worden soms ingezet door de politie en je hebt natuurlijk ook blindengeleidehonden.
– Het is handig voor als er inbrekers zijn tenzij je een hond hebt dat alleen kwispelt bij inbrekers.

En dat was het wel. Want katten zijn natuurlijk veel leuker. Overigens staat de vacature vriendschap-met-Laura-als-je-een-kat-hebt nog steeds open, want mijn vrienden willen geen kat nemen voor mij (superflauw).

De kattenfluisteraars van Oegstgeest en Leiden

‘POESSIEEEEEEEEE!’
Jeetje, wie maakt er toch zo’n lawaai in Oegstgeest?
‘Poessie, kom eens hier! Kom maar, poessie.’
Jeetje, ook nog op zo’n hoog, kinderachtig toontje.
‘Wie is er een lief poesje? Ja, jij bent een lief poesje.’
Het is Laura de kattenfluisteraar met haar vriend.

Als ik een kat zie, ben ik als een kind zo blij. Ik ren niet op ze af als een kleine kleuter (mijn vriendje wel, waardoor ze alleen maar wegrennen), maar ga op mijn hurken zitten en beweeg mijn duim tegen mijn wijsvinger, terwijl ik een soort klikkend geluid maak. Niet dat het helpt, maar ik denk van wel.
‘Awwwwwww.’ zeg ik tegen mijn vriend.
‘Awwwwwww.’ zegt hij terug.
‘Wat een lieve kat!’ kirren we in koor.

We zijn allebei van mening dat een vriendin van ons die in hetzelfde gebouw als ik woont een kat moet nemen. Een blauwe Britse korthaar. Ja, zij en niet ik, want ik ga mooi die troep niet opruimen. Bovendien woont zij alleen en ik niet. Mijn vriend en ik vinden het allebei een goed idee, maar zij helaas nog niet. Maar dat komt wel goed.

In de tussentijd lopen we gewoon wel ‘Awwwwww, lief poessie!’ roepend op straat.

(voor de rest zijn we overigens heel normaal)