Elke dag patatdag

Als je interessante gesprekken wilt horen, moet je in de Rotterdamse metro gaan zitten. Zo zat ik eens achter een telefonerende man die aan de ander vroeg: ‘Wat heb je aan?’
Mij leek het niet zo handig om sexy talk in de metro te doen, maar het bleek een blind date te zijn. Kan ook.

Nu wil het toeval dat ik vandaag in de metro zat. Na een nacht van vijf uur (ik had gala de avond ervoor) sukkelde ik van de ene bijna-slaap in de andere. Niets kon me nog wakker houden, totdat er een paar emo-jongens instapten.

Voor de mensen die niet weten wat ‘emo’ betekent of het hebben verdrongen vanwege een traumatische ervaring in de puberteit: denk aan zwart/rood/paars geverfd haar met een schuine pony, zwarte kleding met een beetje kleur, een constante droevige blik in de ogen en zeggen dat je niet emo bent, je bent ‘gewoon jezelf’. Dat is nou emo.

Het was wel schattig. De emo-jongetjes vonden zichzelf helemaal te gek. Leren jasjes, schoenen van Vans, droevige blik, het was allemaal daar. Nu waren ze nog vijftien (aww, kon ik maar in hun wangetjes knijpen), maar hoe zouden ze eruit zien op hun veertigste? Hopelijk dragen ze dan minder eyeliner.

Zoals elke tiener hadden ook zij zo hun liefdessores.
‘Ik kan me niet voorstellen dat ik een relatie van twee jaar zou hebben,’ zei de één, terwijl de ander zijn zwarte nagellak zat bij te werken o.i.d. ‘Het is net als patat.’
Ik moet zeggen dat ik veel fantasie heb, maar in welke zin hadden relaties en patat met elkaar te maken? Dat je er allebei uiteindelijk dik van wordt?
Nee.
‘Ik vind patat wel lekker,’ zei de liefhebber. ‘Maar als ik het elke dag zou moeten eten…’

Ja, dat is toch ook wel verschrikkelijk. Dan is het niet vrijdag patatdag, maar elke dag patatdag. Ik belde meteen mijn vriendje op en zei: ‘Schat, ik heb trek in iets anders dan patat.’

Thank god voor de wijsheid van vijftienjarige emo’s.