Veelvoorkomend fenomeen: scriptiestress

Er zijn vier reacties mogelijk op de vraag: ‘Hoe gaat het met je scriptie?’

1. De scriptieschrijver veegt alle borden van tafel, stampt op de grond en schreeuwt of je ver-dom-me NOOIT meer wil vragen.
2. Er verschijnen zweetdruppeltjes op het voorhoofd van de scriptieschrijver, zijn linkeroog knijpt hij steeds samen en daarna begint hij te hyperventileren.
3. De scriptieschrijver begint onbedaarlijk te huilen en snuit al je zakdoekjes vol (juist als je zelf verkouden bent natuurlijk).
4. Je krijgt als antwoord: ‘Ik weet niet waar je het over hebt.’ en de scriptieschrijver staart apathisch voor zich uit of begint over iets anders.

Deze reactie komt nooit voor:
– ‘Goed!’

Ik heb wel eens papers geschreven (ja, echt waar). Dat zorgt voor stress, uitstelgedrag en depressieve gedachten. Maar daar ben je een week, misschien twee weken mee bezig. Daarna kun je weer je favoriete serie gaan downloaden volgen. Over een scriptie doe je maanden. Mijn vrienden en familieleden reageerden zoals bovenstaand op deze klus.

Als ik iedereen moet geloven, is een scriptie schrijven zoals het beklimmen van de Mount Everest, de laatste aflevering van Downton Abbey of het onvrijwillig lezen van Fifty Shades of Grey, maar dan tachtigduizend keer erger.

Helaas zit ik alweer in mijn derde jaar. Je weet dat betekent. Ik moet ook een scriptie gaan schrijven. U begrijpt: ik sta doodsangsten uit.