Posts tagged ‘trein’

november 11th, 2011

Een zeldzaamheid

Weet je wat een heerlijk doch zeer zeldzaam fenomeen is? De stille stiltecoupé.

Ik reis regelmatig met de trein en het liefst ga ik boven zitten, omdat ik het idee heb daar meer ruimte te hebben (rare kronkel in mijn hoofd?). Dan kan het je zomaar overkomen dat je in de stiltecoupé terecht komt. Hier heb ik uiteraard geen problemen mee, want hoewel ik van afluisteren houd (nieuwsgierig he), is het ook wel fijn om gewoon een boek in opperste concentratie te kunnen lezen.

Laatst zat ik nog in de stiltecoupé, toen er twee meisjes gingen zitten: ‘Oh, we zitten wéér in de stiltecoupé!’
Gegiechel.
Ze hebben de hele reis gepraat.

Kijk, ik snap het wel. Ik bedoel, zo duidelijk is de NS niet. Het staat in doorzichtige letters op het raam en dat was het wel. Het lijkt mij (maar ach, wat voor een onnozele treinreiziger ben ik?) handiger als je GROTE, OPVALLENDE letters gebruikt. Ik bedoel, nu is het net zoals die mannetjes in de Sixtijnse kapel die steeds ‘Silencio, silence!’ zeggen (hoe bedoel je hypocriet?) en zeggen dat je geen foto’s mag maken, maar niet ingrijpen.

Ik heb de moed nog niet gevonden om te zeggen dat de mensen ‘POTJANDORIE* HUN MOND EENS MOETEN HOUDEN!’, maar eigenlijk boeit het me ook niet zo. Waarschijnlijk omdat ik me er ook wel eens schuldig aan maak. En eerlijk is eerlijk: hoe moeilijk is het om je mond te houden tegen je vriend/vriendin als de rest van de stiltecoupé ook aan het praten is?

Nee, ik heb een veel beter idee. We maken gewoon aparte coupés voor mensen met kinderen (als ik nog een keer een jankende baby hoor, ga ik zelf huilen), voor mensen die graag van harde muziek houden (zodat ze een wedstrijdje wiensmuziekstaathethardst kunnen doen) en mensen die graag willen dat de hele coupé hun gesprek kunnen horen. En een coupé voor de mensen die niet in deze hokjes passen.

Probleem opgelost. Graag gedaan, NS, geen dank.

*Vul hier naar gelieve een grover scheldwoord in.

oktober 20th, 2011

Kedeng kedeng oe oe

Vorig jaar moest ik voor het vak  Realisme & Symbolisme het boek ‘La Bête Humaine’ (het dierlijke in de mens) van Emile Zola lezen. Hoewel het boek niet helemaal klopt (het is onderdeel van een serie en er komen iets teveel moorden in voor dan geloofwaardig is), vond ik het toch een goed boek. Het behoort tot het realisme (één van mijn favoriete stromingen) en wat ik vooral goed vond: de beschrijvingen van de trein.

Eigenlijk wordt de trein in dit boek op twee manieren beschreven.
1. Als een vrouw.
De machinist beschouwt de trein als een vrouw vol passie en lust. Hij kijkt op een liefdevolle manier naar haar.
2. Als een monster.
De trein blaast stoom (het speelt zich af in de negentiende eeuw), maakt vreselijke geluiden, rijdt aan één stuk door zonder rekening te houden met wat op zijn pad komt.

Vooral de laatste beschrijving vind ik er goed bij passen. Soms ga ik op het station zitten, omdat het nog een kwartier duurt voordat mijn trein komt en als vanzelfsprekend hoor ik dan de treinen (nee, dat meen je niet!). De treinen razen voorbij, het lijkt alsof het gebouw instort en het maakt zo’n hard geluid dat je er even verdwaasd van raakt. Een monster, enger dan de monsters onder mijn bed.

Maar gelukkig is de trein niet alleen een monster, maar bovenal een vriendelijk voertuig die me (bijna) overal brengt waar ik naar toe wil. Ik ben dan ook erg blij met hem (of zal ik haar zeggen?).
Behalve als er vertraging is.

Welk beeld heb jij van de trein?

Tags:
september 6th, 2011

Originele dingen om te doen in de trein

Soms is reizen met de trein saai. Steeds dezelfde route, geen interessante mensen om naar te kijken en nog een uur te gaan. Wat te doen? Ik weet wel een paar dingen!

1. Voorlezen.
Ik heb een keer meegedaan aan een columnwedstrijd van Grolsch (niet gewonnen) en sommige columns werden voorgelezen in de trein. Andere mensen vervelen zich ook en waarom zou je dat ook tegengaan? Neem een grappig boek mee en lees voor!

2. Eten en drinken verkopen.
Ga naar de AH to go en koop de hele zaak leeg. Neem een karretje mee en ga eten en drinken verkopen net zoals in Harry Potter.

3. Neem je laptop mee.
En laat jouw (of mijn haha) blog aan iedereen zien. Promotie!

4. Doe alsof je een gids bent.
Vertel dat Den Haag Holland Spoor het oudste station van Nederland is en vergeet je paraplu vooral niet mee te nemen, zodat mensen je nog zien in de massa.

5. Een feestje bouwen.
Hang slingers op, geef iedereen een ballon en zet op elk tafeltje wat bier en bitterballen.

6. Presentatie oefenen.
Oh nee, je hebt over een uur een presentatie en geen tijd meer gehad om die te oefenen. Geen probleem. Laat heel de coupé meegenieten van jouw spreekvaardigheid.

7. Sporten.
Ren heen en weer door de coupé, neem je tennisracket mee of ga voetballen. Als mensen je gek aankijken, zeg je: ‘Ja, ik heb geen tijd om te sporten en zo sla ik twee vliegen in één klap!’

Natuurlijk zijn deze dingen niet serieus ;) (al zou ik sommige dingen best willen doen om te zien hoe mensen reageren, vooral 1 en 5, wie gaat deze uitdaging samen met mij aan? Mail me of zeg het in een reactie!) Weet jij wel iets origineels om te doen in de trein, dat ook nog uitvoerbaar is?

mei 10th, 2011

Drama in de trein

Ik zit vier dagen per week elke dag één tot anderhalf uur in de trein. Veel? De bus en de metro kosten me dagelijks ook nog twee uur. Op zich vind ik het geen probleem, want voor mijn studie moet ik veel lezen en dat kan ik mooi doen, terwijl ik aan het reizen ben. Tot zover de positieve kant van het reizen.
Helaas heb je wel eens van die mensen en dan voornamelijk in de trein. Zo was er ooit een man die aan één stuk door schreeuwde en de jongen (ja, een jongen) die heel de treincoupé liet meegenieten van de laatste GTST-aflevering. Dat is al vervelend. Maar het irritantst vind ik kinderen. Kinderen op zichzelf niet. Ze kunnen heel aandoenlijk zijn en grappige opmerkingen maken. Maar laatst…
Ik zat in de trein, had het artikel wat ik moest lezen al gepakt, was volledig geïnstalleerd. Laat de pret maar beginnen. Ik had misschien één of twee zinnen gelezen, toen het schelle geluid van babygehuil mijn oren vulden.
‘Die houdt zo wel op.’ dacht ik.
Wat een goed vertrouwen in de mensheid heb ik toch. Ik deed verwoede pogingen om verder te lezen, maar had ondertussen hoofdpijn van het gekrijs.
‘Den Haag, Holland Spoor.’ riep de luidspreker na een kwartier.
Mooi. Ik hoopte dat de moeder en het kind eruit gingen bij Den Haag Holland Spoor, iedereen ging er altijd uit bij Den Haag Holland Spoor. Dat klopte. Alleen zij niet.
Eerlijk gezegd weet ik niet hoe het me gelukt is om nog iets van drie pagina’s van het artikel te lezen. Het is een wonder, mag ik toch wel zeggen. Uiteindelijk werd ‘Leiden Centraal, Leiden Centraal!’ omgeroepen. Opgelucht stapte ik de trein uit, maar niet voordat ik de moeder tegen het kind had horen zeggen:
‘Doe toch niet zo dramatisch!’

mei 1st, 2011

Types in de trein

indetrein
Zoals algemeen bekend is (of niet natuurlijk), reis ik vaak met de trein. Heel interessant, ik weet het. Tijdens die treinreizen kom ik vaak dezelfde types tegen. Ik zal er hier een aantal op een rijtje zetten:

1. De asociale jongen.
Zijn petje heeft hij zo ver omlaag getrokken dat ik zijn ogen niet kan zien. Hij heeft een koptelefoon op, waaruit  hardcore te horen is. Hij schudt met zijn hoofd mee op het gebonk. Als hij opstaat, is zijn boxershort mijlenver boven zijn trainingsbroek uit te zien. Om je heen zie je dat iedereen zich ergert aan de harde muziek. Maar niemand durft er iets van te zeggen. Deze jongen heeft een grote bek mond, dat weet iedereen.

2. Het huppelkutje.
Ze praat keihard in haar roze BlackBerry om haar bff op de hoogte te houden van het laatste nieuws over haar liefdesleven. Als ze dat onderwerp beu is, gaat ze roddelen over klasgenoten en andere vriendinnen, terwijl ze haar nagels aan het lakken is. Af en toe kijkt ze je vuil aan en bekijkt je ohzó2010-outfit. Om, als ze opstapt, haar Barbieblonde haar nog even lekker in je gezicht te zwiepen.

3. Het lieve omaatje.
Ze glimlacht vriendelijk als je gaat zitten. Het enige wat ze wil is met jou over het weer praten en je een snoepje aanbieden. Geduldig luister je naar de verhalen over haar kleinkinderen, op wie je toevallig heel erg lijkt. Midden in het gesprek valt ze in slaap. Ze snurkt een beetje. Als je opstaat, schrikt ze wakker en biedt je nog een laatste snoepje aan. Als ze het niet ziet, gooi je het verjaarde snoepje in de prullenbak.

4. De zakenman.
Hij is netjes in pak en uit zijn koffertje haalt hij zijn laptop om er nog een paar mailtjes uit te sturen. Hij ziet er serieus en enigszins humeurig uit, maar wanneer hij zijn vrouw belt, blijkt dat hij een klein hartje heeft.
‘Wat eten we vanavond, schatje?’
Als een verliefde tiener blaast hij wat kusjes in de telefoon. Om vervolgens weer snel door te typen.

5. De serieuze student.
Zijn (of haar, ik houd het hier even op zijn, want hij/zij-en is zo irritant) schoot is bezaaid met papieren en boeken. Hij zit driftig aantekeningen te maken en kijkt niet eens op als de conducteur op zijn kaartje vraagt. Hij is hard aan het werk, maar ondertussen is hij aan het smsen over het volgende feestje. Jawel, het is een echte student.

Als ik moest kiezen, zou ik mezelf omschrijven als een serieuze student (met een knipoog). Ik bel wel eens in de trein, maar dan houd ik het gesprek kort en ga ik niet keihard praten. Als ik muziek luister, dan zet ik mijn geluid niet zo hard.

Kun jij je herkennen in één van deze types?

 

april 4th, 2011

Laura de reiziger: Vijf leuke dingen aan het openbaar vervoer

tjoeketjoekedoetdetrein

Zoals ik al zei, zal ik – na mijn lijstje van vijf ergernissen – nu vijf dingen opnoemen die ik wél leuk vind aan het openbaar vervoer.

1. Gesprekken afluisteren.
Ik moet bekennen, ik ben een nieuwsgierig mens. Dus luister ik stiekem de gesprekken af die mensen voeren. Je hoort nog wat interessants, zoals een jongen in de metro die aan de telefoon zat:
‘Wat heb je aan?’
Toen ik dit hoorde, dacht ik: wtf. Geen telefoonseks in openbare ruimtes s’il vous plait.
‘Waar kan ik je aan herkennen? Oké, ja. Drie uur. Is goed.’
Dit was overduidelijk een blind date. Het liefst was ik de jongen achterna gelopen om te zien hoe het ging. Maar helaas, ik was al bij mijn halte.

2. Lang leve de studenten-ov.
Niet iedereen in het openbaar vervoer kan hiervan genieten, maar ik wel! Gaat een college niet door? Dan ga ik toch gewoon een dagje naar Den Haag/Amsterdam/Utrecht/noemmaarop. Voor niks, nada, noppes! Het enige vervelende is dat je met een weekabonnement niet gratis in het weekend kan reizen (wel veertig procent korting met de trein), maar dat nemen we maar voor lief.

3. Bijslapen.
Het studentenleven is niet altijd even gemakkelijk. Tentamens, papers, artikelen die je moet lezen, veel reizen. Het zorgt voor vermoeidheid en dat kunnen we natuurlijk niet hebben. Dus wat doe je dan? Slapen. Maar een brave student skipt geen college. Wanneer moet je dan slapen? Juist. In de bus/trein/metro. Muziekje op, oogjes toe en welcome in wonderland.

4. Lekker warm.
Denk aan puntje drie van de vijf ergernissen. Je staat al een kwartier in de kou te wachten, je handen bevriezen, je kunt geen ledemaat meer bewegen en je haren zijn ijspegels geworden. Dan komt eindelijk de bus/trein/metro  en daarmee ook de warmte je tegemoet. Laat het ontdooien maar beginnen.
(Disclaimer: dit geldt natuurlijk alleen in de winter).

5. Uit het raam kijken.
Al langer dan een half jaar volg ik de verbouwing bij station Delft. Eerlijk gezegd schiet het niet echt op. Maar toch ben ik elke keer weer benieuwd wat er veranderd is. Ook kijk ik graag naar mensen (in en buiten het openbaar vervoermiddel). En als ik me echt verveel? Dan kijk ik naar de huizen en bedenk ik of ik dat huis nou wel of niet zou willen wonen.

Natuurlijk zijn dit niet de enige leuke dingen aan het openbaar vervoer (Echt niet? Nee, echt niet.). Over een tijdje zal ik jullie plezieren met andere aangename dingen en tot die tijd: enjoy your travel!

maart 30th, 2011

Laura de reiziger: Vijf ergernissen aan het openbaar vervoer

DSC00698

Ik ben een reiziger. Helaas niet iemand die de prachtigste plaatsen van de hele wereld bekijkt. Nee, ik reis vier dagen in de week van en naar Leiden. Bus, metro, trein. Inmiddels heb ik dus voldoende ervaring met het openbaar vervoer en dat heeft tot een aantal inzichten geleid. Ik zal jullie vandaag mijn lijstje van vijf ergernissen aan het openbaar vervoer geven (willekeurige volgorde).

1. Mensen die  niet voor je opstaan.
Dit gebeurt vaak in de bus of in de metro. Stel je eens voor, je zit in de metro vanaf Rotterdam Centraal en je moet eruit bij Zuidplein. Jij zit aan de kant van het raam en naast je zit nog een persoon.
‘Zuidplein.’ hoor je door de intercom.
Je pakt je ov-chipkaart. Je staat op. Dit is allemaal volstrekt logisch, hiermee geef je het signaal: ik moet er bij deze halte uit. Misschien begrijpen ze het niet of willen ze het niet begrijpen. De persoon naast je doet zijn/haar benen naar de zijkant, als een soort schijnbeweging, want het is echt niet alsof je er dan makkelijk langs kan. Met veel moeite en in ademnood wring je je tussen die persoon (waardoor je dus ook iemand aanraakt die je niet wil aanraken) en de stoeltjes ervoor. Soms struikel je alsnog over voeten of dat soort dingen.
Lieve mensen, ik vraag jullie alsjeblieft: hoeveel moeite is het nou om op te staan voor iemand? Je kan daarna gewoon weer zitten, je kan zelfs bij het raam zitten, harstikke leuk! Zelf vind je het toch ook fijn als iemand voor je opstaat, zodat je er gewoon normaal uit kan? En ik ben echt de slechtste niet hoor, ik zal gewoon netjes ‘Bedankt’ zeggen als je voor me opstaat. Dus alsjeblieft. Heb wat over voor je medemens.

2. Telefoongesprekken.
‘Hey Piet! Ja, nee, ik zit in de trein. Waar ben jij?’
Zo gaan die telefoongesprekken meestal. Daarna gaat het over in roddelen of het gaat over kinderen, noem maar op. Soms zijn ze kort, die telefoongesprekken. Meestal niet. Heel de treincoupé mag weten dat die klootzak nog steeds niets van zich heeft laten weten of dat Marietje zwanger is. Hier blijft het niet bij. Want degene die naast je zit, wordt ook gebeld. En de persoon achter je ook. Soms hoor ik vijf telefoongesprekken door elkaar heen.

3. Wachten in de kou.
Als je vaak met het openbaar vervoer reist, dan bestaat een groot gedeelte daarvan uit wachten. Mensen zijn van nature meestal niet zo geduldig. Dus ben ik op het treinperron of bij de halte vaak omringd door chagrijnige gezichten. Vooral in de winter kan er geen glimlachje vanaf. Wachten is niet leuk, maar door die ijzige sfeer wordt het alleen maar vervelender. En als het wachten afgelopen is: dan begint het dringen naar binnen (ellebogen zijn niet gemaakt om mee te duwen, mensen).

4. Buschauffeurs.
Ik heb niets tegen buschauffeurs in het algemeen, maar wel tegen twee soorten buschauffeurs, die soms ook vereenzelvigd zijn in één persoon.
Je stapt de bus in. Je houdt je ov-chipkaart voor dat gele/witte ding en dan kijk je naar de persoon achter het stuur.
‘Hoi.’ of ‘Goedemorgen!’ zeg je dan, al gelang naar het humeur dat je die dag hebt.
Geen reactie.
Dit, lieve buschauffeur, is onbeleefd. Ik weet dat je niet altijd vrolijk kunt zijn en dat je er misschien gek van wordt dat je de hele tijd dezelfde route rijdt, maar daar kan ik niets aan doen. Dus zeg alsjeblieft iets terug (grom desnoods). Dat vind ik fijn (het grommen ietsje minder).
Nummer twee. Eindhaltes. Voorbeeld: Zuidplein of Leiden Centraal. Je wéét dat iedereen eruit stapt en dat het dus druk is bij de deur. Maar, toevallig, heeft een bus twee deuren. In het midden en aan de voorkant, waar de buschauffeur zit. Dus kan de ene helft aan de voorkant eruit gaan en de andere helft bij de middendeur. Het enige wat de buschauffeur hoeft te doen, is op een knopje te drukken. Soms is dat al teveel moeite. Dit gesprek tussen een reizigster en de buschauffeur ving ik op, toen de buschauffeur weigerde de voorste deur open te doen.
‘Ga je de deur niet opendoen?’
‘Nee.’
‘Ouwe chagrijn.’
‘Kijk naar je eigen kop.’
‘Houd je bek joh!’
Nu zou ik zelf niet zo reageren, maar het zou natuurlijk wel lief zijn van de buschauffeur om gewoon de voorste deur open te doen.

5. Mensen tegenkomen die je niet wil zien.
Ik kom uit een dorp. ‘Leuk voor je.’ Ja, echt fantastisch. Als ik dus met de bus van of naar Zuidplein ga, kom ik altijd wel bekenden tegen. ‘Leuk toch?’ Nee. Want je komt altijd die mensen tegen die je niet wil zien. Je kent het zelf vast ook wel. Oude klasgenoten, die vervelende buurman of het ergst: je ex. En wat moet je dan doen? Hoi zeggen (wat een awkward situation oplevert) of negeren? Lastig, lastig.

Ik heb nog meer ergernissen, maar die bewaar ik wel voor een andere keer. Aangezien ik jullie niet met zoveel negativiteit over het openbaar vervoer wil opzadelen, zal ik binnenkort een lijstje maken van vijf dingen die wél leuk zijn aan het openbaar vervoer ;).