Die Diederik


Zo’n koffertje heeft Diederik, maar dan in het bruin.

Op een dag was ik mijn notitieboekje aan het doorlezen op zoek naar inspiratie. Opeens zag ik iets staan. Wanneer en waarom ik het opgeschreven had, wist ik niet meer en daarom verzon ik onderstaand verhaal erbij:

Diederik had het allemaal volgens het boekje gedaan. Zijn havo afgerond, een hbo-studie communicatie gedaan en nu eindelijk zijn droombaan (en dat in tijden als deze!) gevonden: junior-adviseur bij een niet nader te noemen reclamebureau (waarschijnlijk met een naam als Koetjes en Kalfjes of Reclame Radar).
Dit is wat Diederik aan had op zijn eerste dag: nette bruine schoenen (met zelfs een kleine hak) en een donkerblauw pak met een lichtblauw overhemd. Hij had een lekker luchtje op en zijn gezicht was voorzien van een laagje dure dagcrème. Je kon een liniaal recht langs de scheiding in zijn haar leggen. In zijn bruin-leren koffertje (je moet je tas altijd matchen met je schoenen was hem geleerd) zaten de door zijn vriendin gesmeerde boterhammetjes. Kortom: hij was er klaar voor.

Hij werd voorgesteld aan Pieter-Jan, Jan-Peter en Hendrik-Jan, zijn collega’s.
‘Haha, je zal je naam moeten veranderen, kerel!’ bulderden ze.
Diederik vond het niet zo grappig.
De dag begon met een kop koffie (van Nespresso, what else?) en een paar grappen over vrouwen, die ik hier niet zal herhalen. Daarna moest Diederik een stapel papieren doorwerken, die voor zijn gevoel niet echt nuttig waren.
‘Voor de vergadering natuurlijk!’ was het antwoord toen hij vroeg waarom.
Misschien was dat de uitgelezen mogelijkheid voor Diederik om zijn kwaliteiten te laten zien. Als praeses van zijn studentenvereniging had hij altijd het hoogste woord gehad en hier verwachtte hij niets anders.

Na een paar uur werd hij door Pieter-Jan (of was het toch Jan-Peter?) opgehaald om naar de vergaderzaal te gaan.
‘Wat voor broodje wil jij?’ vroeg Pieter-Jan/Jan-Peter.
‘Oh, ik heb mijn eigen lunch bij me.’ antwoordde Diederik.
Pieter-Jan/Jan-Peter keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan.
‘Maar het is op kosten van de zaak!’
Diederik wees op de boterhamzakjes die hij uit zijn koffertje had gehaald. Er zat een briefje bij: ‘Veel succes op je eerste dag, kroelbeertje. Hou van je. X tijger.’
Hij wilde het in zijn zak stoppen, maar Hendrik-Jan kreeg het te pakken. Hij las het hardop vol en allen bulderden ze van het lachen. Behalve Diederik.
Blozend griste hij het papiertje uit de handen van Hendrik-Jan en stopte het in de zak van zijn nieuwe pak.
Nadat de opmerking ‘Eet jij maar lekker de bammetjes van Tijger op hoor, Died!’ was gemaakt, ging de vergadering dan toch echt van start.
‘We moeten meer feeling krijgen bij de klant.’ begon Jan-Peter.
‘Ik denk dat we voor het communicatieplan light moeten gaan.’ zei Pieter-Jan. ‘En dan even Jan-Jaap contacteren.’
‘Ik zal het in de reminder zetten.’ was Hendrik-Jans antwoord daarop.
De ogen waren op Diederik gericht. Het was zijn beurt om een belachelijke uitspraak te doen.
‘Eh, ehm, ik eh moet even naar de wc.’ zei hij en rende naar het herentoilet.
Eenmaal daar barstte hij in tranen uit. Hoe ging hij deze onzin in godsnaam overleven?
Uit de verte hoorde hij nog Jan-Peters stem (‘Maar doe je dan niet mee met de borrel?’) en toen werd alles donker…

Goed, dat was het verhaal van de arme Diederik. Ik weet niet hoe het er precies op reclamebureau’s aan toe gaat, maar ik heb wel zo’n idee (vol met vooroordelen :P). Nu willen jullie natuurlijk weten wat er in mijn notitieboekje stond. Inmiddels weet ik trouwens weer hoe ik hierbij ben gekomen. Ik zat in de trein en daar zaten nou ja, twee mannen die waarschijnlijk Hendrik-Jan of Jan-Peter heten en ze maakten gebruik van deze uitspraken, die ik dus opgeschreven heb: ‘in de reminder zetten’ en ‘communicatieplan light’.

Het is echt, tja, verbazingwekkend dat mensen zulke dingen kunnen verzinnen. Ik weet in ieder geval één ding zeker: ik ga niet bij een reclamebureau werken.

Kennen jullie nog meer van dit soort uitspraken?