Mijn blog bestaat 9 jaar (en een paar dagen)

https://www.instagram.com/p/B-W_jGSjW08/

Afgelopen dinsdag bestond mijn blog negen jaar, maar ik had geen zin om te bloggen, dus jullie zullen het met dit verlate bericht moeten doen. Zoals vorig jaar beloofd ga ik bij de tien jaar een feestje geven.

Ik mag hopen dat ik dan niet meer op 28 vierkante meter woon, zodat jullie allemaal gewoon in de woonkamer passen. Uiteraard gaat dit feestje in Lauradenktstyle zijn: met een kat (die heb ik tegen die tijd dan weer, als ik niet meer op 28 vierkante meter woon), chocoladekruidnoten (dan moet ik niet vergeten ze in december in te slaan) en wcms. Gelukkig heb ik veel van mijn trouwe fans al ontmoet, dus zal het niet een enorm awkward bedoening worden zoals bloggersmeetings vaak zijn (niet-bloggers mogen ook komen). En als we het dan even niet meer weten, praten we gewoon over de kat.

Ik vind het een plan.

De laatste dag

https://www.instagram.com/p/B-FbP5zjK4z/

Vandaag had ik mijn laatste dag bij Werf& en het was raar. Ik heb mijn collega’s al anderhalve week niet gezien, alleen via de webcam. Ik weet nog dat ik met mijn collega naar de persconferentie zat te kijken waarin werd opgeroepen om thuis te werken. Daar ging mijn afscheidslunch bij By Jarmusch en de taart die ik zou halen (maar het is de opoffering voor de gezondheid waard hoor).

Nu zaten we allemaal via Teams samen te lunchen als afscheid. Het was een chaos. Sommige hadden hun kinderen bij zich die hun knuffels showden. Andere hun vriendje die broodjes voor hen maakten (oké, dat was ik). Tussendoor gooide een paar collega’s nog wat lieve woorden naar me toe.

Ik heb veel geleerd in die anderhalf jaar. Over schrijven natuurlijk, maar ook over het organiseren van events voor een paar honderd mensen, het maken van podcasts en communiceren. Toen ik binnenkwam, wist ik niets over recruitment. Inmiddels heb ik er 285 artikelen over geschreven.

En ja, ik heb ook lieve mensen leren kennen, hoewel ik altijd sarcastisch tegen ze doe. Ik heb er zelfs een vriendin van 48 (!!!) bijgekregen. Die uit Meppel (!!!) komt. Nou, dat had ik nooit durven dromen, dat snap je.

Wat nu? Ik heb nog een week vrij en al mijn wilde plannen (mijn huis opruimen) kan ik ook gewoon in deze tijden van crisis doen. Daarna ga ik aan de slag bij mijn nieuwe baan, waar ik ook een blog aan zal wijden. Alvast een tipje van de sluier: het is in mijn mooie Utrecht. Hoewel ik zo’n vermoeden heb dat ik eerst vooral vanuit huis ga werken…

Binnen

In de halflege supermarkt koop ik de snoepjes die hij zo lekker vindt. Ik verstop ze overal in mijn huis. Tussen de kussens van de bank, in een glas, onder de kaart die hij gaf voor Valentijnsdag. Natuurlijk vertel ik hem niets. Elke keer als hij er eentje vindt, is hij zo blij als een kind.

Terwijl mijn wekker gaat om het thuiswerken te starten, ligt hij nog in mijn bed. Het ontbijt is zijn taak: breakfast burrito’s, American pancakes of gewoon simpel yoghurt met fruit. In de lunchpauze wandelen we en zeggen we welke huizen we wel of niet mooi vinden. Naar alle katten in het raam wordt gezwaaid. Ik houd zijn hand vast.

’s Avonds kijken we Peaky Blinders. Ik herhaal alles wat ze zeggen: ‘SHOT OP!’ In bed smelten we weg bij alle kattenfilmpjes van Kittisaurus. Later nemen we ook een kat. Een beetje een bolle.

Buiten staat de wereld op zijn kop. Maar binnen houdt hij me vast.

Fake news over duo Laura & Laura in de krant


Klik twee keer op de foto om het groter te maken.

Op Facebook zag ik een berichtje. Of iemand goed contact had met zijn buur, voor een artikel in de krant. Ik dacht heel lang na. Leuke buren, leuke buren. Uiteindelijk kwam ik erop: mijn buurmeisje Laura. We zijn een stel gekkies naast elkaar, dus dat zou een geweldig artikel worden.

De voorbereiding was goed. Puntsgewijs namen we door wat we zouden vertellen: de vlaggetjes op haar deur (ze zei tegen mij: ‘Ik woon hier nu al een jaar, waar zijn mijn vlaggetjes?’ en toen had ik vlaggetjes op haar deur geplakt), de ballon op mijn deur (kreeg ik van haar toen ik jarig was), de borrels met andere buren (die iets ouder zijn dan wij en wat wij dus standaard het Zonnebloemuitje noemen) en de podcast over alle gekke dingen die gebeuren in ons gebouw. Genoeg te vertellen en nog origineel ook.

Voor de fotograaf waren we allebei zenuwachtig. ‘Is hij er al?’ appten we naar elkaar. Want ja, eigenlijk zien we elkaar niet zoveel (behalve per ongeluk in de gang en de maandelijkse pubquiz), maar we appen elke dag. We laten geen hartjes achter op elkaars tijdlijn, maar bekvechten over wie dé Laura is (jullie weten allemaal wat het goede antwoord daarop is). Kortom: we zijn niet van die gezellige buurvrouwen die elkaar buuf noemen en gezellig op de koffie komen.

Maar voor de fotograaf moesten we toch echt samen zijn, dus gingen we naar haar huis. De fotograaf maakte foto’s van ons, mensen die er niet van houden om gefotografeerd te worden. Klik, klik, klik en het was klaar.
‘De journalist gaat vast vragen wat je leuk aan me vindt,’ zei mijn buurmeisje.
Shit. Daar moest ik wel even over nadenken.

We werden allebei gebeld, deden ons verhaal en toen was het wachten op de krant. Mijn buurmeisje bemachtigde hem als eerste en… was not amused. Met grote letters stond er boven haar stukje: ‘NOOIT DURVEN DROMEN DAT IK HAAR ZOU LEREN KENNEN’. De tekst eronder maakte haar niet minder een aanbidder van mij. Het eindigde met ‘Dankzij Laura ben ik me pas echt thuis gaan voelen in Utrecht’. Maar dat is dus FAKE NEWS. Zowel de titel als die zin heeft zij nooit uitgesproken en ik kan het weten, want ik ken haar. Ze heeft nog nooit gezegd dat ze me aardig vindt, laat staan dat ze deze enigszins stalkerige zinnen zou uitspreken.

Haar appjes waren dan ook niet al te blij. Tot ik zag dat míjn foto bij dat stukje tekst stond en het dus leek alsof ik mijn eigen aanbidder was. Haar lach was zo hard dat ik het in mijn eigen huis kon horen.

Terug naar Oegstgeest???

De mensen die mij al duizend jaar volgen, weten dat ik ooit in een pittoresk dorp genaamd Oegstgeest woonde. Ik zou willen zeggen dat dat kwam, omdat ik toen Literatuurwetenschap studeerde en alleen in een literair verantwoorde plek wilde wonen, maar het was meer een verhaal van studentenwoningen, lotingen en geluk.

Want geluk was daar veel. Oegstgeest is voor mij gemaakt. Het is klein (just like me), heeft roodgele straatnaamborden, katten en heel veel schommels. Binnen een kwartier was ik in Leiden, de stad die de alliteratie compleet maakte (‘Ik ben Laura en ik studeer Literatuurwetenschap in Leiden’).

In Oegstgeest woonde ik voor het eerst op mezelf. In Oegstgeest verkende ik de buurt op mijn hardloopschoenen en skeelers. In Oegstgeest werd ik verliefd (of eigenlijk in Leiden, maar Oegstgeest is het bijzettafeltje van Leiden dus potato potato).

Maar het leven overkomt je. Dus verhuisde ik naar Voorschoten, kwam incidenteel terug voor een bezoekje aan een vriendin die daar nog woonde, maar c’est ca. Daarna overkwam het leven me weer en verhuisde ik naar Rotterdam. Uiteindelijk verhuisde ik naar Utrecht, wat ook niet echt dichterbij was. Sindsdien kom ik zelden nog in Leiden, laat staan in het dorp waar een stukje van mij ligt.

Tot zaterdag. Die desbetreffende vriendin woont er nog steeds. De roodgele straatnaambordjes flitsten weer voorbij en de onherkenbare herkenbaarheid van het gebouw waar ik woonde en de gebouwen waar ik zou willen wonen (Oegstgeest heeft zoveel mooie huizen!!!). Ik zag dat de lamellen nog steeds voor het raam hingen, maar de plantenbak was verdwenen. Ik struikelde over de herinneringen. Nu liep ik hier met een niet meer zo nieuwe liefde die ik overspoelde met verhalen van toen.

Maar ooit, als de niet meer zo nieuwe liefde het er mee eens is, kom ik écht terug. Terug naar Oegstgeest.

Laura’s tiplijst

Ja hallo, hier ben ik weer en gelijk met een paar steengoede tips. You’re welcome.

Boek: C. Buddingh – Mijn katten en ik 
Kattenboeken zijn natuurlijk sowieso top. Maar góed geschreven boeken met humor over katten: perfectie. Dat is dit dunne boeken vol geweldige citaten, zoals deze: Katten, je kan je voor ze inspannen zoveel je wilt, ze doen toch precies wat hen goeddunkt. En gelukkig maar ook, anders zouden ze een – overigens nog steeds zeer superieur – soort honden worden. 

Documentaire: Ask Dr. Ruth
Ruth Westheimer is 1.40 meter lang (nog kleinere dan ik!!!) en ze is geweldig. Deze documentaire is na RBG (ook kijken, is geweldig) wederom een bewijs dat kleine vrouwen geweldig zijn. Maar goed, dat wisten jullie al, want jullie lezen mijn blog. Dr. Ruth is een Amerikaanse sekstherapeute die daar veel op radio en tv is. Maar in deze documentaire kom je erachter dat ze een zwaar verleden heeft: ze komt oorspronkelijk uit Duitsland en heeft haar ouders verloren door de Holocaust. In deze documentaire praat ze hierover en ook over haar carrière met als belangrijkste les: communiceren is het allerbelangrijkste als het gaat om seks.

Album: Lucky Fonz III – Multimens
Oh Lucky Fonz III is zo leuk. Hij is een beetje gek, een beetje chaotisch en heel lief (dat laatste vermoed ik alleen maar, maar ik heb veel mensenkennis jwt). Dit album is dat ook. Het gaat van techno tot singersongwriter tot hiphop. Love it. Favorieten: In De Loop Der Jaren, App Me.

Podcast: Echt Gebeurd
Bedacht door Paulien Cornelisse en Micha Wertheim. Hierin vertellen mensen in ongeveer een kwartier over iets wat ze echt overkomen is. Dat kan van alles zijn. Ook zijn er mensen die voorlezen uit hun jeugddagboek wat echt hilarisch is. Ook heel leuk om zelf een keer bij te zijn in Toomler!

YouTube: Frank James
Zoals veel mensen ben ik redelijk geobsedeerd door de Myers-Briggs Type Indicator (INFP speaking). 16 types is natuurlijk veel te beperkt voor alle mensen, maar toch is het redelijk herkenbaar (ik heb bijna alleen maar INFP’s en INFJ’s als vrienden!!!!!). Frank James doet de 16 types na, bijvoorbeeld hoe ze zijn op kantoor of bij de dokter. Hilarisch en pijnlijk herkenbaar (‘Hey, I’ve been waiting here for about five days now, I think you guys might have overlooked me. Just checking in.’)

Serie: Victoria
Te zien op NPO Start (toen ik erachter kwam dat dit maar een paar euro per maand kost, heb ik meteen een abonnement genomen en mijn leven is nu zoveel beter #nosponhelaas). Ik moest er wel even inkomen, maar man, ben ik dol op kostuumdrama’s en al helemaal als ze gebaseerd zijn op de geschiedenis. Een aflevering kijken en dan op internet zoeken wat er allemaal klopt of niet. Deze serie gaat over de vroege periode van Queen Victoria en het is heerlijk.

Zo, nu kunnen jullie weer even vooruit! Mocht je tips voor mij hebben, dan ontvang ik die natuurlijk ook graag.

Laura’s liefdesletteren: ik ben niet verliefd

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.

***

Mensen leken vriendelijker, de natuur stralender en zelfs de hond van de buren kwispelde als hij haar zag.
‘Ik ben niet verliefd,’ zei ze in zichzelf.
Ze was trots op haar zelfstandigheid. Zij had niet iemand nodig die voor haar kookte, bijna elke avond sprak ze met een andere vriendin af en haar spaarpot zat vol.
‘Ik ben niet verliefd.’
Jongens zijn leuk, maar ook niet meer dan dat.
‘Ik ben niet verliefd.’
Ook niet als ze steeds vaker blijven slapen, ontbijtjes voor je maken, weekendjes met je weg gaan.
‘Ik ben niet verliefd.’
Of als ze blijven. Om niet meer weg te gaan.
‘Ik ben niet verliefd.’

Heeft Laura haar goede voornemen voor 2019 gehaald? Klik hier en kom erachter!

Voor 2019 had ik maar één goede voornemen: vaker aan een pubquiz meedoen. Dat is goed gelukt, kan ik alvast verklappen. Ik denk dat ik bijna elke maand wel weer in een of ander café in Utrecht zat te schelden dit jaar, omdat ik ergens niet op kon komen. Ik houd niet van spelletjes en ben in het algemeen niet erg competitief ingesteld, maar laat me mee doen aan een kennisspel en ik zit te vloeken en te tieren als ik niet win.

Nu moet u weten: ik ben een introvert (oh nee, dat wisten we niet, Laura, wat een verrassing!). Dat betekent dat ik geen grote vriendengroepen heb, maar een paar mensen daar van ken, die weer van het ene en de ander weer van het ander en zo toch aan een mooie lijst met vrienden kom die elkaar niet kennen. Maar dat vond ik juist het mooie dit jaar: dat ik door middel van een pubquiz toch die mensen bij elkaar kon brengen. En dat die mensen ook weer mensen meebrachten. Zijn ze niet leuk? Geen probleem. Zijn ze niet sociaal? Geen probleem. Weten ze niets? Wel een probleem. Tijdens een pubquiz hoef je namelijk niet per se gezellig te kletsen, als je maar iets bijdraagt aan het puntenaantal.

Het leukste vind ik toch altijd wel de Top 2000-quiz (boomer alert). Dit jaar deed ik mee met mijn buren, waar ik vast en zeker nog een aparte blog aan ga wijden. We waren een eclectisch gezelschap, zowel oud als jong en dat was in ons voordeel, want we zijn 5e van de 27 geworden. Uiteraard had ik een bijpassende naam voor ons bedacht: the Bohemian Bitches.

Daarnaast heb ik zelf ook twee keer een pubquiz georganiseerd voor mijn werk en ben ik daar achter dingen gekomen. Zoals dat vragen maken moeilijker is dan je denkt (maar dat kan ook met het onderwerp te maken hebben: recruitment) en dat mensen altijd iets te zeuren hebben (‘Neeee, dit antwoord klopt niet, want blabla onzin blabla’ ‘De vragen waren veel te moeilijk.’). Maar ook dat het heel leuk is en ik er toch niet mijn beroep van ga maken.

Dus ja, je kan wel zeggen dat mijn doel voor 2019 behaald is. Nu nog even nadenken over mijn goede voornemens voor aankomend jaar…

Kwetsbaar

Laatst keek ik naar The Voice. Ja, ik weet het, maar ik geniet van audities. Het behoort tot het rijtje van beeldende dingen waar ik om moet huilen: praktisch alle films, soldaten die hun kinderen verrassen met een vroege terugkomst en audities dus. Lang niet altijd, maar vaak genoeg.

Vorige week gebeurde het weer. Er kwam een jongen die al The Voice Kids had gewonnen en dat nu ook bij de grote mensenversie wilde doen. Hij zong ‘Say Something’ en dat deed hij op zo’n mooie en breekbare manier dat je het meteen in je hart voelde. Nadat het voorbij was, kwamen zijn zenuwen pas. De juryleden zeiden hoe mooi het was, niet alleen het zingen, maar vooral de manier waarop. Dat hij integer was. Kwetsbaar.

Nadat hij zijn coach had gekozen, viel hij flauw.

Ali B, degene die hij gekozen had, stond hem daarna bij.
‘Ayoub,’ zei hij, want zo heette de jongen. ‘Dit is juist je grootste kracht.’

En dat vond ik zo mooi. Dat iedereen hem respecteerde hoe hij was en daar ook het mooie van zag. Want zo is het lang niet altijd als je niet uitbundig of extravert bent in een land als Nederland waar brutalen de halve wereld hebben.

Een tijdje geleden was ik bij een vriendin op bezoek. Ik praatte een beetje met haar huisgenoot, niets bijzonders, niet al te veel. Later vertelde ze wat hij over mij had gezegd: ‘Ik vind Laura echt een heel prettig persoon.’

Ik was in de war. Ik had niet mijn best gedaan, niet veel gezegd, was niet grappig of slim geweest. Waarom vond hij mij dan prettig? Juist vanwege die kalmte, die niet aanwezige aanwezigheid. Dat is even wennen als mensen vroeger (en nog steeds) niet snapten waarom je zo stil was of nog erger: zich eraan stoorden. Stille mensen zijn eng. Stille mensen zijn ongemakkelijk. Stille mensen zijn vreemd.

Nóg erger: stille mensen die, als ze dan praten, gevoelig zijn. Of zich kwetsbaar opstellen. Empathie vertonen. Bah. Doe niet zo zwak. Stel je niet aan. Terwijl de wereld niet alleen hoeft te bestaan uit mensen die de ruimte vullen met gesprekken of energie. Het is juist mooi dat er ook mensen zijn die je raken, iets wat je niet in woorden kunt vatten, maar wat je wel voelt.

Dus Ayoub en de coaches van The Voice: bedankt voor die mooie boodschap.

Laura’s liefdesletteren: onverbiddelijk

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.

***

Boven het dekbed lagen zijn vertrouwde handen vol rimpels en pigmentvlekken. Zijn mond stond een stukje open, af en toe ronkte hij. Ze wist dat hij over precies 21 minuten wakker zou worden, mompelend zijn sloffen zou aantrekken, de eerste sigaret van de dag en dan de krant. In de middag gingen ze naar het bos met de kleinkinderen, die dezelfde grijze ogen hadden als hij.

Ze had gehoopt dat het zou wennen en toegegeven, soms vergat ze het. Als ze gevangen was in de routine van alledag, maar genoeg avondjes met vriendinnen plande of alles eruit sloeg bij tennis. Dan was het alsof het zo hoorde. In dit huis. Met deze man. Met een man.

Maar altijd kwam de nacht, onverbiddelijk, en daarmee de gedachten. Wat was zij op dit moment aan het doen? Lag ze ook naast een man die dichtbij, maar toch zo ver weg was? Of lag ze alleen, vol verlangens en spijt? Soms hield ze het niet vol en liep ze stilletjes naar beneden, het tweede laatje van haar bureau, de foto. Gewoon een vriendin van vroeger, had ze tegen haar man gezegd. Ja, helaas contact verloren. Dat soort dingen gebeuren. In haar hoofd gebeurde het alleen elke dag opnieuw.