De introvertenheld, Franze Kafky en klef gedoe

https://www.instagram.com/p/B5TPLwbF57b/

Waar was je naar toe? Praag.
Hoe lang? Drie dagen.
Met wie? Met Mathijs (volgens mij heb ik zijn naam hier nog niet eerder genoemd, maar dat is dus mijn lover, jawel jawel).
Waarom? Niet omdat het moet, maar omdat het kan.
Wat was het leukste aan het weekendje weg? Mathijs.
Wat klef. I know, we zijn nu nog verliefder dan eerst en dat is een prestatie kan ik je zeggen.
Oké. Wat heb je dan nog over hem geleerd? Dat hij de held van elke introvert is. Hij zoekt de weg, houdt mijn hand vast als ik moe ben (ook als ik niet moe ben) en bestelt alles in restaurants, zodat ik geen sociale interacties hoef aan te gaan.
Nog meer leuks? Ja, we gingen naar een club (Karlovy Lazne voor de geïnteresseerden) met vijf verdiepingen, op elke vloer een andere muzieksoort. Je kon er alcohol inhaleren, naar een icebar en drankjes door robots laten maken (???). Het zag er nogal shabby uit to be honest, maar er waren bankjes, zodat je mensen op de dansvloer kon bekijken. Daarna gingen we zelf dansen (op de oldiesvloer) en dat was net als in de film, dat de mensen om je heen verdwijnen en je samen in sync gekke dansbewegingen maakt. Eigenlijk was het gewoon Pulp Fiction. Zonder het geweld dan.
Heb je nog iets grappigs geleerd over Praag? Ja, dat ze daar Franze Kafky zeggen in plaats van Franz Kafka en dat ik hem ook nooit meer anders ga noemen.
Nog meer dingen gedaan behalve klef doen, dansen en naar het Franze Kafkymuseum bezoeken? We hebben vooral veel gegeten, want dat is het belangrijkste aspect van elke vakantie. Natuurlijk bezochten we het kattencafé. Ook dronken we cocktails bij the Black Angel’s Bar, die heel geheimzinnig deden op hun website en in het echt (zo mag je geen foto’s maken). Maar dat bleek eigenlijk wel mee te vallen. De bar is een rare combinatie van dandy gedoe en piraten (???) en oh ja, lekkere originele cocktails. Ik heb in de anderhalf uur dat we er waren minimaal vijf Beatlenummers gehoord, dus ik was zeer content. En ik heb misschien twee cocktails gedronken (= heel veel voor een kabouter) waardoor ik vervolgens droeloe in een Tsjechisch restaurant zat. Misschien.
Volgens mij heb je nog niet alles genoemd. Oh ja en Mathijs heeft in dat Tsjechische restaurant varkensknie gegeten, want dat bestaat blijkbaar. En we hebben een Thaise massage gehad waarbij de masseuses over ons heen liepen en ik weet niet wat ik daarvan moet denken.
Heb je nog tips voor een hostel? Ja, we zaten in het Franz Kafkahostel (helaas niet Franze Kafky) en dat is zeker aan te raden, want midden in het centrum.
Bedankt voor dit verslag. No problemo.

Je bent mijn bff, je weet het alleen nog niet

Ik ontmoette haar als de vriendin van. Meestal is de vriendin van niet leuker dan de vriend, maar zij overtrof hem in alle opzichten. Ze was grappiger, liever en vooruit, ook irritanter.

Toen ik haar voor het eerst zag, was ik een prinses en zij een tijger. De tweede keer waren we netjes in gala.
‘Ik wil je nummer!’ riep ik in aangeschoten toestand naar haar.
Zij kreeg mijn nummer, maar ik hoorde niets.

Via haar lover wist ik die van haar te achterhalen. Het eerste wat ik appte, was: ‘JIJ ZOU MIJ WHATSAPPEN’. Later hoorde ik dat ze dat heftig vond en bang was dat ik echt boos was. Ze wist toen nog niet dat ik bijna 80% van de tijd communiceer in Capslock en sarcasme, gewoon, omdat het kan. Ik dwong haar tot een afspraak en ze onderging het.

Daarna, toen ik in Rotterdam kwam wonen op vijf minuten fietsen van haar vandaan, ontstond het. Ik bracht vele avonden door op haar bank onder een dekentje, kijkend naar TLC en pannenkoeken etend. Later had ze het gore lef om te verhuizen naar Den Haag en nog veel later naar Rijswijk, of all places.

Ik organiseerde haar babyshower en toen zei ze: ‘Je bent mijn bff, je weet het alleen nog niet’. Ik wist het alleen wel.

Elke keer als we bellen (ze is een van de weinige mensen met wie ik vrijwillig bel) of als we elkaar zien, zijn we aan het kibbelen. We vinden niemand irritanter dan elkaar. Zij belt mij, terwijl ze ‘Laura’ van Jan Smit zingt en ik stuur haar kaarten met teksten als ‘Waarom ga je niet gewoon weg?’. Maar als ik verdrietig ben, weet ze me aan het lachen te krijgen. Altijd.

Ik ben opgegroeid met een broer en een broertje. Maar sinds een paar jaar weet ik ook hoe het is om een zus te hebben.

De kleine rode tuinkabouter

https://www.instagram.com/p/BvHoXDoFStw/?igshid=ir0y1g7ueqcb

De oude winterjas

https://www.instagram.com/p/B4frAgNFOod/?igshid=1b3j1oq8tqzac

De nieuwe regenjas

https://www.instagram.com/p/Bt6qiplFRN5/?igshid=d56hu1ln5km4

De zwarte winterjas

Vroeger had ik een rode jas. Met capuchon. Voor in de winter. Je kon mij, ondanks mijn lengte, al van mijlenver zien aankomen. Een vriend noemde mij ook wel eens gekscherend ‘de kleine rode tuinkabouter’ en ik hield die naam, als geuzennaam.

Maar toen ging er een knoop van de jas af. En sowieso werd hij steeds valer. Hoewel ik intens veel van hem hield, ging het echt niet meer. Overal zocht ik naar een nieuwe rode winterjas met capuchon (hallo, ik laat mijn haar echt niet nat worden), maar nergens kon ik hem vinden. Wel zag ik een leuke zwarte jas, houtjetouwtje. Lekker warm. Met capuchon. Hij ging mee, vooruit dan maar.

Want eigenlijk houd ik niet van zwarte jassen. Dat stamt uit de tijd toen ik nog op de middelbare school zat, lang, lang geleden. Op de een of andere manier hingen wij onze jassen nooit op, maar we gooien ze op de kapstok. Dit is dezelfde school waar er wiet op het schoolplein werd gerookt (dat schijnt niet normaal te zijn) en je geen broodtrommels mocht meenemen, want dan was je een loser. Maar goed, als iedereen zijn jas op de kapstok gooit, is het heel moeilijk te achterhalen welke jas van jou is, aangezien ie-de-reen een zwarte jas heeft. Ik begon met een witte winterjas (dit is geen goed idee), maar rood is natuurlijk veel beter. Het is een mooie kleur, het is opvallend en het is de kleur van de kabouters.

Dolgelukkig was ik dan ook toen ik met Rianne naar Groningen ging. Niet, omdat ik met Rianne naar Groningen ging, want Rianne is stom en Groningen het einde van de wereld, maar omdat ik daar een rode regenjas zag. Met capuchon. Voor een mooie prijs.

Hij is ideaal. Er zit een riem in, zodat ik mijn taille kan accentueren (schijnt heel belangrijk te zijn volgens de Fancy enzo). Hij houdt regen tegen (de naam gaf het al weg). En hij is dus rood. Heel mooi rood.

Er is alleen een probleem: het begint steeds kouder te worden. De rode regenjas voldoet niet meer. Ik heb een rode winterjas nodig. De zoektocht gaat verder…

De realiteitman

Hij komt altijd wanneer ik dat niet wil. Soms is het midden in de nacht, soms ’s ochtends vroeg of gewoon in de namiddag.
‘Laura,’ zegt hij dan.
Ik weet al hoe laat het is. Ik schud heftig met mijn hoofd van nee, maar hij blijft me aankijken met zijn serieuze blik.
‘Het is tijd.’
Ik weet dat het tijd is, ik heb verdomme zelf tegen hem gezegd ‘Zorg jij dat ik op tijd wegga?’, maar ik ben niet zo goed met de werkelijkheid. Laat mij maar dromen. Ik wil de hele nacht met je praten over van alles of ik wil de katten aaien van de mensen bij wie we op bezoek zijn of ik wil gewoon niet weg. Maar er is altijd de slaap, de verplichtingen en de realiteitman.
‘We moeten gaan,’ zegt hij en ik ga mee, toch.
De volgende dag heb ik geen spijt. De realiteitman was een goede aankoop.

De slagroom op de taart

Ik heb een collega. Of nou ja, ik heb er wel meerdere, maar deze is echt bijzonder. Ik zie haar bijna nooit, omdat ze in Drenthe woont en niet op kantoor werkt. Ja, er wonen blijkbaar mensen in Drenthe. Toch spreek ik haar dagelijks. Ik app soms vaker met haar dan met mijn vriendje (die zie ik gelukkig wel vaker dan dat ik haar zie). Deels over werk, deels over privé en deels… foto’s van toetjes.

Het begon toen ze op vakantie ging, wat ik natuurlijk al niet vond kunnen. Tegen wie moest ik anders klagen over hoeveel tijd nieuwsbrieven maken kost? Ze begon het echter nog ondraaglijker te maken door steeds foto’s van toetjes te sturen. De ijsjes die ze at, de brownies die ze had en de crème brûlée op het einde. Ik vind dat puur sadisme. Daarom stuur ik haar sindsdien altijd een foto als ik een toetje eet, als payback.

Deze collega is de spil van het bedrijf en dat is knap als je beseft dat ze extern is. Ze weet alles, kent iedereen en soms is ze zelfs aardig. Ze houdt niet van de schijnwerpers. Als ze deze blog leest, dan gaat ze zeggen: ‘Moest dat nou, Laura?’ Ja collega, dat moest. Dat er nog maar vele toetjesfoto’s mogen volgen.

Vandaag staat er niets op het programma

Elke week ga ik naar mijn werk, wurm ik me in treinen, bussen, metro’s, op fietsen. Ik drink met vrienden, eet met vrienden, lach met vrienden. Herinneringen komen op bij mijn ouders, aardappels groenten vlees en ik verlaat mijn geboortedorp weer voor mijn stad van nu. Ik kus mijn vriendje, ik plaag hem en ik kijk naar hem als hij in mijn bed ligt te slapen. Tussendoor probeer ik alle seizoenen op Netflix bij te houden, dat ene boek te lezen en oh ja, hardlopen is ook wel goed voor je.

Maar niet vandaag. Vandaag staat er niets op het programma. De wekker houdt eindelijk voor een keertje zijn mond. Het is lang geleden dat ik zo’n dag had. Al maanden wil ik mijn kledingkast opruimen, mijn boeken bekijken en gewoon een beetje in huis rommelen. Muziek aan, misschien wat schrijven? Het maakt niet uit, ik hoef niets. Shoutout naar mensen die lijstjes maken, maar vandaag is het lijstje leeg.

Vroeger waren de dagen eindeloos. Ik las alle boeken uit de bibliotheek, de afwas bestond nog niet, maar springtouwen wel. Ik las in die boeken wel dat het moeilijk kon zijn, dat de tijd steeds korter werd, maar sneller ging. Maar niet alles wat in boeken staat is waar toch? Vandaag is het in ieder geval niet waar. Vandaag duurt de tijd eeuwig.

Londen voor een weekendje weg vs Londen voor werk


Uitzichtje van mijn hotelkamer in het Hilton, je weet toch.

Zo ga je nooit naar Londen (dit is niet waar, maar wel leuker voor het verhaal) en zo ga je twee keer in twee weken. Het zat zo: ik had al een paar dagen Londen met mijn moeder gepland, maar toen was er een partner op werk die een event in Londen hield. Daar moet natuurlijk over geschreven worden en zo goedhartig als ik ben, stelde ik voor dat ik wel zou gaan. Geen probleem, jongens. Ik wist ze te overtuigen en zo geschiedde. Ik zal de twee bezoeken dan ook voor jullie begeleiden, want jullie zijn vast enorm nieuwsgierig.

Reis
Weekendje weg: met de trein is heerlijk relaxed. Je leest een tijdschrift, kijkt iets op Netflix of doezelt een beetje weg. Oh ja en je mag zoveel vloeistoffen meenemen als je wil.
Werk: ik kan jullie vertellen dat Rotterdam Airport heel erg saai is als je anderhalf uur vertraging hebt. Op de terugweg bij British Airways werd bovendien mijn hele tas leeggehaald door de beveiliging en mensen die mij kennen, weten hoeveel troep daarin zit.

Hotel

Weekendje weg: hier zaten we vorig jaar ook toen mijn ouders veertig jaar getrouwd waren. Mooi hotel, goede locatie (Kensington), niets op aan te merken.
Werk: als echte zakenvrouw zat ik in het Hilton, want voor minder doe ik het niet en oké, het event was daar ook. Overal in de hal rook het naar eau de cologne, want dat dragen zakenmannen. De liftdeuren waren goud en er waren ongeveer duizend kamers.

Eten

Weekendje weg: Engeland is niet compleet zonder Indiaas eten (dat klinkt zo niet logisch, maar is het wel), dus dat moest natuurlijk gegeten worden. Ook pubs kunnen niet overgeslagen worden en wat dacht je van scones? We hadden een arrangement met prosecco, dus we waren wellicht wat droeloe, of dronken droppies zoals mijn moeder het noemt.
Werk: tja, wat was er eigenlijk niet? Bij de lunch waren er toetjes. Ik eis dat voortaan altijd op werk.

Activiteiten

Weekendje weg: we zijn al vaker in Londen geweest, maar er is genoeg te doen. Denk aan het oudste warenhuis van Engeland (Liberty), chillen in Hyde Park, naar een musical (The School of Rock), the National Gallery en Old Spitalfields Market mag nooit overgeslagen worden (hoe denken jullie anders dat ik aan die leuke jurkjes kom)?
Werk: hier had ik, ja heel raar, veel minder vrije tijd. Ik besteedde mijn tijd vooral met lezingen, netwerken en eten. Maar in de tijd die ik had, besloot ik gewoon random te lopen en kwam ik uiteindelijk uit bij Kensington Garden, geen straf!

De conclusie? Londen voor een weekendje weg privé is leuker, maar met een zakenreis naar Londen voor je werk kun je wel meer indruk maken op je vrienden. Lastig, lastig.

Hello from the other side

https://www.instagram.com/p/B11jKU1Ilqm/

Ja hallo, het leek me wel weer eens tijd voor een updateblog. Omdat jullie allemaal zo nieuwsgierig als de pest zijn en nou ja, niet omdat het moet, maar omdat het kan.

– Met mijn Mutti ben ik een paar dagen naar Londen geweest. Zoals altijd als ik naar Engeland (geen grap, ben al een stuk of acht keer geweest en het is altijd zo) is het lekker weer. 32 graden was me wel iets te veel van het goede, maar gelukkig is er Hyde Park. Een aantal dingen die een bezoek Londen altijd moet omvatten: scones, Indiaas eten en een bezoekje aan Old Spitalfields Market.
– En het houdt niet op, want binnenkort ga ik wéér naar Londen, dit keer voor mijn werk. Ik mag in een fancy schmancy hotel zitten midden in het centrum waar een supermarkt ín het hotel is (????????????????????????) en mijn Engels oefenen tijdens het congres. Ik ga helemaal in mijn eentje en ja, dat vind ik stiekem wel een beetje eng.
– Ik heb een vetplantje dood laten gaan en voel me een slechte millennial.
– Ook maakte ik chocoladekruidnotentaart, met hulp van de chef. Het was niet eens mijn eigen idee, maar die van mijn lover: ‘Moeten we geen taart maken voor je feessie?’ Nou vooruit, maar dat kan eind augustus natuurlijk maar één soort zijn. Hij was erg lekker en machtig en in mijn keukenkastjes ligt de rest van de zakjes chocoladekruidnoten hoopvol op me te wachten.
– Natuurlijk ben ik nog steeds verliefd. Twee maanden vol vlinders en ander klef gedoe. Liever dan lief, zong Doe Maar al. En nou ja, hij kookt voor me, dus eigenlijk is dat al genoeg reden om hem leuk te vinden.

Het einde van de wereld

https://www.instagram.com/p/B0_qc6gH-_Q/

Zo’n 4,5 jaar werkte ik als community manager bij een bedrijf dat de social media deed voor allerlei merken. Al vrij snel nadat ik daar gestart was, begon ook Rianne. Ons team werkte vanuit huis, dus het duurde even voordat we elkaar ontmoetten. Zoals jullie misschien weten, kan ik enigszins sarcastisch zijn. Rianne was dan ook erg verbaasd toen ze me zag. ‘Hoe kan zo’n klein, schattig meisje nou zulke gemene dingen zeggen?’ zei ze.

In de loop van die jaren werd onze rivaliteit groter. Ik noemde haar trut, zij mij bitch. Ik stuurde haar met Sinterklaas een gedicht dat eindigde met:

Lieve Rianne, we zijn zo ver weg en toch ook zo dichtbij
Maar mijn favoriete collega, dat ben jij

Rianne was enorm ontroerd. Dat ik, de sarcastische, toch nog lief bleek te zijn. De teleurstelling was dan ook groot toen ze ontdekte dat ik naar íedereen dezelfde eindregels had gestuurd.

Displaying Screenshot_20161202-172811.png

Je weet hoe dat gaat. Op een gegeven moment ga je weg en dat deed Rianne dan ook. Ik had eindelijk rust. Helaas besloot ze me nog wel in Rotterdam – waar ik toen nog woonde – op te zoeken. Ik sleepte me er doorheen door de dag vol te plannen met eten: pannenkoeken bij Altijd in de Buurt, taart bij de Koekela, hamburgers bij Hamburg en een biertje bij de Ouwehoer. Daarna hoefde ik haar nooit meer te zien. Heerlijk.

‘Jij zou toch nog een keer naar Groningen komen?’ vroeg ze helaas laatst.
Jawel, Rianne woont aan het einde van de wereld. Heel zielig voor haar, maar wat had ik daarmee te maken? Belofte maakt schuld, dus ik moest helaas wel. Het was verschrikkelijk. We hebben heel Groningen doorgelopen, de stappenteller op mijn telefoon wist niet wat hem overkwam, in de wind. Het waait namelijk altijd in die stad. Al-tijd. We lunchten bij het Concerthuis, gingen naar Riannes huis (jawel, ze is net als ik in het trotse bezit van een microwoning), liepen door het Noorderplantsoen waar alles voor Noorderzon al werd opgebouwd en gingen toen op weg naar een leeg Simplon. Als je net als ik een Randstedeling ben, denk je: is dat iets voor simpele mensen? Nee, het is een muziekpodium. Ik heb de kleedkamers gezien (het leek op een gevangenis volgeplakt met bandstickers) en besloten dat ik toch maar geen muzikant word.

Na weer een droom die kapot ging, zat er niets anders op dan naar het kattencafé te gaan. Daarna kon ik er weer tegenaan – ik kocht heel misschien nog twee platen en een rode regenjas – om te eten: pizza’s bij Buurman & Buurman en superlekkere cheesecake.

Ik ben enorm trots op mezelf dat ik die lange reis naar dat verre oord – en de dag zelf met Rianne – heb overleefd. Misschien schuilt er toch nog een wanderlusterige hipster in me.

Die kleine en haar microwoning

Opruimen is niet mijn sterkste kant. Onverwachtse bezoeken tolereer ik niet, want ik laat je echt niet binnen. Zelfs niet als je mijn bff bent. Op de grond liggen pennen, tassen en elastiekjes, altijd weer die elastiekjes en oh ja, ik ben vijf boeken tegelijkertijd aan het lezen, verspreid door de ruimte.

Die ruimte is overigens maar 28 vierkante meter. Klein maar fijn, net als ik. Er staat alles in wat een mens nodig kan hebben en meer. Sinds ik hier woon, heb ik de bezoeken aan de Flying Tiger tot een minimum weten te beperken. Leuk, al die lieve accessoires (veelal katgerelateerd), maar waar moet ik het in godsnaam laten?

In de kast staan alleen maar boeken die ik nog níet heb gelezen (een schrikbarend aantal). Wanneer ik de was ophang, is het huis vol. Eén keer iets laten slingeren hier en je struikelt.

Maar het maakt niet uit. Want microwoningen zijn hip. En ik ben, dat weten jullie al, de hipste van de hipste. De early adopter. Daar heb ik graag het gebrek aan ruimte voor over.