Walk, walk, walk

Ik heb de hobby op me genomen die velen nu hebben: wandelen.

Als ik vroeger ging wandelen, dan was ik vooral op zoek naar katten om te aaien. Maar echt beslissen dat ik nu een uur ging lopen, nee. Dan nog eerder hardlopen.

Ja oké, ik wandelde met collega’s door een troosteloze buurt, want acht uur in een troosteloos gebouw opgesloten is nog erger (ondanks de naam zijn de Lee Towers niet zo gezellig als je zou denken). Je moet toch wat.

Maar nu, nu doe ik het vrijwillig en zelfs, ja, met plezier. Ik ben nog niet zo zen dat ik niets anders nodig heb. Ik heb ofwel iemand naast me ofwel luister ik naar voice messages van vrienden (hallo Daniëlle) ofwel spreek ik zelf voice messages in. En vooruit, soms luister ik muziek of een podcast. Waar ik eerst verlangde naar minder prikkels kan ik er nu soms geen genoeg van krijgen.

Inmiddels ken ik bijna elk straatje in de buurt. Ik weet in welke huizen katten wonen en zou je bijna kunnen vertellen wat de naam is van het schip dat nu voorbij vaart. Vroeger, je weet wel, toen we alles mochten, sprak ik met vrienden vooral af in cafés. Wcms erbij. Koekje erbij. Drukte. Daarna, toen niet meer alles mocht, sprak ik met ze af in huizen. Nu zien we elkaar vooral buiten, ook in kou, ook in regen, ook in sneeuw, en we lopen. Minder gezellig dan eerst is het niet.

Ik denk dat ik deze hobby gewoon blijf aanhouden, ook als alles weer mag.

Het concept

U kunt het concept ‘concept’ wel: een blog die nog niet gepubliceerd is, maar wel ergens aan de achterkant van je website staat. In al die jaren heb ik er heel wat verzameld, 237 om precies te zijn. Omdat mijn blog in maart 10 jaar bestaat (!!!!!!!!!!!), zal ik er 10 uithalen. Kunnen we lachen.

1. Die goede, oude tijd
Dit is mijn alleroudste concept, namelijk van 9 september 2011. Hij is het niet waard om gepubliceerd te worden, alleen al omdat erin staat: Vroeger, toen we het nog via de sms uitmaakten en niet via de ping.

2. Game Boy
Weer een trip to memory lane, maar wel met een goede vraag: waarom heette dat ding Game BOY???

3. Haiku
Over mijn grote liefde, maar niet volgens de regels van de haiku, want blijkbaar dacht ik dat het 5 woorden – 7 woorden – 5 woorden was in plaats van lettergrepen (gelukkig ben ik toch iets slimmer geworden met de jaren):

Zonder chocolade kan ik niet
Die warme bruine massa verwarmt mijn hart
en plakt aan mijn handen

4. De verboden zin
‘Ik voel een druppel.’ Hier sta ik nog steeds achter: zodra iemand die zin zegt, weet je dat het gaat regenen. Als niemand iets zegt, dan gaat het niet regenen. Dat is gewoon hoe het is.

5. Mijn moeder is een vervelende puber
Hier staat niets in, maar toch weet ik waar hij over had moeten gaan: het feit dat mijn moeder als ze een liedje leuk vindt het HEEL HARD en HEEL VAAK gaat draaien, totdat je het liedje nooit meer wil horen.

6. De Laura’s
Een begin van een blog over andere Laura (vriendin die ik ken van mijn studie, niet te verwarren met deze Laura) en mij, waarin ik me afvraag hoe we onze naam kunnen uitbaten: een komisch duo, een vlog, een band, een romantische relatie (handig voor op het naambordje)?

7. Date tips
Eigenlijk is het maar eentje en wel deze: Ik had van een vriendin die ik helaas niet bij naam mag noemen nog iets geniaals gehoord: ze kan goed koken en vindt het ook leuk, maar op de eerste date kookt ze iets vies. Zoals wraps met kipkruiden, paprika en ananas. Droog. De vraag is: komen ze daarna nog terug of niet? Zo wel, dan zijn ze geslaagd, want dan vinden ze de date leuk om andere redenen dan het eten en niet omdat ze gevoederd willen worden.

8. Waar ik veel vanaf weet
Het enige wat hierin staat: katten.

9. Apart 2
Blijkbaar een deel twee van iets? Over de reactie ‘apart’ als iemand je nieuwe kapsel/jurk/hond ziet en hoe stom dat is. Zeg dan gewoon niets.

10. Love is in the air
Een klef blogje over dat je denkt dat je niet zo snel verliefd wordt, totdat je dat wel wordt: De hele tijd dreunt die naam door je hoofd. Je vergeet je sleutels op werk, stapt uit bij de verkeerde halte en weet het allemaal niet meer. Normaal moet je er niet aan denken om zo snel al te zeggen dat je verliefd bent, maar je bent het en het is wederzijds. Jullie zijn allebei net zo gek. Op elkaar.

Zo, heb ik toch nog iets gedaan met een paar concepten. Nog 227 te gaan.

Laura’s liefdesletteren: Douwe Egbertsfabriek

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.

***

De geur van koffie, terwijl ik fiets tegen de brug op. Niet naar rechts kijken, niet naar rechts. Daar ligt tussen het puin het verdriet van een ander. Een verleden waartoe ik niet behoor, waarbij ik in de supermarkt langs hem liep, niet wetende dat hij het was. Hét was. Die ene. Nu ligt er slechts een rotonde tussen de liefde, een vicieuze cirkel.

De verschillende bruggen in de verte, elk een ander leven. Schimmige mannen in auto’s met alleen het razende water als achtergrondmuziek. Geen problemen met de fiets krijgen. Blijven praten tegen de telefoon. Negeren en niet omkijken.

Mijn benen worden zwaarder en zwaarder door de pedalen en de blik van mijn moeder. Afkeuring brengt ze omlaag, maar ik moet omhoog, naar de andere kant waar het beter is, waar het beter wordt. De toekomst bevindt zich slechts 100 meter verderop.

De wind maakt het zwaar. De regen maakt het ondragelijk. De zon maakt het niet om uit te houden.

De geur van koffie vervaagt in de wind en neemt elke keer een stukje van mij mee tot ik verbrokkel in het niets. Ik besta niet meer. Ik besta niet. Ik bestond niet.

If I just lay here

De eerste Amerikaanse serie die ik keek, was Grey’s Anatomy. Elke maandag om half negen kroop ik op de bank met mijn moeder. De mannen in het huis werden gemaand tot stilte: alleen wij mochten commentaar geven op wat er gebeurde. We leefden mee, we schreeuwden van ongeloof en soms drongen tranen zich op.

Inmiddels heb ik al zoveel series gezien dat ik ze niet meer kan tellen. Ze zijn altijd en overal beschikbaar en als ik dan toch een week ergens op moet wachten, zucht ik van ongeduld.

Een van de series die ik nu kijk, is jawel, weer Grey’s Anatomy, vanaf het begin. Ik zie de serie met vijftien jaar oudere ogen. Ik besef hoe onrealistisch het is en weet vaag wat er ook al weer gebeurde, wie wanneer met wie, weggaat of welk drama er nu weer aan het einde van dit seizoen is. Op de achtergrond heeft Mathijs commentaar: elke aflevering eindigend met een minuten durende monoloog over een of ander emotioneel thema en wow, wat zit er eigenlijk veel muziek in die serie? Ik weet nog dat ‘Chasing cars’ van Snow Patrol bekend is geworden door deze serie.

Maar ondanks het commentaar blijf ik doorkijken. Niet hoeven nadenken en vertrouwdheid: dat is ook wel wat waard in deze tijd.

Twee

Rond deze tijd komen altijd alle terugblikblogs en dat zette me aan het denken: want ondanks deze coronatijd zijn er toch twee Grote Dingen gebeurd in mijn leven dit jaar.

1. Ik kreeg een nieuwe baan
Anderhalf jaar lang drie uur reistijd per werkdag begint je op een gegeven moment op te breken. Bovendien was ik op zoek naar meer zingeving in mijn werk en dat kreeg ik. Mijn reistijd is nu een kwartier fietsen (of nou ja, niet nu, want ik ga niet naar kantoor, maar theoretisch gezien dan) en het kantoor zit bovendien in de binnenstad van Utrecht. Het werk is nooit saai, ik leer steeds bij en ik heb de leukste collega’s ooit (de leukste collega vind ik toch wel Mathijs, die ik heb binnengesleept als freelancer). Deze valt in de categorie Heel Goede Beslissing.

2. Ik kreeg een nieuw huis
Nou oké, deze valt ook in de categorie Heel Goede Beslissing en is ook een Groot Ding. Een intelligente lockdown in een studio van 28 vierkante meter is niet per se aan te raden. Ik had ruimte nodig en vooral een afgesloten slaapkamer. En dat kreeg ik. In een mooie wijk, dichterbij het station en het centrum en met een Tuin (ja, die mag ook met een hoofdletter). Er komt nog een blog over, maar ik heb er ook een nieuwe hobby bij: tuinieren.

Dat was 2020. Maar gaan er in 2021 ook Grote Dingen gebeuren? Jawel, ook weer twee (van wat ik nu kan voorzien natuurlijk).

1. Ik ga samenwonen met Mathijs
Ja, je bent verliefd en je wil wat. Wanneer we precies gaan samenwonen, is nog niet duidelijk. Daar zijn namelijk twee dingen (‘Ik zie echt een patroon, alles is met tweetallen, dit kan geen toeval zijn’) voor nodig. Ten eerste moet Mathijs een muziekstudio huren, want (weer twee redenen) dat past hier niet en het is een jarendertighuis, dus ik denk niet dat de buren er blij mee zullen zijn (mocht je heel toevallig een muziekstudio/ruimte weten in Utrecht of omgeving, let me know). En het handige van dat ik al verhuisd ben, is dat je kunt wennen. Niet hoppa, meteen in een keer samenwonen, maar in stapjes. Dus daar zijn we nu mee bezig. In coronatijd is dat weer anders dan in het gewone leven, zeker met een introvert en een extravert, maar dat komt vast goed.

2. We gaan een kat nemen
Ja sorry, ik word nog geen mommyblogger, eerst maar een kat. Als Mathijs hier eenmaal woont, gaan we op zoek naar een kat. Geen schattige kitten, want twee (‘TWEE’) redenen: dan zou ik er het liefst twee willen (‘TWEE’), maar daar is niet genoeg ruimte voor. En kittens zijn heel leuk, maar ook heel stout, dus je moet ze opvoeden en daar heb ik nu geen zin in. Nee, het wordt gewoon een lieve, oude kat. Die worden ook minder vaak geadopteerd, dus dan scoor ik weer wat karmapunten.

Spanning en sensatie dus. Uiteraard houd ik jullie op de hoogte!

Survivalgids voor de thuiswerker (+ winactie)

https://www.instagram.com/p/CJBBGYkFkyf/

In april was de coronacrisis al in volle gang toen ik bij Tover begon. Op Slack zag ik dat er een speciaal kanaal was voor COVID-19 en elke dag deelde Lieneke, de coach, daar thuiswerktips. Want, geef toe, thuiswerken is niet altijd even makkelijk.

De tips werden goed ontvangen en dat bracht Lieneke op een idee: een boek uitbrengen met alle tips. Af en toe deelde ze het proces en nu is hij er: Survivalgids voor de thuiswerker.

Het boek bevat 100 thuiswerktips en is ingedeeld in verschillende hoofdstukken zoals focus, introvert vs extravert, high five en mildheid (en nog veel meer). Af en toe lees je ook de ervaring van iemand met een tip en jawel: yours truly staat er ook in! (zie hierboven in mijn Instagrampost) Ik heb het daar over tip 56: laat de stilte bestaan. Iets wat ongemakkelijk kan zijn, maar ook veel kan opleveren.

Ook tip 76 is een favoriet: verras jezelf, doe het anders. Ik heb zelf een hekel aan het fietsen of lopen van steeds weer dezelfde route, dus ga ik regelmatig via een andere weg, ook al is die langer. En ik heb wel eens de tip gegeven om andersom in bed te gaan liggen, wat trouwens ook goed werkt als je niet kan slapen. Zeker in tijden als deze zijn zulke veranderingen fijn!

En dan tip 97: fouten maken? Graag. Hierin vertelt Lieneke dat elke fout feedback geeft over hoe het beter kan en daarom een investering in de toekomst is. Je weet daardoor immers dat je het in de toekomst anders gaat doen. Sterk staaltje omdenken!

Ik ben heel erg trots op Lieneke dat ze dit boek heeft uitgebracht en het is fijn om te lezen, ook om af en toe even door te bladeren als je behoefte hebt aan steun. En de leuke illustraties maken het helemaal af.

Ben je benieuwd geworden? Mooi, want ik ga er eentje weggeven. Geen zorgen: ook als je een stille meelezer bent, mag je gewoon meedoen! Het enige wat je hoeft te doen, is in een reactie laten weten dat je mee wil doen. Na kerst kies ik een winnaar uit.

Dani Banani

Acht jaar geleden en in een ander leven leerde ik Daniëlle kennen. Ik studeerde Literatuurwetenschap in Leiden en was net in Oegstgeest gaan wonen, op mezelf. Ik wist nog niet wat me te wachten stond bij mijn minor journalistiek en al helemaal niet bij de studententoneelvereniging waar ik nu naar toe was gegaan voor een open avond. Daar leerde ik namelijk mijn ex kennen en… Daniëlle (en Anand, maar sorry Anand, deze blog gaat wederom niet over jou).

Ze bleek ook in Oegstgeest te wonen, in hetzelfde gebouw. Ze ging ook naar de sociale activiteiten buiten de toneelvereniging om, sterker nog, ze zat in het bestuur. Ik vond haar aardig. Soms ging ik mee naar de pubquizzen die het café waar ze werkte organiseerde. Ik ging met Daniëlle om, zoals je met veel mensen omgaat in zo’n vereniging: je spreekt elkaar wel, je ziet elkaar veel, maar dat is het dan ook.

Ik weet dan ook eigenlijk niet meer hoe de omslag kwam. Ik weet dat het uit was met mijn ex en ik naar Rotterdam verhuisd was, maar ik soms nog in Leiden moest komen voor andere dingen en ik toen met haar afsprak. Tot nu toe was onze vriendschap (kennisschap?) op de oppervlakte gebleven, maar ik vertelde iets persoonlijks over mezelf dat ze bleek te herkennen. Vanaf toen werden we Echte Goede Vrienden.

Natuurlijk, we praten over A Very Potter Musical en over toneel. Maar we praten vooral over onze gevoelens. Intussen is Dani Banani, zoals ik haar ben gaan noemen, ook een groot fan van mijn blog geworden. Elke keer als er een nieuwe is, krijgt ze automatisch een e-mail en laat ze weten wat ervan vond (ze vindt het natuurlijk altijd geweldig).

Een behoorlijke tijd geleden vroeg ze: “Kun je deze bepaalde datum vrijhouden in je agenda?” Ik dacht: okeeeee. En toen zei ze: “Want DAN GA IK TROUWEN.” Ik voelde me vereerd dat ik erbij mocht zijn en extra cool: het zou plaatsvinden in het museum waar zij en haar verloofde werkten (en elkaar dus ook hadden leren kennen). Ik keek ernaar uit.

In februari gingen Mathijs en ik naar Leiden en terug naar Oegstgeest. Speciaal voor Daniëlle (oké en ook wel een beetje voor haar vriend). We speelden bordspelletjes, ook al houd ik niet van bordspelletjes, maar je moet wat over hebben voor je vrienden. Ik zou hen snel weer zien op de bruiloft.

Maar toen kwam corona. De bruiloft ging niet door. Afspreken ging niet door. Dus besloten we maar een andere vorm van contact te houden. Nu luister ik tijdens mijn lunchpauzes naar haar stem, lopend door Utrecht. Of ik praat tegen haar. Inmiddels zitten we op uren aan voice messages, gebaseerd op de aantekeningen die we maken die ook steeds langer worden. We praten over jeugdherinneringen, werkperikelen, onze lovers en vooral heel veel random dingen. Ik ben in die maanden meer over haar te weten te komen dan al die jaren daarvoor. En in een van de voice messages vertelde ik dat ik bezig was met een blog over haar.

Ik kan niet wachten totdat ik haar weer in het echt zie.

Vrij zijn

Ik heb een week vrij. En nou ja, dat heb ik ook wel nodig. Sinds april ben ik gestart bij mijn werk en heb ik eigenlijk geen vrij gehad. Ja, een dagje hier, een dagje daar en oh ja, een week vrij toen ik moest verhuizen: dat is dus alles behalve vrij, kan ik je vertellen. Ook was ik de laatste weken erg druk op werk vanwege onze nieuwe website (check hem hier!!! #trots), dus kan ik wel een beetje rust gebruiken.

Er zijn wel wat mensen die het proberen: ‘Ga je nog ergens heen?’ Maar waar moet je eigenlijk naar toe gaan? Natuurlijk zijn er mensen die alsnog het vliegtuig pakken, maar ik acht mezelf wel verstandiger dan dat. Wel was het de bedoeling dat ik een paar dagen naar Breda zou gaan met Mathijs (doordeweeks, want rustiger), maar daar is zonder horeca ook niet zoveel aan.

Dus wat nu? Gelukkig heb ik me tijdens de coronacrisis nog geen seconde verveeld en ben ik daar nu ook niet bang voor. Er zijn vriendinnen met baby’s die bewonderdmoeten worden, huizen waar samengewoond wordt die bekeken moeten worden en mijn tuin vraagt ook weer aandacht (heerlijk, met een tuin is het echt: het houdt niet op, niet vanzelf, maar dan positief).

Waar ik in het begin van deze tijd bang was, ben ik nu gewend aan het ritme. Ik heb het prima naar mijn zin met mezelf, met Mathijs en de vrienden en familie die ik af en toe op afstand zie. Elke keer als ik naar kantoor ga, is een feestje (niet letterlijk!!!). Ik rommel wat aan in huis, in de tuin, ik scharrel een beetje rond in de buurt. Als ik me dan in een andere omgeving bevind, dan doet dat wat met me. Mijn ogen zijn de polders in de ouderlijke omgeving niet meer zo gewend, de grachten in de stad of mensen die ik niet ken prikkelen meer dan anders.

Ja, ik ben rustiger. Maar eigenlijk… ben ik alsnog niet vrij.

De Zonnebloempjes

Ja, het gezegde ‘Beter een goede buur dan een verre vriend’ is er natuurlijk niet voor niets. Het begon met mijn buurmeisje, ook Laura geheten, die ik Laura 20 noemde (want nou ja, op dat nummer woonde ze toentertijd). We praatten wat, we praatten nog wat meer en ik nodigde haar uit om mee te doen aan een pubquiz. De rest is geschiedenis.

Bij het fietsenhok kwam ik later Freddy tegen.
‘Misschien moeten we een keer een borrel doen,’ zei hij.
Hij nodigde zijn buurvrouw, Petra, uit en ik Laura 20, het begin van een traditie.

Want we bleven elkaar zien. Om de maand spraken we om de beurt bij elkaar af. Er kwamen drankjes bij, hapjes, thema’s. Mijn buren waren de eersten die Mathijs ontmoetten en hij hoorde er meteen bij. We maakten podcasts. We maakten grapjes (ik vooral over de leeftijd van Freddy (65) en Petra (45), we maakten plannen en toen… kwam Corona.

Maar wij laten ons niet stoppen door een of ander virus. We lieten onze borrel (thema: streetfood) gewoon doorgaan. Ieder maakte een gang en zette dat bij de anderen voor de deur. Via Zoom aten we zo toch samen.

Nu zijn Laura 20 en ik verhuisd. Nee, niet naar hetzelfde huis, maar wel dichtbij elkaar en niet meer in Zuilen. Maar we brengen nog steeds onze baksels naar elkaar toe. We eten nog steeds op afstand samen. We noemen onszelf nog steeds de Zonnebloempjes, omdat Freddy en Petra bejaarden zijn en wij de begeleiders.

En ik hoop dat we nog lang op afstand vrienden zijn.

Een reizen

Eindeloze ritten. Altijd rechts achterin, kijkend uit het raam. Als je ’s avonds je ogen een beetje dichtknijpt, lijken de lantaarnpalen op de snelweg zachter. De dj op de radio kondigt een nieuw liedje aan en de auto zweeft over het asfalt. Ik zak langzaam weg en word wakker in mijn eigen bed.

Elke dag dezelfde route. Langs de dijk, het parkje, de wijk in. Een cd van Marco Borsato op repeat, de andere ouders langs de weg en de lipstickafdruk op mijn wang. Op de terugweg altijd dezelfde vraag: ‘Hoe was het op school?’

Mijn broertje en ik tellen de vogelnesten in de bomen. In december zoeken we de kerstbomen in de ramen. Soms is er ruzie.

Met zijn vieren op de achterbank. De stoelen zijn net iets te klein, wij zijn net iets te groot. Heup tegen heup. Op de borden staan woorden die ik niet begrijp. Ik lees een eindeloze stapel boeken, we zingen mee met Shaffy Cantate ‘Lalala lala la’, we zingen ‘Ze komen niet, ze komen wel’ en zeggen ‘Ik zie, ik zie wat jij niet ziet’. Bij de wegrestaurants is het druk en de auto’s rijden zo snel dat het slechts kleuren zijn. Onze benen zijn opgelucht door het strekken. Het huis voelt raar bij thuiskomst. Vertrouwd en toch anders. Stil. Niet geleefd. Stapeltjes post op de piano wachten geduldig om geopend te worden.

Zijn hand in de mijne als het verkeerslicht op rood staat. Ik geef de mensen op straat een stem, maar ze horen het niet. De carwash voelt als een achtbaan. De metalige geur blijft achter op mijn lichaam.

De terugreis duurt altijd korter dan de heenreis.