Ik zie, ik zie wat ik niet zie

Vandaag is het onderwerp de blik. Ook dit is iets wat Jan Drost heeft verteld tijdens de Soul Masqué en wat ik helaas niet zelf heb verzonnen.

We zien nooit wat we zien. Onze ogen zien niets, wij zijn het die zien. We zien alleen wat we denken te zien, wat geleerd hebben te zien en wat we verwachten te zien (of is dat teveel ‘zien’ in één zin haha). Je kunt namelijk niet volstrekt objectief naar de dingen kijken. Er zijn altijd bepaalde ideeën die je meebrengt in je blik. Denk bijvoorbeeld aan het bekijken van een foto van iemand. Meteen denk je al van alles: oh, dat zal wel een saai meisje zijn. Oh, hij houdt vast van metal. Je kan dat eigenlijk niet tegenhouden.

Want we nemen de dingen waar, bemiddeld door de ideeën die we hebben. En dat is de enige manier waarop we kunnen kijken. Het doet me denken aan de denker Foucault en zijn idee van episteme. Een episteme staat voor het geheel van kennis en wetenschap in een bepaalde periode en hoe de onderlinge samenhang wordt ervaren. Je kunt niet buiten je episteme kijken, net zoals dat je vast zit aan je blik. Dat klinkt heel naar, maar er valt simpelweg niet veel aan te doen.

Wel kun je gesprekken voeren met mensen. Jan Drost noemt een gesprek het uitwisselen van beelden. Zo kun je achter een ander perspectief komen. Maar of je de ander ook daadwerkelijk kunt begrijpen? Ik geloof van niet.

Wat denken jullie?

Hij is er eindelijk: de FAQ van Laura

(Eigenlijk moet het FAQ aan Laura zijn, maar dat vind ik een beetje klaar klinken, zeker als je FAQ fonetisch uitspreekt)

Soms zou ik wel eens een FAQ-formuliertje (FAQ staat voor Frequently Asked Questions, voor degene die het nog niet wist) bij me willen dragen. Of dat er, ploep, een digitaal beeld verschijnt met het antwoord.
‘Wat heb je nou weer te zeuren, Laura?’
Nou, sommige vragen worden wel erg vaak gesteld. En herhaling doet een mens geen goed. Dus hier zijn ze dan, de antwoorden op al uw vragen. En niet meer stellen he!

1. Hoe gaat het?
Dit antwoord varieert, maar waarschijnlijk één van deze: goed/slecht/kan beter/kut/geweldig (vaak op een sarcastisch toontje)/gewoon/gaat wel.

2. Hoe oud ben je?
Twintig en waag het niet te zeggen dat je dacht dat ik jonger was.

3. Wat studeer je?
Literatuurwetenschap.

4. Wat kun je daarmee worden?
Lieve vragensteller, ik zit op de universiteit. Dat is wetenschappelijk onderwijs en heeft dus niet zoals het mbo of het hbo het woord ‘beroep’ in zich. We leren academische vaardigheden, geen beroepen. Dus je ne sais pas.

5. Wat wil je worden als je later groot bent? (al wordt deze vraag vaker in een minder kinderachtige vorm gegoten)
Het allerliefst wil ik schrijven, schrijven, schrijven en ik wil graag de journalistiek in.

6. Je bent wel klein he?
Ik ga niet antwoorden op retorische vragen, maar je kan wel een vuile blik van me krijgen.

7. Hoe gaat het op school?
Goed/druk.

8. Hoe laat moet je vandaag weg? (deze vraag komt meestal van meine Mutti)
Dit antwoord varieert, maar waarschijnlijk is dit al de derde keer dat je het vraagt vandaag, dus ik zeg het lekker niet!

9. Wat gaan we eten? (deze vraag komt meestal van mein Brudertje en nee, dat is geen goed Duits)
Waarschijnlijk iets vies.

10. Kijk je uit? (deze vraag komt altijd van mein Vati als ik de deur uit ga)
Ja/nee (ligt eraan in wat voor bui ik ben).

Is dat niet fijn? Nu heb ik al jullie vragen beantwoord! Of ben ik soms iets vergeten?

Laura’s liederenanalyse: toen ik je zag (overdreven gedoe)

httpv://www.youtube.com/watch?v=ADFTOCN5ZRY
Beeld is van slechte kwaliteit, maar ik kon even niets anders vinden. Maar het gaat om het liedje.

Je hebt van die nummers. Je weet eigenlijk niet zo goed of ze nou goed zijn of juist heel slecht. Dat heb ik met ‘Toen ik je zag’ van Hero a.k.a. Antonie Kamerling. Het is zo’n meezinger, weet je wel. En daarom luister ik het graag. Maar de tekst. Oh god.

Ik dacht nooit aan morgen, vandaag was lang genoeg
Jeetje, dat lijkt me niet verstandig hoor. Betekent dat dat je ook nooit afspraken met de tandarts maakt?
Totdat ik jou zag, en ik dacht ineens aan morgenvroeg
One night stand? Hoe snel je weer weg moet gaan?
Ik hield niet van de liefde, voor mij was er geen vrouw
Totdat ik jou zag, en ik hield zomaar ineens van jou
Nou, ik weet dat er vrouwen zijn die klagen dat mannen nooit ‘ik houd van jou’ zeggen, maar dit is me toch net iets te snel hoor.

Je hebt niet in de gaten, wat je allemaal met me doet
En dat kun je ook niet weten, ik heb je pas één keer ontmoet
En toen heb je mij misschien, niet eens gezien
Oké, dus je hebt haar nog maar één keer ontmoet, zij heeft jou waarschijnlijk niet eens gezien en toch doet ze al van alles met je en houd je van haar? Overdreven gedoe zeg!

Ik ging nooit naar buiten, echt vrolijk was ik niet
Dat lijkt me niet gezond hoor. En ook niet praktisch. Heb je geen werk? Moet je nooit naar de supermarkt?
Nu loop ik zelfs te fluiten, en ik kijk of ik jou ergens zie
Ik kon om niemand lachen, ik was tot niets in staat
Nu ben ik dag en nacht een zon, omdat ik weet dat jij bestaat
Goh, wat één keer een vrouw ontmoeten toch niet allemaal met een man kan doen.

Er was een donder, een bliksem, een slag toen ik je zag
Heftig. En nogal gevaarlijk lijkt mij.
Ik ben veranderd, een ander, sinds die ene lach
Ik geef me over, je hebt me, verzetten heeft geen zin
Ik ben veranderd, een ander, en dit is pas het begin
Zo, dit is niet zomaar iets. Je hebt één keer een vrouw gezien, niet eens met haar gesproken en je bent al meteen smoorverliefd en zelfs helemaal veranderd! Zou dit dan ware liefde zijn?

Ondanks de tekst blijf ik dit liedje gewoon luisteren. En lekker vals meezingen. Jullie?

Oma Laura


Of ik word een oma met een knotje in. Kan ook. En ik had geen grijze pruik, dus dan maar een kinderlijke tekening.

Ik heb geen kinderen, laat staan kleinkinderen. Ik bedoel, ik ben twintig. Maar dat verandert niets aan het volgende: ik zou graag oma willen zijn.

Ik zie het al helemaal voor me. Ik ben de gekke oma (de andere oma is strenger, dus dat maakt mij automatisch de leukste). Ik bak koekjes met de kindertjes, ik maak taarten, ik hang slingers op ook al is niemand jarig, ik prijs tekeningen en knutsels (dat is geen woord, maar dat maakt niet uit), ik dans mee op J4 of hoe de nieuwe K3 dan ook zal heten. Ik heb grijze krulletjes (maakt niet uit dat mijn haar nu steil is en de kans heeeeeeeeeeeel klein is dat ik als oma krullen heb) en van die comfortabele omaschoenen aan. Een oma met wie je lekker kunt knuffelen. Een schattig omaatje op straat dat je vriendelijke gedag zegt. Een oma met twinkelingen in haar ogen. Oma Laura, dat word ik.

Want zeg nou zelf: kinderen krijgen zal vast leuk zijn (of nou ja, het bevallen lijkt me dan weer geen pretje), maar niet alleen maar.  Je moet die kinderen namelijk ook opvoeden. Als oma hoef je alleen maar leuke dingen te doen. Ik kan de kindjes zoveel snoep geven als ik wil. En als ik ze zat ben, zet ik ze voor de tv (als die er dan nog is). Of ik stuur ze naar hun papa en mama (muwhaha).

Ja, dat lijkt me wel wat, oma zijn. Maar oma word je niet zomaar: daarvoor moet je toch eerst moeder worden. Ik denk dat ik daar nog maar even mee wacht.

Gedicht: de liefde van mijn leven

Laatst beleefde ik een prachtig moment. Ik ontmoette mijn ware Jakob/mijn prins op het witte paard/de ware/de liefde van mijn leven. Ik heb er een gedichtje over gemaakt. Voor de mensen die weigeren naar bovenstaand plaatje te kijken of in de war raken van de verschillende letters (ik besloot er een mooi geheel van te maken), is hier het gedicht nog een keer:

De liefde van mijn leven.

Hij roltrap op.
Ik roltrap af.
Een glimlach, meer niet.

En zo verdween hij uit mijn bestaan.

(De laatste regel moet dus eigenlijk achter elkaar, maar daar had ik niet genoeg ruimte voor op het vel papier). Voor de mensen die niet zo goed zijn in het begrijpen van een ogenschijnlijk makkelijk gedicht zal ik het even uitleggen.
Een paar dagen geleden was ik op Utrecht Centraal om aldaar de trein naar Den Bosch te nemen voor een interview (en ik ga lekker niet zeggen met wie). Daarvoor nam ik de de roltrap naar beneden. Mensjes kijken is leuk, dus bekeek ik de mensen op de roltrap naast mij, die naar boven ging. En daar was hij: de perfecte man. Ik keek naar hem, hij keek naar mij. Hij glimlachte. Ik glimlachte terug. Het was echte liefde. Helaas gingen onze roltrappen verschillende kanten op en was dat het einde van onze romance.

Maar hij heeft wel mooi mijn dag gemaakt.

Films: Nowhere Boy & Be With Me

httpv://www.youtube.com/watch?v=xHlbnjP8Wl4

Nowhere Boy (2009)

Samenvatting: Dit gaat over de vroegere jaren (de jeugd) van John Lennon, de inmiddels overleden ex-bandlid van de Beatles. John heeft het niet makkelijk, want hij heeft geen contact meer met zijn vader en ook zijn moeder ziet hij niet vaak, omdat hij bij zijn tante Mimi woont. Op een gegeven moment richt John een band op en ontmoet hij Paul McCartney, die erbij komt.

Natuurlijk is het levensverhaal (of eigenlijk een deel ervan) van John Lennon geromantiseerd voor de film, maar ik vond het toch erg vermakelijk om te kijken. Het Liverpoolse accent, de grappen en Aaron Johnson (hij speelt de rol van John Lennon) is uiteraard ook niet verkeerd om naar te kijken. Ik weet niet of het voor niet-Beatlefans ook leuk is om te kijken, maar je kan het op zijn minst proberen!
Overigens de titel van de film is gebaseerd op het Beatle-liedje ‘Nowhere Man’. Oh en nog een ander bizar feitje: Aaron Johnson (21 jaar) heeft een relatie met de regisseuse van deze film Sam Taylor-Wood, die 45 jaar is.

Wel kijken: Voor Beatle-fans die het niet erg vinden dat het verhaal geromantiseerd is.
Niet kijken: Als je dikke haat aan de Beatles hebt, maar dat zou sowieso niet leuk zijn.

Leukste quote:
John Lennon: ‘Is Nowhere full of geniuses, sir? Because then I do probably belong there.’

httpv://www.youtube.com/watch?v=9lHSrTLh2ek

Be With Me (2005)

Samenvatting: Het zijn drie verhalen die met elkaar verstrengeld zijn en allemaal in Singapore afspelen. Als eerste het verhaal over de bewaker ‘Fatty’ die verliefd is op de onbereikbare Ann, die in alles het tegengestelde is van hem. Zij heeft een succesvolle carriere, hij woont nog steeds thuis en wordt bovendien ontslagen.
Het tweede verhaal is tussen de tienermeisjes Sam en Jackie, die elkaar via een chatroom hebben leren kennen. Hun vriendschap groeit uit tot een liefdesrelatie, maar dan ontmoet Sam Brian…
Het derde verhaal is van de winkeleigenaar Chiew, die sinds de dood van zijn vrouw eenzaam is geworden. Maar dan komt hij via zijn zoon in contact met de doof-blinde Theresa.

Het zijn drie verhalen over liefde en echt, het is de beste film die ik dit jaar heb gezien. Waar je vooral op moet letten als je deze film kijkt, is de rol die de zintuigen spelen en de manier van communiceren (de brief, het chatten en smsen, eten en de typemachine). Ik vind zelf de muziek ook heel mooi. Overigens speelt Theresa in de film zichzelf: ze is echt een doof-blinde vrouw die zich, ondanks haar beperkingen, heeft weten te redden in deze wereld en ook een opleiding heeft gedaan. Echt een aanrader, kijken dus!

Wel kijken: Omdat het gewoon een goede film is (ja, ik doe even subjectief). Serieus. Geen grapjes. Ga hem gewoon kijken.
Niet kijken: Als je alleen maar naar standaard romantische komedies kijkt (saaaaaaai).

Mooiste quote:

Theresa (op haar typemachine): ‘Be with me, my beloved love
that my smile may not fade’

En: heb ik jullie een beetje kunnen overtuigen?

Laura’s Brieven: Douwe Egberts en Uitgeverij Snor

De afgelopen weken heb ik enorm veel brieven (twintig om precies te zijn) geschreven naar verschillende bedrijven en instanties. Daar stonden vragen in en soms ook suggesties (niet allemaal even serieus). Waarom? Omdat brieven schrijven leuk is. Omdat het kan en omdat ik benieuwd ben wie er (überhaupt) terugschrijven en wat dan precies! (Nogmaals: let niet op mijn handschrift, daar gaat het niet om!)

Douwe Egberts

Ach ja, Douwe Egberts. Wie kent het niet? Vanwege de koffie of misschien wel vanwege de koffiepunten (zouden er mensen zijn die alleen vanwege de koffiepunten Douwe Egberts-koffie kopen?). Eén van de bedrijven die ik uit koos om een brief naar toe te schrijven. U bent vast wel benieuwd naar het antwoord, dus kijk maar hieronder!

Hmm, beetje een tegenvaller. Ik vind het raar dat ze wel op mijn vraag over het spaarpuntenprogramma kunnen antwoorden en niet op de rest. Oh en wat betreft de laatste zin: ik drink helemaal geen koffie haha.

Uitgeverij Snor

Ik weet eigenlijk niet meer hoe ik bij uitgeverij Snor kwam (misschien via die who to follow van Twitter ofzo), maar op een gegeven moment kwam ik op de website ervan terecht en dacht ik: die ga ik schrijven! Sowieso is de naam al geweldig en ze geven leuke boeken uit, dus ik was wel nieuwsgierig.

Waarom de naam Snor? Omdat het wel Snor zit. En als je een boek aan het lezen bent, en je legt hem ‘open’  neer, dan ziet het eruit als een Snor. En dat treft, want wij maken boeken die gelezen worden en die je open neerlegt om aan iedereen te laten zien. Soms vinden we het zelf een stomme naam, maar meestal niet. Dan vinden we hem stiekem briljant.

Het meest succesvolle boek (als het gaat om de verkoopcijfers) is de Soepkalender. Op onze website kun in de boekwinkel een overzicht zien van al onze titels.

En we werken niet bij een uitgeverij, we zijn een uitgeverij! Dat wil zeggen Annemarieke Piers en Claudette Halkes. Zij zijn begonnen met het maken van boeken voor andere uitgeverijen. In sommige van onze ideeën waren ze niet geïnteresseerd en dat vonden ze jammer. Die boeken zijn ze toen zelf maar gaan uitgeven. En dat beviel zo goed dat ze er niet meer mee zijn opgehouden.

Laatst kreeg ik bovenstaand mailtje van uitgeverij Snor in mijn mailbox. Dit betekent dus dat ze me gegoogled hebben, op mijn blog hebben gekeken (die ze leuk vinden, jeej! :)) en mijn e-mailadres opgezocht hebben. Het is jammer dat ik geen brief terug heb gekregen, maar dat opzoeken kost ook moeite, dus vind ik wel iets positiefs eigenlijk. De antwoorden zijn leuk (ik vind Snor trouwens een geniale naam), maar helaas is niet alles beantwoord. Overigens dat een opengeslagen boek op een snor lijkt, was mij nog niet opgevallen! Jullie?

Fictief interview met de metro

De metro en ik zijn dikke maatjes. We zien elkaar minstens twee keer per week en op die dagen dan ook twee keer. Waarom? Simpel, hij woont relatief vlakbij en vindt het nooit teveel moeite om me naar Rotterdam Centraal of Zuidplein te brengen. Het leek me dan ook leuk om hem te interviewen.
‘Moet je weer naar Rotterdam Centraal?’ vroeg hij me.
‘Ja, hetzelfde als altijd!’
‘Oké, maar ik moet eerst nog even langs Maashaven, Rijnhaven, Wilhelminaplein etc. om andere mensen op te halen, vind je dat goed?’
Hoe meer mensen, hoe meer gezelligheid, toch?
Er stapten twee tienermeisjes in. Ze hadden een glimmende legging aan, zo’n gouden, met een shirtje er bovenop. Ik paste twee keer in hun benen. Ik zag hun achterwerk als een gek heen en weer gaan.
‘Eh, ken jij die mensen?’ vroeg ik aan metro.
‘Ja, hoezo? Dat zijn mijn beste vrienden!’
‘Nee, zomaar.’
Metro’s vrienden zetten hun muziek keihard op. My milkshake brings all the boys to the yard hoorde ik.  Ik moest drie keer schreeuwen, voordat de metro mijn vraag hoorde.
‘Ga je eigenlijk vaak onder de douche?’
De metro kneep zijn ogen tot spleetjes.
‘Hoezo?’
‘Gewoon uit interesse.’
Ik bekeek zijn binnenkant. Een halfleeg blikje cola rolde heen en weer. Her en der lagen kranten verspreid. En wat was dat vieze luchtje?
‘Leuvehaven. Oogziekenhuis. GGD. Leuvehaven.’ hoorde ik metro zeggen.
Er stapte een breedgebouwde man met enkele gouden tanden en een joggingspak aan in. Hij keek me boos aan.
‘Is dat ook een vriend van je?’
Metro knikte.
‘Ehm metro, waarom doe je dit eigenlijk?’
Vragend keek de metro me aan.
‘Wat?’
‘Nou, je laat iedereen gewoon toe. Je bent met iedereen bevriend, maar ze komen en gaan wanneer ze willen. Ze maken misbruik van je, metro, zie je dat dan niet?’
De metro klapperde met zijn deuren.
‘Waar bemoei je je eigenlijk mee, Laura? Het maakt me niet uit hoe iemand eruit ziet. Ik accepteer iedereen. Behalve mensen met kritiek, zoals jij. Oprotten!’
Hij gaf me een schop onder mijn kont en gooide me eruit. Ik stond bij metrostation Beurs, twee haltes voordat ik eruit moest.
Voortaan neem ik de bus wel.

Tien weetjes over mijn blog (deel twee)

En deel één kun je hier vinden.

1. Er staan tot nu toe 416 blogjes op mijn blog, deze meegerekend.

2. Ik sta in de top 200 van Nederlandse blogs (volgens BlogLovin’ dus). Dat vind ik best een prestatie voor een niet-beautyblog (aangezien ongeveer 90% van de top 200 dat dus wel is en van de top 300 waarschijnlijk ook en misschien ook wel van de top 400).

3. Momenteel heb ik 53 concepten staan, maar een stuk of tien daarvan zijn blogjes die ik daadwerkelijk goed genoeg vind om op mijn blog te zetten. De rest is meestal niet afgemaakt of gewoon superduperslecht.

4. Als ik links in een blogje zet, dan zet ik in het concept *klik* (dus zonder de link). Dat komt omdat ik te lui ben om de link er meteen in te zetten en zo vergeet ik het (meestal) niet.

5. Meestal heb ik muziek op als ik een blogje schrijf. Wat voor muziek verschilt. Nu luister ik bijvoorbeeld Rise van Eddie Vedder.

6. De vorige keer zei ik dat ik een nieuwe lay-out wilde en dat ik die zelf wilde maken. Haha, wat ben ik toch grappig/naïef. Uiteindelijk is het me niet gelukt om op een bepaalde wijze aan Artisteer te komen en ben ik simpelweg te lui. Maar zo erg vind ik het eigenlijk niet, ik ben op zich wel tevreden met deze lay-out. Hij is wel erg wit, maar dat heb ik liever dan een drukke lay-out eerlijk gezegd.

7. Een vriendin van mij noemde mijn blog soms ‘edgy’, oftewel: op het randje en dat vond ze leuk. Ik had er eigenlijk niet zo over nagedacht en het ook niet zo bedoeld, maar ik denk wel dat ze gelijk heeft. Natuurlijk met mijn meer column-achtige blogjes waar ik vaak gebruik maak van overdrijvingen en stereotypes en sommige dingen die ik over bloggen zeg. Soms zijn er mensen die dat niet door hebben of denken dat ik dat niet weet (ik weet dat ik dat doe, maar je moet het allemaal met een flinke korrel zout nemen) en dat levert soms misverstanden op. Dat is dan weer het nadeel, maar ik blijf gewoon doorgaan!

8. Dit is niet mijn eerste blog. Van mijn twaalfde tot mijn zestiende ongeveer had ik ook een blog. Die was veel meer persoonlijk (en slechter geschreven haha) en ik was er ook minder fanatiek mee bezig dan nu. Het ging over saaie dingen zoals school.

9.  Ik weet niet precies hoeveel, maar ik heb sowieso al meer dan vijf bloggers in het echt ontmoet en ik kan jullie vertellen: in real life zijn ze net zo leuk! :)

10. Ik denk dat ik columns en interviews het leukste vind om te schrijven. En op de interviews ben ik het meest trots, want dat is echt veel werk en heeft wel wat discipline nodig.

‘Het boek is echt beter dan de film.’

‘Het boek is echt beter dan de film.’
Hoe vaak hoor je die zin wel niet? Ik heb hem zelf ook meerdere keren gezegd. Tot ik het vak Literatuur en Film kreeg. Eén van de onderwerpen waar we het over hadden, was adaptatie (ook wel boekverfilming genoemd). Helemaal gek werd de docent van bovengenoemde uitspraak. En gelijk heeft hij.

Ik zal het even uitleggen: je hebt een boek. Bijvoorbeeld Harry Potter. Het boek is heel populair en nu wil men er een film van maken (laat het geld maar binnenstromen!). De film komt uit en uiteraard gaan veel mensen er naar toe, omdat ze het boek zo leuk vonden. Maar nadat ze uit de bioscoop komen, hoor je het overal zoemen: ‘Het boek is echter beter dan de film.’

Waarom komt dat? Als je een boek leest, is er geen beeld. Je hebt alleen taal. In je hoofd vormt zich een beeld van de personages, van de omgeving en het verhaal. Lijkt in jouw beleving Hermione Granger op een bever, blijkt ze in de film gewoon een knap meisje te zijn! Verontwaardigd ben je: hoe kon de filmmaker wel niet?

Maar: iedereen heeft een ander beeld van het boek. Simpelweg omdat iedereen een ander referentiekader (dat zijn je opvattingen, ideeën en nog veel meer) heeft. Hoe goed je iemand ook probeert te casten, je zult nooit een acteur of actrice vinden die aan ieders eisen voldoet. Dat kan gewoon niet.

En dan nog het tweede principe, wat belangrijker is: boek en film zijn twee verschillende media. Het boek is op taal gericht, de film op beeld en geluid. Mensen klagen wel eens over dat delen van het verhaal anders zijn in een film. Dat is zo raar niet, want die aanpassingen worden gemaakt, omdat dat beter uit komt voor het medium film. Als Harry Potter in het boek aan het nadenken is (bijvoorbeeld over hoe hij de horcruxes/gruzielementen kan vinden), dan kun je dat in film niet precies zo weergeven. Je kan een voice-over gebruiken, maar dat is niet hetzelfde (en bovendien niet erg origineel). Dus moet je een andere manier vinden om het weer te geven. Bovendien: elk medium heeft zo zijn kwaliteiten, dus film ook.

Dus de volgende keer wanneer je een boekverfilming kijkt, denk dan niet aan hoe jij de personages had voorgesteld en hoe anders dat nu is (want de filmmaker zou nooit aan je verwachtingen kunnen voldoen). Maar probeer te kijken wat er anders is, hoe de film bepaalde situaties aan pakt en of dat op een goede manier is gedaan.  Zo niet, ga je gang, zeg het maar: ‘Het boek was echt beter dan de film.’ Maar zo wel: waag het niet om het te zeggen!