Manuscripta & de Dag van het Personage

Binnenkort zijn er twee leuke dingen georganiseerd voor mensen die van schrijven houden, namelijk Manuscripta en de Dag van het Personage.

Manuscripta

Drie en vier september is de opening van het boekenseizoen in de vorm van Manuscripta.  Er zijn interviews, workshops, schrijvers en nog veel meer. Het is in de Westergasfabriek in Amsterdam. Ik ben er nog nooit geweest, maar vier september ga ik voor het eerst!  Ik ben erg benieuwd :) Als jij ook op zondag gaat, meld het dan even, misschien zien we elkaar dan :D

De Dag van het Personage

Dit vindt plaats op elf september. Het is onder andere georganiseerd door SchrijvenOnline. Het is, geloof ik, wat minder massaal dan Manuscripta, maar daardoor niet minder leuk! Er zijn lezingen, workshops en nog meer. Kijk hier voor het programma. Ook hier ga ik naar toe :)

Ik vind het leuk dat dit soort dingen georganiseerd worden. Eerlijk gezegd ben ik nog nooit naar zoiets geweest, dus ik ben erg benieuwd hoe het is.

Ga jij naar één van deze twee activiteiten?

Books are dangerous

Bron

Books are dangerous. The best ones should be labeled: “This could change your life.” – Helen Exley

Lezen. Ik doe het elke dag: de krant, blogs, andere websites en natuurlijk ouderwets een boek (geen e-books voor mij!).
Over het lezen van dat laatste wil ik het gaan hebben. Weten jullie nog wat boeken zijn? Weet je wel, die dingen van papier die in die kast in de hoek liggen te verstoffen? Sommigen zijn zelfs zonder plaatjes!

Oké, nu jullie weer weten wat boeken zijn, de volgende vraag: hoe vaak lees je ze? Nee, ik bedoel niet doorbladeren en denken: Poeh zeg, deze heeft wel erg veel bladzijdes, maar elk woord (Elk woord?! Ja, elk woord, zelfs elke punt.) lezen. Aandachtig lezen.

Sommige mensen schijnen er een fobie voor te hebben, maar dat is echt nergens voor nodig. Lezen is leuk. En bovendien nog goed voor je ook. Ik zal een aantal dingen opnoemen:
– Goed voor je algemene kennis.
– Goed voor je taalvaardigheid.
– Houd je van schrijven? De beste leermeester (behalve zelf schrijven) is een boek lezen. Maar als je schrijft en je leest niet, dan vraag ik me af waarom je überhaupt schrijft. Maar goed.
– Geen geld voor reizen? Lang leve het boek. Gratis (of nou ja, twintig euro, maar dat is niets vergeleken met die duizend euro voor je vakantie) en voor niets kun je andere landen en werelden bezoeken, sommigen bestaan geeneens in het echt!

En graag wil ik ook even aandacht voor het volgende: chicklits en literaire thrillers zijn vermakelijk om te lezen, maar waag je ook eens aan echte literatuur. Met een hoofdletter L. Het is echt niet allemaal saai en moeilijk, geloof me maar.

Dus hup, pak een boek uit de kast en ga lezen!

Lees jij veel? En zo ja, wat voor boeken?

Mijn jeugd is voorbij

Bron

Heel erg origineel is het natuurlijk niet om over Harry Potter te schrijven. Waarschijnlijk gaan jullie het allemaal doen. Maar dat maakt niet uit. Harry Potter hoort bij ons, bij onze generatie. En dat mag best benadrukt worden.

Voor kerst kreeg ik Harry Potter en de Geheime Kamer. Nee, ik weet ook niet waarom ik eerst deel twee kreeg.
‘Ja, dat schijnt populair te zijn.’ zei mijn moeder.
‘Wat een stom boek.’ dacht ik.
Hoe het daarna is gegaan, weet ik niet meer, maar in ieder geval las ik een tijdje daarna deel één and I was hooked. Binnen no time had ik deel twee en drie gelezen. Gelukkig voor mij kwam toen net deel vier uit, zodat ik daar ook aan kon beginnen.
Voor mij zit er een scheiding tussen deel één t/m vier en vijf t/m zeven. Misschien omdat ik wel op deel vijf moest wachten. Maar ook omdat het vanaf toen pas echt serieus werd, duister.

Ik heb zelfs op een Harry Potter-forum gezeten. En toen de boeken verfilmd werden, had ik samen met Manon een crush op Daniel Radcliffe en Rupert Grint (nee, nu niet meer hoor ;)). De boeken had ik meerdere keren gelezen en natuurlijk had ik zoals het een echte zwijmelaar betaamt, gedroomd over hoe het zou zijn om les te krijgen op Zweinstein/Hogwarts.

Volgende week ga ik naar de laatste film. De aller-, aller-, allerlaatste film. In diezelfde week vier ik mijn twintigste verjaardag. En dan wordt het officieel: mijn jeugd is voorbij.

Fictief interview: Hij-Die-Niet-Genoemd-Mag-Worden a.ka. Heer Voldemort

We spraken af in café ‘De Lekke Ketel’ op de Wegisweg. Hij had een Annie-pruik op en blauwe oogschaduw, dus niemand herkende hem. Ik bestelde pompoensap en hij nam boterbier.
‘Eigenlijk is het niet mogelijk dat wij hier zitten, omdat je dood gaat in deel zeven.’ begon ik.
Hij werd nog bleker dan hij al was.
‘Waarom verklap je dat? Ik heb deel zeven nog niet gelezen!’
Ik vloekte binnensmonds. Had ik kunnen weten. Hij is nooit een snelle lezer geweest.
‘Heb je eigenlijk nog wel eens contact met J.K. Rowling?’
Hij schudde droevig zijn hoofd.
‘Nee, ze belt me nooit terug. Ik heb speciaal voor haar zo’n Dreuzel-tefeloon aangeschaft. Ik miste haar wel, maar nu ik hoor dat ze me dood laat gaan, kan ze de pot op!’
Zijn glas boterbier kwam met een klap op tafel. Ik zag het verdriet in zijn ogen staan. Een traan gleed over zijn witte wang. Het is niet makkelijk om Voldemort te zijn. Dat is duidelijk.
Hij vertelde over J.K. Rowling die jaren geleden opeens voor zijn deur stond. Ze wilde een boek over hem schrijven, zei ze, omdat ze hem bewonderde. Ze noemde hem krachtig en gaf hem af en toe een flirterige knipoog. Maar hij kwam erachter dat het boek helemaal niet over hem ging, maar over Harry Potter. Die narcist. Voldemort had maar een schamele bijrol gekregen.
‘Ik had gehoopt dat mijn rol in de film groter zou zijn, maar ik kreeg maar twintig regels tekst in de eerste film. Daarna hebben ze me geditcht, omdat ik de x-factor niet zou hebben.’
‘Misschien kun je een andere carriere overwegen?’ probeerde ik voorzichtig.
‘Nee, ik ben de beste!’ snauwde hij. ‘Die Ralph Fiennes kan er echt niets van.’
Vluchtig bedacht ik een ander onderwerp. Een onderwerp dat me altijd gefascineerd heeft.
‘Je hebt wel iets weg van Michael Jackson he?’
‘Hoezo, omdat ik ook dood ben?’
‘Nee, omdat jullie allebei geen neus hebben. Hoe komt dat eigenlijk?’
Ik heb nog nooit iemand zo boos gezien. Hij gooide zijn boterbier over me heen en wilde me bestormen.
Gelukkig kon ik nog net ‘De Lekke Ketel’ uitrennen en verdwijnselen. Maar de vraag over zijn neus blijft voor altijd onbeantwoord.