Ik denk niet dat je dit gaat geloven

Het was 7 december 2013. Ik stond met mijn moeder in de Kruidvat en slaakte opeens een ijselijke gil. De hele Kruidvat viel stil en keek me verbaasd aan.
‘Wat is er?’ vroeg het kassameisje.
Snikkend kwam het eruit: ‘Ik ben vergeten chocoladekruidnoten in te slaan.’

‘Haha,’ denk jij nu als lezer. ‘Geloof je het zelf? Ik ken niemand die zo verslaafd is aan chocoladekruidnootjes is als jij, ze willen er zelfs speciaal een afkickkliniek in Oegstgeest voor oprichten.’
Het is waar. Helaas. Ik heb er niet eens een goed excuus voor. Neem mij op, want ik vrees dat ik gek ben geworden.

Gelukkig hadden ze nog een zakje bij de Kruidvat, op 7 december. Mijn moeder bleek thuis ook nog een zakje te hebben. Ik heb er echter één al opgegeten.

Dat wordt dus vier maanden met één zakje doen.

(u mag doneren)

Verschrikkelijke trend: vuilnisjassen


De kwaliteit van deze foto congrueert wel met de kwaliteit van deze jas (ja, ik gebruik expres het woord ‘congrueren’, zodat jullie denken dat ik heel slim ben, wat ook zo is natuurlijk).

U kent de uitspraak wel (dit gaat meestal over een topmodel): ‘Ja, zelfs een vuilniszak zou haar nog goed staan!’

Blijkbaar zijn er veel mensen die denken dat dit ook over hen gezegd kan worden en dat nemen ze nogal serieus. Het begon vorig jaar en ik hoopte dat het een snel voorbij vliegende trend zou zijn, maar ja: uggs en Marlies Dekkers-bh’s worden ook nog steeds gedragen, dus wat dacht ik wel niet?

Het zijn van die jassen zoals je hierboven ziet. Ze zijn net zo goedkoop als ze eruit zien, want dit heeft u er namelijk alleen maar voor nodig:

1. Een vuilniszak.
2. Watten.
3. Een konijn.

Je stopt de vuilniszak vol watten, drapeert je konijn over de hals en klaar is je jas.

Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar ik gebruik vuilniszakken om afval in te gooien. Die neiging krijg ik dan ook als ik mensen met zulke jassen zie rondlopen: ‘Hé wacht even, ik moet even mijn kauwgompje weggooien!’

Dus mensen, alsjeblieft, pas toch eens op met spreekwoorden en uitdrukkingen. Want dit is dus het gevolg: mensen die het serieus nemen. Luister naar mij: een vuilniszak is voor, het woord zegt het al, VUILNIS. En tenzij je jezelf als troep beschouwt, moet je hem dus niet als jas gebruiken.

Tot zover Laura’s gratis mode-advies. Graag gedaan.

Laura’s liederenanalyse: jij bent zo… debiel

httpv://www.youtube.com/watch?v=io5a2pgiL2Q
LUISTER DIT LIEDJE NIET, DOE HET JEZELF NIET AAN. 

Zo’n jaar of vijf geleden was ik samen met een vriendin in een winkelcentrum ergens in het land. We waren gezellig aan het praten, toen we iets raars zagen. Voor de Freerecordshop stond een man en hij zong het verschrikkelijkste nummer ooit. Binnen no time was het winkelcentrum leeg. We hadden geen idee wie het was, maar een paar weken later werd het een hit: ‘Jij bent zo’ van Jeroen van der Boom.

Nu was het al jammer dat het liedje niet leuk was, maar de tekst. Jeetje. Ik had het zelf niet kunnen verzinnen, zo eh apart is het. Kijk maar even mee.

Zeg ik nee, zeg jij ja.
En wil ik gaan slapen, 
wil jij ineens graag en oh
Zeg ik stop ga jij toch,
nog even door
En ik krijg geen gehoor.
Jeetje, wat een verwijten. Moet dit nou een liefdesliedje voorstellen?

Jij bent zo
Sorry, hoe precies?
Ik heb je dan nooit anders gekend, en zo
zou ik jou ’t liefste houden.
Hoe ben ik?
Je bent zo
Met jou verveel ik me geen moment, en oh
Ook al doe je echt geen moeite
Je bent zo
HOE DAN?
Ik raak gewoon nooit aan je gewend, zo
Wil ik verder leven samen met jou
Je hebt me nooit anders gekend, maar toch raak je niet aan me gewend. Mooi gerijmd, maar het slaat nergens op!

En is wit in de mode
draag jij zwart
Weet je ’t zeker 
dan nog volg jij je hart
Iedereen zou zich schamen, maar
Jij bent zo
OH, DUS IK BEN IEMAND OM JE VOOR TE SCHAMEN, FIJN IS DAT, MENEER VAN DER BOOM, FIJN.

Ik wil je echt niet anders
Ook al wil je meer tijd voor jou alleen
Oh ja, dring je maar lekker op aan mij. Rekening houden met anderen, wat is dat ook alweer?
Toch voel ik me met jou zo samen een
Want ik weet dat je van me houdt
Eh nee. Absoluut niet.

Weet je, het is zo erg gesteld met mij en Jeroen van der Boom dat ik hem zelfs erger vind dan Nick en Simon (qua muziek en qua persoonlijkheid al helemaal). Nee wacht, ik zal het je nog sterker vertellen: ik hoor nog liever ‘Laura’ van Jan Smit dan dit liedje.

U begrijpt wel hoe ernstig dit is.

Dit is zeer ernstig: één van de meest voorkomende problemen op het station

Misschien ga jij altijd met de auto naar je werk of studie. Dat is werkelijk fantastisch (behalve voor het milieu), gefeliciteerd. Want je hebt namelijk niet te maken met het probleem dat ik zal beschrijven. Je hebt echter wel te maken met files, dure benzine en dat soort dingen, maar laten we het daar vandaag niet over hebben.

Goed, stel je eens voor. Dat is misschien lastig als automobilist, maar probeer een situatie te bedenken waarin je met de trein gaat (‘Ja, maar de trein is duur/duurt langer/vieze, asociale, achterlijke mensen/lang wachten/vertraging.’ ‘HET IS NIET ECHT.’). Goed. Laten we stellen dat je naar Amsterdam gaat, een dagje weg. Dat kan. Voordat je de trein kan nemen, moet je echter met de bus en de metro, omdat je in één of ander flutdorp woont met slechte verbindingen (dit is een voorbeeld, ik kan me hier bijvoorbeeld echt niet in vinden, mijn dorp heeft supergoede verbindingen, maar sommige dorpen blijkbaar niet). Dus je neemt de bus. Dikke prima. Je komt aan op het metrostation. Niet zo prima. De metro rijdt namelijk niet.

Let op: dit komt uiteraard maar héél zelden voor, maar het is dan ook een voorbeeld en ik bedoel, hoe realistisch zijn voorbeelden nou?

Goed, je eerste gedachte: wat vervelend nou (u mag daar een scheldwoord voor in de plaats zetten). Volgende gedachte: wat nu? Je rent samen met de rest van de menigte naar de informatiebalie en nadat je iedereen hebt weggeduwd door je ellebogen in hun gezicht te gooien, sta je voor de balie en krijg je te horen dat je bus nummer zoveel moet nemen. Na een helse rit (het halve metrostation zat in die bus, ademen was niet mogelijk) met bus nummer zoveel kom je bij het station aan. Je besluit op je horloge te kijken.

Het is twaalf uur. De trein gaat om één over twaalf.

Je hebt nooit hakken aan (voor de heren: in plaats van hakken kun je hier ook nieuwe, nette schoenen die je nog niet hebt ingelopen invullen). Nooit. Behalve als je je trein net wel net niet gaat halen.

Je rent als een gek. Die schoenen zaten al niet lekker, maar nu al helemaal niet. Je verliest één van je hakken. Je merkt het pas tien meter later. Je rent weer terug. Je ziet mensen lachend naar je wijzen. Er lopen twee slome kippen voor je. Je duwt ze opzij en ze vallen op de grond. Reclameborden flitsen langs je ooghoeken. Dat stomme perron is helemaal achteraan. Je voelt de blaren al. Je raakt buiten adem (ik moet echt vaker naar de sportschool, denk je). Je rent de trap op van het perron. Je verliest je andere schoen (je bent verdomme Assepoester niet). Je verzwikt je enkel en rolt een paar treden omlaag. Je moet nog één tree, je bent er bijna, je kan de trein al zien en: het fluitsignaal gaat en de deuren sluiten.

Je hebt je trein net niet gehaald.

Dit, lieve mensen, is verschrikkelijk. Zelfs als je je trein wel gehaald hebt, zou het verschrikkelijk zijn, want dan sta je daar als een astmapatiënt te hijgen. Iedereen denkt: jeetje, die mag wel eens naar de sportschool gaan. Je zweet je kapot, je hebt blaren, pijn aan je voeten en er is natuurlijk geen zitplek.

Dus laten we dit afspreken. Volgende keer als je iemand ziet rennen op het station, lach dan niet. Dit is één van de meest voorkomende problemen op het station. Het is werkelijk waar verschrikkelijk. Dus lach niet. Volgende keer ben jij het slachtoffer.

Delen door nul is flauwekul


Dit is het enige dat ik aan mijn wiskundetijdperk heb overgehouden. Dat zegt wel genoeg, lijkt mij.

Wiskunde is nooit mijn beste vriend geweest.

Ik vond rekenen op de basisschool al stom. Toen kwam ik op de middelbare school. Nachtmerries. Huilen, schreeuwen, de haren uit mijn hoofd trekken. Waarom? Kansberekening, cosinus, standaardfuncties. En nog veel meer. Eigenlijk alles.

Ik deed vwo en had gekozen voor cultuur en maatschappij. Helaas kreeg je dan nog wel het vak wiskunde c, in de volksmond ook wel kneusjeswiskunde genoemd. Ik vraag me af hoeveel opdrachten ik uiteindelijk heb gemaakt. Want we zaten met zeven meisjes en één jongen in de klas (van wie er drie Laura heetten, joepie). We praatten over jongens of vervelende kindertjes die ook bij ons op school zaten. Elke les bedelden we om stroopwafels bij de leraar, die hij nog ging halen ook. Achteraf gezien is het een wonder dat ik überhaupt een voldoende heb gehaald voor wiskunde.

Want het moment kwam daar: het eindexamen wiskunde. Dat is meteen ook het moment dat je naar de afgelopen jaren kijkt en denkt: shit, ik had beter mijn best moeten doen.

Ik haalde een mager zesje, maar: ik had het gehaald! Nooit meer wiskunde, alleen maar simpele rekensommetjes die ik al op de basisschool heb geleerd. Mijn leven had weer zin.

Toch is me nog wat bijgebleven. Er was een leraar die ezelsbruggetjes verzon, zodat we de dingen beter zouden onthouden. Zoals de drietrapsraket en de truc met de duif. Geen idee meer wat het was. Maar één leus heb ik wel onthouden en zal ik jullie nog even meegeven. Het vat mijn wiskundekennis wel goed samen: delen door nul is flauwekul. Knoop dat maar in je oren.

(Mensen die nog eindexamen wiskunde hebben: succes!)

Je eigen stem horen

Bron

Voor het niet meer zo ultrageheime project hoorde ik mijn eigen stem nogal vaak bij het terugluisteren van het interview. Dit, mensen, is verschrikkelijk. Ik weet dat andere mensen het ook hebben, maar ik kan me toch echt niet voorstellen dat ze het net zo erg hebben als ik: mijn stem is verschrikkelijk.
Ik vraag me serieus af hoe mensen langer dan een minuut naar me kunnen luisteren. Het moet een hel zijn om een presentatie van mij te horen. Ik vind het heel erg dat ik de mensheid dit aan doe, maar helaas kan ik ook niet de hele tijd mijn mond dicht houden. Dus sorry voor de mensen die naar me moeten luisteren, het spijt me, echt waar.

Het schijnt overigens over te gaan als je jezelf heel vaak hoort. Het zal wel héél lang duren, voordat ik dat punt bereik.

Heb jij er ook een hekel aan om je eigen stem te horen?