Bridget Jones’ Diary

Bron

1. Britse humor.
2. Hugh Grant.
3. Colin Firth.
4. Romantiek.

Oftewel: deze film moet je zien. Al ga ik er natuurlijk vanuit dat je hem al gezien hebt.

Bridget Jones’ Diary gaat over Bridget Jones (goh, dat meen je niet), gespeeld door Renee Zellweger,  met wie het niet zo goed gaat in de liefde. Bovendien is ze onhandig en heeft ze problemen met haar gewicht (wat ik overigens wel mee vind vallen in de film, maar goed). Ze krijgt een relatie met haar baas, Daniel,  gespeeld door Hugh Grant, maar dat loopt niet zo goed af. En dan is er ook nog de vervelende Mark Darcy (Colin Firth), die ze de hele tijd tegen komt.

En gelukkig is hierna de pret niet over, want er is nog een deel twee! Maar daar schrijf ik misschien later nog over. Er schijnt trouwens nog een deel drie te komen, maar ik weet niet of ik die geruchten wel moet geloven.

Wel zien: Zie bovenstaande vier punten.
Niet zien: Als je een oude chagrijn bent of überhaupt niet van films houdt.

Favoriete quotes (meerdere ja, omdat het gewoon een grappige film is):

– Bridget: ‘Thank you, Daniel, that’s very good to know. But if staying here means working within 10 yards of you, frankly, I’d rather have a job wiping Saddam Hussein’s ass.’

– Bridget: [answering the phone] ‘Bridget Jones, wanton sex goddess, with a very bad man between her thighs… Mum… Hi.’

– [Bridget glimpses Mark for the first time]
Bridget: ‘Perhaps this is the mysterious Mr. Right I have been waiting my whole life to meet.’
[sees reindeer sweater]
Bridget: ‘Maybe not.’

Laura beroept zich: Arjan de geschiedenisleraar

Laura beroept zich is een serie waarin ik een aantal mensen interview (in real life, dus niet over de mail, dat kan wel gebeuren, maar dan zet ik het erbij) over hun beroep. Dit gaat van machinist tot fotograaf. Deze keer: Arjan de geschiedenisleraar!

***
Arjan is niet zomaar een geschiedenis leraar, nee, hij was mijn geschiedenis leraar op de middelbare school. Ja, dit is de man die mij een 9,5 gaf voor mijn pws.  Arjan heeft ook gestudeerd in Leiden, namelijk de studie Geschiedenis (goh, echt waar?). De vraag was echter daarna: wat nu te doen?

Het onderwijs in

Arjan vond studeren (en het studentenleven) zo leuk dat hij besloot er nog een master aan te plakken: hij haalde zijn onderwijsbevoegdheid. Hij begon echter niet meteen als leraar, maar werkte eerst bij een milieukundig en archeologisch onderzoeks- en adviesbureau. Hij had het daar echter niet echt naar zijn zin. Hij bedacht: ik heb die onderwijsbevoegdheid nu bijna twee jaar, als ik er nog iets mee wil doen, dan moet ik het nu doen.
Zo gezegd, zo gedaan. Hij begon op een school in Gouda. Hij had een vreselijk rooster (het 6e en 7e een blokuur havo-vier en daarna een blokuur mavo-vier). Toen hij vertrok uit Gouda kreeg hij van twee collega’s een doosje sigaren: ze hadden gewed dat hij het tot de herfstvakantie zou volhouden. Hij heeft het hele schooljaar overleefd.
Daarna is hij overgestapt op mijn oude middelbare schooltje, waar hij nu, met plezier, meer dan acht jaar werkt.
Hij moet er echter niet aan denken om alléén maar les te geven. Naast doceren heeft hij ook meegewerkt aan lesboek voor de onderbouw, schrijft hij artikelen en werkt hij mee aan onderzoeken.

Juli en Augustus

Een bekende grap is dat de voordelen van docenten zijn: Juli en Augustus. Arjan ziet ook nog andere voordelen.
Het is heel afwisselend werk, elk uur heb je een andere klas voor je neus. Wat hij ook heel leuk vindt, is als een ex-leerling van hem geschiedenis gaat studeren.
Een nadeel is dat het soms mentaal zwaar kan zijn. Elke nieuw groep tast zijn grenzen af, kijkt hoe ver hij kan gaan.
En als leraar heb je geen standaard veertigurige werkweek. Vaak ben je ’s avonds en in het weekend nog bezig met toetsen maken of nakijken en de les voorbereiden.

Een lekker lui leven

Als leraar krijg je ook te maken met een aantal vooroordelen. Eén daarvan is dat mensen denken dat je een lekker lui leven leidt, altijd om drie uur klaar bent en veel vrije dagen hebt. Natuurlijk klopt dat voor een gedeelte, Arjan heeft drie maanden vakantie, maar net als iedere andere werknemer werkt hij ongeveer 1650 uren per jaar. Alleen wordt dat bij de meeste mensen verdeeld in elf maanden, terwijl Arjan het in negen maanden moet proppen.
Een ander vooroordeel is dat je alleen maar lastige pubers hebt. Maar  met 95% van de leerlingen is niets aan de hand, dus dat klopt ook niet. Natuurlijk zitten er wel eens leerlingen bij die het bloed onder je nagels vandaan halen, maar dat is een zeldzaamheid.

Geschiedenis is als autorijden

Veel leerlingen hebben het al verzucht: geschiedenis is saai en je hebt er niets aan. Om aan te geven dat dit niet klopt, gebruikt Arjan autorijden als parallel.
De tijdbalk is een snelweg, waar we steeds sneller overheen gaan. Maar geen enkele weg is volkomen kaarsrecht, dus ook de weg waar de samenleving of jijzelf overheen gaat niet. Soms moet je uitvoegen of ergens rechtsaf gaan. Tijdens rijlessen leer je: binnenspiegel, buitenspiegel, over de schouder. Je kijkt dus steeds achter je.
En dat doe je in de geschiedenis ook. Als je een bepaalde richting op wil met je eigen leven of een samenleving, dan kijk je naar wat er al gedaan is en vooral naar de fouten, opdat jij niet dezelfde fouten maakt.
En bij geschiedenis leer je dus de vaardigheid om te analyseren. De belangrijkste principes van geschiedenis zijn: het verleden is anders dan het heden, maar het heden komt wel voort uit het verleden. En je kunt het verleden niet beoordelen en vooroordelen met de blik van nu.

Zelf heb ik geschiedenis altijd een leuk vak gevonden, maar ik snap mensen wel die het saai vinden. Daarom vind ik Arjans uitleg door geschiedenis te vergelijken met autorijden erg interessant. Denk daar maar aan de volgende keer dat je een proefwerk geschiedenis hebt ;)

(Wil jij zelf geïnterviewd worden of ken jij iemand met een interessant beroep? Mail dan naar laura@lauradenkt.nl Interessnat vind ik bijvoorbeeld: een kunstenaar, iemand die werkt met ouderen, een dokter/tandarts etc. Overigens bedoel ik geen bijbaantjes!)

Ik ben lid

Sinds een half jaar ben ik lid. Nee, niet van een studentenvereniging of de regionale boerengolfclub, maar van de Rotterdamse bibliotheek.

Vroeger ging ik vaak naar de bibliotheek in mijn dorp. Dit, lieve mensen, is echter niet te vergelijken met de bibliotheek van Rotterdam. Volgens mij zijn het zes verdiepingen en op elke verdieping staan op zijn minst duizend boeken. Trappen zijn voor losers: hier doen ze aan éénpersoonsroltrappen. Inhalen is er niet bij.

Ik vind het een fijne plaats om naar toe te komen. Natuurlijk omdat het een bibliotheek is (boeken!), maar ook de hele sfeer (jeej, lotgenoten!) en alles eromheen. Zo is in de hal elke keer weer een andere tentoonstelling (bijvoorbeeld over wasknijpers, geniaal.). Maar in de hal staat ook een groot schaakspel met hele rare schaakstukken. Wat wel jammer is: hij ziet er helaas niet zo mooi uit als de bibliotheek in Dublin en dergelijke. Maar dat vergeef ik de bieb wel.

De bibliotheek is ideaal voor een arme student en al helemaal voor een studente Literatuurwetenschap. Dus woon je in de omgeving Rotterdam: lid worden is zeker aan te raden :)

Ben jij lid van een bibliotheek?

De kat en de muis en andere verhalen

Vier september ging ik naar Manuscripta. Dit was heel leuk, zeker een aanrader! Er was één stand daar van MijnBestseller. Ik had al eerder gelezen wat je daar kon doen: je eigen boek publiceren.

Ik dacht eigenlijk niet dat zo serieus zou zijn, maar dat is het dus blijkbaar wel. Ik kan namelijk zeggen dat ik mijn eerste boek gepubliceerd heb! Natuurlijk heb ik niet in no time een manuscript geschreven (I wish, al komt het boek over het meisje dat verliefd wordt op een jongen die een panda blijkt te zijn en vissenschubben krijgt in in het zonlicht er natuurlijk wel aan), maar ik heb een aantal verhalen van mezelf bij elkaar gedaan: een verhalenbundel dus. Er staan een aantal verhalen in die ook op mijn blog staan, maar de meeste kennen jullie niet. Het zijn tien verhalen in verschillende stijlen geschreven.  Er zitten realistische verhalen tussen, maar ook een absurdistische. Ik ben vooral trots op het laatste verhaal dat erin staat.

Iedereen kan op MijnBesteller een boek uitgeven, maar daar moet je wel voor betalen (is niet superduperduur). Je kan ervoor kiezen om het alleen beschikbaar te laten zijn in de webwinkel, maar ook een ISBN-nummer aanvragen (kost geld), waardoor je boek dus overal verkrijgbaar is. Ik heb dat laatste gedaan en met trots kan ik zeggen dat mijn boek nu onder andere op bol.com staat!

Misschien denk je: ja duh, dat kan ik ook wel. En dat klopt. Natuurlijk gaat het niet echt via een uitgeverij die jouw manuscript leest en beoordeelt en bijschaaft. Ik verwacht dan ook niet dat ik in de top vijf boeken kom en dat ik wereldberoemd word. Maar ik had de kans en daarom heb ik het gedaan. En eerlijk is eerlijk: het voelt goed om te kunnen zeggen dat je je eigen boek in je boekenkast hebt staan!

Als je het wil kopen, dat kan op verschillende manieren. Je kunt het in de webshop van de uitgeverij zelf kopen (er is overigens ook een e-book van), maar bijvoorbeeld ook via bol.com of de Slegte. Niks moet natuurlijk, maar mocht je het gekocht hebben, laat het dan weten, dat vind ik leuk!

Laura de reiziger

Eigenlijk heb ik nog niet zoveel gereisd in mijn leven. Buiten Europa ben ik nog nooit geweest. Maar ik heb wel steden als Londen, Parijs en Rome gezien.

Maar er is nog zoveel meer! Iedereen heeft wel landen of steden die hij ooit wil zien. Hierbij mijn opsomming (wat ik nu even kan bedenken):

– New York/Amerika.
– Scandinavië.
– Liverpool (sowieso meer van Groot-Brittannië).
– Brussel.
– Berlijn.

Vast nog wel meer, maar daar kan ik nu even niet opkomen. Dromen zijn er om waargemaakt te worden, toch? Daarom heb ik besloten dat ik de volgende zomervakantie één week (of tien dagen ofzo) naar New York ga met het vriendje! :D (als ik het geld bij elkaar kan krijgen…)
Wanneer ik de andere steden/landen ga bezoeken, weet ik niet. Zoveel zijn het er nou ook niet (ik hoef niet per se een wereldreis te maken), dus het zou wel moeten lukken.

En hoe zit het met jullie? Welk land of welke stad wil jij graag zien?

Twilight: glitters en… glitters

Bron

Ik heb een hekel aan Twilight. Dit wist ik al, voordat ik ook maar een letter van de boeken of een seconde van de film gezien had. Ik denk dat het een gave is.

Maar omdat ik vind dat ik er geen mening over mag hebben, voordat ik het gezien heb, heb ik pas geleden de eerste film van Twilight gezien. In de boekenwinkel had ik al een aantal stukjes gelezen, maar daar werd ik zo misselijk van, dat ik er mee stopte.

Goed, dit zijn mijn conclusies (sommige dingen komen jullie misschien bekend voor, omdat ik het al op Twitter had gezet):

– Stomste quote: ‘Your moodswings are kinda giving me a whiplash.’ What the fuck, Bella?
– Ik weet niet in welk genre dit thuis hoort (belachelijke b-films?), maar voor mij valt het in de categorie comedy/lachfilm. Een vampier die glinstert in het licht? Zijn glitters niet voor kleine kindjes?
– Kan iemand me vertellen wat er knap is aan Robert Pattinson? Ik snap het niet. Gewoon echt niet.
– Ik zou nooit een relatie beginnen met iemand die me op wil eten. Just saying.
– Kirsten Stewart heeft écht maar één gezichtsuitdrukking. Wauw. Dat is ook een gave, weet je. Maar ik geloof dat je dan maar beter geen actrice kunt worden.
– Ik zou eerst even goed nadenken, voordat ik een vampier zou worden voor een jongen. En al helemaal voor een jongen die glittert.
– Aangezien ik ook wel miljoenen zou willen verdienen, ben ik van plan een boek te schrijven over een meisje dat verliefd wordt op een jongen die eigenlijk een panda blijkt te zijn en die vissenschubben krijgt in het zonlicht. Goed idee of niet?

Ik weet dat er fans zijn van Twilight. Het zijn er zelfs heel veel. Ik weet dan ook niet of ik na het plaatsen van deze blogpost nog leef. Maar voor de meisjes van team Edward/team Jacob die me niet in de nek willen bijten: vertel me nou eens wat er zo geweldig is aan Twilight. Ik ben benieuwd.

Tot welk team behoor jij: team Twilight of team Anti-glitter?

Op de basisschool

Wat was het leven toen nog makkelijk. Spelen, taal en rekenen, spelen, knutselen en tekenen, en vooral spelen: de basisschool. Al moet ik bekennen dat ik toen al in paniek raakte over de kleinste dingen (‘Mama, ik moet morgen een indianenpak hebben en die heb ik niet en iedereen heeft die wel en en en!’).

Op de basisschool vond ik bijna iedereen wel aardig. Ruzie? Ik wist niet wat dat was. Ik speelde spelletjes zoals vader en moedertje, tien tellen in de rimboe en verstoppertje. Mijn beste vriendin en ik hadden vriendschapkettingen. Zij het ene stuk van het hartje, ik het andere.

Op de basisschool vond ik mensen van twintig héél oud, nu ben ik zelf twintig. We zongen liedjes in de klas, gingen scoubidouen (kennen jullie dat nog?) en elke maand was er wel een nieuw soort speelgoed wat je móest hebben (Furby, Pokémonkaartjes, een step) .

Op de basisschool bestond de grote, boze wereld nog niet.

Soms zou ik willen dat ik er weer op zat.

Ladies and gentlemen, this is mambo no. 5

Bron

De Cha Cha Cha. De tango. Of natuurlijk de Engelse wals. Ik heb ze allemaal gedanst.

Aan het nummer ‘Mambo No. 5′ heb ik goede herinneringen. Het was namelijk het allereerste liedje waarop ik danste. Nog steeds word ik er erg blij van (hoewel ik inmiddels wel de tekst begrijp)!

Eerlijk gezegd weet ik niet hoe oud ik was toen ik op stijldansen ging, maar het moet erg jong zijn geweest. Op mijn elfde heb ik goud gehaald en daarna ben ik er vanaf gegaan (helaas kreeg je niet echt goud, dat is nog steeds een grote teleurstelling).
Het kwam door mijn broer, die had er ook op gezeten. Hij werd mijn danspartner. Nu moeten jullie weten dat we zes jaar schelen. Tegenwoordig is het verschil in lengte nog overbrugbaar, maar toen kon ik amper met mijn hand bij zijn schouder leggen. De foto’s zijn dan ook hilarisch (en nee, ik ga ze niet laten zien!).

Ik vond stijldansen heel leuk. Elke zondagavond nieuwe dansen leren en eens in de zoveel tijd moesten we afdansen. Een mooi jurkje aan, leuke muziek en voor veel mensen dansen (eng!). Maar wel een diploma-achtigiets als beloning.

Waarom ben ik er vanaf gegaan? Ik weet het niet meer. Misschien teveel herhaling, toe aan wat nieuws (daarna ging ik op toneel). Helaas, omdat ik toen zo jong was, ken ik de pasjes nu niet meer.

Maar gelukkig voor mij heeft het vriendje ook op stijldansen gezeten. Misschien binnenkort maar eens oefenen ;)

Hebben jullie wel eens aan stijldansen gedaan of vind je het maar een suffe bedoening? (ook een tip trouwens: een workshop/cursus stijldansen aan iemand geven!)

Leegte in het Lipsius

Elke week (?) ontvangen de Leidse studenten de studentennieuwsbrief in hun e-mailbox. Tot voor kort was er ene Coen, die wekelijks een column schreef. Maar Coen was afgestudeerd, dus moest er iemand anders komen.

Ik heb meegedaan aan de wedstrijd, maar (helaas) niet gewonnen. Ik wil jullie de column die ik heb ingestuurd echter niet onthouden. Even ter verduidelijking: het Lipsius is de faculteit van Geesteswetenschappen. En de column is (deze keer wel) geheel op waarheid berust.

***

Er zijn wc’s in het Lipsius. Dat is logisch. Iedereen moet wel eens naar de wc. Maar deze wc’s (ik heb het hier dan wel over het damestoilet, bij de heren kan ik het niet checken) zijn bijzonder. Of eerder gezegd: waren bijzonder.
Een toiletbezoekje in het Lipsius is namelijk niet zomaar een toiletbezoekje. Ik vroeg me altijd af waarom mensen soms zo lang op de wc zitten, maar nu weet ik het: de teksten op de deuren. De eerste deur was vooral bijzonder. Hier ontstonden twee gesprekken.

Gesprek 1:  Betreffende de zangkunsten van de oude man die in de spoelkeuken werkt. ‘Die moet meedoen aan X-factor.’ ‘Hij heeft steeds hetzelfde repertoire!’ De meningen zijn verdeeld, maar fans heeft hij in ieder geval. Ik zie kansen.

Gesprek 2: Iemand had op de deur geschreven: ‘Jeroen, ik hou van je!’ Daar moet natuurlijk op gereageerd worden. Die variëren van: ‘Ik hou ook van jou!’ tot: ‘Alsof Jeroen dat ooit kan lezen hier.’ Zou Jeroen er ooit achter komen dat er van hem gehouden wordt? Nee.

Nee, Jeroen zou het nooit te weten komen. Waarom niet?
Het was gewoon één van die dagen, niets bijzonders. Mijn blaas vertelde me dat ik een bezoekje aan het toilet moest brengen. Zo gezegd, zo gedaan. Ik ging zitten en ik zag. Niets. Helemaal niets. De deur was volledig wit. De tranen prikten in mijn ogen. Hoe kon dit gebeuren? Welke asociale schavuit heeft de deuren schoongemaakt? Woedend stormde ik het toilet uit (ik had nog wel even mijn broek opgetrokken en mijn rits dichtgedaan). Het hele Lipsius schreeuwde ik bij elkaar. Iedereen met kleding van Leiden Universiteit aan, schudde ik door elkaar: ‘Wie heeft dit gedaan?’

Helaas ben ik er nooit achter gekomen. Er zat niets anders op. Na twee weken vol leegte moest ik de eerste stap zetten, dapper als ik ben.
‘Wat zijn de deuren leeg!’ schreef ik.
Een paar dagen later zag ik dat iemand WC-tennis had gemaakt op diezelfde deur. De opluchting. Ik kon weer met een gerust hart naar de wc gaan.

Spangas

De doelgroep is voor kindertjes van negen tot twaalf jaar. Ik kijk het ook. En samen met mij vele studenten (gelukkig maar). Jawel, ik heb het over het programma ‘Spangas’. In deze dagelijkse serie volg je de levens van de scholieren op de middelbare school het Spangalis. Allerlei onderwerpen komen aan bod: homoseksualiteit, scheiding, diefstal, verliefdheid.  Alles, behalve seks. Dat dan weer niet. Is toch weer een opluchting na de op seksbeluste series als Desperate Housewives en Grey’s Anatomy.

Stiekem schaam ik me er een beetje voor, maar waarom eigenlijk? Er zijn ook mensen die naar Echte Meisjes in de Jungle kijken en eerlijk toegeven: dat is minder diepgaand dan Spangas. Jammer dat dit programma er niet was, toen ik nog een klein kindje was. Misschien dat ik er daarom nu naar kijk.

Ik ben vast de enige niet. Misschien kijk jij het ook wel. Zeg alsjeblieft dat jij het ook kijkt. Anders ga ik toch echt ernstig twijfelen aan mijn geestelijke leeftijd.

Welk programma kijk jij, terwijl je niet tot de doelgroep behoort?