Zelfmoord: egoïstisch of niet?

Als je, net zoals ik, vaak met de trein gaat, dan hoor je deze zin soms voorbijkomen: ‘In verband met aanrijding met een persoon rijden er geen treinen van blabla naar blabla.’

En in sommige gevallen betekent dit: iemand heeft zelfmoord gepleegd.

Zelfmoord is ernstig. Ik weet niet precies hoeveel mensen er jaarlijks zelfmoord plegen in Nederland, maar al is het er één, dat is één teveel.

Wat me opvalt, is dat mensen zeggen dat  zelfmoord in de zin van jezelf voor een trein werpen egoïstisch is. Het kan de machinist en de mensen in de trein een trauma bezorgen, je veroorzaakt vertraging en hoe kun je dat je familie en vrienden aan doen?

Ik ben het daar niet mee eens. Het is niet normaal om zelfmoordgedachtes te hebben. Misschien hebben we allemaal wel eens gedacht: ik zou willen dat ik dood was. Maar op regelmatige basis is dit niet normaal. Ik denk dat als je zelfmoord pleegt of wil plegen, dat het op psychisch gebied niet goed gaat. Ik weet niet of ik het een ziekte moet noemen (depressie?). In ieder geval denk ik dat je in zo’n geval niet in staat bent om aan anderen te denken,  dat het een symptoom is (ik weet ook niet of dat een goed woord ervoor is eigenlijk). En daarom vind ik het niet egoïstisch. Je kan er niets aan doen (behalve hulp zoeken natuurlijk).

Ik ben natuurlijk geen expert op dit gebied. Dit is niet bedoeld om iemand aan te vallen, maar het is mijn mening en ik hoop dat ik het een beetje goed onderbouwd heb. Je hoeft het niet met me eens te zijn, maar ik zou in dat geval wel graag jouw argumenten willen horen :)

Wat vinden jullie: is zelfmoord egoïstisch of niet?

Je eigen stem horen

Bron

Voor het niet meer zo ultrageheime project hoorde ik mijn eigen stem nogal vaak bij het terugluisteren van het interview. Dit, mensen, is verschrikkelijk. Ik weet dat andere mensen het ook hebben, maar ik kan me toch echt niet voorstellen dat ze het net zo erg hebben als ik: mijn stem is verschrikkelijk.
Ik vraag me serieus af hoe mensen langer dan een minuut naar me kunnen luisteren. Het moet een hel zijn om een presentatie van mij te horen. Ik vind het heel erg dat ik de mensheid dit aan doe, maar helaas kan ik ook niet de hele tijd mijn mond dicht houden. Dus sorry voor de mensen die naar me moeten luisteren, het spijt me, echt waar.

Het schijnt overigens over te gaan als je jezelf heel vaak hoort. Het zal wel héél lang duren, voordat ik dat punt bereik.

Heb jij er ook een hekel aan om je eigen stem te horen?

Originele dingen om te doen in de trein

Soms is reizen met de trein saai. Steeds dezelfde route, geen interessante mensen om naar te kijken en nog een uur te gaan. Wat te doen? Ik weet wel een paar dingen!

1. Voorlezen.
Ik heb een keer meegedaan aan een columnwedstrijd van Grolsch (niet gewonnen) en sommige columns werden voorgelezen in de trein. Andere mensen vervelen zich ook en waarom zou je dat ook tegengaan? Neem een grappig boek mee en lees voor!

2. Eten en drinken verkopen.
Ga naar de AH to go en koop de hele zaak leeg. Neem een karretje mee en ga eten en drinken verkopen net zoals in Harry Potter.

3. Neem je laptop mee.
En laat jouw (of mijn haha) blog aan iedereen zien. Promotie!

4. Doe alsof je een gids bent.
Vertel dat Den Haag Holland Spoor het oudste station van Nederland is en vergeet je paraplu vooral niet mee te nemen, zodat mensen je nog zien in de massa.

5. Een feestje bouwen.
Hang slingers op, geef iedereen een ballon en zet op elk tafeltje wat bier en bitterballen.

6. Presentatie oefenen.
Oh nee, je hebt over een uur een presentatie en geen tijd meer gehad om die te oefenen. Geen probleem. Laat heel de coupé meegenieten van jouw spreekvaardigheid.

7. Sporten.
Ren heen en weer door de coupé, neem je tennisracket mee of ga voetballen. Als mensen je gek aankijken, zeg je: ‘Ja, ik heb geen tijd om te sporten en zo sla ik twee vliegen in één klap!’

Natuurlijk zijn deze dingen niet serieus ;) (al zou ik sommige dingen best willen doen om te zien hoe mensen reageren, vooral 1 en 5, wie gaat deze uitdaging samen met mij aan? Mail me of zeg het in een reactie!) Weet jij wel iets origineels om te doen in de trein, dat ook nog uitvoerbaar is?

Ai tink

Bron

Oh, oh, oh, wat kunnen wij Nederlands toch goed Engels spreken. Althans, dat is wat we graag denken. Ik weet niet hoe het bij jullie zit, maar ik heb op de middelbare school tijdens Engels toch de vreselijkste dingen gehoord:
‘Ai tink tet it is troe.’
‘De bibbel.’ (probeer maar te raden welk woord hier wordt bedoeld)
En zo zijn er nog ergere voorbeelden.

Gelukkig is het bij mij niet zo slecht gesteld. Dat mag ook wel na twee weken een cursus  en een Engels vak op de universiteit (nee, ik weet ook niet waarom we dat hadden bij Literatuurwetenschap) te hebben gevolgd. Kijk, ik verwacht ook niet van iedereen dat ze het woord ‘three’ perfect kunnen uitspreken, maar zeg dan niet dat je zo goed in Engels bent!

Soms schaam ik me als ik dan een Nederlander iets in het Engels hoor zeggen. Maar, dan denk ik: gelukkig kunnen we wel goed Duits spreken.

;)

September: Daag jezelf uit

Bron

Elke maand plaats ik vijf uitdagingen om het leven mooier, spannender en gekker te maken. Aan jou de keuze om ze uit te voeren of niet.

1. Koop een mooi schriftje of notitieboekje en schrijf elke keer als je een compliment krijgt (hoe ‘klein’ dan ook), dat compliment op.
2. Pak een keer een willekeurige trein (deze uitdaging is natuurlijk naar aanleiding van het treinavontuur van Kim en Ariska ;)).
3.  Neem een proefles van een sport die je nog nooit hebt gedaan (bijvoorbeeld karate).
4.  Lees een echte klassieker.
5.  Reageer en noem drie dingen die jij goed kan.

Enjoy!

Laura beroept zich: Wijnand de machinist

En nu dan eindelijk: de onthulling van mijn ultra geheime project, hier zaten jullie al jáááren op te wachten!
Laura beroept zich wordt een serie van een stuk of acht (?) interviews. Hierin interview ik mensen over hun werk (en dan bedoel in real life, niet via de mail). Dit zijn verschillende beroepen: van machinist tot fotograaf.
Waarom? Omdat ik iets nieuws wilde met mijn blog, ik wil mijn interviewtechnieken verbeteren én nieuwe mensen ontmoeten. Genoeg redenen dus.
Ik ben benieuwd wat jullie ervan vinden, laat het me weten!

***

Eigenlijk was de start niet zo goed. Op Twitter had ik Wijnand verteld dat het codewoord flupsedewups was, maar toen ik hem er naar vroeg, dacht hij dat het hupseflups was. Dit kan natuurlijk niet en dat heb ik natuurlijk ook meteen afgestraft. Misschien moet ik bij de volgende interviews maar geen codewoorden meer gebruiken.

De eerste werkdag

Wijnand had de route geleerd van Den Haag naar Haarlem. Zijn eerste dag was wel spannend, maar hij vond het vooral een stoer gevoel dat er niemand naast hem zat, terwijl er allemaal mensen in de trein zaten. Hij was zelfs zo enthousiast dat hij het dienstkaartje (een kaartje waar de ritten van die dag op staan) van iemand anders pakte.
‘Dat laatste ritje doe ik wel, ga jij maar naar huis.’ zei hij.
En tja, toen regende en onweerde het tijdens die rit. Maar gelukkig heeft Wijnand het overleefd ;)

Collega’s

Soms is het een beetje een eenzaam beroep, machinist zijn. Er mag namelijk officieel niemand voorin. Gezellig babbelen met andere machinisten, terwijl je rijdt (a la de buschauffeur) mag ook niet. Er mag namelijk alleen gebeld worden met de treiningsleider. Dat is de toezichthouder en hij zit op grote plekken in het land. Hij heeft toezicht over de treinen van die regio en als er iets mis is, dan kan de machinist hem bellen of andersom.
Contact met andere machinisten is er bij het in dienst melden ’s ochtends. Alhoewel ’s ochtends, misschien kun je het beter ’s nachts noemen: Wijnand moet namelijk elke dag tussen vijf uur en zeven uur beginnen. Dus klaag maar niet dat jij zo vroeg je bed uit moet!
Typisch machinistenhumor is een beetje flauw en daarom doet Wijnand er ook niet aan. Een voorbeeld: als de motor is uitgevallen, roepen sommige machinisten om: ‘Ik heb goed en slecht nieuws. Het slechte nieuws is dat de motor is uitgevallen. Het goede nieuws is dat u niet in een vliegtuig zit.’

Een machinist zijn is niet alleen maar leuk

Eigenlijk zijn er niet zoveel nadelen. Volgens Wijnand is het vroege opstaan niet leuk (begrijp ik volledig) en in vakantieperiodes nemen veel mensen vrij, waardoor het voor hem lastiger kan zijn om vrij te krijgen.
Hij heeft één keer een aanrijding meegemaakt, van iemand die zelfmoord wilde plegen. Het was ’s avonds, een rit die naar Groningen ging. Bij een aanrijding komt er een heel circus in werking, politie, een traumateam. Gelukkig heeft Wijnand er geen last van gehad, maar hij denkt dat dat bij een ongeluk misschien wel zou kunnen komen.

Maar het heeft ook voordelen

Het grootste voordeel vindt Wijnand de vrijheid. Hij ziet elke keer een ander uitzicht, het is nooit hetzelfde. Bovendien ziet hij verschillende plekken in Nederland. Hij zit niet aan een kantoortje met een manager die continu op zijn vingers kijkt wat hij aan het doen is.

Mensjes kijken

Als hij op een station een paar minuten stil staat, dan leunt Wijnand achterover en gaat hij mensen kijken (ook één van mijn favoriete bezigheden trouwens). Soms stapt hij dan naar buiten, zodat mensen vragen kunnen stellen. Vaak komen er dan kinderen naar hem toe die binnen willen kijken en foto’s maken.
Ja, nieuwsgierig is hij toch wel, naar de mensen die hij in de trein met zich mee neemt.

Ik vond het erg leuk en interessant om Wijnand te interviewen. Ik heb veel geleerd wat ik nog niet wist van het machinist-zijn.  Hopelijk jullie ook!

(Wil jij zelf geïnterviewd worden of ken jij iemand met een interessant beroep? Mail dan naar laura@lauradenkt.nl Overigens bedoel ik geen bijbaantjes!)

Waar ligt de grens?

Laatst was ik met Manon naar het Museum van Communicatie in Den Haag gegaan. Hoewel het meer op kinderen is gericht, is het toch een aanrader om er naar toe te gaan (vooral als je het kind in jezelf nog niet verloren hebt ;)). Er waren verschillende tentoonstellingen, waaronder briefgeheimen en een tentoonstelling over de verschillende telefoons die in films werden gebruikt.
Maar er was ook iets anders, waar ik het nu over ga hebben. In het museum staat een soort van kleine hut en nieuwsgierig als we waren, liepen Manon en ik daar naar toe. Daarin kun je drie filmpjes zien over, jawel, bloggers. Wel bloggers van een andere categorie dan ik, namelijk mensen die over hun persoonlijke leven en dus ook gezin bloggen. En het heeft me aan het denken gezet.

In één van de filmpjes was er een vrouw die over haar gezin blogde. Haar zoon kwam ook aan het woord. De vraag kwam wat hij ervan vond en of hij er soms moeite mee had. Zijn antwoord was dat hij het wel leuk vond, maar die ene keer dat zijn moeder over zijn arrestatie door de politie schreef, vond hij niet zo leuk.
Goh, wat raar zeg. Ik zou het dolletjes vinden als mijn moeder zou schrijven over die ene keer dat ik ben aangehouden (grapje, ik ben nog *klopt op hout* nooit aangehouden).

Ik weet het niet zo goed met dat soort blogs. Aan de ene kant snap ik wel wat er leuk aan is (vooral voor bekenden, opa’s en oma’s en dergelijke), maar gaat het niet te ver? Zeker wat betreft het politie-verhaal, dat zet je toch niet op internet? En je zet foto’s van je snoezige kinderen op internet. Nu zijn ze nog klein, maar wat als ze daar later bezwaar tegen maken, wanneer ze ouder zijn? Dan is het te laat, dan staan die foto’s er al op en probeer ze er dan maar weer af te krijgen.

Waar ligt de grens? Voor mezelf is die wel redelijk duidelijk. Natuurlijk ben ik soms persoonlijk, maar ik ga niet bloggen over ruzies, grote problemen of zulk soort zaken. Hiermee wil ik niet zeggen dat andere mensen het niet mogen doen, maar dit is mijn grens.
Overigens is het een ander geval wanneer je anoniem blogt, dan snap ik wel dat je dat erop zet. Maar als je niet anoniem blogt en je schrijft bijvoorbeeld over je werkgever, besef dan wel dat je werkgever je zo kan vinden.

Waar ligt bij jou de grens? (ik weet trouwens dat deze discussie wel vaker op blogs genoemd is, maar ik wilde toch nog mijn eigen bijdrage eraan leveren!)

(morgen komt trouwens de onthulling van mijn ultrageheime blogproject haha) 

De ciao-zeggers

Ik heb een broertje, dat is algemeen bekend. Met mijn broertje voer ik diepgaande gesprekken heb ik vaak van dit soort gesprekjes:

‘Colin!’
Stilte (hij zit op zolder, vandaar).
‘Colin!’
Immense stilte.
‘COLIN!’
‘Ja?’
‘Ik ga.’
‘Oké, ciao.’
‘Ciao.’

Waar het hier om gaat, is niet de (immense) stilte of het feit dat mijn broertje Colin heet met ÉÉN L dus en niet twee (zoals heel veel mensen denken). Het gaat om het ciao zeggen.

Wij, mijn kleine broeder en ik, zeggen bijna nooit doei. Doei, dat is voor losers en dat zijn wij overduidelijk niet. Misschien hebben we ergens verborgen Italiaans bloed (is mijn vader wel echt mijn vader?). We houden ook van ijs en pasta, dus het zou best kunnen. Of misschien is het codetaal voor yeszeiswegnukanikmijnmuziekhardzetten. Het kan natuurlijk ook ohshitzeiswegikgahaarzosuperergmissen betekenen, maar die kans, lieve mensen, is héél erg klein.

Mijn broerTJE en ik, wij zijn echte ciao-zeggers. En het zal altijd een mysterie blijven welke van de drie bovenstaande opties de diepere betekenis hierachter is.

Ciao!

Juno

Bron

Je bent verliefd. En verliefde mensen doen wat de bloemetjes en bijtjes ook doen. Zo ook Juno en haar vriend Paulie. En dan komt ze erachter dat ze zwanger is.

Juno is geen dertienineendozijnfilm. Hoewel je misschien verwacht dat het heel serieus is, zitten er veel grappige dingen in. De intro bijvoorbeeld vind ik heel leuk en ik wil ook een telefoon in de vorm van een hamburger! Maar het zet je ook aan het denken: wat zou ik doen als ik zwanger zou zijn?

Dus hup, pak die Jennifer Aniston-romkom niet uit de kast, maar ga deze film kijken!

Wel kijken: Origineel, grappig, leuke cast (helaas wel zonder knappe jongen, maar goed, dat leidt ook alleen maar af), leuke muziek.
Niet kijken: Als je allergisch bent voor zwangere vrouwen.

Leukste quote:

Juno: ‘I think I’m in love with you.’
Paulie: ‘You mean as friends?’
Juno: ‘No… I mean for real. ‘Cause you’re like, the coolest person I’ve ever met, and you don’t even have to try, you know…’
Paulie: ‘I try really hard, actually.’

Ik beken

Ik moet iets toegeven. Het kost me wel wat moeite, want ik schaam me er een beetje voor. Ik deed het al toen ik zestien was en nu, vier jaar later, doe ik het nog steeds.

Ik lees de Libelle en de Margriet. Met plezier.

Elke week hebben we ze in huis door mijn moeder (die wel in de doelgroep valt). Kijk, ik houd van lezen. Ik lees alles, boeken, blogs, de achterkant van een shampoofles en dus ook tijdschriften zoals deze.

Het is duidelijk te merken dat ik niet tot de doelgroep behoor: stukken over de menopauze, het huwelijk of (klein)kinderen sla ik graag over. Maar heel veel dingen lees ik wel. Columns, ingezonden brieven, dilemma’s, specials over reizen en dergelijke. Ik beken: ik ben schuldig. Ik vraag me af wat ik ga lezen als ik wél tot de doelgroep behoor: 80+bladen? (bestaan die eigenlijk wel?)

Hoewel het een groot taboe is, weet ik zeker dat ik niet de enige ben. Dus kom maar op: lees jij ook (wel eens) de Libelle of Margriet/een blad waarvan jij niet tot de doelgroep behoort?