Fotografe: Sarah Wong
Op een dag dacht ik: goh, ik ga eens De Wereld Draait Door terugkijken. Dat was een verstandige keuze, want daar was deze keer Denker des Vaderlands René Gude te gast. Hij vertelde zo interessant en bevlogen dat ik dacht: deze man moet ik interviewen. En dat interview was zo leuk dat ik dacht: weet je wat, ik maak een interviewserie met filosofen. En dat is hoe deze serie ‘Van denker tot denker’ tot stand is gekomen.
Denker des Vaderlands
Na een tocht met het pontje in Amsterdam, wat voelde als vakantie, en enig zoekwerk (ruimtelijk inzicht, wat is dat?) kwam ik terecht bij de woonboot van meneer Gude. We nestelden ons op het terras en met kwetterende vogeltjes als achtergrondmuziek begon René te vertellen. In mei volgde hij filosoof Hans Achterhuis op als Denker des Vaderlands. In veel interviews heeft René het erover wat hij anders doet dan zijn voorganger, maar ik vroeg wat hij juist zou blijven doen:
René: ‘Wat ik van Hans Achterhuis heel goed vind, is dat hij een onvoorstelbare kennis heeft van de politieke filosofie. Daarnaast heeft hij ook een heel praktische bewogenheid en spant zich in om de theorie werkelijk dienstbaar te maken aan de politieke praktijk van nu. Dat wil ik ook doen. Niet alleen maar aan de zijlijn blijven staan om na te denken, maar het resultaat van het nadenken weer terugploegen in de samenleving.’
Eén van de maatschappelijke kwesties waar onze Denker des Vaderlands zich momenteel mee bezig houdt, is de bezuinigingen op het leger. Wat hij daaraan interessant vindt, is dat er in deze tijd geen helder idee is over wat we met het leger moeten.
‘Tot en met de Koude Oorlog had het leger een heel heldere taak, dat was namelijk om de vijand – en dat was dan Rusland – tegen te houden op het moment dat die met honderden tanks deze kant op zou kunnen rijden en die moesten wij toch met staal op staal terug kunnen dringen. Maar inmiddels is die dreiging helemaal weggevallen. We hebben al vanaf 1945 geen oorlog meer op ons grondgebied gehad. Dat is een absurd lange tijd. En daarom zijn er in de tussentijd heel veel generaties gekomen die nog nooit oorlog op eigen grondgebied hebben meegemaakt en ook niet weten wat dat betekent. We hebben zelfs geen redenen om aan te nemen dat het voorlopig gaat optreden en hebben dus geen idee wat je met een leger moet. En als je geen helder idee hebt, kun je doorgaan met bezuinigen, bezuinigen, bezuinigen, allemaal ten gunste van onderwijs en zorg, waar ik ook erg voor ben, maar voor je het weet, is ons hele leger ontmanteld.’
De vraag is volgens René dan: passen we het leger aan aan nieuwe taken, die we dan eerst wel goed moeten verzinnen, of bezuinigen we het langzaam maar zeker helemaal weg? René ziet het als zijn taak om als Denker des Vaderlands te zorgen dat we het ene en het andere niet doen, voordat we er goed hebben over nagedacht, op een manier die leidt tot praktische, uitvoerbare opties voor zowel het Nederlandse leger als de politiek en de burger.
Denken
Een groot voorbeeld voor René is de – gelijknamige – filosoof René Descartes. Waar Descartes hem, en nu ons, op wees, is dat we gewend zijn om onszelf als fysieke personen in een fysieke wereld te zien. Maar het denken zelf verdient ook aandacht, omdat het niet alleen materiële dingen zijn die ons beïnvloeden en waar we indrukken van krijgen, maar ook bijvoorbeeld de namen van materiële dingen.
René: ‘Dus jij zegt dat jij uit Oegstgeest komt, dan denk ik meteen Terug naar Oegstgeest, Jan Wolkers en voor je het weet, hebben wij hier een gesprek over Jan Wolkers die inmiddels al overleden is. Ik heb het boek lang geleden gelezen, het staat nog in de kast, maar het ligt in ieder geval niet hier op tafel. Jij hebt dat boek misschien wel of niet gelezen, maar toch weet je waar ik het over heb. En dat is toch fantastisch? Dus Jan Wolkers is hier niet materiaal aanwezig, het boek is hier niet materieel aanwezig en Oegstgeest ook niet, maar wij weten door een paar woorden tegen elkaar te roepen meteen waar het over gaat.’
In ons leven maken we ongelooflijk veel gebruik van het vermogen om hele werelden te creëren naast de concrete wereld waar we ons in bevinden. Volgens René heeft filosofie als opdracht om te zorgen dat je in die gedachtewereld de draad niet kwijtraakt. Dat doe je door naar gemeenschappelijke vertrekpunten te zoeken, dat je van de ene stap naar de andere gaat en daarbij zodanig beargumenteerd ook de weg nog terug te vinden. Hij noemt dat, gepaard met een lach, het Klein Duimpje-effect. Maar hoe zit het dan met piekeren?
‘Er is een mooi citaat van de stoïcus Epictetus en dat zegt: ‘Het zijn nooit de dingen die ons in verwarring brengen, het zijn altijd onze voorstellingen van de dingen.’ En dat is een hele sterke, want als je de zin inziet van die uitspraak, dan betekent het meteen dat je op het spoor komt. Je moet eerst de dingen met rust laten en je voorstellingen van de dingen proberen in de klem te krijgen. En als je dat doet, dan ben je al halverwege met een oplossing te vinden voor gepieker. Want gepieker is per definitie gedachten die volkomen losgeraakt zijn van de dingen waar ze over zouden kunnen zijn. Van het ene naar het andere springen, zonder gedachten die je vervolgens ook om kunt zetten in handelingen.’
Filosofie
Zelf is René filosofie gaan studeren, omdat hij juist niet goed kon nadenken. Het heeft een tijdje geduurd, maar op zijn 56e studeerde hij af en in 1990 begon hij bij Filosofie Magazine. Daar merkte hij dat er gek tegen filosofie werd aangekeken en dat er daarin twee groepen waren:
‘Eén club dacht: dat is veel te ingewikkeld, die lui doen veel te moeilijk en zitten zwaar in allerlei diepere gronden te zoeken. En de andere club zei: het is veel te oppervlakkig, het is een soort van geitenwollensokkenspiritualiteitgeëmmer. Maar in beide gevallen heb je het niet nodig. Het interessante is natuurlijk dat filosofie niet allebei kan zijn. Het is óf diepgravend naar gronden zoeken óf het is oppervlakkig en flierefluitig. Maar inmiddels is filosofie geen malle term meer.’
Dat is duidelijk te merken. Filosofie krijgt een plaats op festivals (bijvoorbeeld Brandstof op Lowlands), er worden steeds meer lezingen gegeven en ook De Wereld Draait Door besteedt er meer aandacht aan: sinds het nieuwe seizoen is René Gude huisfilosoof geworden. Dat vind ik een goede en leuke keuze, want het was zeer interessant om René te interviewen. Hij weet vol passie te vertellen over filosofie, maar wel op zo’n manier dat zelfs een leek het nog begrijpt. In het gesprek zaten zoveel interessante elementen dat het moeilijk was om te kiezen. Eén gedachte die ik al had is in ieder geval door hem bevestigd: filosofie is niet flierefluiterig, filosofie is interessant!