Waarom Oud en Nieuw nergens op slaat

Gisteren/vandaag (ligt eraan wanneer je dit leest) werd iedereen hysterisch: ‘Oh mijn god, het is 12:12 uur op 12-12-12!’
Mensen trouwen, in december(!!!), vanwege die datum. Mensen twitteren zich rot vanwege die datum. Niemand kan het boeien als het 11:08 op 14-11-10 is, maar dit is werkelijk waar enorm noemenswaardig.

Oud en Nieuw. Ook zoiets. Misschien herken je het gevoel wel dat ik als kind had. Oeeeh, nog maar een uur. Dit is de laatste keer in 1997 dat ik een appelflap eet. Dit is de laatste keer in 1997 dat ik mijn broertje knijp (nee grapje, zou ik nooooooit doen). De spanning in je lijf, terwijl je meetelde: tien, negen, acht, zeven, zes, vijf, vier, drie, twee, één… GELUKKIG NIEUWJAAR!

Oud en Nieuw is stom. Je moet iedereen zoenen, inclusief buren die je niet zo leuk vindt die dingen als snorren, een stinkadem of paarse lippenstift hebben. Het houdt niet op bij de buren, want ook de dagen erna wens je iedereen gelukkig nieuwjaar (kijken wat er gebeurt als je iemand een keer een ongelukkig nieuwjaar wenst). Er zijn oliebollen. Oliebollen zijn ontzettend smerig. Het is eigenlijk een bolletje vet met een paar rozijntjes erdoorheen. En dan vuurwerk. Vuurwerk is gevaarlijk. Het maakt lawaai. En zo mooi is het nou ook weer niet.

Maar het stomste van Oud en Nieuw is natuurlijk dat het nergens op slaat. Het wordt straks 2013. Dus? Wat zegt dat nou? Wij hebben afgesproken dat we nu in jaar 2012 zit, dat een jaar 365 dagen heeft (tenzij het een schrikkeljaar is), dat een dag 24 uur heeft, dat ik op een bepaalde dag ben geboren die we voor het gemak maar 24 juli 1991 noemen en dat dat mij 21 jaar maakt.
Kortom: het is helemaal niet bijzonder dat het op een gegeven moment het jaar 2000 werd. Het is een menselijk bedenksel, het betekent niets. Straks is het van 2012 opeens 2013 geworden. De enige betekenis dat dat heeft, is dat je een nieuwe scheurkalender op moet hangen in de wc.

En toch vieren we het. Omdat je om 12 uur ’s nachts mooi wel je vriend(in) in het openbaar op zijn/haar mond mag pakken (niet dat je dat niet al sowieso deed). En vanwege de sterretjes natuurlijk.

Literaire Laura: was


(de titel van deze blog moet u sarcastisch opvatten)

Ik zit bij een schrijversclubje. Het schrijversclubje van Film- en Literatuurwetenschap (die net het predicaat topopleiding heeft gekregen, dus jullie weten allemaal wat jullie moeten gaan studeren) onder leiding van Isabel Hoving (wellicht bekend door haar jeugdliteratuur). Zo’n schrijversclubje is naast heel leuk natuurlijk ook doodeng. Want het is de bedoeling dat mensen je werk lezen (!). En er kritiek op geven (!!).

Huiverend zat ik dan ook op mijn stoel de tweede bijeenkomst, want ik had mijn stukje ingediend. En geloof het of niet, maar ik werd niet helemaal neergesabeld. Kritiekpuntjes die ik geestelijk nog aankon, werden gegeven en ook toegepast door mij. En het resultaat kunt u hieronder lezen.

***

Was

Ik fietste er elke dag langs. Terwijl ik al puffend het heuveltje op probeerde te komen, keek ik altijd even naar het gebouwtje links. Het maakte niet uit hoe warm of koud het was, de deur was open.
‘Kom maar binnen,’ leek het te zeggen. ‘Zelfs als je geen vuile was hebt, ben je hier welkom.’
Door de opening zag ik hem dan zitten. Met zijn voeten op het bankje en zijn ellebogen op zijn knieën keek hij naar het draaien van de wasmachines. Altijd de linker, in het hoekje. Het liefst bonte was.
Eén keer gebeurde er een ongeluk op het heuveltje. Een vrachtwagen die naar achteren ging en zonder te kijken zo een oud vrouwtje aanreed. Op een paar blauwe plekken na had ze niets, maar haar gegil had men tot in het centrum gehoord. Hij had niet opgekeken, bleef maar naar de bak vol ronddraaiende slipjes en handdoeken staren. Misschien dat hij fronste, omdat dat stomme gegil hem uit zijn concentratie had gehaald. Ik weet het niet.
In mijn gedachten had hij van die blauwe, priemende ogen die recht in je ziel kijken. En een litteken boven zijn oog, omdat hij een vaas had omgestoten (‘Frank, wat heb je gedaan? Kun je nou nooit eens uitkijken?’ hoorde ik zijn moeder al schreeuwen) en een scherf hem had geraakt.
Soms dacht ik erover om naar binnen te gaan.

Gisteren fietste ik er weer. Door de harde wind was het deze keer zo mogelijk nog moeilijker om het heuveltje op te komen, ik viel nog net niet van mijn fiets af en vergat haast te kijken. Net op het laatste moment keek ik, maar ik zag zijn bruine kruin niet. De linkerwasmachine, in het hoekje, was leeg.
Net als het bankje.

Laura’s liederenanalyse: K3, drie volwassen kleuters

httpv://www.youtube.com/watch?v=2xsGk3vmTYc

Ik was ikweetniethoeoud toen ik TMF keek en een clip zag van drie volwassen vrouwen die dit liedje aan het zingen waren op het strand (helaas kan ik de originele clip niet meer vinden op YouTube). Mijn eerste reactie: wtf.
Inmiddels ben ik 21 en dus superdupervolwassen en zijn we nog steeds niet af van deze volwassen vrouwen die zich kleden als kinderen van zes. Dat is een triest feit. De songtekst van dit liedje ook.

(Het erge is, ik heb wel eens een liedje van K3 geplaybackt in groep twee correctie, groep vijf, namelijk ‘Alle kleuren’ en ik geloof dat ik de blonde was. Maar niet doorvertellen, want hier schaam ik me nogal voor.)

Wie doet er mee
‘k Heb een reuze idee
Een muziek-regenboog
Die de wereld doet zingen
Oh mijn god, meid, wat een geniaal idee, het is nog slechter dan het idee van vampieren die glinsteren in het zonlicht.

Ik neem je mee
Naar de zon en de zee
Hand in hand, oog in oog
Oog in oog? Klinkt pijnlijk.
We gaan dansen en springen
 Ja of gewoon normaal doen.

Niets is ooit zo mooi geweest
Wat precies? De zon? De zee? Oog in oog?
Ayaya yé-é
Ayaya yo-o
Pardon?
Van wie hou jij ’t allermeest
Waarom wil je dat weten?
Overal waar de meisjes zijn is het feest!
Niet mijn definitie van feest.

Mamasé! Mamasá! Mama saka mumba
Mamasé! Mamasá! Mama saka mumba
Waar héb je het over?
Zing je mee allemaal
Nee.
In een keigekke taal
Keigek. Zeg dat wel.
Mamasé! Mamasá! Mama saka mumba
Ik wil geloof ik niet weten wat dat betekent.

Wie doet er mee
Ik in ieder geval niet.
Is zo oya lélé
Hóe noem je me?
Zou verliefd kunnen zijn
Op een keileuke zomer
Ik dacht dat jullie Vlaams waren, niet Brabants.

Vol fantasie
Vol muziek en magie
Wie heb ik aan de lijn
Nee, nu zijn jullie in de war, dat is een ander liedje van jullie.
Wie wordt mijn mooie dromer
Ik in ieder geval niet.

Zo en dan ga ik nu muziek luisteren van échte volwassenen (omdat ik zelf ook superdupervolwassen ben).

‘Ok.’

Mijn moeder is heel lief. Echt waar. De liefste moeder van de wereld met de liefste dochter van de wereld. Maar ook zij heeft haar gebreken.

Ik stuur wel eens een sms’je vol enthousiasme en euforie zoals: ‘Ik heb een negen voor mijn redigeeropdracht gehaald!!! Joepiedepoepie!!! Mijn leven heeft weer zin!!! xxx’.*
Dat zijn de sms’jes die je wil ontvangen als moeder (naast ‘ik hou van je’-sms’jes natuurlijk), want slimme kinderen hebben is fijn en blije, slimme kinderen hebben nog veel fijner. Daar wil je dan als moeder ook zelf enthousiast op reageren. En dat doet mijn moeder. Dit stuurt ze dan namelijk terug: ‘Ok.’

Dit, beste moeders van het land, is niet oké. De ‘Ok.’ is koel, afstandelijk en bovendien nog eens afgekort. Er kan niet eens een x’je vanaf. En dat op zo’n geweldig sms’je als bovenstaande.

Natuurlijk is dit al heel erg, maar het kan nog erger. Ik stuur namelijk wel eens mailtjes naar mijn moeder in de trant van: ‘Herinner me eraan dat ik zaterdag een kerstcadeautje voor je moet kopen in het dorp.’ Ondanks het leeftijdsverschil is haar geheugen namelijk beter of nou ja, daar vertrouw ik op. Dit is een belangrijk mailtje, zeker voor mijn moeder, want die wil natuurlijk wel kerstcadeautjes. En wat krijg ik dan terug?
HELEMAAL NIETS. ZELFS GEEN ‘OK’.

Dit is niet oké. Maar misschien was de mail niet aangekomen.

Dus ik stuurde een paar dagen later nog een sms’je dat ze me eraan moest herinneren. Dit kreeg ik terug (niet eens een x’je!): ‘Je wordt oud (hoop ik) want dat had je al aan me gevraagd.’

Moeders, ik snap er helemaal niets van.

(*Dit was leuker voor het verhaal , maar in werkelijkheid ging het zo:
Ik: ‘Ik heb een 9 voor mijn redigeeropdracht!!!’
Mijn moeder: ‘Geweldig!!!!!!!!!!’)

Fictief interview met warme chocolademelk

Sinterklaas is voorbij. De schappen liggen nu vol met kerstkransjes in plaats van chocoladekruidnootjes. Ik ben gebroken. Ik ben helemaal kapot. Heeft het leven nog wel zin? Ik betwijfel het.

Terwijl ik gisteren in een hoekje van mijn kamer zat te huilen, kwam er een doosje van Nestlé aangelopen. Het was warme chocolademelk (die nog niet echt warm was, want hij zat nog in zakjes, maar goed). Hij legde een arm om mijn schouder.
‘Hé Laura, wat is er, meisje?’
Het duurde even, voordat ik in staat was om antwoord te geven.
‘D-de chocoladekruidnootjes waren op bij de Kruidvat en n-nu heeft alles geen zin meer en-‘
Ik begon hard te snikken. WCM haalde een zakdoekje tevoorschijn.
‘Ja lieverd, dat is erg vervelend. Ik weet hoeveel je van hen houdt. En zij van jou. Maar weet je, het is december. In maart zijn ze alweer terug.’
Ik stond op en keek WCM boos aan.
‘AL? WAT NOU AL? Weet je niet hoe lang het duurt, voordat het maart is? En ik heb niet eens een voorraadje aangelegd…’
Ik stortte weer in elkaar, het werd zwart voor mijn ogen. Toen ik weer bij kwam, stond WCM daar nog steeds. Hij keek me stralend aan.
‘Ik weet al hoe ik jou weer blij moet maken.’
De hoop gloeide op in mijn borst.
‘Ja? Vertel.’
Hij liet een stilte vallen, voor het dramatische effect.
‘Wat jij nodig hebt, lieve Laura, is…’
Er klonk trommelgeroffel op de achtergrond.
‘MIJ!’
Ik moest lachen. WCM? Haha nee joh, niets kon de plaats van chocoladekruidnootjes innemen. Maar toen bedacht ik me waar WCM voor stond: warme CHOCOLADEmelk.
‘Je bent geniaal!’ antwoordde ik. ‘Kom, ik ga je meteen maken.’
Ik haalde een zakje uit hem, kookte water en stopte de inhoud van het zakje daarin. Met een brede glimlach op mijn gezicht begon ik te roeren met een lepeltje. Hmmm, die aroma.

En toen kwam het besef, als een klap in mijn gezicht: ik had geen slagroom in huis. Met een boog kwam WCM in de goot terecht en ik rende mijn kamer in, naar het hoekje toe. Het huilen is nog steeds niet opgehouden…

Zo’n bui: ik vind iedereen zo ontzettend lief

Ik weet niet of ik de enige ben, maar soms heb ik zo’n bui. Een ik vind iedereen zo ontzettend lief-bui. Toegegeven, ik heb vaker een ik vind iedereen zo ontzettend stom-bui, maar laten we hier vooral een leuk blogje van maken. Ik zal vertellen hoe je hem (de eerste bui dus) kunt herkennen.

Dit zijn de symptomen:
– Iedereen willen knuffelen.
– Een raar gevoel in je buik (ook wel blijheid geheten).
– Een constante glimlach op je gezicht.
– Tegen iedereen willen zeggen hoe lief je ze vindt (ja, ook tegen de postbode, ook al weet je niet eens hoe die eruit ziet, maar zooooo ontzettend lief dat hij elke dag de post bezorgt).
– Schrik niet als je hart harder gaat kloppen, dat hoort er allemaal gewoon bij!

Zoals je ziet, heeft de ik vind iedereen lief-bui veel overeenkomsten met die ene rare ziekte, verliefdheid heet het geloof ik, maar pas op: het is niet hetzelfde! In dit geval vind je ie-de-reen lief, niet alleen die ene leuke jongen of dat lieve meisje.

Misschien word je er een beetje bang van, maar dat is nergens voor nodig. Net zo plotseling als het gekomen is, gaat deze bui voorbij. En dan is alles weer normaal. Totdat de volgende bui om het hoekje verschijnt…

Terug naar Oegstgeest: thuis en thuis

‘Ik ben het vergeten.’
‘Ja, waar ligt het dan?’
‘Thuis.’
‘Eh ja, in Oegstgeest of *dorpwaarmijnouderswonen*?’
Zomaar een gesprek dat je kan hebben als je op kamers woont.

Er zijn mensen zonder thuis, maar ik heb er maar liefst twee. 20 jaar lang woonde ik in een lieflijk, pittoresk, schattig, awwpoetiepoetiepoetie dorp in het schilderachtige landschap van de Hoeksche Waard. Door TMF ook een keer benoemd als het leukste dorp van Nederland en als TMF het zegt, dan is het zo. Wat, TMF bestaat niet meer? Nou en.
Goed, dat dorp dus. Langs het tuinpad van mijn vader zag ik de hoge bomen staan. Ik was een kind en wist niet beter dan dat het nooit voorbij zou gaan (mensen die de intertekstualiteit begrijpen: +1) Nee, er stonden geen hoge bomen langs het tuinpad van mijn vader. Maar het ging wel voorbij. Ook ik ben (figuurlijk) groot geworden.

Want dan zit je opeens in de universiteit en toevallig heeft dat lieflijk dorpje geen universiteit, laat staan de studie Literatuurwetenschap, dus ga je maar naar Leiden. Je wordt wijs en volwassen en besluit om op kamers te gaan. Voor het eerst in je leven verhuis je, naar Oegstgeest (ook zo’n lieflijk, pittoresk, schattig awwpoetiepoetiepoetie dorp) en heb je opeens twee thuis-en (is geen woord). En dat voelt raar.

Het is vrijdag, ik heb net bijles gegeven en ga naar mijn ouders. Eerst wacht ik tachtigduizend uur op de bus, omdat die in Oegstgeest nooit op tijd komt (in het dorp waar mijn ouders komen wel), daarna sleep ik mijn koffer de bus in, sleur mijn koffer de bus uit, sleur mijn koffer de trein in (natuurlijk in de spits, dus fijn een half uur staan en proberen een boek te lezen), sleur mijn koffer de trein uit, sleur mijn koffer de metro in, sleur mijn koffer de metro uit, sleur mijn koffer de bus in, sleur mijn koffer de bus uit en he he, ik ben bij mijn ouders. Ondertussen trillen mijn armspieren als een gek, dus niet raar kijken als je me een tijdje niet gezien hebt en ik opeens een bodybuildster ben geworden.
Goed, ik ben dus bij mijn ouders. Mijn kamer daar past drie keer in mijn Oegstgeest-kamer, dus dat is altijd weer wennen plus dat ik opeens weer in een eenpersoonsbed moet slapen. Die eerste dag staat sowieso in het teken van wennen. Het voelt heel raar. Het is 20 jaar je huis geweest, maar nu is het niet meer echt je huis, maar ook weer wel en het is gewoon raar. En dan plotseling is het zondagmiddag en ben je net gewend en ga ik natuurlijk net weer terug.

Maar dat maakt niet uit, dat ik steeds moet wennen. Want sommigen hebben er geen, maar ik heb twee thuis-en. En daar ben ik blij mee!

Liefdeslessen van tante Laura: wat moet ik aantrekken naar een eerste date?

Poeh poeh, he he, ein-de-lijk is het je gelukt om een date te regelen, de eerste in tien jaar. Alles is geregeld. Tijd, plaats, activiteit. Maar dan komt het moeilijkste: want wat moet je in hemelsnaam aantrekken? Tante Laura is je redster in nood.

Allebei:
– Hét motto van tante Laura: een diep decolleté is altijd een goed idee. Vrouwen, zorg ervoor dat je Marlies Dekkers/Sapph-beha duidelijk zichtbaar is. Mannen, hoe meer borsthaar, hoe beter.

Vrouwen:
– De natural look is zó jaren veeltelanggeleden. Dat was in mijn tijd al uit. Nee, pak je make-up stash erbij en gebruik ALLES ZOVEEL MOGELIJK. Maak al je foundation op om de ideale pancake op je gezicht te creëren (hopen dat het niet gaat regenen). Ook spinnenpotenwimpers zijn weer in (haha alsof ze ooit niet hip waren). Maak het af met de glibberigste lipgloss die je in je bezit hebt (liefst roze en met glitters) en you’re ready to go!
– Ga je een strandwandeling maken of karten? Doe je meest oncomfortabele kleding aan! Bijvoorbeeld een strak rokje met torenhoge hakken en geen panty aan, ook al is het min tien. Wat je ook gaat doen en aantrekt: altijd een maat te klein, onthoud dat!
– Vergeet de kipfiletjes of superdupertiencupmatengroterpushup-beha niet. Pas vanaf cup dubbel d is een man geïnteresseerd, dat weten we onderhand wel. En als je daar geen zin in hebt, overweeg dan een borstvergroting.
– Wanneer hij je pas echt leuk vindt? Met een panterprint (ja dat rijmt, tante Laura is ook in de sinterklaassferen). Combineer vooral verschillende kleuren of printen (tijger, giraffe of zebra) met elkaar. De dierentuin is er niets bij!

Mannen:
– Verschijn met een langerdandriedagenbaardjeenviezigesnor, gebruik vooral geen deo en was je haar een week van tevoren niet.
– Te strakke t-shirts met zogenaamde grappige teksten erop doen het altijd goed. Vergeet niet om je uit te strekken, zodat je shirt omhoog kruipt en je date je bierbuik kan bewonderen.
– Zorg dat je Zeemanboxer minstens tien centimeter boven je broek uitsteekt.
– Sokken in sandalen. Ik kan het niet vaak genoeg herhalen. Sokken in sandalen.
– Vergeet de details niet: een gouden ketting is een pré (wel gecombineerd met veel borsthaar en een diepe v-hals natuurlijk) net als de zwarte randjes onder je veel te lange nagels.

Volg deze tips en dan komt het helemaal goed, dat beloof ik je!

Daag jezelf uit: December

Elke maand plaats ik vijf uitdagingen om het leven mooier, spannender en gekker te maken. Aan jou de keuze om ze uit te voeren of niet.

1. Doe eens iets totaal anders met kerst (of oud en nieuw, natuurlijk).
Kijk een zomerse film in plaats van voor de tachtigduizendste keer Home Alone. Geef elkaar zelfgemaakte cadeautjes (deze tip is kredietcrisisproof) of ga samen koken in plaats van eten in een restaurant (deze tip ook). Of plan helemaal niets in (ben je gelijk van die stress af) en zie op de dag zelf wel wat je doet.

2. Zorg ervoor dat je op de radio komt deze maand.
Of het nou vanwege een verzoeknummer (nee geen All I Want For Christmas van Mariah Carey alsjeblieft), een spelletje of een eigen programma is: make it happen. Ik had nog een conceptblog staan waarin ik een paar doelen had gezet (die ik niet per se heeeeel graag wilde bereiken, maar wel ooit een keer wilde doen zeg maar) en daar stond, naast tractor rijden (lijkt me gewoon grappig, klein meisje op een tractor in een blauwe overall, klompen en met zo’n strootje in mijn mond) ook op de radio komen op. Nou drie keer raden wat er gebeurd is.

3. Laat briefjes achter voor mensen die je lief vindt.
Stop, wanneer ze het niet zien, een briefje met ‘Ik vind je lief.’ in hun tas of jaszak. Of je je naam eronder zet, mag je dan van mij wél zelf bepalen.

4.  Doe tien minuten (of als je dat te weinig vindt twintig) he-le-maal niets.
Dat is geen uitdaging, zul je misschien zeggen, maar probeer het maar eens. Met niets bedoel ik dus echt niets. Niet op Facebook kijken, niet slapen, niet pulken aan je nagels. En het liefst ook nog aan zo weinig mogelijk denken. Good luck with that one.

5. Reageer en vertel me alsjeblieft waarom de winter volgens jou wél leuk is!
(de grootste uitdaging allertijden is dat)

Vage verpakkingen: Hot Chocolate Mix van Nestlé en Prodent-tandpasta

Verpakkingen, handleidingen, teksten achterop shampooflessen: je leest ze, omdat je iets te doen moet hebben in de bus of omdat je niet snapt hoe het strijkijzer werkt, maar eigenlijk is het supersaai. Of toch niet? Het leek me leuk om een nieuwe rubriek te beginnen waarin ik verpakkingen (de serie heet ‘Vage verpakkingen’ vanwege de alliteratie, maar het geldt ook voor handleidingen en dergelijke, mocht je trouwens een betere naam weten, let me know!) laat zien waar iets raars mee aan de hand is, iets grappigs op staat of opmerkelijk is. Mocht jij iets gespot hebben, mail het dan naar laura@lauradenkt.nl!

Tandpasta van Prodent: 

Mijn vriendje en ik waren laatste onze tanden aan het poetsen (wij zijn zo romantisch), toen me iets opviel. Hij had de rode tandpasta van Prodent en ik de blauwe. Maar wat zou eigenlijk het verschil zijn?

De één heet softmint en coolmint. Oké. Ik ging even kijken op de achterkant.  De softmint geeft een frisse adem en de coolmint een extra frisse adem. Als je dan vervolgens de ingrediënten ziet, zijn alle ingrediënten hetzelfde. Het enige verschil is dat aroma bij coolmint eerder staat (en er dus meer hoeveelheden van in zit) dan bij softmint.
Ik gebruik de coolmint en die is niet dusdanig fris dat je het uit zou willen spugen (net als van die spicy kauwgompjes enzo), omdat je het niet meer aan kan. Dus waarom bestaat in hemelsnaam de softmint, waarom zou je twee verschillende tandpasta’s op de markt brengen die eigenlijk niet zo enorm veel van elkaar verschillen? Of hebben ze speciaal aan de mensen gedacht wiens lievelingskleur rood is?
(maar toch fijn om een extra frisse adem te hebben)

Hot Chocolate Mix van Nestlé

Het enige leuke aan de winter is warme chocolademelk met slagroom. Oké, officieel is het nog geen winter, maar toch heb ik het al gedronken. Thuis maak ik het met deze zakjes van Nestlé wat ontzettend moeilijk is en maar weinig mensen als vanzelf kunnen, maar gelukkig staat erop hoe het moet. Hoewel ik WCMMS (dat is de afkorting) erg lekker vind, gaat het me toch net iets te ver om het verwenmomenten te noemen, maar oké. Daar gaat het nu niet om (kom to the point, Laura!).
WCMMS is NIET gezond. Nee, echt niet. Ik zou willen dat het wel zo was, maar helaas. Dat weten ze ook wel bij Nestlé. En daar zijn ze heel gevoelig voor, want oh jee, straks klaagt iemand hen aan van: ja, maar ik dacht dat het heel gezond was en nu weeg ik 200 kilo, omdat ik elke dag tien kopen WCMMS dronk en dat is jullie schuld.  Dat moeten ze natuurlijk niet hebben.
Maar om nou ‘DIT PRODUCT IS ECHT SUPERONGEZOND, VEEL CHOCOLADE EN SUIKER ENZO.’ op de verpakking te zetten, tja, dat is ook niet zo goed voor de verkoop.
Dus hielden ze het bij tips: ‘In vorm blijven is het in balans brengen van de calorieën die je binnen krijgt en die je verbrandt. Met een wandeling van 30 minuten bijvoorbeeld, verbrand je al snel tussen de 150 en 210 calorieën.’
Pff, denken ze bij Nestlé, hebben we dat even goed opgelost. Nou ja, niet dus. Want na zo’n koude winterwandeling heb ik júist weer zin in WCMMS.