Laura’s liefdesletteren: knoflook

hartjeopmijnhandomdathetkan

Blogonderwerp bedacht door: Lenneke.

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.

***

De mascara kleurde haar wimpers zwart. De parfum verspreidde zich behalve over haar hals ook in de kamer. Alleen de blosjes op haar wangen had ze er niet zelf op geschilderd. Die kwamen door de spanning.

Hij stond er al. Pretlichtjes in zijn ogen toen ze zich voorstelde. Zijn handdruk was stevig, maar niet te. En zijn handen zweetten niet, erg belangrijk. Hij deed de deur voor haar open, complimenteerde haar met haar jurkje en bestelde voor haar: ‘Het verrassingsmenu voor mevrouw, graag.’
De wijn deed haar ontspannen. Ze speelde met haar haren, lachte om zijn grapjes. Af en toe raakte hij haar ‘per ongeluk’ aan met zijn knie.
‘Het Vondelpark is mooi,’ zei hij. ‘We moeten er eens een keer een wandeling maken.’
Al tijdens het voorgerecht streek hij lichtjes met zijn vingers over haar hand. Het kriebelde.
Het hoofdgerecht naderde, maar ze verstond niet wat de ober zei, omdat haar aandacht bij die hand op de hare was.
‘Eet smakelijk.’
‘Eet smakelijk.’
Hij liet haar los om zijn bestek te pakken. Het was even stil, terwijl ze genoten van het eten.
‘Wat is dit heerlijk zeg!’ riep ze uit, per ongeluk met volle mond.
Hij glimlachte zwakjes.
Zij had haar gerecht al binnen tien minuten op, maar hij nog niet. Ongeduldig wachtte ze totdat hij zijn bestek neer zou leggen en haar hand weer zou pakken. Maar toen hij klaar was, pakten die handen in plaats daarvan de leuning van de stoel vast.
‘Wil je nog een toetje?’ vroeg ze.
‘Nee, het wordt al laat.’ was zijn antwoord.
Zou er iets-? Nee, nee, hij had gelijk. Het was al laat. Misschien was hij moe. Het ging niet om de duur van de avond, maar of het leuk en gezellig was. Toch?
Hij vroeg om de rekening. Ze haalde haar portemonnee ook tevoorschijn en hij protesteerde niet. Hij hielp haar niet in haar jas. Ze moest de deur zelf opendoen. Buiten was het koud.
‘Zullen we nog een keer afspreken?’ vroeg ze en ze boog al naar voren voor een kus.
Hij deinsde naar achteren.
‘Nee, het is beter van niet.’
Hij liep weg en liet haar verbouwereerd achter. Pas later op de avond begreep ze het: knoflook.