No shame, only love

https://www.instagram.com/p/BJuzZyqjSIA/?taken-by=lauradenktwel

Vandaag ben ik weer herenigd met mijn grootste liefde. We hebben elkaar toch wel zo’n zes weken moeten missen en dat waren de langste weken van mijn leven. Bovendien gaan we elk jaar door dezelfde hel. Gelukkig hebben de chocoladekruidnoten van Kruidvat en ik nu vele maanden samen te gaan.

Ik weet eigenlijk niet wanneer het allemaal begon. Waarschijnlijk bij hun geboorte, dat eerste jaar. Ik zag ze liggen en ik wist gewoon dat ze mij me hoorden. Ik ben altijd al gevallen voor chocolade (kan het niet helpen dat ik iets heb voor foute types) en zij waren de perfecte combinatie: chocolade én kruidnoten. Er bleek een hele familie van te zijn, Hema, Albert Heijn, maar uiteindelijk koos ik voor die van de Kruidvat. Beter dan dit werd het niet.

Het werd slechter. Eind mei vertelden ze dat ze weg moesten. Naar Spanje. Zogenaamd omdat hun baas dat eiste, maar ik had ergens het vermoeden dat ik niet de enige in hun leven was. Soms zag ik ze op feestjes of bij andere mensen in hun keuken. Misselijk werd ik ervan. Heb ik hier nou al mijn geld aan uitgegeven?

Maar de liefde was groter. Want hoewel dit ritueel zich elkaar jaar herhaalde, kon ik de chocoladekruidnoten simpelweg niet weerstaan. Een haat-liefdeverhouding is óók een verhouding.

Het geeft niet dat ik ze in mijn koelkast moet doen om te zorgen dat ze niet smelten (ik smelt ook, van liefde). Het is niet erg dat mijn halve salaris besteed wordt in de Kruidvat. Het is oké dat kassameisjes, mensen op Twitter en random voorbijgangers me uitlachen. Maar verlaat me alsjeblieft niet weer, chocoladekruidnoten. Blijf voor altijd bij me. Want ik weet niet hoe lang ik dit nog aankan.

Wat de mensen van de Kruidvat in Oegstgeest over mij denken

Sarah stootte haar collega Marieke aan.
‘Oh mijn god, ze is er weer.’
Allebei keken ze naar de deur waar net een klein roodharig meisje verscheen. Ze keek zenuwachtig om zich heen, alsof ze op zoek was naar iets en dat heel dringend nodig was. Haar handen trilden en haar gezicht was rood.
‘Zou ze er ooit genoeg van krijgen?’ vroeg Marieke.
Sarah lachte.
‘Eind december zal ze wel moeten. Dan liggen ze wel voor minstens drie maanden niet in de winkel, moet ze afkicken.’
Nu lachten beiden. Mooi niet dat het afkicken ging lukken. Het meisje zou vast op 5 december flink inslaan voor die paar maanden, zodat ze niet tekort kwam.
‘Ik hoor dat ze er ook heel veel over blogt. Minstens één keer in de week.’
Vol ongeloof keek Sarah Marieke aan.
‘Wat?! Lees jij haar blog?’
Marieke schudde hevig haar hoofd, maar er verschenen wel rode blosjes op haar wangen.
‘Nee, natuurlijk niet. Blogs zijn stom. Zeker die van haar.’
Ondertussen keek het meisje nog steeds zoekend om zich heen. Ze keek bij de make-up, bij het speelgoed, het snoep, maar ze kon het niet vinden.
‘Ik heb het verplaatst, net zoals vorige keer.’ legde Sarah uit. ‘Maar ze vindt het telkens weer.’
Er klonk gejuich achterin de winkel, bij de haarspullen. De klanten die eerst nog rustig naar tandenborstels of iets dergelijks aan het kijken waren, vluchtten met hordes de winkel uit.
‘Oh, niet weer he?’
Snel rende Sarah naar het achterste gedeelte van de winkel. Op de grond zat het meisje, haar mond vol chocoladekruidnoten.
‘Ik bewtbaal hbet zbo.’ zei ze.
Sarah zuchtte. Was het maar 6 december.