My milkshake brings all the boys to the yard

De laatste keer dat ik daadwerkelijk avond gegeten heb bij McDonald’s was op een kinderfeestje. Ik ben 22,5 jaar oud. Jawel.

U moet weten: ik vond McDonald’s verschrikkelijk. Het eten is smerig, het vlees is niet eens vlees, zelfs in een salade zitten duizend calorieën en ze hadden al genoeg geld, dus waarom de mijne aan hen geven? (goed dat laatste is niet per se een goed argument, aangezien ik ook kleding koop bij de H&M etc.) Je hebt van die mensen die zeggen dat ze uit eten gaan en dan de Mc bedoelen. Of die voor een date naar die grote, gele M gaan. Dat vind ik dus erg. Nee hoor, ik zou niet vrijwillig de McDonald’s ingaan.

Nu wil het toeval dat ik heel erg (HEEL ERG) van milkshakes houd. De ijszaak in mijn geboortedorp maakt de beste en dus was ik daar vaak (niet vaak genoeg) te vinden zodra de ergste winterkou verdwenen was.

Nu woon ik in Oegstgeest. En de hel is losgebroken. Ik neem milkshakes in de zomer. In de herfst. En ja, ik neem ze zelfs in de winter. Het is zo erg dat ik niet weet wat ik moet kiezen als je zegt dat ik de keuze moet maken tussen warme chocolademelk met slagroom of een milkshake.

Maar goed, McDonald’s (ik heb die naam inmiddels zo vaak genoemd dat ik er betaald voor zou moeten krijgen) dus. Het gebeurde een jaar geleden: mijn vrienden wilden er naar toe, maar no way dat ik een McViezevettigevatsigeburger nam. Dus ik zat daar en opeens verscheen er een lampje boven mijn hoofd: ze hebben milkshakes bij de McDonald’s. Milkshakes zijn de hemel op aarde en dan nog tien keer beter.

Sindsdien, oh god, ik kan er bijna niet over praten.

Mijn vriend heeft niets tegen de McDonald’s. Laatst gingen we naar de bioscoop en met het bioscoopkaartje kon je frietjes krijgen bij je milkshake. Milkshake. Milkshake. Een mooier woord bestaat er niet (behalve ‘Laura’ dan).

Ik durf het bijna niet te zeggen, maar: sindsdien gaan we haast elke week. Mensen herkennen me niet meer, omdat ik honderd kilo ben aangekomen. Maar één trots heb ik nog wel: ik heb nog steeds geen hamburger gegeten van de McDonald’s.

De complicaties van het ijs eten

Het is nog april, maar qua weer lijkt het juli of augustus. En dat is leuk, want van mooi weer wordt iedereen vrolijk en bovendien kan de zomerkleding dan aan. Maar het allerleukste van deze warmte is misschien wel het ijs eten. Toch, geloof het of niet, is ijs eten niet alleen maar leuk. Nee, er zitten een aantal complicaties aan verbonden. Ik zal je vertellen welke:

1. Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar ik vind chocolade-ijs het allerlekkerst. Dus dat neem ik meestal. Dat is natuurlijk in orde, ik hoef bij niemand verantwoording af te leggen daarvoor. Maar er zit een minpuntje aan chocolade-ijs (aan ijs in het algemeen, maar vooral bij chocola). Ik denk dat iedereen het wel eens meegemaakt heeft:
‘Zit er nog iets?’ vraag je aan een vriend/vriendin/ouder/willekeurigevoorbijganger.
‘Nee, er zit niets.’
Hier volgt een ogenblik van ongeloof. Met je hand veeg je langs je mond, steeds harder.
‘Is het al weg?’
‘Er zit niets!’
Het moment van ongeloof is nog niet voorbij. Je pakt een spiegeltje en bekijkt jezelf nauwkeurig. Er zit inderdaad niets. Je glimlacht naar de vriend/vriendin/ouder/willekeurigevoorbijganger. Maar die rolt met zijn/haar ogen. Eigenwijs? Nee hoor.

2. De dilemma der dilemma’s: een hoorntje of een bakje? Een hoorntje is lekkerder, maar eet wel onhandig. Bij een bakje krijg je een lepeltje in een leuk kleurtje (ik vraag me af of er mensen zijn die dat soort lepeltjes verzamelen) en het smeltgevaar is kleiner. Maar een bakje kun je niet op eten.
Soms is het leven zo lastig.

3. Eigenlijk is smurfenijs best lekker. Het is zo lekker dat je tijdens het eten ervan niet denkt aan al die arme smurfjes die hiervoor gedood zijn. En wat het nog lekkerder maakt, zijn snoepjes.
Het probleem is dat je de leeftijdsgrens van tien jaar al lang overschreden hebt. Als zelfrespecterende tiener/twintiger kun je je image niet op het spel zetten door smurfenijs te nemen. Je hebt een reputatie hoog te houden.
Je dwingt jezelf om niet eens naar het blauwe ijs te kijken, maar toch werp je er steeds blikken op. ‘Niet doen, je bent volwassen.’ klinkt een stem in je hoofd.
Uiteindelijk neem je, volwassen als je bent, vanille-ijs. Maar van binnen huil je een beetje.

IJs eten is zo makkelijk nog niet. Het is eigenlijk best lastig. En dan zijn dit nog maar een paar complicaties. Gelukkig heb ik een oplossing: lang leve de milkshake!