‘Heb je een man?’

Laatst was ik aan het fietsen in Leiden. Naast mij kwam een oude man fietsen: ‘Mag ik je wat vragen?’
Ik ben de gemeenste niet (oké soms wel), dus zei ik: ‘Ja hoor.’
‘Heb je een man?’
Verbijsterd keek ik de man aan, riep op een hoog toontje ‘Ja, die heb ik.’ en fietste zo snel mogelijk weg. De oude man gooide me nog een ‘Sorry hoor!’ achterna, maar ik keek niet meer achterom.

Dit is slechts één van vele incidenten. Trek maar eens een kort rokje aan als vrouw. Nee, niet omdat je een hoer bent of omdat je verkracht wil worden, maar omdat het leuk staat. Of ga hardlopen in je korte broekje. Tel de opmerkingen maar. Nu heb ik nog geluk dat ik geen topmodel ben of borsten van hier tot Tokio heb, moet je dan eens kijken wat je allemaal oproept. En niet eens expres.

Mannen beseffen dit niet. Mannen zijn degene die kijken, vrouwen worden bekeken. Als je een blanke, westerse man bent (liefst nog jong ook), heb je het geweldig. Discrimineren is misschien iets wat je doet, maar wat je zelden overkomt (corrigeer me als ik het fout heb). Beter dan jou zijn kun je niet.

Er zijn ook van die mannen die denken dat het wel meevalt met hoe vrouwen worden behandeld. We zijn toch gelijk? Ze mogen toch stemmen en werken? Dan rol ik met mijn ogen naar die gekke man. Kijk in de reclames (de reclames van de Hunkemoller lijken zich meer op mannen dan op vrouwen te richten, terwijl die eersten het vaak niet kopen), kijk in je boeken, kijk om je heen. Haal die schellen van je ogen.

Het is een lastig gegeven. Want er moet verschil zijn. Er moet een hiërarchie zijn, anders raken we het overzicht kwijt. Ook biologisch gezien zit het ons niet mee: de man doet vijf minuten zijn werk en de vrouw is vervolgens negen maanden zwanger en moet baren. Huilen als man? Watje, wordt er dan geroepen.

De oplossing weet ik dus niet zo goed. Maar wat ik wel weet, is dat ik er soms gek van word.

Stank voor dank

Ik liep van het Letterkundig Museum naar de bus, een steile trap omhoog. Als je naar beneden kijkt, word je een beetje duizelig. Gelukkig heb ik geen hoogtevrees. Ik richtte mijn blik van de treden met honderd gaten erin naar boven. Een oud, gerimpeld mannetje deed een poging zijn koffer, die bijna net zo groot als hij was, naar boven te dragen. Ik haalde de oordopjes uit mijn oren, zodat ik even de muziek van Kings of Convenience niet op de achtergrond hoorde.
‘Meneer.’
Geen reactie.
‘Meneer!’
De meneer zeulde steunend en kreunend door. Ik ging naast hem lopen, keek hem aan.
‘Meneer, zal ik u helpen?’
Verbaasd keek hij op en schudde meewarig zijn hoofd.
‘Nee, nee.’
Hij pufte door.
‘Ik ben dan wel bijna drieëntachtig, maar dit kan ik wel!’
Met elke trede trilden zijn armen heviger. Ik wist bijna zeker dat hij het niet kon. Ik keek toe hoe hij sjouwde, toen er een jongen de trap af kwam.
‘Kan ik u helpen met dragen?’ vroeg hij.
‘Ja, graag.’ zei de oude man. ‘Ik ben al bijna drieëntachtig, ziet u.’

En toen was ik boos. Want ik vroeg ook of ik kon helpen. Maar nee, dat kon meneer zo goed zelf. Waarom mocht ik niet helpen? Omdat ik een meisje ben? Een klein, niet zo sterk, maar wel sterker dan die meneer, meisje? Voelde hij zich daar te goed voor?

Ze hebben hier een goed spreekwoord voor: stank voor dank. De volgende keer sjouwt meneer – ik ben al bijna drieëntachtig – maar lekker zelf.

(Ik vertelde het tegen mijn moeder en die zei: ‘Ha, ha je moet niet boos worden. Die man is 83 jaar en nog van de oude stempel, de tijd dat mannen zware dingen sjouwden en de de vrouwen dat niet hoefden te doen. Die man leeft al heeeeeeeeeel lang en de emancipatie van de vrouw is gewoon niet tot hem doorgedrongen. Dat komt door de tijd waar hij in is geboren, dus niet boos zijn op die oude man.’
En dat is wel waar. Dus ik ben niet boos op de oude man. Maar fuck de patriarchale samenleving.)

Weg met de binaire opposities: droom of nachtmerrie?

Voor de mensen die nog niet afgeschrikt zijn door de woorden ‘binaire opposities’ (begrippen die recht tegen over elkaar staan, zoals goed en kwaad): welkom!
Vandaag niet lachen, gieren, brullen, maar iets om over na te denken.

Allereerst: ik heb dit weer (helaas) niet zelf verzonnen. Aanleiding hiertoe is een college van het vak ‘Literatuurbenaderingen’ en de benadering waar we het in dat college over hadden, was het feminisme.

Een ontwikkeling die je bij de feministische benadering goed kan zien, is dat er eerst gekeken wordt naar gelijkheid (bijvoorbeeld: waarom mochten mannen vroeger wel studeren en vrouwen niet?), daarna naar verschil (wat voor kwaliteiten heeft de vrouw?) en vervolgens deconstructie (het overstijgen van zowel mannelijkheid en vrouwelijkheid). Dit heb ik overigens van de literatuurwetenschapper Maaike Meijer (een slimme mevrouw).

Momenteel mogen vrouwen studeren. Ze mogen werken, een huis kopen, een eigen rekening openen; wat mogen ze eigenlijk niet? Maar toch is er nog steeds die binaire oppositie tussen man en vrouw. We leven in een patriarchale samenleving, waarin de man hoger staat dan de vrouw. Mannen verdienen meer. Vrouwen worden regelmatig seksistisch behandeld. Het beste wat je kan zijn in deze wereld, is een blanke, westerse man. Ik zal hier in een ander blogje meer over vertellen.

Misschien denk je nu: BE-LACH-E-LIJK! Waarom is er zo’n hiërarchie, weg ermee! Oké, stel je voor dat dat gebeurt. De vrouw is niet meer minder dan de man, beide seksen worden hetzelfde behandeld. Maar is dat wel zo goed?

Want we hebben binaire opposities nodig. We hebben verschil nodig om onszelf te kunnen definiëren (ik ben een vrouw, omdat ik geen man ben). We kunnen er niet zonder leven. Hetzelfde geldt voor vooroordelen, stel je voor dat je niet iedereen in hokjes stopt, wat voor chaos zou het dan wel niet zijn in je hoofd?

Zijn binaire opposities dan goed? Nee. Wat kunnen we eraan doen? Ik vind dat Foucault (een slimme meneer) wel een goede oplossing heeft bedacht, voor zover die uitvoerbaar is. Hij houdt een pleidooi voor de vermeerdering van mogelijkheden. Dat houdt in dat er meerdere subjectposities (een man of een vrouw is een voorbeeld van een subjectpositie) gecreëerd moeten worden. Zo wordt de ambiguïteit (ambigu = dubbelzinnig) binnen de concepten man en vrouw zichtbaarder. We kunnen de categorieën dus niet verwerpen, omdat we ze nodig hebben. Maar we kunnen ze wel complexer maken, zodat ze minder natuurlijk lijken.

Dus, wat denk jij: droom of nachtmerrie?