What’s going on? No. 2

tumblr_mgl2qh5cfR1r0wrmjo1_500
Flauw filosofische woordgrapjes zijn tha best (hier gevonden). 

Laura de prefilosofe
Het lijkt wel alsof elk semester bestaat uit één leuk vak en één minder leuk vak. Dat was in ieder geval bij dit tweede blok wel het geval. Ik had een vak dat ik in deeltijd volgde (want het viel samen met het andere vak), wat betekende dat ik elke maandag tot tien uur ’s avonds college was en om half twaalf ’s nachts thuis kwam.

Laat ik het zo zeggen: ik ben erachter gekomen dat avondcolleges niets voor mij zijn.

Het paper voor dit vak (wijsgerige antropologie, wat op zich leuk kan zijn, als je er niet elke week tachtigduizend teksten doorheen jaagt) was, nou ja, de ergste paper die ik ooit heb moeten voltooien. We moesten een paper schrijven over Heidegger in combinatie met een andere tekst van Nietzsche met drie andere bronnen die samen minstens zeventig pagina’s besloegen en dat allemaal in slechts 1500 woorden (dat is dus heel weinig). En oh ja, we moesten ook een intervisieverslag maken (nooit gedaan, maar dan moet je dus het commentaar van een medestudent verwerken) en notities bij elke tekst.

Ik weet niet of je Heidegger ken, maar hij heeft me aan het huilen gemaakt (of nou ja, de paper over hem dan).

Maar goed, alle avondcolleges en tranen en Heideggerhaat heeft er toch voor gezorgd dat ik het vak heb gehaald (echt net, maar hé, zesjescultuur).

Wat betreft het andere vak: dat ging over ethiek. We hadden elke vrijdag vier uur lang werkcollege en dat klinkt als een hel, maar het was eigenlijk heel leuk. Mijn paper schreef ik naar aanleiding van jullie suggesties over Tinkebell, die een handtas maakte van de vacht van haar kat. Gezellig. Ook dit vak heb ik gehaald en dat betekent dat ik het eerste semester gehaald! Wat op zich wel handig is aangezien wij de laatste studenten zijn die de master kunnen gaan doen volgend jaar, omdat hij daarna afgeschaft wordt.

Ja, dat heb je goed gelezen: binnenkort kun je nergens in Nederland meer wijsbegeerte studeren, want tja, wat levert het nou op?

Cursus stem- en presentatiecoaching
Daarnaast ben ik dus begonnen aan een cursus Parnassos (waar je als UU-student korting krijgt, yeah). Ik heb inmiddels de eerste bijeenkomst gehad en man, wat was ik zenuwachtig. Nergens voor nodig, want werkelijk ieder persoon in de groep (het zijn er vijf, maar toch) is superleuk. En je leert er ook nog eens wat van.

Sportschool
Laten we zeggen dat ik nog steeds elke week ga, maar dat ik het niet heel erg kan merken aan mijn lichaam. Wat, of ik te veel chocolade en dergelijke eet? Neeeee joh.

Project F
Samen met Char Mander ben ik bezig met een nieuw project dat ik maar even project F noem (project X heeft een nare bijsmaak). Het wordt awesome, tenminste, als we ooit eens de tijd krijgen om samen te brainstormen onder het genot van warme chocolademelk met slagroom.

To be continued.

Naar de sportschool op je 15e vs naar de sportschool op je 23e

15 jaar:
– In principe heb je geen goede reden om naar de sportschool te gaan, want je bent op je slankst.
– Je moet er wel leuk uitzien, want stel je toch eens voor dat de man van je dromen daar aan het sporten is (dat is hij dus niet, kom je later achter).
– Lusteloos doe je het ene stomme apparaat na de andere. Je houdt het alleen maar vol, omdat je samen met een vriendin gaat.
– Je bent minstens een half uur kwijt met wachten op het buikspierapparaat, omdat er twee vrouwen met een pittig kapsel aan het kletsen zijn over hun kinderen, terwijl ze geen klap uitvoeren.
– Eén keer in de week red je net en dan ben je al trots op jezelf.

23 jaar:
– Waar komen die kilo’s extra opeens vandaan?
– Je outfit is professioneler, want meer geld, maar eigenlijk kan het je geen f schelen hoe je eruit ziet. De man van je dromen heb je immers al (slijmerdeslijm).
– Je gaat vrijwillig met gewichten aan de slag (oké, van één kilo, want zo slap ben je dan nog wel) en je gaat zelfs naar de sportschool zonder je maatje tevens bekend als vriendje van de famous LD.
– Je gaat naar een 24/7 sportschool, waardoor het altijd lekker rustig is.
– Drie keer in de week. Zonder erge tegenzin. Je had dit nooit voor mogelijk gehouden.

De sportschool, Stip en Streep

Ik heb op de sportschool gezeten (‘Nee, jij, echt waar?’ ‘Ja, echt waar, drie jaar lang zelfs. Ik weet ook niet hoe ik het uitgehouden heb.’). Samen met een vriendin, Mirjam, ging ik minimaal één keer in de week sporten. Behalve de gebruikelijke macho’s en enthousiaste, mollige mensen (in het begin althans) kom je wel eens gekke mensen tegen.

Bijvoorbeeld Stip en Streep, de twee meisjes die we elke week wel zagen in de sportschool. Ze waren nogal, tja, chubby en dat maakt natuurlijk niet uit,  het gaat namelijk om hun outfits. Ik snap dat je er in de sportschool niet op je best uit ziet. Het is maar goed dat bij ons niet allemaal spiegels hingen, want ik denk dat ik was flauwgevallen bij het aanzicht van mijn rode hoofd.
Stip en Streep deden wel een laffe poging om er goed uit te zien: ze stemden hun outfits op elkaar af. Ik denk dat ze na het sporten altijd gezellig samen gingen winkelen. Want steeds hadden ze hetzelfde shirtje aan, maar dan net even anders. Stip had het grijze shirtje met, jawel, stippen en Streep hetzelfde shirtje met strepen. En elke week weer een ander shirtje he!

Ik hoor het gesprek al in mijn hoofd:
‘Wanneer zullen we sporten?’
‘Donderdag kan ik wel.’
‘Oké, doen we dat groene t-shirt aan?’
‘Nee, die hebben we vorige week al gedragen! Anders doen we die blauwe. Ik doe de bolletjes wel.’
‘Nee, die wil ik aan doen, jij mocht die de vorige keer al dragen! Doe niet zo flauw en trek die met die vierkantjes aan.’
‘Oké dan.’

Als Mirjam en ik de outfits uitvoerig hadden besproken en de hele sportschoolroutine hadden gedaan, gingen we weer naar de kleedkamer. Elke keer schrok ik me weer een hoedje. Want, geniaal idee, de douches daar hadden geen haakjes om je kleding op te hangen. Dus moesten die vrouwen naar de kapstok (waar wij zaten) om zich weer aan te kleden. Kijk, ik heb niets tegen blote vrouwen, maar als ik dat wil zien, dan ga ik wel tv kijken om één uur ’s nachts.

Je snapt dat ik altijd thuis ging douchen.

En dan heb ik het nog niet gehad over zaken als het sporten zelf, je flesje water vergeten, het sporten zelf, fanatieke mensen of bijvoorbeeld het sporten zelf.

Inmiddels ben ik alweer een jaartje van de sportschool af. En ik kan je zeggen: nu ben ik pas écht gelukkig.