Misschien dat ik daarom geen turnheldin ben geworden?
Bij turnen moet ik altijd aan Russische meisjes denken die op hun achtste al op de helft van hun carrière zijn. Daarbij vergeet ik dat ik deze sport zelf ook heb beoefend op een blauwe maandag.
Ik weet niet hoe lang het was, maar het zal zeker geen half jaar of langer zijn geweest. Ik kan me nog herinneren dat ik een proefles deed (gewoon meedoen met de anderen). Zij, die al bij de turnclub zaten, hadden een paarszwarte pakje aan. Ik een t-shirt van de smurfen (later ingeruild voor een roze turnpakje met Minnie Mouse erop, ja ja, ik was een trendsetter). Zij konden alles: de split, de spagaat, hun benen in de nek (‘Laura, gaat dit niet over kindertjes van zeven ofzo?’ ‘Ik. O. Ver. Drijf.’) en ik? Ik kon niet eens de achteruitkoprol.
Samen met mijn beste vriendin ging ik erop, geen idee waarom. Het ging, nou ja, redelijk. Ik geloof dat we zelfs een keer aan een ‘wedstrijd’ hebben meegedaan.
Maar toen kwam die dag, de dag dat mijn beste vriendin uit de ringen viel. Niet eens zo hard, maar toch was het gedaan met de pret: ze stopte met turnen.
Hoewel ik een veelbelovende turntoekomst voor me had (ze noemen me ook wel eens Laura het slangenmens), deed ik toch wat een goede vriendin betaamde: ik ging ook van turnen af.
Daarna namen we pianoles. Gelukkig ging dat wat beter.