Waarom, in hemelsnaam, filosofie studeren?!

‘Filosofie? Serieus? Je gaat na Literatuurwetenschap een (pre)master filosofie doen? Alsof je daar wél een baan mee kan vinden.’

Newsflash: studeren heeft niet alleen met een carrière te maken. Ja echt. Bovenstaande citaat lijkt misschien overdreven en gemeen, maar ik heb hem toch echt gehad. Nou, als ik een studie had gekozen voor het geld, dan had ik die studie nooit gehaald, want uit geld haal ik geen motivatie (mijn bankrekening is hier getuige van).

Filosofie was voor mij als een jongen/meisje naar wie je stiekem smacht, maar niet durft aan te spreken. Bang voor de afwijzing. Net zoals je denkt: ‘Ik ben niet leuk genoeg voor die persoon.’ dacht ik: ‘Ik ben niet slim genoeg voor filosofie.’ Ja, ik had het op de middelbare school gehad en ja, daar haalde ik goede cijfers voor, maar wat zegt dat nou? Het niveau van een master ligt veel hoger dan dat. En filosofie was wel andere koek dan een *vulhiereenrandomstudiein*, dat had ik intussen wel door.

Maar ja, dan maak je de fout om voor de verkeerde master te kiezen (Algemene Cultuurwetenschappen) en sta je een half jaar later toch nog voor de keuze: wat te doen? En dan blijkt die fout misschien wel voorbestemd te zijn. Want nu kan ik zeggen dat ik wijsbegeerte studeer. Ik combineer verschillende interesses (filosofie uiteraard, maar onder andere ook geschiedenis en Oud-Grieks) en het is bovendien niet alleen maar studeren.

Ik had het er laatst over met mijn medestudenten en die zeiden het ook: filosofie studeer je niet per definitie voor een carrière, maar je wordt er ook een beter of in ieder geval nadenkender mens van. Je leert niet alles zomaar voor waar aan te nemen, nadenken over wat je zelf zegt, over wat anderen zeggen, onderbouwing te vinden voor stellingen. Dat alles leerde ik ook bij Literatuurwetenschap, maar bij filosofie ligt nóg meer de focus daarop.

Dus ja, ik ben trots dat ik filosofie studeer. Ik word er beter van. En die baan? Oh geloof me, die komt er wel.

Geen grapjes: ik ben echt famous

Jullie werden vast gek van de bubbel waarin ik leefde, zowel op social media als in het echt: het idee dat ik beroemd zou zijn. Ik strooide de #famous overal om me heen en het was niet voor niets, want ja, mensen: zondag ben ik voor het eerst herkend.

Ik had mezelf voorgenomen om erover bloggen als dat voor het eerst zou gebeuren, maar helaas ging het niet zoals ik dacht.

Dit dacht ik:

‘Ben jij soms Laura van Lauradenkt.nl?’
Met een mix van verrassing en een vleugje bescheidenheid kijk ik op. Ik zie er stralend uit, in mijn mooiste jurkje, net gekapte haren en slanke lijn.
‘Ja,’ antwoord ik. ‘Dat klopt.’
Meteen verschijnt er een brede glimlach op het gezicht van mijn fan.
‘Oh, wat leuk zeg! Ik volg je al jáááren en je schrijft superleuk en je bent geweldig en wanneer ga je een boek uitgeven? Mijn vader is een uitgever, die wil het wel doen hoor.’
Ik zet mijn handtekening, we maken een foto en dat was dan mijn eerste moment of fame.

Het ging zo:

‘Ben jij Laura?’
Als een domme koe staar ik haar aan.
‘Eh ja, wie ben jij?’
Er zit een gat in mijn panty, mijn haar is verwaaid en ik ben nog nooit zo dik geweest.
‘Ik ben Ilse.’
Ilse, Ilse. Welke van de duizenden Ilse’s die bloggen? (ja en jij maar denken dat er zoveel bloggende Laura’s zijn) (oké goed, het zijn twee Ilse’s en ik noemde natuurlijk net de verkeerde).
Ik probeer net zo over te komen als op mijn blog, leuk, grappig, gevat, slim (‘Zo, jij bent arrogant.’ ‘Dat wist je toch al?’), maar ik stotter en stamel en zeg de ene stomme uitspraak na de andere. Tot overmaat van ramp ken ik de blog van de jongen met wie ze naar Manuscripta was niet (nog steeds niet, ik ben de url vergeten) en verval ik dus maar in een awkward stilte.
‘Ehm ja, we gaan maar weer verder,’ zegt Ilse en ik doe een halfslachtige poging tot zwaaien.

Dat ging niet helemaal als verwacht.

Maar het heeft me er niet van weerhouden om de hele dag rond te bazuinen dat ik werd herkend*.

(*Ik was bang dat niemand me zou herkennen of dat het zo was van: ‘Oh, ben jij Laura denkt? Huh, je ziet er helemaal niet zo uit als op je foto, je bent veel lelijker, dikker en stommer in het echt.)

L@urAaLiicii0usSsS swatcht: review over Voorschoten 2014

swatch
Zie hier mijn swatch.

Welkom in het pittoreske Voorschoten, waar Poetins dochter woont en criminelen naar toe vluchten. Vandaag ga ik een review over deze schone plaats plaatsen, want ik heb geen make-up meer die ik kan beoordelen. Such a shame!

Verpakking

Ziet er mooi uit. Veel groen aangevuld met een beetje blauw, mooie kleurencombinatie dus! Erg trendy. Alleen jammer dat het niet heel erg colourblocking is, maar je kan niet alles hebben in life. Nou ja, ik natuurlijk wel, omdat ik famous ben, maar het plebs niet.

Inhoud

Voorschoten heeft in principe weinig inhoud, de inwoners althans. Ze zijn óf bejaard óf onderdeel van de drugsdealende hangjongeren. Voordeel is wel dat je je lekker smartyfarty voelt.

Feeling

Voorschoten ligt goed in de hand. Niet te zwaar, maar ook niet te licht. Just in between dus. Daar ben ik wel blij mee, want mijn handbag is al zwaar genoeg haha.

Geur

Een combinatie van verbrande patat, wiet, oude mensen en een vleugje gras. Delicious!

Smaak

Ik heb net mijn tanden gebleacht, dus ik kon helaas niet proeven. Gevoelige tanden hihi.

Prijs

Pff, geen idee meer. Als beautyblogger let ik niet meer op de prijs, want ik krijg bakken vol met geld binnen door advertorials. Dus who cares? Jullie lezen mijn artikelen toch wel.

Pluspunten

– Matcht met mijn Dior-tas.
– Genoeg dure appartementen.
– Ik ben de enige beautyblogger hier.

Minpunten:

– Geen Sephora-winkel.
– Ik ben de enige beautyblogger hier.
– Paparazzi vinden het te ver rijden.

Conclusie:
Yay of nay? Yaaaaaay! (maar alleen omdat ik dat zo’n leuk woord vind, love it)

De eerste dag

IMG_20140903_175614

Gisteren was dus mijn eerste collegedag. Vol goede moed fietste ik naar het station. Het was lekker weer, ik luisterde leuke muziek (Frank Sinatra) en had er zin in.

Tip één: ga nooit naar station Lammenschans.

Naast Leiden Centraal heb je hier in 071 ook nog station De Vink en station Leiden Lammenschans. Bij Lammenschans staan allemaal ongure types en het heeft één spoor (dat is sowieso verdacht). Alle fietsenrekken zijn vol en ja, dat is een probleem, want die lieve Leidse gemeente heeft een fiets fout = fiets weg-beleid. Gelukkig zag ik nog een fietsenrek boven (weet je wel, een fietsenrek boven een andere). Maar hij wilde niet omlaag gaan. En ik móest de trein halen. Dus ik sprak de eerste de beste knul aan, knipperde met mijn wimpers en het was gefixt.

Goed, nog op tijd dus. Alleen die trein hè, die dus niet. Vijf minuten. Tien minuten. Een kwartier.
‘De trein naar Utrecht Centraal rijdt niet.’
Het duurde even, voordat het besef kwam, maar toen kwam hij ook hard: ik zou te laat komen. Voor het eerste college. Sneu.

Natuurlijk was de bus op Utrecht Centraal ook te laat, want al het slechte komt in tachtigduizenden. Ik stormde het gebouw en daar kwam het moment: je weet dat je de deur open moet doen en dat ie-de-reen naar je kijkt. Diep inademen en gaan met die banaan.

Nou, ik zal je wat vertellen: het kwam allemaal goed. In de collegezaal bleek iemand te zitten die ik ken, het werkcollege dat erop volgde was zelfs leuk en ja, ik heb gewoon dingen gezegd. Vrijwillig. Dat doe ik dus nooit. Bovendien gingen we een spelletje raad de filosoof spelen en wist ik er het meest, dus betweter-alert.

Daarna liep ik terug door de stad naar het station. En daar kwam ik ze tegen, mijn endorfinen. Ja, ze zijn er weer: de chocoladekruidnoten.

Mijn leven is weer compleet.

Laura de (pre)filosofe

Als jullie dit lezen, zit ik misschien wel in de collegebanken. Vier jaar studie, maar ik ben weer bij het begin, want ik volg een eerstejaarsvak. Goed, dat komt omdat ik een pre-master ga volgen, maar toch, het voelt raar. (Verwachten de achttienjarige kindjes nu ook dat ik als drieëntwintigjarige alles weet en gaan ze me ook een betweter vinden? Of juist dom, als ik me niet zo gedraag? Waarom maakt het eigenlijk wat uit?)

Hoewel ik al minstens een maand bezig ben met zo hier en daar al dingen lezen en samenvatten, blijft het spannend. Ik durfde niet eerder voor filosofie te gaan, want te moeilijk, te eng. Maar enge dingen zijn er toch om te doen, zodat je je angsten kunt overwinnen?

Met die instelling ga ik er dan ook in. Ik weet dat het moet lukken: ik heb al een bachelor achter de rug, ik ben niet superdom (oké soms wel) en ik weet hoe het moet.

Van de bachelor Literatuurwetenschap (‘Wat kun je daar eigenlijk mee?’) naar de pre-master Wijsbegeerte (‘Wat kun je daar eigenlijk mee?’). Misschien weet je niet wat je ermee kan, maar ik weet in ieder geval dát ik het kan.

Maar me succes wensen mag altijd.