Fictief interview met Dikkie

 

https://www.instagram.com/p/BN30CTmAY3V/?taken-by=lauradenktwel

Al een paar jaar is er geen fictief interview meer te vinden op mijn blog en dat is natuurlijk jammer. Er zouden meer fictieve interviews in de wereld moeten zijn. Voor iemand die door haar vrienden als kattenvrouwtje bestempeld wordt (tss, alleen maar omdat ik maandelijks naar het kattencafé ga), schrijf ik bizar weinig over mijn eigen kat. Daarom vandaag een fictief interview met Dikkie.

‘Psst, slaaf!’
Verbaasd kijk ik om. Waar komt dat geluid vandaan?
‘Slaaaaaaf, slaaf, slaaf, slaaf.’
Ik kijk naar beneden en zie daar de schattigste kat ooit staan. Maar waarom noemt Dikkie me slaaf, ik ben toch gewoon haar baasje? Ze rolt met haar ogen.
‘Ik ben hier de baas.’
Oké, ik laat haar gewoon in de waan.
‘En ik ben niet tevreden over jouw prestaties.’
Mijn mond valt wijd open. Haar bakje is altijd met brokjes gevuld en er staan meerdere bakken met water. Als ze me ’s nachts wakker maakt, omdat mevrouw geaaid wil worden, word ik niet boos. Nee, ik aai haar gewoon. Wat valt er nog meer te presteren?
‘Ik heb het over je zangtalenten, of eerder het gebrek daaraan.’
Ik voel mijn wangen rood worden en hoop dat ze niet verder gaat. Niemand weet dit en dat wil ik graag zo houden. Laat staan dat al mijn miljoenen bloglezers dit te weten komen.
‘Weet je wel, dat liedje dat je altijd zingt. ‘Ik hou van Dikkie’ op het deuntje van ‘Ik hou van Holland’. Of ‘Dikkie, je bent de mooiste van de hele wereld’ op het deuntje van ‘Mama, je bent de liefste van de hele wereld’. Ik word helemaal gek. Het is vast aardig bedoeld ofzo, maar JE KAN NIET ZINGEN. KAP ERMEE.’
Verslagen zit ik op mijn stoel. Het lukt me niet eens meer om haar aan te kijken, dit monster dat me nu verraadt. Alles heb ik haar gegeven, álles. Behalve de Griekse yoghurt die ik eet of meer dan een klein stukje kip of kaas. Maar voor de rest toch wel heel veel. En nu vertelt ze mijn grootste geheim aan de hele wereld. Toch draai ik na een paar minuten mijn hoofd om en kijk in die groene, giftige ogen.
‘Dikkie,’ zing ik. ‘Je bent de stomste van de hele wereld.’

Sindsdien heb ik haar niet meer gezien.

Liefdesletteren: kleine jongen

hartjeopmijnhandomdathetkan

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.

***

Zijn te grote rugzak puilde uit met boeken. In de gang stonden verloren schoenen zonder eigenaar. Basisschoolschoenen. Opeens was er gel. Platgedrukte krullen. Meisjes die langer waren dan hij en wiens lichaam hij stiekem bekeek. Weggefrummelde strips. Kinderachtig, mam. Maar bij het slapengaan nog steeds een knuffel en een kus. Voorlopig. Maak je vooral geen illlusies.
Met zijn drieën breeduit fietsen op de weg. Zijn zadel net te hoog, zodat hij altijd op zijn tenen moest fietsen. Hoe was school – gewoon – nog iets geleerd – nee –  en dan gezwijg. Huiswerk zonder hulp. Boemboemmuziek. Slokjes wijn met toestemming en proberen zijn walging niet te tonen. Selfies zonder te glimlachen. Talloze boterhammen met hagelslag, maar wel die met snoepjes erin.

Kleine jongen en toch al veel te groot.

Laura’s liefdesletteren: de vergetelheid

hartjeopmijnhandomdathetkan

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.

***

Opa weet niet meer wie we zijn, maar hij doet alsof. Zijn ogen zitten vol met stof, zoals de meubels in zijn ongebruikte huis. Zijn zinnen maakt hij zelden af. Hij lacht erbij, zonder vreugde.
‘Ik word gek,’ zegt hij.
Hij wijst ons op het plantje op tafel. De auto’s buiten. Vergeten zoons komen weer naar boven drijven in zijn afgebroken zinnen.
‘Ik word gek,’ zegt hij.
De rolstoel is te groot voor zijn lichaam. Vroeger sjouwde hij dozen en draaide hij ons in het rond. We voelen zijn botten zuchten als we zijn hand vastpakken.
‘Ik word gek,’ zegt hij.
De wielen van de rolstoel piepen als een vorm van protest. Door de gang lopen schimmen. Ergens staat de radio zachtjes te zingen. We kussen opa’s ongeschoren wangen, links, rechts, links. Met elke stap richting de deur wordt hij kleiner.
‘Ik ben zo blij dat jullie er zijn,’ zegt hij, maar we horen het niet meer.

Nieuwe interviewreeks: de filosoof beroept zich

Over een jaar ben ik (hopelijk) afgestudeerd. Dat is even schrikken, vooral als je filosofie doet. Want met wie je ook praat, je krijgt die vraag gegarandeerd: “Wat kun je daar nou eigenlijk mee?”
Tja, je kunt er behoorlijk veel mee, maar dat heeft de maatschappij helaas nog niet zo door. Wanneer was de laatste keer dat jij een vacature voor een filosoof zag?

Toch schijnen er mensen te zijn die filosofie hebben gestudeerd en nu werken. Nee, ik bedoel niet bij Starbucks, maar een grotemensenbaan. Ik heb al eerder mensen geïnterviewd over hun grotemensenbaan. En ik heb al eerder interviews met filosofen gehad. Zelfs filosofen kunnen 1+1=2 berekenen en dus kwam ik op een geniaal idee.

Dat geniale idee is mijn nieuwe interviewreeks: de filosoof beroept zich. Hierin ga ik mensen interviewen die filosofie hebben gestudeerd over hun werk. Dit is geniaal, omdat:
1. Ik me zo voorbereid op het Leven als Afgestudeerde.
2. Ik zo connecties opdoe (ook al schijnt dat een vies woord te zijn bij geesteswetenschappen, maar zelf ken ik wel viezere woorden).
3. Het voor andere filosofen/geesteswetenschappers/studenten/randommensen ook heel interessant kan zijn en een antwoord kan geven op hun vragen.

En zeg nou zelf: wat is er heerlijker dan ongegeneerd vragen stellen onder het mom van interviewen?

To be continued.

Laura’s liefdesletteren: mannen zeggen geen nee

hartjeopmijnhandomdathetkan

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.

***

Ze kuste hem vol op zijn lippen en daalde af naar zijn nek. Ze beet zo zachtjes dat het hem deed sidderen. Kleine kusjes van zijn borst naar zijn buik. Ze wilde nog verder naar beneden gaan, maar hij verkrampte.
‘Nee,’ zei hij. ‘Ik ben er nog niet aan toe.’
Ze keek hem aan met een verbaasde glimlach, alsof ze dacht dat het onderdeel van het spel was.
Mannen zeggen geen nee.
Hoe kon hij haar vertellen dat zoiets niet alleen vrouwen overkomt?
Ze liep weg zonder een kus en liet hem achter met zijn schaamte. Mannen horen geen nee te zeggen.

What is life but a dream?

(Ik heb nu het allerleukste vak evah, namelijk eentje waarvoor we onder andere columns moeten schrijven voor een niet filosofisch onderlegd publiek. En ik vond dat jullie er recht op hadden om mijn eerste column daarvoor te lezen, want jullie zijn het ideale publiek. Dus. Dat.)

descarteslookingfly

Bron: http://techgnosis.com/synthetic-meditations/

What is life but a dream?

Mijn lievelingsfilm van Disney is Alice in Wonderland. Een surrealistische kinderfilm die haast aan een LSD-trip doet denken. Het plot is u allen waarschijnlijk al bekend: het meisje Alice achtervolgt een konijn met een polshorloge, valt in zijn konijnenhol en komt in Wonderland terecht. Ze maakt daar de bizarste dingen mee – pratende bloemen, koekjes die je groter of kleiner maken, een Unbirthday Party –, maar aan het einde van de verhaal blijkt het allemaal een droom te zijn geweest. Het is gebaseerd op het boek Alice’s Adventures in Wonderland van Lewis Carroll, een schrijver uit de 19e eeuw die tegenwoordig als pedofiel afgeschreven zou worden vanwege zijn uitzonderlijke liefde voor jonge meisjes.

Wanneer je deze film als volwassene weer terugkijkt, komt er een nieuwe gedachte in je op: zou dit ook op je eigen leven toepasbaar kunnen zijn? Denk maar eens terug aan al die dromen die je gehad hebt, die je je kunt herinneren tenminste. Ze voelden dusdanig echt aan dat je dacht dat dát het echte leven was. Soms ben je zelfs na het wakker worden nog verward: wat was er nu echt en wat niet? En hoe weet je zeker dat je nu niet aan het dromen bent?

Vrees niet, je bent in goed gezelschap. De Franse filosoof René Descartes zat er in de zeventiende eeuw ook al over te twijfelen. Tijdens het dromen ben je je er niet van bewust dat je droomt. Wie weet lees je deze column niet eens in de werkelijkheid, maar lig je gewoon te tukken op de bank.  De kans op een existentiële crisis is hierdoor groot (wat is er nu wel echt, wanneer ben ik bij bewustzijn of niet?), maar gelukkig kwam onze René er, na lang twijfelen, wel uit. Niets was zeker volgens hem (onze zintuigen kunnen ons bedriegen, we weten niet eens zeker of we nu dromen of niet en het is best mogelijk dat we bezeten zijn door een kwade geest), behalve dat hij twijfelde. Daar twijfelde hij namelijk niet aan. En twijfelen is denken, wat alleen maar kan als je daadwerkelijk bestaat. Oftewel; ik denk, dus ik ben. Of cogito ergo sum, want toen voerde het Latijn nog de boventoon.

Wat een opluchting. Er is nog zekerheid, beste lezer. U hoeft niet in een hoekje te gaan huilen om alle onzekerheid in uw leven. René de redder maakt je wakker en zegt: “Droom lekker verder.”

Laura’s liefdesletteren: een eitje en een kus

hartjeopmijnhandomdathetkan

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.

***

Op zijn tenen sloop hij de trap af. Eén tree kraakte, maar hij hoorde haar gelukkig niet geeuwen – het teken dat ze wakker was. Het servies in de keukenkastjes besloot blijkbaar vandaag dat het nóg meer moest rinkelen dan normaal. De olie sputterde tegen, terwijl hij het eitje bakte. In die vijftig jaar was het altijd perfect geweest. Wat spek erbij, een snufje zout, beter kon het niet.
‘Zonder eitje en jouw kus is mijn zondag niet compleet,’ zei ze wel eens.
Ook nu probeerde hij zo onhoorbaar mogelijk de trap op te gaan. Voor de deur bleef hij wachten. Nog even het moment uitstellen. Nog even genieten van de voorpret.
De deur zwaaide haast als vanzelf open. Het bed lag er nog net zo bij als een kwartier geleden. Slechts één kant van het bed was beslapen.
Het besef viel samen met het ontbijt op de grond.

Laura’s liefdesletteren: Bob of Rik

hartjeopmijnhandomdathetkan

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.

***

Bob of Rik.
Ze staarde uit het raam, maar zag niets. Bob had een zwembad in de tuin. Ze ging daar wel eens zwemmen, maar de vorige keer duwde hij haar hoofd onder water.
Rik heeft geen zwembad, niet eens een opblaasbadje. Soms hing er een snottebel onder zijn neus. Maar hij gaf haar laatst wel een bloem, stiekem geplukt uit de achtertuin van de enge buurman.
Bob of Rik.
Maar Bob was de grootste jongen van de klas. Zo groot dat zelfs sommige kinderen uit groep vijf bang voor hem waren. Rik was laatst in huilen uitgebarsten, midden op het schoolplein. Hij had zand in zijn neus gekregen. Bob heeft ze nog nooit zien huilen, maar die heeft ook nooit gezegd hoe mooi haar haren zijn als de zon erop schijnt. Rik wel. Hij bloosde zelfs een beetje toen hij het vertelde.
Bob of Rik.
Op het ene briefje omcirkelde ze ‘ja’, op het andere briefje ‘nee’. Het was de eerste keer in haar leven dat ze een jongenshart had gebroken.

Laura’s liefdesletteren: tekening

hartjeopmijnhandomdathetkan

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.

***

Vandaag zou ze de allermooiste tekening maken die mama ooit had gezien. Met het puntje van haar tong uit haar mond kleurde ze het bruine haar van papa in, de rode jurk van mama en zelfs Loebas kwam erop, naast Lisa zelf. Nauwkeurig zette ze de streepjes die ledematen voor moesten stellen, korte streepjes voor haarzelf en papa en mama op gelijke hoogte.
Ze ging zelfs door toen de punt brak van haar lievelingspotlood – blauw -, terwijl ze normaal gesproken woedend op de grond zou stampen. Nu sleep ze hem rustig met de puntenslijper die ze van oma had gekregen. Na twee uur (ze had nog nooit zo lang gedaan over een tekening) overhandigde ze hem vol trots aan haar moeder.
‘Voor jou, mama!’
Haar moeder bekeek de tekening vluchtig, drukte een kus op het voorhoofd van haar dochter en typte weer verwoed verder op haar laptop.
‘Bedankt lieverd, heel mooi.’

De volgende dag hadden ze weer ruzie.
‘Ruim je troep eens op, Lisa! Ik ga het niet voor je doen, ik moet werken.’
Mopperend pakte Lisa het lege pakje vruchtensap op dat ze net hard op de grond had gegooid. Met haar voet op de klep ging de prullenbak open. Onder sinaasappelschillen en een melkpak was nog net een stukje van mama’s rode jurk te zien.

EXCLUSIEF: interview met dé vriend van dé Lauradenkt!!!

Ja hoor mensen, we hebben hem! Een exclusief interview met de vriend van ’s werelds bekendste blogger wiens naam we al niet eens hoeven noemen, want wie kan dat anders zijn dan… oké, we zeggen het toch maar voor de zekerheid: Laura denkt! Jullie weten vast wel dat hij Jeroen heet en enorm geluk heeft dat hij mag samenwonen met zo’n geweldig persoontje. Maar wat weten jullie eigenlijk van hem? Wij komen vandaag met de scoops*.

Hoe is het om dé vriend van dé Lauradenkt te zijn?
Een grote eer natuurlijk. Het is geweldig, maar ik heb het er ook hartstikke druk ermee. Die fame is ook een klein gedeelte voor mij en dat is al heel veel. Ik word dagelijks overspoeld met vriendschapsverzoeken, mensen die met me op de foto willen en interviewverzoeken. Normaal werk ik daar niet aan mee, want alle spotlights moeten op Laura gericht zijn, maar voor jullie maak ik een uitzondering.

Wat vind je het leukst om te lezen op haar blog?
Blogs die over mij gaan. Dan krijg ik hetzelfde gevoel als wanneer ik in de spiegel kijk. Ik word dan helemaal warm van binnen en begin zelfs een beetje te blozen.

Wat is het minst leukst om te lezen?
Die depressieve liefdesverhaaltjes. Ik kan me er namelijk niets bij voorstellen dat liefde níet leuk kan zijn, want met Laura is het perfect. En met mij natuurlijk.

Ben je wel eens jaloers op de fame van LD?
Wie is LD?

Word je vaak herkend? Vind je dat leuk?
Nee, ik word niet vaak herkend, want Laura overschaduwt me, ook al is ze niet zo groot. Maar als ik dan herkend word, laat ik het meteen weten op al mijn social media-kanalen. Volg me via @hetvriendjevanlauradenkt!

Hoe blij ben je dat je door LD bent verkozen als vriendje van?
Ik had liever voor iemand anders gekozen, maar zo’n bekend persoon kan ik natuurlijk niet afwijzen.

Waar zou LD nog (meer) over moeten schrijven?
Nog wat meer over mij, dat onderwerp spreekt me wel aan. Profiteren is voor heren, zeg ik altijd.

Wanneer komt Jeroendenktniet.nl online?
Dat kan ik Laura niet aandoen, want dan is ze binnen no time al haar lezers kwijt.

Wat vind je van het beeld dat LD van je neerzet als lullige, niet-dominante, gekke, kleffe flapdrol?
Ik kan er weinig aan doen, want ik heb immers niet de broek aan in de relatie.

Wanneer ga je LD nou ten huwelijk vragen? Echt hoor.
Nooit, want ik ben een grote flapdrol. Maar ik ga na veel blackmailing waarschijnlijk wel overstag.

Wil je nog iets zeggen tegen de lezers van LD?
Help!

*Dit interview is enigszins aangepast door de redactie wegens het tegenwerken van de geïnterviewde.