What is life but a dream?

(Ik heb nu het allerleukste vak evah, namelijk eentje waarvoor we onder andere columns moeten schrijven voor een niet filosofisch onderlegd publiek. En ik vond dat jullie er recht op hadden om mijn eerste column daarvoor te lezen, want jullie zijn het ideale publiek. Dus. Dat.)

descarteslookingfly

Bron: http://techgnosis.com/synthetic-meditations/

What is life but a dream?

Mijn lievelingsfilm van Disney is Alice in Wonderland. Een surrealistische kinderfilm die haast aan een LSD-trip doet denken. Het plot is u allen waarschijnlijk al bekend: het meisje Alice achtervolgt een konijn met een polshorloge, valt in zijn konijnenhol en komt in Wonderland terecht. Ze maakt daar de bizarste dingen mee – pratende bloemen, koekjes die je groter of kleiner maken, een Unbirthday Party –, maar aan het einde van de verhaal blijkt het allemaal een droom te zijn geweest. Het is gebaseerd op het boek Alice’s Adventures in Wonderland van Lewis Carroll, een schrijver uit de 19e eeuw die tegenwoordig als pedofiel afgeschreven zou worden vanwege zijn uitzonderlijke liefde voor jonge meisjes.

Wanneer je deze film als volwassene weer terugkijkt, komt er een nieuwe gedachte in je op: zou dit ook op je eigen leven toepasbaar kunnen zijn? Denk maar eens terug aan al die dromen die je gehad hebt, die je je kunt herinneren tenminste. Ze voelden dusdanig echt aan dat je dacht dat dát het echte leven was. Soms ben je zelfs na het wakker worden nog verward: wat was er nu echt en wat niet? En hoe weet je zeker dat je nu niet aan het dromen bent?

Vrees niet, je bent in goed gezelschap. De Franse filosoof René Descartes zat er in de zeventiende eeuw ook al over te twijfelen. Tijdens het dromen ben je je er niet van bewust dat je droomt. Wie weet lees je deze column niet eens in de werkelijkheid, maar lig je gewoon te tukken op de bank.  De kans op een existentiële crisis is hierdoor groot (wat is er nu wel echt, wanneer ben ik bij bewustzijn of niet?), maar gelukkig kwam onze René er, na lang twijfelen, wel uit. Niets was zeker volgens hem (onze zintuigen kunnen ons bedriegen, we weten niet eens zeker of we nu dromen of niet en het is best mogelijk dat we bezeten zijn door een kwade geest), behalve dat hij twijfelde. Daar twijfelde hij namelijk niet aan. En twijfelen is denken, wat alleen maar kan als je daadwerkelijk bestaat. Oftewel; ik denk, dus ik ben. Of cogito ergo sum, want toen voerde het Latijn nog de boventoon.

Wat een opluchting. Er is nog zekerheid, beste lezer. U hoeft niet in een hoekje te gaan huilen om alle onzekerheid in uw leven. René de redder maakt je wakker en zegt: “Droom lekker verder.”

Kom maar op, 2015/2016

In een paar dagen tijd stond mijn leven, boem, op zijn kop. Geen relatie meer, niet meer samenwonen, op zoek naar een ander huis in een andere plaats. Dat is even schrikken. Maar aangezien mijn blog geen ik-stort-hier-al-mijn-verdriet-en-ellende-uit-dagboek is, wil ik me graag op andere dingen focussen. Positiviteit? Nee, ben je gek, daar ben ik nogal allergisch geworden door alle laifstailblawgs.

Ik weet wel dat het komende (college)jaar spannend gaat worden en wel hierom:
– Ik ga verhuizen. Dat is op zich al redelijk stressvol, maar ook nog naar een andere plaats en niet zomaar een plaats, nee, een stad! Voor jou misschien niet shocking, maar ik heb tot nu toe alleen maar in dorpen gewoond. Twee daarvan op fietsafstand van Leiden, maar Leiden is een lief, klein kaboutertje vergeleken met Rotterdam.
– Mijn master Wijsbegeerte gaat in september beginnen. In het eerste semester heb ik twee dagen in de week van 19.15 t/m 22.00 uur college, joepiedepoepie (is ook voor deeltijders namelijk). Het tweede semester ga ik aan mijn scriptie (het woord mag nu weer genoemd worden, maar dat zal over een paar maanden wel veranderen) werken en stage lopen.
– Ik heb een geniaal idee voor een nieuwe interviewreeks, al zeg ik het zelf. Jullie zullen er nog even op moeten wachten, want verhuizen gaat voor.
– Ik heb een paar jaar verschillende soorten vrijwilligerswerk gedaan, maar ben er mee gestopt, omdat ik ENORM ENORM gestrest was. Oké, ik ben ook gewoon een stresskip, maar het was voor iedereen too much geweest. Vrijwilligerswerk zat echter toch altijd nog in mijn hoofd en het hoeft niet veel tijd te kosten. Maar ook dit pas na het verhuizen.

Laat ik het voor de rest niet teveel vastleggen of voorspellen. Het is me deze weken in ieder geval wel duidelijk geworden dat niets zeker is, hoe graag je dat ook zou willen en hoe vaak je ook doet alsof het wel zo is. Maar dat geeft niet, want het komt uiteindelijk wel goed. Soort van. Hoop ik.

‘Algemene Cultuurwetenschappen, wat kun je daarmee dan?’

‘Dus jij studeert Algemene Cultuurwetenschappen.’
‘Ja.’
‘Wat kun je daarmee dan?’

Deze vraag krijg ik ongeveer tachtigduizend keer in de week (ruim geschat). Nee, ik maak mensen niet beter. Nee, ik los geen rechtszaken op. Nee, ik zal het antwoord op dat wiskundeprobleem niet vinden. Het ligt allemaal complexer. Mensen begrijpen dat niet en gaan er vervolgens vanuit dat mijn studie zinloos is. Want wat is het nut voor de economie, wat levert het op? Ik word er een beter mens van, ik leer kritisch nadenken en ik hoop dat ook over te dragen op mijn omgeving en verder, maar dat is niet genoeg. Keiharde euro’s willen we zien.

Natuurlijk zijn er heel veel mensen die studeren, omdat ze iets leuk vinden en er voor de rest geen idee bij hebben. Maar neem niet klakkeloos aan dat ik ook zo ben. Ik heb altijd vrijwilligerswerk gedaan naast mijn studie, mezelf ontwikkeld, met mensen gesproken, uitdagingen gezocht, gevonden en overwonnen. Ik kan geen bedrijf leiden, maar ik kan wel schrijven en daardoor mensen laten glimlachen of aan het denken zetten. Betekent dat dan niets? Zijn dat soort mensen dan ook niet nodig? Als jij thuis komt van je serieuze baan als manager of verpleegster of leraar en toe bent aan ontspanning, dan ben ik er voor jou. Ik zal meneer Rutte niet blij maken, maar jouw hersenen misschien wel.

Dat is blijkbaar niets waard.

Wat is dan wel wat waard? Minimaal 12 uur college hebben in de week, een vak leren, een échte studie volgen zoals geneeskunde, want als mensen niet snappen wat je doet, dan is het blijkbaar niet nodig. En ik ben het echt zat dat mensen zo denken. Want probeer je maar eens een wereld voor te stellen zonder kunsten, zonder journalisten, zonder ontspanning. Dan kan de economie het nog zo goed doen, maar erg gelukkig word je daar ook niet van.

Dus sorry, ik ga geen geneeskunde studeren. En ik spreek iedereen die mij bovenstaande vraag stelt over tien jaar wel weer.

Wat mensen vragen nu ik mijn bachelor heb

1. Dus nu ben je helemaal klaar?/Ga je nog een master doen?
Eh als ik überhaupt een kans wil hebben op een baan (ook al is die maar 0,00001% ofzo als ik bij iets anders dan de McDonald’s wil werken) moet ik wel een master doen ja.

2. Waar ging je scriptie over?
Dat hoofdstuk heb ik afgesloten (oké ik zal er een keer over bloggen).

3. Ben je cum laude afgestudeerd?
Hahahahahaha.

4. En wat houdt algemene cultuurwetenschappen dan in?
Weet ik veel, ik heb nog geen college gehad (als jullie dit lezen wel, dus misschien kan ik hier binnenkort antwoord op geven). Vooralsnog betekent het zes uur in de week college. Muwhaha (oh en veel zelf doen huilerdehuil).

5. Ga je dan in Amsterdam wonen?
Serieus. Denk je dat ik ooit aan een kamer in Amsterdam kom? Dat ik mijn 21 vierkante meter ga verlaten voor een hok van 2 bij 2 voor 400 euro per maand waar ik maar een jaar ga wonen? Kom op, ik heb twee dagen college. En zo ver is het nou ook weer niet (kwartier fietsen, half uur treinen, vijf minuten tram als ik lui ben).

6. Wat kun je daarmee worden dan?/Wat wil je daarmee gaan doen?
Bedrijfsleider bij de McDonald’s.

7. Dan moet je wéér een scriptie gaan schrijven he?
Herinner me er niet aan, tenzij je graag dood wil.

8. Kunnen we dan in Amsterdam afspreken?
Dat kan.

Voor meer vragen kunt u bellen naar de vervelendevragenaanlaurahulplijn: 0800-KAPPEN.

(oké, die laatste vraag is niet erg, maar dat is niet leuk voor het verhaal)

Vanaf heden word ik graag aangesproken met Bachelor of Arts

Terwijl jullie zopen en kropen in Salou of musea bezochten in Frankrijk zat ik te zwoegen op mijn scriptie. Ja, dat vervloekte s-woord, nu kan ik het eindelijk weer voluit zeggen. Over de inhoud zal ik het een andere keer hebben.

Goed, die scriptie dus. Het zal je vast niet ontgaan zijn dat het weer in Nederland dikke prima was, dus daar zit je dan binnen een beetje voor je uit te staren en 9gag en vrouwensite’s en eigenlijk gewoon alles wat er op het internet is te vinden te bekijken, behalve dingen die met je scriptie te maken hebben. Elke week een gesprek, waarna je steeds moedelozer wordt van de aantekeningen en verbeteringen en fouten en je woordenaantal dat maar niet in de buurt van die 10.000 komt. Ondertussen krijg je steeds mailtjes van de Universiteit van Amsterdam met: ‘Waar blijft verdomme je gecertificeerde afstudeerverklaring nou?!?!?!’

Je krijgt te horen dat je 28 augustus je eindgesprek hebt en dat je die verdomde gecertificeerde afstudeerverklaring vóór 31 augustus in moet leveren bij de UvA en je denkt: wat als ik het niet haal? Dat ze bij dat eindgesprek zeggen: nou sorry hoor, maar dit slaat nergens op, doe nog maar een jaartje over. En dat je dan nog langer aan die stomme scriptie moet zitten waar je elk woord van kent en nog langer moet aanhoren ‘Hoe gaat het met je scriptie?’ en dat je bang bent dat je op een dag echt mensen in elkaar gaat slaan vanwege die vraag (je hebt al trillende handjes).

Dus dan heb je dat gesprek en dan blijkt het toch gewoon in orde te zijn en zelfs dat gecertificeerde afstudeerverklaring wordt gewoon geregeld en de volgende dag lever je die in in Amsterdam en dat accepteren ze gewoon en dan ben je opeens ingeschreven voor de master Algemene Cultuurwetenschappen.

En zo ben ik dus Bachelor of Arts geworden.