Deze blog gaat vanaf nu lauraverhuist.nl heten

https://www.instagram.com/p/CbdKGAgo2aM/

Ja jongens, het online zetten van het e-book (enorm veel dank aan de mensen die hem gekocht hebben, laat me weten wat je ervan vond!), moest tussen alle bedrijven door. Er kwam namelijk een nieuw huis tussen.

Voor de trouwe volgers die me dus al elf jaar volgen: ja, dit is de tachtigduizendste verhuizing. Voor de niet zulke trouwe volgers zijn ze hier op een rijtje gezet:

– Van mijn ouders naar Oegstgeest, op kamers (twee jaar gewoond)
– Van Oegstgeest naar Voorschoten, samenwonen in een piepklein tweekamerappartement (een jaar gewoond)
– Relatie uit, dus van Voorschoten naar een studio, die groter was dan het piepkleine tweekamerappartement, in Rotterdam (twee jaar gewoond)
– Vervelende buurman (understatement), dus van studio nin Rotterdam tijdelijk naar een appartement om de hoek met een familielid (een jaar gewoond)
– Na een jaar zoeken van het appartement om de hoek met een familielid naar een studio nauwelijks groter dan mijn kamer in Oegstgeest in de wijk Zuilen in Utrecht (twee jaar)
– Van de microwoning (want zo heet dat nu) in Utrecht naar een tweekamerappartement met tuin in Utrecht (ik schrijf later nog een blog over de serieus geweldige wijk) om na een jaar samen te wonen in datzelfde huis (bijna anderhalf jaar)
– En nu: van een tweekamerappartement met tuin in Utrecht naar een twee keer zo groot vierkamerappartement (!!!) ook in Utrecht, maar in een andere wijk

Je zou bijna denken dat ik van verhuizen houd. Of er op zijn minst verslaafd aan ben. Maar dat is dus niet zo. Er waren wat onvoorziene omstandigheden, zoals die buurman en die relatie die uitging en nu was er vooral een kans.

Want dit tweekamerappartement is leuk, in een goede wijk en met een tuin. Maar met 42 vierkante meter ook krap om een Laura (oké, ik neem niet zoveel ruimte in), een Mathijs en een kat te huizen. Dus ik dacht: weet je wat, laten we ergens in de zomer verhuizen, we kijken alvast (want de woningmarkt is lastig, ook voor huurwoningen), maar we verwachten niets.

Resultaat: Laura zoekt een paar weken op Funda en dergelijke, reageert hier en daar, krijgt een belletje op maandagochtend (‘Er heeft iemand afgezegd, kun je vanmiddag bezichtigen?’), zoekt ondertussen verwoed alle benodigde papieren bij elkaar, gaat bezichtigen, stuurt meteen de papieren en hoort de dag erna: jullie hebben het huis.

En zo geschiedde. Op de één of andere manier vind ik altijd snel een huis (Oegstgeest: gereageerd op één lotingkamer, Voorschoten: drie woningen bekeken, Rotterdam: na twee weken sociale huurwoning, dit huis: eerste en enige bezichtiging en nieuwe huis dus ook), alleen de eerste keer naar Utrecht was heel lastig door beperkt budget + een kat. Ik weet niet wat het is. Waarschijnlijk één van mijn vele gaves.

Maar goed, dat betekent de zoveelste  verhuizing, waar ik weer verslag van zal doen. Je moet toch wat om je blog te vullen hè? Ik had beter vlogger kunnen worden, dan had ik er heel veel spondeals uit kunnen halen. Als verwerkingsproces van dit stressvolle event (verhuizen is een van de meest stressvolle gebeurtenissen…) vertel ik jullie er alles over. Eén voordeel is wel: dit huis is eindelijk groot genoeg, we kunnen er wel even blijven…

11 jaar Lauradenkt (en ik heb een e-book geschreven over bloggen!)

Mijn blog bestaat elf jaar vandaag! En het afgelopen jaar heb ik af en aan geschreven aan, jawel, een e-book over bloggen: 10 lessen in 10 jaar bloggen. Ik vond dat ik daar namelijk wel wat over te vertellen had na al die jaren ervaring. Waarom een e-book? Omdat het kan. Omdat het leuk is. Omdat ik wilde leren hoe het moet.

Zoals alles ging ook dit met ups en downs. Ik begon vol enthousiasme en schreef aardig wat pagina’s vol. Elke dag probeerde ik er iets aan te doen. Maar toen deed ik er een dagje niets aan. En daarna nog een dag. Dagen werden weken, maanden zelfs. Totdat ik opeens dacht: shit, straks bestaat mijn blog elf jaar en heb ik hem nog niet af. Dus hoppa, ik motiveerde mezelf weer om er elke dag aan te werken en nu, precies op de deadline, is hij af.

Ondertussen heb ik nog geworsteld met Canva, PayPal, WordPress en wat eigenlijk niet, maar toch moet ik zeggen: het is superleuk om te doen. Er is zoveel gebeurd in die tien (nu dus elf) jaar, dat is niet normaal. Mijn leven zou er oprecht zo anders uitzien als ik niet was gaan bloggen. Ik durf wel te zeggen dat dat een van mijn beste beslissingen ever is geweest. En het voelt goed om een keer wat langers te schrijven, want de waarheid mag gezegd worden: mijn blogs zijn meestal kort (maar krachtig?) (net als ik?).

Dus: ben jij benieuwd naar:

  • Hoe mijn bloggen begon (spoiler: het begon niet met Lauradenkt.nl)
  • Wat voor smeuïge dingen ik allemaal heb meegemaakt
  • De leuke kanten van het bloggen
  • Maar ook de stomme dingen
  • Welke bloggers ik heb ontmoet die nu nog steeds bloggen (misschien sta je zelf wel in het lijstje!)
  • En welke wijsheden ik heb opgedaan in al die jaren?

Dan moet je hem zeker kopen. Hij is maar €5,-. Daar koop je tegenwoordig een pak melk van in de supermarkt of een druppel benzine en nu dus een volledig e-book! Maar je mag hem ook kopen als je me aardig vindt of juist niet of als je niet weet wat je moet doen met je geld. Maakt mij niet uit. Je kunt hem hier kopen.

Ik ben heel benieuwd wat jullie ervan vinden en ook al koopt niemand het: ik kan nu in ieder geval zeggen dat ik een e-book heb geschreven!

Op kamers

De enorm trouwe lezer kan zich misschien nog het moment herinneren dat ik op kamers ging: het was 2012 en dat betekent dat ik al tien jaar op mezelf woon.

Het ging ongeveer zo: de eerste twee jaar van mijn studie had ik geen behoefte om uit huis te gaan. Een vriendin van mij had dat wel gedaan, noodgedwongen op 17-jarige leeftijd (niet vanwege iets ergs, maar omdat haar studiestad te ver reizen was), en dat was in het begin niet zo’n succes. Ik besloot het daarom pas te doen als ik er klaar voor was.

Dat was dus in 2012. Ik zou beginnen aan mijn derde jaar Literatuurwetenschap en volgde ook een minor Journalistiek en Nieuwe Media. Die minor zou veel van me vragen en vooral ook dat ik niet in de Hoeksche Waard woonde, maar in de buurt van Leiden. En ik was er klaar voor.

Op dit moment is het natuurlijk verschrikkelijk lastig om een kamer of appartement te vinden, maar ook toen was het nog niet zo makkelijk. Oké, ik wilde ook niet met te veel huisgenoten en niet in een kamer van twee vierkante meter, dat maakt het natuurlijk ook moeilijk. Maar ik had geluk: ik reageerde op een lotingkamer in Oegstgeest en ik kreeg het. 21 vierkante meter, praktisch een villa dus voor een student en maar één huisgenoot. Ik had het niet beter kunnen treffen.

Want Oegstgeest bleek ook leuk te zijn. Ja, het is het bijzettafeltje van Leiden, maar wat voor één. Literair verantwoord ook nog eens, wat perfect was met mijn studie.

Overigens ging niet alles van een leien dakje: de eerste keer dat ik er kookte, sneed ik in mijn vinger. Het was de eerste aanwijzing dat ik het koken gewoon aan anderen over moest laten. Een andere aanwijzing was toen ik kokend water over mezelf heen gooide. Maar er waren nog meer domme dingen: ik dacht dat ik mijn ovchipkaart kwijt was (dat is heel erg als je student bent) en gooide van woede de deur van mijn kamer keihard dicht. De sleutels zaten alleen nog in het slot en door de harde klap waren ze TUSSEN de deur gekomen. Er moest een studentbeheerder met een mes aan te pas komen om ze los te krijgen… En zo kan ik nog wel even doorgaan.

Maar tegenwoordig ben ik Heel Volwassen. Het koken laat ik over aan mijn privékok, dat scheelt al een hoop ongelukken. Als ik de deur uit woede hard dicht gooi, zorg ik dat er geen sleutels tussenzitten. En ik heb nog steeds één (menselijke) huisgenoot, die heel lief is. Daar heb ik het allemaal toch maar mee getroffen.

Please don’t stop the music

Laatst had ik een timemanagementcursus op werk. Focus was natuurlijk een van de onderdelen die we bespraken.
‘Hoe zit het met muziek tijdens het werken?’ vroeg ik.
De timemanagementguru antwoordde dat muziek daar heel goed bij kan helpen, maar wel alleen instrumentale muziek.

Hmm. Daar was ik het niet mee eens. Goed, het ligt eraan wat voor werk het is. Zelf schrijf ik namelijk het lekkerst, zowel voor werk als privé, met muziek op. Maar wel mijn eigen muziek (en vooral geen radio) en dan muziek die ik heel goed ken. Ik heb een afspeellijst op Spotify die bestaat uit 795 nummers (en 52 uur en 38 minuten duurt) die ‘Relax’ heet. Mathijs noemt het vooral mijn depri liedjes-lijst, maar voor mij zijn het langzamere nummers waar ik heel goed op kan schrijven. Overigens heb ik ook een lijst die ‘Random’ heet met iets meer uptempo-nummers die ik gebruik als ik hard moet fietsen, omdat ik anders te laat kom…

Maar goed, muziek dus. Naast mijn depri liedjes ga ik ook goed op pianomuziek. Want de piano is het mooiste instrument. Bij Nederlandse muziek ga ik te veel op de tekst letten, techno trek ik niet en ambient is zeg maar niet echt mijn ding. In stilte schrijven is theoretisch zeker een optie, maar doe mij maar muziek. Met mijn noise cancelling headphone op. Precies zoals ik deze blog nu aan het typen ben dus.

9 to 5

Het dekentje op mijn benen zie je niet op de camera. Ook de kat die naast me slaapt op het tapijt ligt daar ongezien. Af en toe zie je een man met een snor verschijnen op de achtergrond. Als hij vertrekt, doe ik snel ook mijn video uit, zodat ik hem gedag kan kussen.

Straks, tijdens de lunch, ga ik wandelen, met een voice message van een vriendin op, langs het water. Misschien ligt er weer een leuk boek in de minibibliotheek. En even kijken of die lieve kat in dat huis op de hoek voor het raam ligt.

Daarna zet ik mijn favoriete muziek op en begin ik te schrijven aan een artikel. Af en toe beantwoord ik een binnenkomend berichtje via Slack. En aan het einde van de dag bel ik met mijn favoriete collega, zodat we kunnen bijpraten.

Als de werkdag echt voorbij is, klap ik mijn laptop dicht en pak ik een boek. De man met de snor is aan het koken en de kat ligt in de vensterbank naar vogeltjes in de tuin te kijken.

Misschien is dat thuiswerken toch zo slecht niet.

Pas op de kattenoppas

Afgelopen zomer heb ik op veel katten gepast om aan mijn kattentaks te komen. Lieve katten, stomme katten, huis-, tuin- en keukenkatten, raskatten, 4 katten tegelijkertijd. En zo maak je nog eens wat mee. Zoals:

– Een kat die normaal naar buiten mag en nu niet en daar heel erg niet blij mee is. Mijn tactiek om te voorkomen dat hij ontsnapte? Eten geven, voordat ik wegging en dan snel wegspurten.
– Een telefoontje met ‘De buren belden dat er een lekkage is, kan NU langsgaan?’ Gelukkig was er geen kat verdronken en dreven de meubels niet, maar het was toch even schrikken.
– Deuren die niet dichtgaan. Deuren die niet opengaan.
– Werken, terwijl er een kat om je heen draalt, is heel gezellig.
– Kots opruimen. Heel veel kots.
– Katten die maar blijven miauwen.
– Een huis op de 24e verdieping waar je uitkijkt over heel Utrecht is behoorlijk cool.
– Heel erg opgeruimde huizen of juist huizen waar de borden niet afgewassen zijn.
– Katten die aan je vastgeplakt zitten.
– Een kat die je niet kan vinden, je wil bijna het baasje bellen volledig in paniek, maar de kat blijkt gewoon lekker onder de lakens te liggen (het was niet zo’n grote kat).
– Katten die al beginnen met eten als jij nog niet klaar bent met het bakje vullen.
– Een kat op schoot is het beste gevoel dat er is.

Oftewel: ik kan het iedereen aanraden, want katten en je hebt weer een onderwerp voor je blog!

Dingen, gewoon dingen

  • Ik heb het al een aantal keer gedaan: een challenge met mezelf om 100 dingen weg te gooien. Het hoeven geen grote dingen te zijn, een lege pen is ook oké, als ik er maar een wedstrijd van kan maken met mezelf, zodat ik me ertoe aanzet. Ik voel deze noodzaak, omdat ik gek word van alle spullen. Dit tweekamerappartement begint toch aardig krap te worden voor twee niet-minimalisten en een kat. We zijn dan ook van plan om dit jaar in het voorjaar/de zomer te verhuizen (ja, ik verhuis elke twee jaar en altijd in de zomer, dus het past precies in mijn ritme) naar een driekamerappartement. Maar eerst opruimen dus en sparen. Want als ervaren verhuizer weet ik ook: dat is niet per se goedkoop.
  • Hoe houd ik de balans tussen mijn kat uitdagen, maar niet over haar grenzen gaan? Molly heeft een vliegreis vanuit Rusland naar Nederland meegemaakt in het ruim van een vliegtuig (normaal kan een kat als handbagage mee, maar vanwege corona niet en dat luchtruim is heel traumatisch, want veel geluid, heel koud, allemaal dieren, opgesloten zitten), voordat ze bij haar vorige baasjes kwam. Het is aan de ene kant een enorm speelse kat die stiekem toch best nieuwsgierig is (en niet eens bang voor vuurwerk is, wat ik wel had verwacht), maar aan de andere kant heeft ze ook duidelijk haar buien en vindt ze wel veel spannend. Maar: steeds merk je in de loop van een paar dagen dat het beter gaat, ook al doe je soms een stap terug, je zet er daarna weer twee vooruit. In het begin begreep ze aaien niet, maar nu wel. Ze begint steeds meer kopjes te geven, niet alleen aan ons, maar ook aan de dingen om haar heen. En: af en toe laat ze een klein mauwtje horen! Iets wat eerst absoluut nog niet deed. Geduld en progressie, die twee gaan samen.
  • Hier volgt nog een andere blog over, maar ik besef steeds meer hoe belangrijk lezen en schrijven voor me is en dat die twee ook niet zonder elkaar kunnen. En wat voor manieren er zijn van schrijven, wat voor vormen en dat ik meer kan dan ik soms denk. Alleen vraagt het wel om tijd en aandacht en dat is soms moeilijk.
  • En hoe belangrijk contact is met de mensen om me heen. Van fysiek afspreken tot videobellen tot mailen: het medium maakt niet uit, als er maar echte verbinding volgt en dat is zo.
  • En natuurlijk nog veel meer dingen, oneindig veel, zodat ik uren achter elkaar zou kunnen typen, maar laat ik het hier voorlopig maar bij laten.

Laura’s liefdesletteren: veiligheid

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.

***

Eva loopt door haar huis. Op de muur hangt een foto van haar ouders. Ze aait er zachtjes overheen met haar vinger en zegt: ‘Goedemorgen, pap en mam.” Door haar raam kan ze zien dat het sneeuwt vandaag, haar favoriete weer. Misschien gaat ze wel een wandeling maken straks. Ze opent de voordeur en aan het einde van de gang is een treincoupé. Natuurlijk, de trein vertrekt bijna! Gelukkig, ze is net op tijd om naar Amsterdam te gaan. Ze wil het Rijksmuseum bezoeken en misschien een ijsje eten. Of is het te koud om ijs te eten? Ze ziet het vlakke landschap voorbij gaan als ze opeens muziek hoort. Haar favoriete muziek. Oh mooi, de trein stopt ook.
Ze danst naar de keuken, meezingend met Frank Sinatra. Vandaag maakt ze pannenkoeken met heel veel stroop. Of nee, stamppot. Of gewoon aardappels, groenten, vlees. Ze doet het fornuis aan. Wat is dat geluid? Het klinkt als… ja, het is Toppop! Ze houdt van dat programma. Ze rent naar het geluid toe, maar valt. Voorbereid op de val maakt ze zichzelf klein, maar de grond is zacht en verend. Geen pleisters nodig.
Het kost haar maar een paar stappen naar de woonkamer. Ze gaat op de bank liggen, onder de plaid die haar moeder heeft gemaakt. Ze is blij dat ze een tv heeft en kan niet wachten om te zien wat de hits zijn deze week. Als er een goeie tussenzit, koopt ze misschien wel een plaatje, want ze heeft nog wat zakgeld over. Maar voordat ze kan nadenken over welke dan valt ze in slaap. Het is een goede droom en als ze wakker wordt, zal het weer sneeuwen. Ze zal naar Amsterdam gaan, voor een ijsje of om het Rijksmuseum te bezoeken. En nadat ze pannenkoeken heeft gemaakt, terwijl ze naar Frank Sinatra luistert, nee stamppot, nee gewoon aardappels, groenten, vlees, is er misschien nog genoeg tijd over om naar Toppop te kijken en een plaatje te kopen van haar zakgeld…

***

Dit verhaal vraagt misschien om wat meer achtergrondinformatie. Voor mijn werk schreef ik tijdens een brainstorm dit verhaal. Het is voor het eerst dat ik een verhaal eerst in het Engels heb geschreven (en daarna voor deze blog in het Nederlands heb vertaald), omdat we in internationaal gezelschap waren. Het idee was om na te denken over de zorg, met name gericht op dementie, in de toekomst. Iets wat een oudere met dementie vaak ervaart, is verwarring en onrust. Ik stelde in dit verhaal het ideale verzorgingstehuis voor waar alles is aangepast op de persoon. Favoriete seizoen, muziek, televisieprogramma: alles is gepersonaliseerd. Je kunt het fornuis gewoon aan laten staan, want hij doet het eigenlijk niet echt. Vallen is geen probleem, want de grond is zacht. Er is geen onrust, maar vertrouwdheid en veiligheid. En dat is wat deze doelgroep nodig heeft. Wie weet, is het ooit mogelijk.

Vragen die ik momenteel heb

En waar jullie misschien het antwoord op hebben.

  • Waarom is het ZO ENORM koud?
  • En hoe moet ik in godsnaam de winter overleven? Het is nog niet eens winter.
  • Waarom liggen chocoladekruidnoten niet het hele jaar door in de winkel?
  • Hoe leer ik Molly apporteren?
  • En hoe leer ik haar om niet alles te slopen?
  • Waarom moeten buren verbouwen?
  • En waarom moet bouwmensen altijd harde muziek opzetten en sigaretten roken?
  • Waarom wordt het zo vroeg donker?
  • Hoe kan ik tien series tegelijkertijd kijken?
  • Bij welke aflevering van Expeditie Robinson zijn we inmiddels, aflevering 100 ofzo?
  • Vindt Molly me leuk?
  • Waarom zijn katten zo dol op schoenen en slippers?
  • Ben ik dit jaar braaf geweest of krijg ik niets met kerst?
  • Is het al lente?
  • Hoe win ik de loterij (zonder mee te doen)?
  • Wanneer komt er een nieuw seizoen van The Crown?

En zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan…

Molly de sloper

https://www.instagram.com/p/CWxvE8hocku/?utm_medium=copy_link

“Ze is heel rustig,’ zeiden de vorige eigenaren.” We besloten dan ook voor deze kat te gaan: schuwer dan haar zusje, maar daarom had ze ook juist meer liefde en geduld nodig. We noemden haar Molly.

En Molly was inderdaad schuw. In de avond dat we haar thuis brachten, kwam ze haar reismandje niet uit. Maar ’s nachts ging ze op onderzoek uit. Door middel van een camera (echt, huisdiereigenaren, koop dat, het is zo leuk om te zien) kon ik zien dat ze wat at, wat rondliep en jawel, zelfs speelde. We waren heel trots op onze dappere kat.

In de dagen erna verstopte ze zich vaak. Onder de boekenkast, in de tv-kast of achter de vaatwasser. Al die enge geluiden, buren die verbouwen en dan die twee grote rare wezens die de hele tijd rondlopen en op hoge toon tegen je praten. Doodeng. Maar soms kwam ze tevoorschijn. En speelde ze met de hengel. Of keek wat je aan het doen was op de laptop. Elke dag een stapje erbij.

En nu, anderhalve week later? Ze verstopt zich nog steeds als de waterkoker aangaat, maar komt ook veel sneller weer tevoorschijn. Overdag verdeelt ze haar aandacht tussen de vier stoelen aan tafel, dan weer duttend op de een, dan weer duttend op de ander. Ze laat het toe dat we haar aaien over haar kopje, geniet er zelfs van.

En ’s nachts? Dan gaat ze los. Geen papiertje is veilig, overal wordt mee gespeeld. Rommel laten slingeren is er niet meer bij, wat nogal lastig is voor twee chaoten. We noemen haar wel eens Molly de sloper of Molly de sloopkogel. En Molly is achteraf gezien goed bedacht: ze molt alles.

Maar dat geeft niet. Want ze is heel lief en zacht en schattig. En in een huis vol liefde zonder dominante katten die haar het leven zuur maken. Hier is ze thuis.