10 dingen die ik fijn vind aan mijn huis

https://www.instagram.com/p/CFM75WIlYRq/

Elke content marketeer/manager/coördinator weet dat lijstjes het goed doen. Persoonlijke lijstjes al helemaal. Dus daar ga ik nu schaamteloos gebruik van maken, laat die bezoekers maar komen!!!

Nou, mijn huis dus. Ik woon hier nu twee maanden en een beetje. In het begin vond ik het wel lastig, want alles was nieuw (niet letterlijk, het is een oud huis) en ik voelde me nog niet thuis, maar dat begint nu te komen. Oké, nog niet alles staat er. Mijn bureau komt binnenkort (tip: koop nu niet een bureau bij de Ikea, want die zijn steeds uitverkocht), ik heb nog eetstoelen nodig en er moet nog wat aankleding komen. Maar ik hoef in ieder geval niet meer te verven bij dertig graden. Goed, dan nu de dingen die ik fijn vind aan mijn huis.

1. De tuin
Hier zal ik ooit nog een aparte blog aan wijden, maar ik hartje de tuin en tuinieren. De laatste tijd zie ik veel vogels en dat is fijn om naar te kijken tijdens meetings.

2. Een aparte slaapkamer
Een groter huis is sowieso fijn, maar al helemaal, omdat ik nu een aparte slaapkamer heb. Geen kledingkasten in de woonkamer en wel een deur die ik dicht kan doen als ik ga slapen. Oh ja en een bed met lades die nu aan béide kanten open kunnen in plaats van een kant.

3. Dichterbij vrienden
Oké, mijn beste vriendin woont nog steeds een halfuur fietsen van me vandaan (maar dat is volledig haar eigen schuld, vind ik), maar voor de rest ben ik eigenlijk alleen maar dichterbij mijn vrienden in Utrecht komen wonen. Een paar bevindt zich zelfs op maximaal vijf minuten fietsen afstand, altijd fijn.

4. Dichterbij het station
En nu ik niet meer in het randje van Zuilen woon, hoef ik ook niet meer de heeeeeele Amsterdamsestraatweg af, maar ben ik gewoon binnen tien minuten bij het station.

5. Nieuwe meubels
In plaats van een bankje voor kabouters heb ik nu een bank waar meer dan twee mensen op kunnen (!!!) en je zelfs op kan liggen (!!!!!!!).

6. Samenwonen is mogelijk
Ja, er zijn mensen die samenwonen in een studio van 28 vierkante meter, maar ik snap niet hoe je relatie dat kan overleven. In dit huis is het gelukkig wel een optie voor Mathijs en mij. En mocht ik hem ooit zat zijn, dan sluit ik hem gewoon op in de schuur.

7. Een kat is mogelijk
Dikkie was helaas niet gelukkig in mijn vorige huis. In dit huis is er meer ruimte voor een kat en ik ben dan ook zeker van plan om er eentje te nemen. Ik wil alleen niet dat hij/zij overreden wordt, dus ik moet eerst de tuin goed afschermen. Mocht je nog tips hebben, doe een duimpje omhoog en laat een reactie achter in de comments.

8. Nieuwe wijk om te ontdekken
Na twee jaar kende ik elke hoek van Zuilen (‘Ik geloof je niet’ ‘Nou en’), maar deze wijk ken ik nog niet. Ik heb al verschillende minibibliotheken gezien en een aantal katten, maar er is nog veel meer te ontdekken.

9. De geschiedenis
Mijn huis komt uit de jaren dertig en dat betekent dat hier veel is gebeurd, net als in de wijk. Zo kwam ik er via een blog achter dat er nazi’s in dit huis hebben gewoond… En daarna Canadezen. En nou ja, de raampjes van glas in lood mogen er natuurlijk ook zijn.

10. De vaatwasser
Eindelijk kon ik een van mijn grootste dromen waarmaken: een eigen vaatwasser. Ik mocht tijdelijk van deze luxe proeven toen ik in Rotterdam met een huisgenoot woonde, maar voor de rest had ik er nooit kennis mee gemaakt. Ik haat afwassen en regelmatig stond het me dan ook aan te kijken vanaf het aanrecht. Maar no more. Mijn keuken is eindelijk (bijna) altijd weer opgeruimd. Genieten.

Kijk, er zijn ook nadelen. Zo’n jarendertighuis is heel mooi, maar ook HEEL koud. Zo’n tuin is heel fijn, maar niet de kat die erin poept (iemand tips????? Please????). En nou ja, de huur is natuurlijk ook hoger. Maar voor de rest ben ik hier heel tevreden.

Is er een verschil tussen extravert en introvert schrijven?

Op werk hebben we een coach, wat ik echt een topidee vind en iedereen aanraad, en met die coach (hallo Lieneke, ik weet dat je dit leest!) heb ik een favoriet onderwerp: introversie. Ja ja, ik weet dat sommige mensen een hekel hebben aan die labels, maar sinds ik me erin verdiep, begrijp ik mezelf (en de mensen om me heen) toch een heel stuk beter. Nee, niemand is 100% introvert of extravert (dan zou je namelijk in het gekkenhuis belanden) en ja, je bent een heel uniek persoon blabla. Maar het is niet zomaar verzonnen, sterker nog, het is in je hersenen aan te tonen: introverten maken meer dopamine aan en hebben daarom minder externe prikkels nodig. Krijgen ze te veel, dan raken ze overprikkeld. Extraverten maken minder dopamine aan en gaan daarom goed op al die prikkels. Bovendien is een introvert meer gericht op zijn of haar binnenwereld en een extravert meer op de buitenwereld.

Ik zie het verschil heel goed tussen Mathijs en mij. Ik kan soms gek worden van een bepaalde geur, gepiep van het alarm in een winkel of het licht in de slaapkamer. Maar hij gaat goed op harde muziek en groepen mensen.

Oké, maar wat heeft dat allemaal met schrijven te maken? Nou, eigenlijk zie ik daarin ook een verschil tussen ons. Ik schrijf in mijn eentje, vaak wel met muziek op (maar dan wel muziek die ik al ken, zodat ik er niet door afgeleid raak), maar ik heb niemand nodig. Mathijs maakt muziek en dat doet hij wel eens in zijn eentje, maar het liefst werkt hij met mensen samen, zodat ze elkaar kunnen inspireren.

Ik ging nadenken over dat schrijven. Zou het dan ook zo zijn dat er meer introverte dan extraverte schrijvers zijn, vroeg ik aan Lieneke. Ik kwam eigenlijk zelf al op een antwoord, die ik graag bij jullie wil toetsen: niet per se, het zijn alleen verschillende soorten schrijvers. Zo moest ik denken aan Jan Siebelink. Ik heb stage gelopen bij het Letterkundig Museum waar we aan een tentoonstelling over hem werkten. Ik las boeken en interviews en kwam erachter: hij verzint eigenlijk niets zelf. Alles wat hij schrijft, komt of uit zijn eigen leven of uit de geschiedenis. Hij gaf dat ook gewoon toe en dat is natuurlijk prima. Maar dan denk ik aan een schrijver als Roald Dahl: oempa loempa’s bestaan niet (nee, echt niet) en zijn verhalen voor volwassenen zijn eh nou hopelijk ook niet echt gebeurd. Het komt allemaal uit zijn fantasie.

En dan denk ik aan mezelf. Natuurlijk schrijf ik wel eens over iets uit mijn eigen leven (bijvoorbeeld dit stukje dat eigenlijk over mijn oma ging), maar ik kan ook gekke, magisch-realistische verhalen schrijven of vanuit personages schrijven die niet eens in de buurt komen van mijn eigen persoon.

Ik besloot het te vragen aan een collega, Hannah, een extravert (hoewel zij niet van labels houdt). We doen hetzelfde werk, want we zijn allebei tekstschrijvers (Hannah wel meer gericht op lange teksten en ik meer op social media). Ik legde mijn theorie uit aan haar en ze dacht na. “Ik heb eigenlijk ook niet zoveel fantasie,” zei ze. “Ik ben wel creatief, maar haal mijn inspiratie vooral uit door te observeren.” Ik vroeg of ze wel eens fantasy had geschreven, maar daar is ze inderdaad nooit aan begonnen. Zou mijn theorie dan kloppen? Baseer je je als extraverte schrijver meer op wat je meemaakt of geschiedenissen en heb je als introverte schrijver meer fantasie?

Ik weet het niet, maar ik ben benieuwd wat jullie denken!

Eng!

Vandaag had ik een webinar van mijn werk. Het ging over nieuwsgierig zijn en dingen doen die je eng vindt: precies de levenswijze die ik aanhang, want eens in de zoveel tijd word ik onrustig en MOET ik gewoon iets doen wat ik eng vind.

Dat begon met, jawel, deze blog. Niet het bloggen zelf, maar ik wilde mijn blog inzetten om iets te doen wat ik eng vond: nieuwe mensen ontmoeten. Ik bedacht een rubriek waarin ik mensen ging interviewen over hun werk (in 2011!!! Gelukkig zijn mijn interviews inmiddels beter). Zo kon ik ongegeneerd vragen stellen en zou het elke keer een beetje minder eng worden om mensen te ontmoeten die ik nog nooit had gezien. Het begon met een lezer van mijn blog, Wijnand. Naast de rubriek ‘Laura beroept zich’ heb ik ook een rubriek over schrijven gedaan, waarin ik mensen interviewde die op verschillende manieren schrijven voor hun werk (‘Wie schrijft die blijft’). En, nog voordat ik zelf filosofie ging studeren, interviewde ik allerlei filosoferen (nogal pretentieus ‘Van denker tot denker‘ genoemd).

Ik heb veel dingen gedaan voor mijn blog, maar ik denk dat ik dat wel het leukste vond: in gesprek gaan met bijzondere mensen. Na elk gesprek kwam ik vol energie thuis, omdat ik het ontzettend leuk vond om te doen. En: met elk gesprek werd het minder eng.

Inmiddels heb ik al zoveel mensen ontmoet via mijn blog dat ik het nooit meer eng vind om iemand nieuw te ontmoeten. Ik heb samen met bloggers ook allerlei gekke dingen gedaan, zoals warme chocolademelk uitdelen op het station, naar random mensen zwaaien op het station en bloemen uitdelen (ja, veel dingen op het station???) die soms ook een beetje eng waren. Oh en natuurlijk mijn brieven naar allerlei bedrijven en lezers (waaronder iemand die nu mijn beste vriendin is, maar toen kenden we elkaar nog niet #toevalbestaatniet)!

Toneel is ook zoiets voor mij: ik moet altijd over een drempel, voordat ik erheen ga, want je weet nooit wat er gaat gebeuren en je moet de controle loslaten. Maar eenmaal daar geniet ik enorm.

Dus, na die webinar dacht ik: ik heb al een tijdje niets engs gedaan. Ik moet weer iets doen. Maar wat dan in deze coronatijden? Mensen interviewen kan natuurlijk telefonisch of via de webcam, maar dat geeft absoluut niet dezelfde energie als in real life en is bovendien niet eng meer. Toneelspelen durf ik ook niet aan in verband met corona.

Ik weet het dus nog niet, maar als jullie ideeën hebben, let me know!

Laura’s liefdesletteren: uniek

Ik wil vaker fictie schrijven en daarom heb ik dit onderdeel in het leven geroepen. Verhaaltjes over – je raadt het al – liefde. Omdat liefde fijn is. En stom. En raar. En bijzonder. Allemaal tegelijk.

***

Mijn rode jas. De manier waarop ik loop. De lijn van mijn schouders naar mijn onderrug. Soms houdt hij minutenlang mijn handen vast, zich verwonderend over de grootte ervan. Hij heeft nog nooit zo iemand ontmoet.
‘Ik zou jou altijd herkennen in een menigte,’ zegt hij.
Zijn admiratie over de foto’s die ik van mezelf maak, is grenzeloos. Soms betrap ik hem op zijn blik als ik met een deken om me heen op de bank zit, als ik zit te schrijven, als ik niets doe. In elk gebaar van mij zit verborgen schoonheid. Hij kijkt naar niemand zoals hij naar mij kijkt.

Ik durf hem niet te vertellen dat ik eigenlijk maar een heel gewone jongen ben.

Huilen om Zuilen


Dit was mijn huis, wel een beetje aan de kleine kant.

Ik kon het jullie natuurlijk niet vertellen in verband met privacy (fan mail kon gewoon naar mijn manager), maar voordat ik verhuisde, woonde ik in de wijk Zuilen in Utrecht. En ik moet zeggen, het heeft een speciaal plekje in mijn hart.

Zuilen was de plek waar ik weer in mijn eentje ging wonen na een vervelende tijd in Rotterdam. Het was de plek waar ik leuke buren had, weet je wel, buren die me niet bedreigden zoals in 010. Ik kan zelfs zeggen dat ik bevriend ben geraakt met een aantal van hen (in een andere blog meer hierover). En jawel, Zuilen is voor mij de plek van de liefde, want hier leerde ik Mathijs kennen.

We zagen elkaar voor het eerst voor de Bethelkerk, gingen op de kabelbaan in het speelbos, dronken wat bij The Colour Kitchen Zuilen en vooruit, ook nog wat bij De Parel van Zuilen. De date erna zagen we elkaar bij het museum van Zuilen (Zuilen was vroeger een gemeente en heeft een bijzondere geschiedenis, dus is wel een schattig museum waard), lunchten bij The Sandwich Company, maakten een wandeling in de tuinen van Slot Zuylen en aten een ijsje bij een ijssalon die niet meer bestaat aan de Amsterdamsestraatweg. En nu kan ik dat allemaal in detail zeggen, want ik woon er niet meer.

Zuilen is een mengelmoes. Je hebt de oude Zuilenaren, de nieuwe yuppen, de kerken, de liederen van de moskee die ik vanuit mijn open raam kon horen, de oude huizen, nieuwbouw. Dat is het wat het zo leuk maakte. Ja, het ligt ver fietsen van ALLES (ik woonde niet bij het Julianapark ofzo, wat ook een geweldig onderdeel is van deze wijk, want de kippen lopen daar gewoon op straat als ze daar zin in hebben, maar ik woonde eerder tegen Maarssen aan), maar dat was ook juist lekker rustig.

Wel tienduizend keer heb ik praktisch de hele Amsterdamsestraatweg afgefietst. Eerst drukte, gedoe, lawaai, maar met elke stoplicht sloegen er meer fietsers af, totdat je alleen fietst met slechts het geluid van de vaartuigen op het Amsterdam-Rijnkanaal als achtergrondmuziek.

En ja, op een gegeven moment was ik het zat. Het kleine huis waar je in dezelfde ruimte slaapt als dat je eet en dat je leeft en dat je werkt (of nou ja, in deze coronatijden dan). Het halfuur fietsen als ik naar de bioscoop wilde. De piepende auto’s, want doodlopende straat.

Nu kan ik een nieuwe wijk ontdekken (die ik natuurlijk hier niet ga noemen vanwege diezelfde privacyredenen). Een wijk die totaal anders is en vast ook onontdekte parels heeft. Een wijk waar de liefde een vervolg heeft. Maar Zuilen zal ik niet vergeten.

Alles gaat door

We leven in een wereld van maskers, misnoegen en macht. Ik leef bij de gratie dat jij me niet aanraakt. Ons schreeuwen is een moordwapen. Dit hadden ze niet kunnen schrijven in de boeken over de toekomst.

Het went snel. Eerst schrik je van elke hand die je wordt toegereikt, maar daarna schrik je alleen van een omhelzing in een film. Alarmsignalen, DAT MAG NIET, schok, besef. Ontspannen bestaat niet meer.

We selecteren de mensen om ons heen zorgvuldig en altijd met een onzichtbare bubbel die ons van hen scheidt. Slechts die in het huis wonen, mogen dichtbij komen, maar ze komen te dichtbij. We verlangen naar andere handen.

Het is wij tegen zij. Wij, de ongenaakbaren, de onaanraakbaren. Wij strelen slechts onszelf. Contact is als een ziekte, is de ziekte, maar wij staan aan de goede kant. Zij, de aangetasten, de tastenden. Opgepakt, bij elkaar opgehoopt op het grote grasveld, op televisieschermen, maar toch zo eng dichtbij.

We rekken het op met de centimeter, met de ‘als’, met de ‘ja, maar’. Alleen de beschaving staat tussen ons in, maar het glas wordt steeds dunner. De ander zien we scherper, maar het einde niet. 

Toch leven wij nu. Toch gaat alles door. Het gaat altijd maar door. 

Verhuisblog 4: IK HAD EEN BREAKDOWN

[thumbnail van een huilende Laura]

Hallo mijn allerliefste fans, wat fijn dat jullie er weer zijn. Het einde is eindelijk in zicht, want dit is de laatste verhuisblog. Ja, ik weet het, ik heb het concept niet genoeg uitgemolken. Elke zelfrespecterende influencer plaatst minstens honderd vormen van content over zoiets. Ik heb niet eens spons binnengehaald. Ik ben echt een slechte vlogger blogger.

Nu ik in een tweekamerappartement villa woon, heb ik uiteraard ook een tuin. In een tuin hoort een picknicktafel. Mathijs kwam met het idee om de picknicktafel te verven. Dat is op zich een leuk idee. Hij was er zelf alleen niet om het uit te voeren, want hij ging een weekendje weg. (‘OMG, ging hij zonder jou een weekendje weg? Zijn er relationship troubles???’ ‘Nee, hij ging kamperen met vrienden.’ ‘En jij mocht niet mee?????’ ‘Ik HAAT kamperen.’ ‘Begrijpelijk.’)

Vol goede moed ging ik dan maar aan de slag en ik kwam achter de volgende dingen:
– Schuren duurt laaaaaaaaaaang.
– Verf komt overal te zitten.
– Je kan maar een kant verven, omdat het droog moet zijn en dat betekent dat je moet wachten en ik ben niet goed in wachten.
– Ga alleen verven (volgens mij moet je eigenlijk schilderen zeggen, maar ik ben sowieso een n00b) als het de komende duizend jaar niet gaat regenen.
– ALLES KOMT ONDER DE VERF TE ZITTEN, ALLES.
– Laat het gewoon je lover doen die het bedacht heeft. Of doe het gewoon niet.

Jullie moeten beseffen dat ik een week vrij had die opgevuld was met verhuisdingen (ja, ik heb een baan, terwijl ik influencer ben, but it keeps me grounded jwt) en het ook nog niets eens lukte met die verdomde picknicktafel. Ik was kaputti, zat onder de verf en kon de tranen niet meer tegenhouden. Natuurlijk was dat de uitgelezen kans om te gaan vloggen, want daar scoor je mee, maar ik was mijn camera helaas vergeten. Ik stond op het punt om de picknicktafel dan maar over de schutting te gooien, toen Mathijs gelukkig weer terugkwam. Enige probleem: het bleef maar regenen, dus de picknicktafel is nog steeds niet af (iets met buitenlak blablabla).

De dagen erna stonden in het teken van inpakken, inpakken, inpakken. Woensdag was dan eindelijk de dag: mijn hulptroepen en ik gingen aan de slag, jawel, tijdens storm Francis. Want waarom ook niet? Het is niet alsof het weer ook maar een keer mee heeft gezeten tijdens dit hele avontuur. Maar zoals dat gaat in sprookjes: op het einde kwam alles goed. Ik zit veilig en droog in mijn villa met al mijn tachtigduizend spullen om me heen.

Ik snap dat jullie nu een house tour willen (‘This is my crib’), maar daar moeten jullie even op wachten tot ik mijn nieuwe vlogcamera gekregen gekocht heb…

Verhuisblog 3: verven, vloer en Fabian

Hallo allerliefste lezers, daar ben ik weer! We gaan weer door met de volgende verhuisblog, houd je goed vast, want als ik een YouTubekanaal had, zou je nu een half uur naar mijn gebrabbel moeten luisteren. Gelukkig is dit een blog.

[reclame]

Vorige week vrijdag kreeg ik de sleutels van het nieuwe huis en… dat viel een beetje tegen. Ik had het huis alleen nog gezien met meubels en toen leken de muren en vloer prima, maar dat bleek niet helemaal te kloppen. Door waterschade kwam de vloer een beetje omhoog in de keuken en in de slaapkamer was een oranje plek in de vorm van een halve cirkel (door de bureaustoel die daar stond). De muren waren al zeven jaar niet geverfd en dat was te zien. Zou dit ooit nog goed komen?

[reclame]

Ja, het kwam allemaal goed. Helaas konden er geen schilders komen vanwege de bouwvak, maar ik kon de verf declareren en maandag zou de vloerenlegger komen. Wacht… maandag??? Ja, dat betekende dat we twee dagen hadden om te verven. In een temperatuur van meer dan 30 graden.

[reclame]

Ik heb een tip voor jullie, helemaal gratis: ga niet verven als het meer dan 30 graden is.

[reclame]

Helaas kon het nu echt niet anders. Als eerste moest ik heel het huis afplakken en ik kan jullie vertellen: ik heb heel veel stopcontacten (iemand zin in een stopcontactenblog?) en lichtknopjes. Dat komt later natuurlijk heel goed uit, want lang leve stopcontacten, maar nu dacht ik gjowejrioewjrioewjroewijr. Na het afplakken kon het verven eindelijk beginnen: Mathijs begon aan de lange, blauwe muur (celadon blauw voor de geïnteresseerden) en ik deed de rest. Zondag overdag was ik alleen (Mathijs moest werken) en ik had ik wellicht meerdere dipjes verspreid over de dag. Badend in het zweet verfde ik muur na muur, op een gegeven moment mengde het zweet zich met tranen, slechts het bloed ontbrak. Maar we hebben het overleefd en ik moet toegeven: het huis ziet er weer netjes uit.

[reclame]

En dan heb je nog Fabian. Jullie denken natuurlijk: wie is Fabian, what happened met Mathijs? Geen zorgen, Fabian is een kledingkast en geen concurrentie. Ik heb nog een tip voor jullie: koop geen Fabian. Hoewel een niet zo grote kledingkast is hij zwaarder dan alles van de Ikea bij elkaar (Fabian is van de Gamma). Met wederom zweet en tranen hebben we hem naar binnen gesjouwd. We moeten nog afwachten of het waard is…

[reclame]

Abonneer je op mijn kanaal, want volgende keer vertel ik je dat mijn verhuizing eerder dan gepland is en hoe jij dit ook kunt bereiken (hint: visualisatie)!!!

Verhuisblog 2: ik gooide tachtigduizend vuilniszakken vol troep weg!!!

Goedemorgen/middag/avond en leuk dat je kijkt naar weer een nieuwe verhuisblog. In deze declutterblog vertel ik je hoe ik tachtigduizend vuilniszakken vol troep weggooide en evenveel dozen vulde met spullen. Ik wilde natuurlijk het liefst een decluttervlóg voor jullie maken, maar helaas kan ik het SD-kaartje van mijn camera echt nergens vinden…

Ik ben geen minimalist. Helaas, want dat is wel een trend tegenwoordig. Blijkbaar kun je in 28 vierkante meter heel veel troep verzamelen. Boeken, tijdschriften, kleding, kaarsenhouders, make-up (wat verbazingwekkend is voor iemand die heel weinig make-up draagt), elastiekjes en god, wat eigenlijk niet? Ik dacht dat ik nu toch echt niet zoveel had als toen ik nog groter woonde, maar je kunt verrassend veel kwijt in een microwoning. Ik zie nu trouwens ook dat ik mijn eigen advies om NOOIT MEER te verhuizen ook in de wind heb geslagen…

Maar goed, opruimen en inpakken dus. Voortvarend besloot ik al voordat ik wist dat ik het huis had (ja, ik ben blijkbaar helderziend) om te beginnen met opruimen. Sieraden van de middelbare school (!!! dat is dus al minimaal 10 jaar geleden !!!) gingen de deur uit en ik besloot eindelijk eens wat tijdschriften te lezen, zodat ik die daarna in de minibibliotheek kon leggen. Als je eenmaal begonnen bent (maar ja, dat is het moeilijkste gedeelte), dan gaat het ook behoorlijk goed. Het enige wat je moet doen, is je voorstellen dat je al die dingen in een doos moet doen om naar een ander huis te dragen. Visualisatie heet dat. Zo heb ik natuurlijk ook mijn huis gevonden, door the law of attraction. Gewoon denken aan wat je wil en je krijgt het. Vroeger heette dat The Secret, maar we doen gewoon alsof het iets nieuws is.

Vuilniszak na vuilniszak gooide ik weg. De minibibliotheek brak bijna uit zijn voegen door alle boeken en tijdschriften die ik daar neerlegde (criterium: als ik het boek al gelezen heb en het niet leuk genoeg vind om nog een keer te lezen, moet het weg). Daarna was het tijd voor stap 2: inpakken.

Het leek me handig om alvast in te pakken, voordat ik de sleutels kreeg. Dan kan ik namelijk op die dag al heel wat dozen naar het nieuwe huis brengen en hoef ik die tijd niet te gebruiken voor het inpakken. Dat is natuurlijk een leuk idee, maar niet als je in een kabouterhuisje woont. Momenteel ben ik niet in staat om me van mijn bureau naar mijn bed te verplaatsen, laat staan dat ik iets van kleding uit mijn kasten kan pakken. Gelukkig is er ook geen hittegolf ofzo, want dat zou de boel pas echt onaangenaam maken.

Laat ik deze blog eindigen met een paar learnings. Gewoon gratis. Wil je meer tips? Volg dan mijn Instagramcursus. Nu voor maar 500 euro per week!

– Boeken zijn zwaarder dan je denkt.
– Platen zijn zwaarder dan je denkt.
– Inpakken duurt langer dan je denkt.
– Je kunt minder dozen op elkaar stapelen dan je denkt.
– Als alles in dozen is, raak je meer kwijt dan je denkt.

Bedankt voor het lezen, lieve volgers en tot de volgende verhuisblog waarin ik de sleutels heb ontvangen en een sneak peak geef in mijn paleis!

Verhuisblog 1: hoe ik na twee weken een huis met tuin kreeg in Utrecht

Jullie moet intens veel medelijden hebben met mijn familie, vrienden en lover: het enige waar ik tegenwoordig over kan praten, is verhuizen. Gelukkig is dit onderwerp wel hip onder influencers (like and subscribe), dus kan ik jullie er wel mee vervelen. Zoals het een echte influencer betaamt, heb ik dan ook een pakkende titel bedacht die niet eens onwaar is! Ik neem jullie mee in hoe alles begon.

Je hebt een relatie en je wil wat: jawel, rekeningen delen, ruzie maken over de afwas en struikelen over elkaars spullen. Nu wil het toeval dat ik, hoewel zelf een influencer, niet met een influencer samen ben. Ja, ik ben gegaan voor een Gewone Nederlander. Dat is niet goed voor de views, maar wel goed voor mij. Het houdt me nuchter, beide beentjes op de grond. Nu werkt mijn Gewone Nederlander in twee sectoren die niet heel goed samengaan met corona: de theaterwereld en de horeca. Het was dus wel een leuk idee om te sparen voor een villa, maar in de praktijk betekende dat het nog zo’n duizend jaar zou duren.

Ik ben ongeduldig. Heel ongeduldig. Ik kan nog net wachten in de rij voor de kassa, maar dat is het ook wel. Daarnaast wilde ik gewoon graag weg uit mijn minihuis. Ondanks dat ik zelf mini ben, ontgroeide het me toch en leek het me wel leuk om een buitenruimte te hebben. En een kat. En uiteindelijk dus een huisgenoot die me kust en voor me kookt.

Dus hakte ik op een dag de knoop door: ik zou alvast zoeken naar een huis waar mijn lover later op zijn tijd in kon trekken. Dat is ook goed voor mijn YouTubekanaal, want dan heb je twee onderwerpen die je uit kunt smeren: het verhuizen en het samenwonen. Ka-ching.

Ik maakte mijn plannen kenbaar aan de wereld en ging op zoek. Toevallig had mijn buurmeisje (die van de krant) al iets gevonden. Dat was trouwens ook een motivatie, want ik zou hier nooit een betere buurvrouw/man kunnen krijgen dan iemand die ook Laura heette. Mijn buurmeisje gaf me tips en ik begon als een gek op huizen te reageren.

Al snel was het raak: ik kreeg een bezichtiging. Het huis leek me leuk, maar hoewel ik mijn wens voor een toekomstige kat had uitgesproken in mijn reactie, stond er wel bij dat huisdieren niet toegestaan waren. Ik besloot om te gaan, maar geen hoop te hebben.

Maar dan ga je het huis bezichtigen en denk je: ja, ja, ik zie dit wel voor me. Het huis heeft twee kamers, is in een van de beste wijken van Utrecht en… heeft een tuin. Je vraagt aan de makelaar of een kat is toegestaan en jawel, dat mag.

Na de bezichtiging moet je, als je geïnteresseerd bent, een motivatie schrijven. Hoe groot is de kans dat je het eerste huis krijgt dat je bezichtigd hebt? Je schrijft een motivatie en hoort maar niets. Iemand anders zal het vast gekregen hebben.

Maar op een gegeven moment zit je in het Julianapark met je beste vriendin. Terwijl jullie aan het praten zijn, word je her en der bijna aangevallen door kippen en hanen, want zo gaat dat daar. De telefoon gaat. Een onbekend nummer, maar je hebt zo’n gevoel. Het is de makelaar en jawel, je hebt het huis!

Doe een duimpje omhoog, laat een reactie achter in de comments en stay tuned voor het volgende deel van mijn verhuisblogs!!1!1!!