Ja joh, af en toe lekker zeuren mag. Zoals jullie misschien wel weten, heb ik een Cinevillepas (#nogsteedsgeenspon) en dat betekent dat ik minimaal een keer in de week in een bioscoop te vinden ben. Niet die van Pathé (te druk en te commercieel), maar filmhuizen, want ik ben niet voor niets een elitaire linkse semi-hipster. Meestal is de ervaring goed (ga Paterson zien, mensen!), maar zoals altijd zijn er kleine ergernissen. Ik ben de vervelendste niet, dus ik deel die gewoon met jullie:
– Mensen die de hele tijd praten. Af en toe fluisteren is niet erg (is het jullie opgevallen dat mannen niet kunnen fluisteren, omdat ze een bromstem hebben?), maar hardop praten gedurende de hele film? :@ Ik heb dus een keer in een bioscoopzaal gezeten met allemaal vrouwen van 70+ die hun mond niet hielden. Als je dan ‘ssst’ zei, waren ze dertig seconden stil. Just kill me.
– Mensen die op hun telefoon kijken naar de film. Dat licht van de telefoon is zo fel dat het enorm afleidt. En wat kan er nou in godsnaam zo belangrijk zijn om je telefoon tijdens een film te checken? Zet hem gewoon uit.
– Rokers. Als je zelf rookt, ruik je het natuurlijk niet, maar die walm blijft je gewoon achtervolgen.
– In hetzelfde kader: mensen die hun halve parfumfles hebben leeggespoten.
– Eigenlijk erger ik me niet zoveel aan mensen die chips eten, maar ik weet dat die er wel zijn en daarom voel me altijd erg ongemakkelijk als ik zelf iets eet dat kraakt. Bij elk hapje denk ik: ‘Omg, de hele bioscoopzaal kan dit horen. Het is alsof er een bom ontploft in mijn mond.’
– Lange mensen. Behoeft geen uitleg.
– Duizend keer dezelfde trailer zien (is alleen mogelijk als je dus heel vaak naar de bios gaat). Ik ken die van Manchester by the Sea en Jackie inmiddels uit mijn hoofd.
Ik had ’s nachts nog een goed einde voor deze blog bedacht, maar ik ben hem vergeten. Scusi. #anticlimax