‘Hallo, ik ben Frambozenijs.’

Ik heet Laura. Aangenaam. Ik hoop maar dat jullie dat weten, want zo niet, nou ja, dan heb je een ernstig probleem (hint: de url van mijn blog). Maar goed, zo heet ik dus, zoals héél, héél veel mensen. Nee, niet tachtigduizend, maar eerder tachtigduizend miljoen ofzo. Het is een wonder dat ik op de middelbare school ‘maar’ met twee andere Laura’s in de klas zat, het hadden er ook tien kunnen zijn.

Maar genoeg gezeur (‘Ja maar, Laura, ga je het dan deze keer niet over Jan Smit hebben?’ ‘Nee, die jongen krijgt al genoeg aandacht.’). Eigenlijk vind ik het wel een mooie naam. Niet te kort, niet te lang. Je kan er geen rare, beledigende dingen van maken. Denk ik. Nooit meegemaakt in ieder geval. Het is een internationale naam, ook in het Engels uit te spreken. Ja, op het minpuntje na dat ie-de-réén Laura heet, ben ik wel tevreden.

Want er zijn namelijk mensen, nou ja, ik zou huilen als ik hun was. Tegenwoordig lijkt het wel in te zijn om je kind de meest debiele namen te geven. Ik snap het niet. Ik bedoel, ja, dan ben je wel origineel, maar je moet de naam ook elke keer spellen (en dat is niet leuk mensen, dat weet ik uit ervaring en nee, niet vanwege mijn voornaam). En je krijgt mensen die zo reageren wanneer je de naam van je kind zegt: ‘Oh eh ja, apart…’ Bovendien is het gewoon belachelijk. Belachelijk om je kind ‘Spijker’ of ‘Poppy Honey’ te noemen. Ik bedoel, dan kan je hem of haar net zo goed ‘Frambozenijs’ noemen.

Maar je zou zo’n naam best kunnen uitbuiten. Stel dat ik een kind krijg (nee, ik ben niet zwanger), dan kan ik hem of haar best Lauradenkt.nl noemen. Goede manier om je site te promoten toch? Of je noemt je kind Prinses Beatrixlaan 2, dan heb je twee vliegen in één klap!

Nee, lieve mensen, laten we alsjeblieft teruggaan naar de normale namen, desnoods oer-Hollands. Zolang je je kind maar geen Laura noemt, want daar hebben we er al genoeg van.

If music be the food of love, play on

Mijn piano

Muziek is fijn. Als je verdrietig bent of als je juist heel vrolijk voelt. Op de achtergrond tijdens het lezen. Of juist heel geconcentreerd luisteren tijdens een concert.
En daarom zal ik nu tien artiesten/bands/muzikanten opnoemen die ik goed vind en één nummer als voorbeeld (wat ik niet noodzakelijk het beste nummer van die artiest vind, want ik kan meestal helemaal niet één beste nummer vinden, omdat er zoveel goed zijn!). Nee, het is geen top 40-muziek zoals Rihanna of iets dergelijks. Maar dat maakt niet uit. Hopelijk ontdek je nog wat nieuws!

1. Frank Sinatra
Frank Sinatra is een held. Hij werd niet voor niets the voice genoemd. Frank is een charmeur en ook beetje gek (luister maar naar ‘Downtown’). Hij maakt fijne jazzmuziek en heeft nog veel meer leuke nummers, niet alleen de nummers die iedereen kent (‘I’ve got you under my skin’ enzo). Dus. Luisteren. Nu!
Muziektip: I won’t dance

2. Regina Spektor
Ik houd van mannelijke stemmen. Achtennegentig procent van de muziek die ik luister, wordt gezongen door een man. Maar toch krijgt Regina Spektor het voor elkaar dat ik naar haar luister. Ik kan haar muziek niet zo goed omschrijven, ze heeft verschillende stijlen in zich, maar één ding komt wel naar voren: ze is net zoals Frank Sinatra een beetje gek, of eigenlijk wel meer dan een beetje. Ze maakt namelijk rare geluiden in haar liedjes. Maar op de één of andere manier klopt het er dan toch bij.
Muziektip: Us

3. Noah and the Whale
Een band die ik niet zo goed kende en waar ik – eigenlijk volkomen onverwachts – naar toe ging in de Melkweg in Amsterdam. Ze maken indie-achtige muziek en vooral het eerste album vind ik leuk. En dan nog een weetje: Laura Marling heeft ook in deze band gezeten en had een relatie met de zanger Charlie Fink.
Muziektip: Five years time

4. Spinvis
Spinvis. Je houdt ervan of je houdt er niet van. Ik wel. De lyrics zijn, nou ja, bizar. Aan de ene kant denk je: het slaat helemaal nergens op. En aan de andere kant: er zit zoveel in. Ik snap er in ieder geval geen drol van en dat is er juist zo leuk aan.
Muziektip: Wespen op de appeltaart

5. Kings of Convenience
Rustige, een beetje dromerige muziek. Af en toe een beetje droevig. Dat is hoe ik de muziek van Kings of Convenience zou omschrijven. Goede achtergrondmuziek als je een boek aan het lezen bent.
Muziektip: Me in you

6. Jonathan Jeremiah
Deze man heb ik laatst nog live gezien in Tivoli. Hij heeft een hele aparte, diepe stem. Zijn muziek is een beetje folk, soms zelfs jazz-achtig. En hij heeft een mooie kop met haar, maar dat is hier natuurlijk totaal niet relevant.
Muziektip: See

7. Paul McCartney
Niet alleen Frank Sinatra is een held, Paul McCartney is dat zeker ook (mijn held dan)! Echt, die man is briljant. Eén nummer van hem kiezen is dan ook moeilijk, maar ik heb toch een poging gewaagd. Stop vooral niet na dit nummer, maar ga meer van hem luisteren!
Muziektip: Ram on

8. Adele
Adele is geweldig. Niet alleen als zangeres (wat een stem!), maar ook als persoonlijkheid. Een paar jaar geleden, toen ze nog niet superduperbekend was, had ik het genoegen om bij een optreden van haar te zijn. Jullie kennen ‘Chasing Pavements’, ‘Rolling in the Deep’ en ‘Someone Like You’ al, maar luister onderstaande liedje eens. Klein, maar oh zo fijn!
Muziektip: Daydreamer

9. U2
U2 heeft veel cd’s gemaakt. Heel veel. En ik heb er minstens acht. Wat er goed is aan deze band? De muziek (niet pop-achtig, maar origineler dan dat) en de hele goede lyrics. Jullie kennen waarschijnlijk de meer rocknummers (of mag ik dat geen rock noemen), maar mijn muziektip is een rustig, droevig pianoliedje over die vervelende maand: oktober.
Muziektip: October

10. The Wombats
Oké, ik moet het toegeven: hele hoogstaande muziek is het niet. Maar dat hoeft ook niet altijd. Dus, vandaar dit leuke, Britse bandje. Ik vind de lyrics van de meeste liedjes van hen hilarisch, ook die van de muziektip: ‘This is not Bridget Jones.’
Muziektip: Kill the director

Hebben jullie nog muziektips?

Ik en de NRC Next

  

Ik heb in de NRC Next gestaan. Dat klinkt spannender dan het was.

Het ging zo: toentertijd (ongeveer vier jaar geleden) had de krant de rubriek ‘kijk@nrc.nl’ (geloof ik). Iedere week was er een thema, bijvoorbeeld ‘badeendjes’ of ‘de kleur pimpelpaars’ (dit zijn thema’s die ik nu even zelf verzin, maar wie weet stonden deze er wel echt in) en dan konden lezers een foto insturen die betrekking had op dat onderwerp.

Het was maandag. Denk ik. Misschien dinsdag. En ik zag in de krant dat het thema ‘imponerend gebouw’ was. Toevallig, heel toevallig (dit kan toch haast geen toeval zijn) was ik die zomer naar Italië geweest, onder andere ook naar de stad Firenze (beter bekend als Florence). Florence heeft veel mooie gebouwen. En ik heb daar foto’s van gemaakt.

Ik trok de stoute schoenen aan en stuurde mijn foto + onzintekstje op. En hij werd geplaatst, jawel! Hierboven zien jullie eerst mijn foto en daarna de crappy foto van het artikelding in de NRC Next. Ik heb mijn woonplaats zwart gemaakt, niet dat ik nou zo anoniem ben en het enorm moeilijk is om op te zoeken, maar ik ga het jullie niet makkelijk maken. Dus. Je kunt op de foto klikken, dan is het mijn onzintekstje wél te lezen.

Vol trots liet ik het zien aan mijn filosofieleraar (die tevens Grieks en Latijn gaf en Italianofiel, nee dat is geen woord, is) met de vraag welk gebouw het eigenlijk was.

Maanden en maanden heeft hij erover nagedacht, maar hij kwam er maar niet uit.

Het is een eeuwige mysterie.

Zijn jullie wel eens in de (regionale) krant gekomen?

Dirk-Jan

Dat ik een beetje gek ben, weten jullie al. Maar vandaag is daar nogmaals een bewijs van.

Wat doe je als je eigenlijk je presentatie moet voorbereiden, maar je daar geen zin in hebt? Precies, dan ga je op een andere manier literair verantwoord bezig zijn, want daar ben je student Literatuurwetenschap voor.
Die dag ervoor had ik namelijk geleerd over collages, de kalligram en het futurisme. En over iets anders. Er werd namelijk ook verteld over de zogeheten cut-up technique.
De wat? Ja, de cut-up technique. Het is niet moeilijk, je hoeft er niet voor op de universiteit te zitten en zelfs de middelbare school is niet noodzakelijk. Het enige talent wat je moet hebben, is voor knippen en plakken.
Ik zou de cut-up technique dan ook graag willen introduceren op de basisschool.

Maar goed, nu heb ik het nog steeds niet uitgelegd: men neme een willekeurige tekst (liefst alledaags, zoals een krant) en men knipt de woorden eruit. Van die woorden maak je iets nieuws. En klaar is uw gedicht of verhaal.

Literair als ik ben (u mag kuchen), wilde ik dit natuurlijk uitproberen. En dat deed ik, geheel studentikoos. Ik pakte namelijk de Mare (studentenkrant in Leiden), zoals te zien op het plaatje.
Ik koos voor een artikel met een titel waar ik mijn mening uiteraard niet over zal verkondingen: ‘De politie is ssslecht!’


U kunt klikken voor een grotere foto.

En toen begon het knippen. Ik kan u vertellen: dat is zo makkelijk nog niet. Probeer maar eens één enkel woord uit de krant te knippen in plaats van heel het artikel: geen eenvoudige klus. En daarna werd het er ook niet makkelijker op. Want wat ga ik er in hemelsnaam van maken? Het punt is: je kan er niet van maken wat je wil, want je bent beperkt door de woorden die in het artikel gebruikt worden.
Maar, vol trots, kan ik vertellen dat het is gelukt. Een hoogstandje is het niet, misschien maar een klein beetje grappig. Maar wat een prestatie zeg (*applaus*), want echt: het is moeilijker dan het lijkt.

Het gedicht noem ik hierbij ‘Dirk-Jan’ en mijn gedichtenbundel is binnenkort verkrijgbaar in de betere boekenwinkel. En ja, voor de mensen die behoefte hebben om het gedicht te analyseren: dit gaat uiteraard over één van de moeilijkste en tevens pijnlijkste activiteiten ter wereld (versieren), gekoppeld aan de diepzinnige gedachte van een supermarkt in Sneek.

Dus: verveel je je nou enorm erg en heb je de enorme behoefte om literair verantwoord bezig te zijn, maar geen zin om te schrijven of om een boek te lezen en verlang je bovendien terug naar de basisschool? Zie hier de oplossing.

Laura’s brieven: Fristi en Metro

Wederom komt er een nieuw projectje op Laura denkt, namelijk: Laura’s brieven. De afgelopen weken heb ik enorm veel brieven (zesentwintig om precies te zijn) geschreven naar verschillende bedrijven. Daar stonden vragen in en soms ook suggesties (niet allemaal even serieus). Waarom? Omdat brieven schrijven leuk is. Omdat het kan en omdat ik benieuwd ben wie er (überhaupt) terugschrijven en wat dan precies! (Nogmaals: let niet op mijn handschrift, daar gaat het niet om!)

Metro

Klik op de foto om het groter te maken. 

Binnen één week kreeg ik vier brieven en één mailtje: goede score! Eén van die brieven was van Metro. Nee, niet dat ene openbaar vervoersmiddel, maar de gratis krant.

Ook hierover mag ik melden dat mijn vragen beantwoord zijn! Leuk om het verhaal achter de naam te weten te komen :)

Fristi

Ook kreeg ik een brief van Friesland Campina: het bedrijf dat de welbekende Fristi (wie dronk het vroeger niet?) produceert.

En ik kan u mededelen: ze hebben al mijn vragen beantwoord. Helaas is het ontstaan van de naam niet bekend, maar dat geeft reden voor speculaties: wat denken jullie? En wat vinden jullie van mijn smaaksuggesties? (ik vind vooral Fristi Framboos erg goed bedacht, al zeg ik het zelf, vanwege de alliteratie dus)

November: Daag jezelf uit

Elke maand plaats ik vijf uitdagingen om het leven mooier, spannender en gekker te maken. Aan jou de keuze om ze uit te voeren of niet.

1. Zet elke maand minstens tien euro op je spaarrekening (het liefst meer natuurlijk). Bedenk een doel waarvoor je gaat sparen of beloof jezelf dat je er aan het einde van het jaar wat leuks van gaat kopen.
2. Ga naar buiten als het keihard regent. Ren door de straat, stamp in de plassen, zorg ervoor dat je zo doorweekt mogelijk raakt. Daarna mag je naar binnen, onder de warme douche.
3. Spreek een onbekende aan in de bus/metro/trein.
4.  Eet twee weken lang lang geen vlees of vis.
5. Reageer en vertel me drie dingen waar jij trots op bent!

Enjoy!

Spijbelen met toestemming

Bron

Ik was een braaf meisje op de middelbare school. Ik deed (meestal) mijn huiswerk, haalde weinig onvoldoendes en had bijna nooit corvee. Spijbelen heb ik nooit gedaan.

Dat laatste is niet helemaal waar. Ik heb wel gespijbeld, maar dan met toestemming. Ik moet namelijk een niet zo geheim geheimpje verklappen: ik had een hekel aan gym. Nee, dat is te zwak uitgedrukt: ik HAATTE gym. Behalve hockey was er maar bar weinig wat ik leuk vond of wat ik überhaupt kon (oké, turnen niet meegeteld, ik kan wel de handstand!).

Bijna mijn gehele middelbare schoolperiode was ik zo uitverkoren dat ik een beugel mocht dragen. Je weet hoe dat gaat met beugels, je moet wel eens (heel vaak) naar de orthodontist. Dit is niet leuk, dat weet jij ook wel. Maar er zat één voordeel aan: je kunt het inplannen. Soms lukte het echter niet om précies op het uur dat ik gym had een afspraak te krijgen. Dus dan werd het daarvoor of erna. Maar dan keek ik met mijn bambi-oogjes naar mijn moeder en deden we net alsof de afspraak wat eerder of later was. Geen gym voor mij dus. Spijbelen met toestemming.

Ik ben mijn moeder nog eeuwig dankbaar.

Ik moet bekennen dat ik niet meer zo braaf ben. Vorig jaar heb ik een aantal de meeste  hoorcolleges van Engels geskipt. Zonder toestemming.

Oeps.

Maar ik heb het vak wel gehaald en daar gaat het om, toch?

Spijbel(de) jij vaak? (al dan niet met toestemming)

Twee = tachtigduizend

Weet je wat één van mijn favoriete dingen is om te doen, behalve chocolade eten en mensen nieuwsgierig maken? Overdrijven. Heel misschien hebben jullie het al gemerkt in mijn blogjes (het is te hopen in ieder geval), maar ik doe het eigenlijk, nou ja, altijd.

Waarom? Omdat een stukje gewoon veel leuker is met een aantal overdrijvingen. Ik kan wel zeggen dat ik klein ben, maar het is toch veel leuker als ik zeg dat ik gesprekken niet versta en dat ik altijd tegen knieën aan moet praten?  En hoe saai is het als ik zeg dat ik Twilight een niet zo heel leuke film vindt, maar ja, als mensen er naar willen kijken, dan moeten ze het zelf weten toch? Nee hoor, laat mij maar overdrijven!

Mijn lievelingsgetal is daarom ook niet zeven (veel te minnetjes!), maar tachtigduizend. Als iemand te laat is, dan is dat niet slechts tien minuten, nee dat is tachtigduizend uur. En ik heb toch al tachtigduizend keer gezegd dat blauw mijn lievelingskleur is? (in de werkelijkheid misschien een stuk of drie keer)

Ik heb hier geen verklaring voor, maar mensen die Freudiaanse technieken op me willen toepassen, (‘Ik denk dat het iets met penisnijd te maken heeft.’) ga vooral jullie gang.

Overdrijven jullie graag en/of vaak?

Blok of bloch

Een blog. Ik heb er één en de kans is groot dat jij, lieve lezer, er ook één hebt (misschien wel twee!). Maar de hamvraag is: hoe spreek jij het woord ‘blog’ eigenlijk uit?

Zelf spreek ik het uit als ‘bloch’, met een zachte G dus (nee, niet een echte zachte G, want ik ben geen Brabander, maar je begrijpt me vast wel). Vroeger, in die goede oude tijd, toen ik mijn vorige blog nog had (van mijn twaalfde tot mijn zestiende ongeveer) sprak ik zelfs van ‘loggen’ (ook met een zachte G). Nu moet ik er een beetje om lachen, wat een bizar woord is dat!

Maar goed, er zijn ook mensen die het op zijn Engels uitspreken als ‘blok’ dus (maar dan niet het Nederlandse woord ‘blok’, maar gewoon op zijn Engels, maar zo goed ben ik niet fonetisch, dus vandaar dat ik het maar zo doe).

Ik vind ‘bloch’ gewoon lief, lekker zacht. Ik weet het niet. (Heb ik nou echt gezegd dat een woord gewoon lief, lekker zacht is?)

Maar goed, dan nu de hamvraag aan jullie: hoe spreek jij ‘blog’ uit, als ‘blok’ of ‘bloch’? (het woord met de meeste stemmen krijgt een magnetron)

Laura beroept zich: Patricia de copywriter

Laura beroept zich is een serie waarin ik een aantal mensen interview (in real life dus, niet via de mail ofzo) over hun beroep. Dit gaat van machinist tot leraar geschiedenis. Deze keer: Patricia de copywriter!

***

Via een vriendin kwam ik in contact met Patricia, die een copywriter is. Interessant om te interviewen, was mijn eerste gedachte, maar: wat is een copywriter eigenlijk?

Kopie-schrijver

De copywriter schrijft op een commerciële manier, altijd binnen de reclamewereld. Je bent bezig met verschillende manier van schrijven, van advertenties (voor allerlei soorten media, zoals radio, televisie of internet) tot hele campagnes. Naast copywriter is Patricia ook een accountant executive, wat inhoudt dat zij de contacten met klanten verzorgd. En: ze schrijft elk kwartaal in haar eentje het Overschie Magazine vol (respect voor dat!).

Journalistiek

Patricia heeft HBO Journalistiek gedaan en wil(de) graag bij een tijdschrift werken, maar dat is tegenwoordig niet zo makkelijk. Er studeren jaarlijks veel journalisten af en het is moeilijk om een baan in de journalistiek te krijgen. Vandaar dat ze haar zoekveld heeft uitgebreid en zo is ze bij GB10 gekomen, een bedrijf dat veel werkt voor grote merken zoals Heinz.
Ze mocht de dag van haar sollicitatiegesprek meteen aan het werk en ze heeft het daar nog steeds naar haar zin. Wat ze vooral fijn vindt, is dat het werk niet saai is. Er zijn verschillende projecten tegelijk aan de gang. Maar daar zit ook weer een nadeel aan: het is moeilijker om je te concentreren.

De oude kerk in Overschie

Interviews en sfeerverslagen vindt Patricia het leukst. Het bijzonderste wat ze heeft meegemaakt, is dat ze met een oud-museumvoorzitter de oude kerk in Overschie ging bezoeken. Ze gingen via de wenteltrappen helemaal omhoog en stonden daar onder de klok met een mooi uitzicht op Overschie. Een heel verschil met een normale werkdag waarbij ze meestal achter de computer zit te tikken.

‘Wat vind jij nou van de islamisering?’

Veel mensen weten niet zo goed wat een copywriter is (net zoals ik voorheen). Dat krijgt Patricia dan ook vaak te horen. Een andere reactie die ze vaak krijgt, als ze vertelt dat ze journalistiek heeft gestudeerd, is dat mensen met haar in discussie willen gaan over het nieuws. Maar wat veel mensen niet beseffen, is dat er verschillende soorten journalisten zijn en dat niet elke journalist zin heeft in een discussie.

Tips

Een tip van Patricia is: blijf kritisch. Daarnaast een tip waar ze zelf veel aan gehad heeft: probeer altijd een stap voor te zijn. Zorg ervoor dat je (bijvoorbeeld in een interview) al weet wat de ander gaat zeggen. Zo ben je altijd een paar stappen voor op iemand.

Ik vond het (weer) een interessant interview. Copywriter is een veelzijdig beroep en een goede (tweede?) keuze voor mensen die Journalistiek hebben gestudeerd.

***

Dit is (waarschijnlijk) het laatste interview van Laura beroept zich. Als ik een mailtje krijg van iemand die mee wil werken of als ik iemand ontmoet met een enorm interessant beroep, dan zou er zomaar nog een interview bij kunnen komen, maar ik ga er in ieder geval niet meer naar op zoek. Waarom niet? Omdat ik bezig ben met een nieuw interview-project, die nog tien keer leuker wordt dan deze! Wanneer deze op mijn blog komt, weet ik nog niet. Ik moet eerst nog mensen zoeken (heb er nu twee), de interviews doen en uitschrijven en ik wil wel een voorraadje hebben, zodat er niet heel veel tijd tussen zit. Wat het thema van dit project is, ga ik niet vertellen, maar oh, wat is het leuk!