Juf Laura voor de klas

Je gelooft het misschien niet, maar in theorie zou ik lerares kunnen worden. In de praktijk zou dat waarschijnlijk zo gaan:

‘Goedemorgen, juf Laura!’ klinkt het vrolijk als ik binnen kom.
Ik grom wat terug en drink zo snel mogelijk mijn koffie op. Zo, ik ben weer aanspreekbaar.
‘Hallo klas, vandaag gaan we het hebben over boek Z.’
De klas zucht. Op de voorste rij is een meisje zacht aan het huilen en volgens mij hoor ik achterin iemand kotsen.
‘Ruim je zelf even de troep op?’ roep ik.
Boek Z is mijn lievelingsboek en ik begin er dan ook bevlogen over te vertellen. Goed, af en toe herhaal ik iets of kijk in paniek op mijn blaadje met aantekeningen, maar dat doet elke leraar toch?
Het vervelendste kind van de klas steekt na tien minuten zijn vinger op.
‘Juf,’ zegt hij, ‘Gaan we het nog over iets leuks hebben vandaag?’
Ik ben even stil door deze schokkende vraag, maar reageer al snel: ‘Leuk? LEUK? Durf je te beweren dat dit geen leuk boek is?’
Het kind wordt een beetje rood, maar durft toch te knikken.
Ik sla met mijn vlakke hand op zijn tafel, wat niet zoveel geluid maakt als ik zou willen.
‘VERDOMME, ERUIT, JIJ, VIEZE CULTUURBARBAAR!’
Trillend verlaat het vervelende kind het lokaal. Ik kijk de rest van de klas uitdagend aan: ‘En, wat vinden jullie van het boek?’
Het meisje op de voorste rij begint weer te huilen, eerst snikkend, maar al snel met lange uithalen. Haar buurman volgt haar en voor ik het weet, is heel de klas aan het brullen.
‘Nu allemaal je mond houden!’ zeg ik, maar ze horen me niet.
‘Willen jullie alsjeblieft je mond houden?’ probeer ik weer. Zonder resultaat.
Goed, zo kan het niet langer. Ik pak het meisje op de voorste rij bij haar bovenarm en gooi haar de klas uit. Ik werk het rijtje af en voor ik het weet, staat iedereen buiten.
Ik sta voor een leeg klaslokaal. De stilte komt als een klap op me af. Shit. Dan toch maar een andere carrière.

Het schoolreisje van juf Laura: een verslag

20130615_153900

Rosalie en Lisa zijn aan het tongen.

20130615_163833

Lieve Nemo, ik ga later mijn kind Nemo noemen, want dan mag hij gratis naar dit museum. Liefs, juf Laura.

IMG-20130614-WA0002

Supercoole 3D-vissenstickers voor mijn kindjes. Spot Nemo.

Aanwezigen: juf Laura en haar kindjes LisaRenzeRickRosalie en Sophie.
Dag: 15 juni 2013.
Plaats: Nemo in Amsterdam.
Gemiddelde leeftijd: 5,5 jaar.
Opvallendste activiteit voor deze leeftijd: tongzoenen (zie eerste foto)
Mooiste tekening gemaakt door: juf Laura (zie tweede foto).
Aantal kinderen dat de juf gaat baren en Nemo gaat noemen: 1.
Aantal kinderen dat de juf gaat baren en Freddie gaat noemen (naar Freddie Fish): 1.
Meest opmerkelijke: het gewichtverlies van Lisa dat bestond uit drie kilo in één minuut.
Meest confronterende: de spiegel waarin je jezelf dikker en dunner ziet worden en dan moet zeggen wanneer het jouw echte lichaam laat zien (‘Jouw zelfbeeld klopt niet helemaal. Je bent dikker in het echt.’)
Het moeilijkste kind: een gedeelde eerste plaats voor Sophie en Lisa.
Het kind dat het meest met de juf flirtte: Lisa.
De chagrijnigste persoon: de tachtigjarige serveerster in het pannenkoekenhuis.
Aantal keer dat de juf gemeen is genoemd door haar kindjes: 21 keer.
Aantal keer dat dit terecht was: 0 keer.
Aantal 3D-vissenstickers uitgedeeld op het einde (zie derde foto): 5.
Het vervolg: een toeristentrip door Leiden of Rotterdam met gids Laura in september.

Op schoolreisje met juf Laura: de uitkomst

Jaaaaaaaaa, de uitkomst van het schooluitje met juf Laura is bekend! Het was enorm spannend en daarom ga ik het nóg spannender maken door eerst over andere dingen te lullen.

Ik wil jullie nogmaals vragen om toestemming aan jullie ouders voor dit uitje te vragen. Zij moeten jullie ook zakgeld geven, want het museum betaalt zichzelf niet. Na het schoolreisje is het de bedoeling dat jullie als huiswerk een verslag maken. Dit mag door middel van een blog, een handgeschreven brief, een video of een tweet/Facebookbericht met ‘Juf Laura is geweldig!!!’. Wie goed zijn best heeft gedaan, krijgt een sticker.

Oké, oké, ik snap dat jullie de spanning niet meer aankunnen, dus ik zal het verklappen. Tromgeroffel alstublieft. Het is geworden…

NEMO IN AMSTERDAM!!!

Als datum heb ik gekozen voor zaterdag 15 juni. Tijd en ander soort informatie komt later wel, eerst even inventariseren wie er mee willen! Als je mee wil (of twijfelt), reageer hieronder. Binnenkort mail of plaats ik de details.

Dus: wie gaat er mee op schoolreisje met juf Laura? :D

Op schoolreisje met juf Laura: beslissingstijd

Lees hier meer over het schoolreisje.

Juf Laura hoorde haar kindertjes aan over wat ze allemaal wilde doen en heeft op basis daarvan een aantal plekken gekozen. Ze vindt het niet helemaal eerlijk om in haar eentje te bepalen waar het schooluitje naar toe gaat, dus mogen jullie kiezen! Onderstaande dingen lijken mij het leukste, als de stand gelijk wordt, dan telt mijn mening het zwaarst, want ik ben de baas. Hierna volgt uiteraard nog een blogje met wat het geworden is en de datum en dat soort informatie!

NEMO
Wat:
een interactief science center
Waar: Amsterdam
Tarief: €13,50 (CJP en studenten: €6,75)

Corpus
Wat:
een reis door de mens
Waar: Oegstgeest (lekker dichtbij voor mij!)
Tarief: €16,75 (online, aan de kassa een euro duurder), bij een groep van minimaal tien personen is €15,25 per persoon

Blijdorp
Wat:
een dierentuin (met Ollii!)
Waar: Rotterdam
Tarief: €21,-

Omniversum
Wat: een grootbeeldfilmtheater
Waar: Den Haag
Tarief: €10,50 (CJP: €8,50)

Beeld en geluid
Wat: de wereld van televisie, radio,  film en muziek ontdekken
Waar: Hilversum
Tarief: €15,- (CJP één euro korting)

Dick Brunahuis
Wat:
Dick Bruna! Van Nijntje!
Waar: Utrecht
Tarief: €11,- (CJP en studenten: €5,-)

Wat lijkt jou het leukst om naar toe te gaan?

Op schoolreisje met juf Laura

Er was eens een hele lieve klas, variërend van veertienjarigen tot veertigjarigen. Deze klas had een geweldige juf, juf Laura genaamd.
Op een dag zag juf Laura dat er zoiets bestond als een Sinterklaasmuseum. Geniaal, ik weet al waar het schoolreisje van dit jaar naar toe gaat, dacht ze. Maar juf Laura had het druk met lessen voorbereiden en toetsen nakijken, dus kwam het er maar steeds niet van. Tot een paar dagen geleden.

Juf Laura besloot op te zoeken waar dat Sinterklaasmuseum zat en hoe ver het reizen was. Hij zat in Zwolle: drie uur reizen. Oh, maar ook in Apeldoorn! Drie uur reizen… En in Neede! Viereneenhalf uur reizen… Maar wacht, wacht, hij komt ook in Alphen aan den Rijn, dat is wel goed te doen. Oh, hij komt pas in 2014…

Juf Laura zat met haar handen in het haar. Ze wilde zooo graag een leuk schoolreisje plannen met haar klasje. Wat nu? Gelukkig is de juf heel slim en dacht ze: weet je wat, ik vraag het aan de kindertjes zelf.

Dus kindertjes: wat lijkt jullie leuk om te doen? Ik zal mijn taak als juf erg serieus nemen en ik neem sowieso een paraplu ter herkenningspunt mee net zoals die reisgidsen. Let wel: jullie krijgen huiswerk (schrijf een blog of maak een filmpje over het schoolreisje). Maar laat dat je niet tegenhouden.
Ook nog zoiets: ik ga niet kijken wanneer iedereen wel of niet kan, want dat wordt dikke chaos. Maar het wordt sowieso een zaterdag, dat is het handigst. Wel even vragen aan je ouders of je mee mag!

Vertel me: hebben jullie leuke ideeën? :D

(ook niet-bloggers zijn uiteraard welkom)

Les van juffrouw Laura: Nederlands, les twee

Goed, zeg het allemaal maar even in koor: ‘Goedemiddagavondochtend, juffrouw Laura!’
Goedemiddagavondochtend, lief klasje van me. Fijn dat jullie er allemaal zijn. Vorige keer hebben we al een aantal fouten behandeld en daar gaan we nu vrolijk mee door. Ik kan jullie het heuglijke nieuws vertellen dat juf Laura de spellingtoets, die ze voor haar minor Journalistiek en Nieuwe Media moest doen, heeft gehaald, dus vergeet niet te klappen voor me. Maar let wel: ook juf Laura is niet perfect (‘Wat? Serieus? Echt niet?’ ‘Het spijt me.’), dus mocht ik een foutje maken: let me know!

1. Hij is groter als mij hij is groter dan ik.
Dit wordt vaak fout gedaan. Wanneer je iets met iets anders vergelijkt en het één is beter/groter/vervelender/fantastischer dan het andere, gebruik je ‘dan’ (zoals je al in deze zin ziet). Maar er zijn ook gevallen wanneer je ‘als’ gebruikt. Taaladvies.net zegt dat je het moet gebruiken bij een ‘gelijkheid binnen een ongelijkheid’, maar dat is nogal onduidelijk. Misschien kan je het beste onthouden dat wanneer er een getal in zit je ‘als’ gebruikt, dus: ‘hij is twee keer zo groot als Harry.’ Klinkt misschien raar, maar het is echt zo! (Oh en het is dus ook groter dan IK, niet dan MIJ)

2. Hun zijn echte flapdrollen zij zijn echte flapdrollen.
‘Hun’ kun je NOOIT als onderwerp gebruiken (en ‘hullie’ ook niet, maar dat is überhaupt geen officieel woord of dat mag ik althans niet hopen). Het kan bezittelijk zijn (‘hun huis’) of een persoonlijk voornaamwoord. Maar wanneer gebruik je ‘hun’ en wanneer ‘hen’? ‘Hen’ gebruik je als het een lijdend voorwerp is (‘Ze gebruikt hen.’) of als er een voorzetsel voor staat (‘Hij gaf de brief aan hen.’). Als er geen voorzetsel voor staat, maar je die er wel bij kunt bedenken, gebruik je ‘hun’: ‘Hij gaf hun de brief.’

3. Wordt je een beetje ziek word je een beetje ziek?
Goed, de logica hiervan snap ik ook niet, maar dat maakt niet uit. De ik-vorm is ALTIJD zondert, dus: ik word. Hij/zij/het is ALTIJD met een t (behalve bij de onregelmatige werkwoorden zoals willen), dus: hij/zij/het wordt. Maar hoe zit het met ‘je’? Wanneer ‘je’ voor de persoonsvorm van ‘worden’ staat, is het ‘wordt’: ‘je wordt wel een beetje oud he?’ Staat het echter achter de persoonsvorm bij ‘worden’, dan vervalt de t: ‘word jij ook gek van die reclames?’

4. Wat leuk, een verassing wat leuk, een verrassing!
Heel veel mensen krijgen in plaats van een verrassing, een verassing. Dat klinkt nogal ernstig, denk maar eens na: een ver-assing. Persoonlijk zou ik dat niet willen, doe mij maar een verrassing, met twee r-en dus.

5. Ik ga een intervieuw doen ik ga een interview doen. 
Op de basisschool waren er twee woorden die vaak terugkwamen in de spelllingtest: applaus (met twee p’s dus) en interview. Ik heb geen idee waar mensen die ‘u’ vandaan halen, maar hij moet weg, foetsie, opzouten met die ‘u’!

Ik hoop dat jullie goed opgelet en meegeschreven hebben. Maak je huiswerk en als je het goed doet, krijg je een sticker! (en als je het snel inlevert zelfs een lolly)

Les van juffrouw Laura: Nederlands

Naast student Literatuurwetenschap en blogger ben ik ook bijlesjuf. Ik lijk misschien een lief meisje, maar als bijlesjuf ben ik erg streng. Zo laat ik de bijles niet beginnen, totdat het bijleskindje ‘Goedemiddag juf Laura’ zegt. Als het kindje aan het einde geen ‘Tot ziens, juf Laura’ zegt, wordt mijn salaris voor die les verdubbeld. Onvoldoendes straf ik af met een zweep van de liniaal. Complimenten geef ik niet.

Dat gezegd hebbende zal ik jullie vandaag verblijden met een les Nederlands van juf Laura. Dus zeg maar in koor: ‘Goedemiddag/avond/ochtend juffrouw Laura!’
Goed zo. Ik zal eerst even vertellen waarom ik dit doe. Dit is niet op een ohmijngodwelkemensenmakendiedommefoutennoukijkmijeensgoedinNederlandszijn-manier bedoeld. Mensen maken fouten (zelfs ik, kun je het je voorstellen?) en dat kan gebeuren. Het is niet leuk om fouten te maken (als je overigens een fout bij mij ziet, dan moet je dat gewoon zeggen, ik beloof dat ik niet boos word!), dus is het wel handig om een aantal dingen te weten. Hieronder een paar fouten die ik vaak tegen kom en belangrijker: hoe het wel moet.

1. Ijsland IJsland.
Dit is iets wat ik vaak zie. Veel mensen gaan niet naar IJsland, maar naar Ijsland op vakantie (huh, dat land ken ik niet?). Maar bij de ij horen de i en de j bij elkaar, dus als de i een hoofdletter is, dan moet de j dat ook zijn. En als je dat niet kan onthouden: probeer Ijsland maar eens uit te spreken. Klinkt toch anders dan IJsland.

2.  Jou boek jouw boek. Dit is echt wat voor jouw jou.
Niet alleen de d’s en t’s zijn lastig, hetzelfde geldt voor de w. Wanneer wel en wanneer niet? Als het een bezittelijk voornaamwoord is (zoals: mijn/jouw/haar/zijn/ons/jullie boek) komt er een w achter, dus: jouw. Logischerwijzer als dit niet het geval is, komt er geen w achter: ik geef het jou. Maar lastig wordt het in het volgende voorbeeld: dit boek is van jou. ‘Huh, maar dan is het toch ook een bezit?’ Ja, maar het is geen bezittelijk voornaamwoord. Je kunt het zo onthouden: bezittelijk voornaamwoord = w, voorzetsel (op de basisschool leerden we dat met behulp van een kip en zijn hok. Dus alles wat je kon verzinnen: de kip zit in, voor, achter, op etc. zijn hok was een voorzetsel) = zonder w. Oh en zeg alsjeblieft geen me boek, maar mijn boek.

3. Persé per se.
Dit is alleen voor de mierenneukers (sorry voor het taalgebruik) onder ons, zoals ik. Het woord komt oorspronkelijk uit het Latijn waarin het op zichzelf betekent. In het Latijn kenden ze de accent aigu niet (het streepje). Niemand zal het vervelend vinden als je persé gebruikt (behalve ik), maar de officiële spelling is per se.

4. Hij wilt hij wil
In het Nederlands komt er achter regelmatige werkwoorden in de derde persoonsvorm in het enkelvoud een t erachter. Bijvoorbeeld: lopen – hij loopt. Laat het werkwoord willen nu net niet zo’n regelmatig werkwoord zijn. Willen is een beetje dwars en heeft dus geen t bij hij/zij/het. Hetzelfde geldt voor de werkwoorden kunnen, zullen en mogen.

5. Ik irriteer me aan hem. Ik erger me aan hem.
Ergeren en irriteren zijn twee verschillende werkwoorden. Maar wanneer gebruik je ze? Irriteren wordt passief gebruikt. Iets irriteert je. Je kan je niet aan iets irriteren. Maar je kunt je wel aan iets ergeren, actief dus. Voorbeeld: Jouw gedrag irriteert me. Ik erger me eraan.

Goed, klas, dit was de les. Nu goed leren, want voor morgen geef ik een proefwerk op. Class dismissed!

(En even, omdat ik benieuwd ben: is dit handig of niet? Zou je het leuk/interessant/leerzaam vinden om dit soort dingen vaker te lezen? Of denk je: rot op, ik heb al Nederlands gehad op de middelbare school :P)